NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, K0EGRA5,
TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
S. A. KaNNLWASSEU ZN.
Nederlandsche Middenstandsbank
SAM EN ZIJN SCHAT
Buitenlandsch overzicht.
Nr. 6800. EERSTE BLAD
DONDERDAG 1 MCl 1930
58ste JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteür: P. C. DE BOER.
DeEngelsch-Russischehandelsbetrekkingen.-Engelsche
documenten over het ontstaan van den oorlog. - De
presidentsverkiezing in Frankrijk. - Bomaanslag op
het Sowjetgezantschap te Warschau. - De nationalis
tische beweging in Britsch-Indië. - De ontwapenings
commissie.
In het Engelsche Lagerhuis heeft mi
nister Henderson inlichtingen gegeven
nopens den stand der Russisch-Engelsche
onderhandelingen.
Hij zeide, dat de besprekingen over de
vervanging van het voorloopig handelsver
drag door een definitief verdrag goeden
voortgang maakten. Aan den leider van
de Russische handelsdelegatie en zijn twee
voornaamste hoofdambtenaren waren de
voorrechten der diplomatieke onschend
baarheid gewaarborgd, en daaronder vielen
tevens de localiteiten waarin de delegatie
gehuisvest was. Dit was onder alle be
schaafde staten gebruikelijk en de regee
ring had er niet over gedacht om tegenover
Rusland een uitzondering te maken. De
conservatieven riepen bij deze verklaring
van den min. luide „schande", wat toe
juichingen van de regeeringspartij uit
lokte.
Henderson deelde verder mede, dat men
op het oogenblik onderhandelde over een
tijdelijke overeenkomst betreffende een
aantal visscherjj-kwesties.
De voorstellen van de Engelsche regee
ring voor een formeele overeenkomst be
treffende de toepassing van de verdragen
gesloten met de vroegere 'tsaristische re
geering waren aan de Sowjetregeering toe
gezonden.
Ook de onderhandelingen over de schul
den werden voortgezet.
De Engelsche bladen bevatten uittrek
sels uit de zesde officieele publicatie van
Britsche documenten over het ontstaan
van den oorlog.
De „Times-" zegt, dat deze voor de eer
ste maal bekend gemaakte stukken de
Duitschers moeten overtuigen dat Enge
land aan geen Macchiavellistische samen
spanning tegen hen deel heeft genomen
en dat Engeland's pogingen om tot over
eenstemming te komen goed gemeend,
maar vruchteloos waren.
De „Daily Herald" (arbeiderspartij)
daarentegen leest uit de stukken, dat de
Britsche regeering reeds lang voor 1914
bereid was, Frankrijk in een oorlog tegen
Duitschland te steunen, zelfs als Frank
rijk zou beginnen. De Britsche gezant te
Parijs leek de leer toegedaan dat de beste
wijze van verdediging de aanval is.
De „Echo de Paris" spreekt over de ver
kiezingen van een opvolger van president
Domergue, dien het congres te Versailles
het volgend jaar zal moeten verkiezen.
Volgens het blad houden politieke krin
gen zich reeds ernstig met deze verkiezing
bezig en al» candidaten worden genoemd
de voorzitters der beide Kamers, Doumer
en Bouisson; de senatoren Lebrun, Clé-
mentel, Péret, Chéron. Ook worden de
namen van Briand en Laffont genoemd.
Volgens de „Echo de Paris" weigeren
Doumergue en Poincaré voor een herkie
zing in aanmerking te komen.
Naar uit Moskou gemeld wordt, heeft
de Russische regeering, in verband met
cle opstelling van een bom in het Russi
sche gezantschap te Warschau de vol
gende eisohen aan Polen gesteld.
1. Ontbinding van alle Russische, Wit-
russische en Oekrainsche organisaties,
die zich tot taak stellen het Sowjetregiem
te bestrijden.'
2. Uitwijzing der leiders van de Rus
sische emigranten uit Polen.
3. Gestrenge bestraffing van de da
ders van den bomaanslag.
4. Staking van de campagne in de
Poolsche pers tegen Sowjet-Rusland.
De Poolsche politie is er nog steeds niet
in geslaagd een spoor te ontdekken van
degenen, die den aanslag op het Sowjet
gezantschap hebben willen plegen. Men
heeft de schuldigen eerst gezocht in de
kringen der Russische emigranten; dit-
heeft weder aanleiding gegeven tot pro
testen van den kant van deze emigranten,
wier organen uitdrukkelijk er op wijzen,
dat alle leiders der naar het buitenland
gevluchte Russen daden van geweld in
het gebied van een vreemden staat uit
drukkelijk veroordeelen.
Men schijnt het thans te Warschau niet
voor uitgesloten te houden, dat Oekrainers
bij den aanslag betrokken zijn. Bij eenige
gewezen ministers en generaals van Petl-
joera zijn reeds huiszoekingen gehouden.
Verscheidene documenten werden in be
slag genomen.
In ons overzicht van Dinsdag hebben
wij nog meegedeeld, dat twee pelotons van
de Royal Garbwel fuseliers, een inlandsch
regiment, bij de onlusten te Peshawar,
een „onbevredigende houding" hebben
aangenomen.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft nu naar
aanleiding van deze houding:
In het gunstigste geval hebben de Raj-
puts, waaruit dit regiment bestaat, gewei
gerd aan de bevelen van den militairen
commandant bij het herstellen van de orde
op behoorlijke wijze te gehoorzamen, in
het ergste geval hebben zij openlijk ge
muit. Daartusschen liggen allerlei moge
lijke schakeeringen, maar het blijft nog
altijd gissen. De Raiputs van dit regiment,
heet het verder, zijn Hindoes van een
hoog® kaste (bedoeld wordt: de kaste der
krijgslieden) en de Hindoes vormen ook
de overweldigende meerderheid van
Gandhi's aanhangers. Met andere woor
den, voor het eerst is gebleken, dat bij
Hindoesche troepen de krijgstucht het
tegenover (hun politieke sympathieën heeft
moeten afleggen. Dit is een zeer ernstig
verschijnsel.
De verdediging van Britsch-Indië be
rust bii een Britsch leger van ruim 60.000
man en een inlandsch leger van ruim
167.000 man.
De inlandsche troepen werden vroeger
steeds door Engelsche officieren aange
voerd, maar in den laatsten tijd zijn een
aantal regimenten voor verindisching uit
gekozen.
De Rajputs (de naam beteekent „zonen
des konings") hebben de macht in handen
in de groep van 21 inlandsche staten, die
Rajpufana vormen, en zeer krijgshaftige
veroveraarstradities.
Telegrammen uit Londen verzekeren,
dat MacDonald het langdurig verlof, dat
bij na de vermoeiende vlootconferentie
had willen nemen, afgebroken treeft en te
Londen terug is gekeerd wegens de ern
stige wending, die de zaken in lndië ge
nomen hebben. Dit ware begrijpelijk, nu
inlandsche troepen hun eerste teeken van
onbetrouwbaarheid getoond hebben.
De Engelsche pers zal, naar haar ge
woonte, haar optimistischen kijk op den
toestand zoo lang mogelijk trachten te be
houden. Maar vóór de groote Indische
muiterij in 1857, die het Britsche gezag in
lndië aan het wankelen bracht en leidde
tot de overdracht van de regeering over
lndië van de Oostind!*che Compagnie aan
de Kroon, heeft Lord Ellenborough met
vooruitzienden blik herhaaldelijk gewaar
schuwd dat een muiterij van het inland
sche leger het eenige werkelijke "gevaar
was dat de Britsche heerschappij in lndië
bedreigde.
Zijn woord heeft heden ten dage nog
niet» aan beteekenis verloren.
De Nationalistische beweging
in Britsch-Indië.
De onlusten te Chittagong.
Bij aankomst van een stoomschip zijn
te Rangoon, in Birma, tien leden in hech
tenis genomen, die verdacht worden aan
de overrompeling te Chittagong deel te
hebben genomen.
Te CaJcutta.
Te Calcutta zijn vandaag, na degelijke
huiszoekingen, vijftien verdachte politieke
sujetten in hechtenis genomen.
De karrevoerders van de stad werken
niet om te protesteeren tegen de inhech
tenisneming van enkelen hunner in ver
band met de jongste opstootjes.
Bandietemwezen.
Uit Bombay wordt gemeld dat twee
Pathan-bandieten gedood en vijf ernstig
gekwetst zijn bij de hevige botsing met
dorpelingen uit Nangaon bij Nasik.
De dorpelingen omsingelden hen in een
ravijn en'vielen hen aan met werptuigen
uit slingers die op grooten afstand nog
doel troffen.
Een bomaanslag.
Voor een Hindoesch gebouw te Pres-
hawar is gisteren een bom ontploft. Een
jonge Sikh werd gedood.
Naar thans bekend is geworden, heb
ben eenige dagen geleden in Noordwest
lndië, eenige anti-Engelsche bergstam
men een aanval op Peshawar gedaan.
Verscheidene bladen
niet meer uitkomen.
zullen
Komt Tobral co aan het stuk zien
I GEMAKKELIJK TE WASSCHEN I
MOEILIJK TE VERSLIJTEN III tl
VOLLEDIGE GARaNTIEI!
FEUILLETON
KONINGSTRAAT 108a
Spaarbank Bewaarkluis
In goed ingelichte kringen te Genève,
is men van meening, dat de oorspronke
lijk op half Juli bepaalde bijeenkomst
van de Ontwapeningscommissie van den
Volkenbond voorloopig tot November of
December zal worden uitgesteld. Men is
n.1. de zienswijze toegedaan, dat een zoo
spoedige bijeenkomst van de commissie
een te moeilijke situatie zou scheppen,
aangezien zij nauwelijks tot tastbare
resultaten zou kunnen leiden.
Naar verluidt, wil men den afloop af
wachten van de te Londen voorbereide
Fransch-It&lioansche onderhandelingen,
welker uitslag van beteekenis zai zijn
voor den ontwapeningisarbeid van den
Volkenbond.
Ten gevolge van de weder-invoering
van de persordonnantie, hebben ver
scheidene uitgevers van bladen, beslo-1
ten de uitgaven van hun bladen te sta
ken. Ook het orgaan van Gandhi, Young
India, zal voorloopig niet meer uitkomen.
1
Devidas, de zoon van Gandhi, is tot een
jaar gevangenisstraf veroordeeld
De correspondentie tusschen
Lord Irwln en het hoofd der
Mohammedanen,
De correspondentie tusschen Mohamed
Ali, den leider der Muzelmannen en den
Onderkoning is gisteren openbaar ge
maakt. Ali erkent de wettigheid van de
door den Onderkoning afgekondigde
maatregelen, maar heeft nochtans een
beroep op Lord Irwin gedaan om den toe
stand niet nog meer gespannen te maken,
door tot arrestatie van Gandhi over te
gaan, want daardoor zou een verbittering
in breede lagen der bevolking ontstaan,
die misschien in geen jaren meer te her
stellen zou zijn.
In zijn antwoord erkent de Onder
koning de goede bedoeling van Ali's
brieven, maar hij wijst erop, dat verschei
dene Indische leiders tot openlijke onge
hoorzaamheid aan de wet blijven ophit
sen, wat geen enkele regeering die haar
plicht kent, kan of mag dulden.
DE AANVAL OP HET ZOUTDEPOT.
Gandhi heeft, zooals wij meldden, Za
terdag het voornemen te kennen gegeven
dezer dagen een aanval te doen op het
regeerings-zoutdepót in het dorp Dha-
rasna. Hjj heeft daarbij te kennen ge
geven, dat hij daarbij alleen vergezeld
wilde zijn van reine mensohen die „Khad-
dar" (inheemische stof) droegen, geen
dranken dronken en uitheemsche stoffen
boycotten. Hij zou van anderen zelfs geen
voedsel of water aannemen.
In dit verband' wordt er de aandacht op
gevestigd dat Ghandi bij het begin zijner
campagne bet denkbeeld uitschakelde
van een aanval op de zoutdepóts der re
geering wegens de mogelijkheid dat de
autoriteiten op de aanvallers zouden schie
ten. Bij die gelegenheid heeft Gandhi te
kennen gegeven dat de naam „zoutdlef"
hem door zijn tegenstanders gegeven, hem
beter beviel dan die van „mahatma"
(heilige man) zooals zijn vrienden heem
noemden. Ieder kon, zoo zei hij', mahatma
worden door een 'lendendoek aan te doen
en eisohen te stellen ten aanzien van eten
en drinken, maar het was niet zoo gemak
kelijk een zoutdlef te zijn. Wat men tot
dusver gedaan had was volgens Gandhi
nog maar kinderspel, maar met den aan
val op het zoutdepót zou het ernst worden.
Intusschen blijkt het zoutdepót, waarop
Gandhi het oog heeft, geen regeerings-
depót te zijn maar aan particuliere fabri
kanten te behooren.
Uit het Engelsch
door
P. G. WODEHOUSE.
p "^>00^ e& door," herhaalde de heer
■rynsent. „De loopjongens noemen je bij
je voornaam.
„Ja, daar la niets aan te doen," zuchtte
wam. „Ik geef ze telkens een draai om hun
ooren, maar het is nu eenmaal een ge
woonte geworden."
„Verleden Woensdag zag lk, dat Je mijn
typiste een zoen gaf."
„Lat arme kind had zoo'n kiespijn."
>'Lpvendien heeft Ellaby mij verteld,
Qat .ie werk meer dan schandalig is." Er
heerschte even een zwijgen. „Die Engel
sche kostscholen zijn de vloek van deze
eeuw," zeide de heer Pynsent droomerig.
Voor een oningewijde scheen deze op
merking nergens op te slaan, maar Sam
begreep de strekking. En hij schatte haar
op haar volle waarde een klap in zijn
gezicht.
„Hebben ze je Wrykyn nog iets anders
geleerd dan voetbal, Sam?"
„O ja."
„Wat dan?"
„O, van allerlei."
„Ik heb er nooit heel veel van gemerkt.
v\ aarom je moeder je daarheen heeft ge-
ftuurd in plaats van naar een behoor-
handelsschool, is mij niet heel dui
delijk.
„Och ziet u, vader was daar geweest.
Sam zweeg. De heer Pynsent, dit wist
hij maar al te wel, was niet bijzonder ge
steld geweest op nu wijlen Antonie Shot-
ter daar hij meende en misschien wel
terecht, dat zijn overleden zuster door
dien innemenden, maar ietwat onstabie-
len persoon te trouwen, de kroon had ge
zet op de dwaasheden in haar lichtzinnig
en leeg leventje begaan.
„Dat is zeker een groote aanbeveling,"
meende de heer Pynsent droogjes.
Hiervan had Sam niet terug.
„Je hebt in verscheiden opzichten veel
van je vader," zeide de heer Pynsent.
Sam ging daarop niet in. De hatelijk
heden volgden elkaar vanochtend vrij
snel op, maar daaraan was niets te doen.
„En toch mag ik je wel, Sam," hernam
de heer Pynsent na een kort zwijgen.
Dat klonk beter.
„En lk mag u ook best lijden, Oom,"
zeidie Saim hartelijk. „Als ik bedenk, wat
u allemaal voor mij gedaan hebt
„Maar," ging de heer Pynsent voort.
„Ik zal Je nog sympathieker vinden, als Je
op een drieduizend mijl afstand zit van de
Pynsent lm- en Export Company. Wij
gaan van elkaar weg, Sam en wel dade
lijk."
,Eat spijt mij."
„Mij niet," zeide de heer Pynsent. „Ik
ben er blij om."
Even zwijgen, Sam, die voelde, dat het
onderhoud, nu dit hoogtepunt bereikt was,
als geëindigd kon worden beschouwd,
stond op.
„Wacht even," zeide zijn wam. „Ik wil
je even vertellen, wat voor toekomstplan
nen ik met je heb."
Sam was aangenaam verrast. Hij had
niet gedacht, dat de heer Pynsent belang
zou stellen in zijn toekomst.
„Hebt u plannen?"
„Ja, alles is al In orde."
„Dat is prachtig, Oom," zeide Sam
vriendelijk. „Ik dacht dat u mij op de
keien zou zetten."
„Herinner jij je nog een Engelschman,
een zekeren Lord Tilbury met wien Je bij
mij gedineerd hebt?"
Sam herinnerde zich dezen heer. Zijn
Lordschap had hem na het diner ln een
hoekje geduwd en had een half uur zon
der ophouden tegen hem gesproken.
,Eat is de directeur van de Mammouth
Uitgeversmaatschappij, een zaak, die een
massa dag- en weekbladen te Londen in
het licht geeft."
Dat wist Sam wel. Het gesprek van
Lord Tilbury wa9 min of meer een auto
biografie geweest.
„Nu, hij gaat Zaterdag met de „Maure-
tania" naar Engeland en jij gaat met hem
mee. Hij heeft aangeboden oim jou bij
hem ln de zaak te nemen."
AI aar ik weet niets van diat kranten-
werk."
„,Och, je weet nergens iets van," ver
klaarde de heer Pynsent zachtzinnig.
„D®t komt door je Engelsche kostschobl-
opvoeding. Maar in leder geval bij Lord
Tilbury kan je niet erger mislukken, dar
je hier hebt gedaan. Die papiermand
staat pas vier dagen in deze kaïmer, maar
die weet al meer van de zaken af, dan jij
in vijftig jaar zult leeren."
Sam maakte een klagend geluid. Vijftig
jaar scheen hem ietwat overdreven.
„Ik heb dat Lord Tilbury onverholen
meegedeeld. Maar hij wil je toch graag
hebben."
„Gek," zeide Sam. Hij voelde zich toch
wel een beetje gevleid door die hevige be
geerte naar zijn diensten by een man, die
hem maar eens gesproken had. Lord Til
bury was wel een oude zeur, maar ln leder
geval stond het vast, dat hij die gave
had zonder dewelke men geen fortuin
maken kan die vreemde, bijna sprook
jesachtige gave om dadelijk te weten,
wat je aan Iemand hebt.
„Heelemaal niet gek," zeide de heer
Pynsent. „Hij en ik doen Juist samen
zaken. Hij tracht mij over te halen, om
Iets te doen, waartoe lk totnogtoe nog
heelemaal niet besloten ben. En hij denkt,
da hij, als hij mij van jou ontlast, mij aan
zich verplicht. En dat ls ook zoo."
„Oom,zeide Saim vol gevoel. ,Jk zal
mijn best doen."
„Dat is je geraden," antwoordde de
heer Pynsent, in het minst niet geroerd.
„Het is je laatste kans. Ik zie geen aard
sche reden, waarom ik je het verdere van
je leven zou onderhouden en dat ben ik
ook heusch niet van plan. Als je den boel
bij Tilbury nu weer in het honderd schopt,
dan hoef je heusch niet weer bij mij aan te
koanen. Het gemeste kalf wordt niet ge
slacht. Denk daaïaanl"
„Natuurlijk, Oom, natuurlijk. Maar tobt
u er maar niet over. Ik heb een voorge
voel, dat het best gaan zal. Ik ga graag
naar Engeland."
,Jk ben blij, dat te hooren. Dat is alles.
Goeien middag."
„Ziet u, het ls wel heel vreemd, dat u
imtj juist daar heen zendt," zeide Sam
nadenkend.
„Dat vind' ik nu niet Ik ben blij, dat ik
de kans heb."
„Ik bedoel.... gelooft u aan waarzeg
sters?"
„Neen. Bonjour."
„Omdat een waarzegster mij voor
spelde.
,Eeze deur," zeide de heer Pynsent,
sluit zich vanzelf."
Na de juistheid van deze bewering te
hebben geconstateerd, begaf Sam zich
n&ar zijn eigen apartementen, waar hjj
den heer Clarence (Snert) Todhunter, den
populairen en energieken kok van die
■vrachtboot „Araminta" vond, ontwaakt
en een neuswarmertje rookend.
„Wie was die ouwe knaap?" informeer
de de heer Todhunter.
„Dat was mijn oom. De directeur van
de firma."
„Ben je in zijn kamer een tukje gaan
doen?"
,Eat ben je."
„Dat spijt me, Sam," zeide Snert, flink
weg. „Het was gisternacht wat laat ge
worden."
Hij, gaapte eens terdege. Snert Todhun
ter was een magere, pezige kerel, vooraan
in de dertig, imet een hoog voorhoofd en
peinzende oogen. Geprikkelde scheeps
kameraden, die met hem pokerden, had
den van dié oogen wel eens gezegd, dat ze
wat onbetrouwbaar keken; maar voor den
criticus, wiens oordeel niet ongunstig
beïnvloed werd door zooeven geleden
geldelijke verliezen, was het meer een
blik, die herinnerde aan een papagaai,
die het leven lang heeft aangekeken en
overal desillusie gevonden neeft. Er was
Iets zeer pessimistisch ln Snert, en als hij
een drupje te veel ophad, dan maakte hij
vage toespelingen op een grafelijken titel,
waarop hij rechten kon doen gelden. Het
was een lange en ingewikkelde geschle-
nis, die iedereen, die er bij betrokken
was, in een leelijk daglicht plaatste, maar
aangezien hij het nooit tweemaal op de
zelfde manier vertelde, werd er weinig
geloof aan gehecht door een niét
zeer geestdriftig auditorium. Overigen?
maakte hij de bOste Snert van den Atlan-
tischen Oceaan, maar was niet hoovaar-
dig.
(Wordt vervolgd).
r:
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbetaling: Heldersche Courant
f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand en Wieringen 1.65;
binnenland f 2.Ned. O. en W. lndië p. zeepost f 2.10, id. p. mail en
overige landen f3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f0.70, f 0.70, ft.
Modeblad resp. f 0.95, f i.2j, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER JR.
Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412
Poat-Girorekenittg No. 16066.
AD VERTENTIEN:
20 ct p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele orijs. Kleine advert. (gevraagd, te koop, te huur)v. 1 t/m 3
regels 40 ct.. elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres: Bureau
v d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra), Bewijsno. 4 «t.
TOBRALCO
let alleen voor kleur, maarookvoor kwaliteit
In 50 patronen en 20 effen kleuren
Verkrijgbaar bij
KANTOOR DEN HELDER
2)