'n Greep van dit en dat Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 12 JULI 1930 442. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). HANDSCHOEISEL OF HAND SCHOENEN t De historie van de glacé's. De handbedekking of handschoeisel waaruit later de voor ons bekende hand schoen gegroeid is was reeds bekend ih de tijden der oude Israëlieten. Niet evenwel zooals bij ons bij den arbeid. l")e Romeinen' gebruikten ze tegen besmet ting en het gevaar van verwonding. De ridders bij- tournooien en gevechten na men dit later over en hadden ijveren hand schoenen aan de harnassen. De Italiaansdhe geschiedschrijver Varro zegt, dat vroeger de olijven met hand schoenen plachten te worden geplukt. Dat kamt overeen met de gewoonte van vele onzer tegenwoordige huisvrouwen, die poetsten en wrijven en aardapeplen schil len met 'n paar oude handschoenen aan. De oude handschoen speelde in het rid- dertijdperk bovendien een rol van eerl Werd een ridder b.v. door'al te ver gedre ven euveldaden ontadeld, dan brak men niet alleen zijn degen en zijn sporen stuk, maar trok hem bovendien in het openbaar zijn handschoenen uit. In een ander geval bij het uitdagen voor een tweegevecht, wierp hij den tegenstander of den be- leediger den handschoen in het gezicht. Deze manier van doen, hoewel eenigs- zin<a gewijzigd, is weer van kracht gewor den bij den modernen bokswedstrijd. Ook in ander opzicht speelt hier de handschoen een gewichtige roL Ik In de zestiendie eeuw komt ten slotte de handschoen meer als pramc- en weelde artikel op het wereldtooneel. Zoo bracht de gemalin van Lodewijk XII als bruid schat een paar handschoenen mee, welke kwistig met zijde, paarlen en diamanten waren versierd. Tijdens de regeering van Frans I was een paar handschoenen een zeer geliefdkoosd medebezit voor dames uit hooge kringen. Schiller de Duitsche dichter heeft zelfs een uitvoerig dichtwerk gewijd aan dit versieringsstuk: Het Dramatische ge dicht „Der Handschuh". De inhoud is al dus: Franz I vergezeld van zijn hofstoet zat eens op den rand1 van een arena. Op een gegeven oogenblik verscheen in de arena 'n leeuw, daarna 'n tijger en ten slotte nog twee luipaarden. Een gevaar lijke verzameling. Kundegonde nu wetende dat de rid der Montgomery de Lorges haar liefhad het spelenderwijs een van haar handschoe nen in het strijdperk vallen. Hierna wend de de lieftallige hofdame zich tot den rid der met de woorden: „Zoo gij mij werke lijk lief hebt heer- ridder ga in de arena en raap mijn handschoen op!" En tot aller ontsteltenis sprong de ver metele ridder manmoedig in de arena en voor de aanwezige roofdieren van hun lichte verbazing bekomen waren, keerde de koene man reeds met den opgeraapten handschoen in de koninklijke loge terug. Rundegonde zegevierde en zag trotsch in het rond bij dit staaltje van liefde voor haar schoonheid. Mn nr tegelijkertijd' volgde de dramati sche ontknooping: De Ridder smeet de ge baalde handschoen vol afschuw In het ge laat van de wreede hofdame en riep: „Zie maar een ander aanbidder uit.Ik dank voor zulk eenel". Langzamerhand werden de bandschoe nen een geschikt object voor oadeaux. In vroeger 'eeuwen was men zoo verrukt met dit present, dat men van vreugde, er een op den hoed stak. Toen hertog Christiaan van Brunswijk er eens 'n paar ten ge schenke ontving van de Koningin van Bo- hemen, zette hij er een als sieraad op zijn hoed. Leicester die een paar handschoe nen van Koningin Elisabeth present kreeg deedi hetzelfde. In Engeland gaf een vrijgesproken be klaagde aan zijn vriendelijken rechter, als bewijs van erkentelijkheid, een paar witte handschoenen. Sprak de voorzitter van een rechtbank gedurende een geheel jaar geen doodvonnis uit, dan bekwam hij van de Overheid der stad een paar hand schoenen cadeau De heul van Haarlem daarentegen ont ving na iedere goedgeslaagde onthoof ding een hoeveelheid wijn plus.'n paar handschoenen. De schatmeester van meergenoemden Franz I gaf eens biji het einde van een feestmaal aan elk der gasten een paar handschoenen gevuld met gouden ducaten Hiertegenover zegt men ven do be ruchte Catherine de Medici dat zij' inder tijd Joanne d'Al'bert de moeder van Koning VI het leven heeft .benomen door haar ten geschenke te geven een paar handschoenen, die.vergiftigd waren! Tot slot nog deze legende.Toen de heilige Moeder Maria eens haar hand egde op eenige prachtige cyclamen, spreidden de vijf witte bloembladeren zich uit tot den vortm van een hand. Sindsdien heet deze plant in den volks mond wel: Maria's handschoen! Maar het zal den lezer duidelijk worden, dat het ini Amerika volstrekt m.overtol lig j8 wanneer men goed onthoudt dat do Ver. Staten Twaalf stedon Baltimore heeft Zoo heeft het niet minder dan Dertig plaatsen Washington, 18 Brook- lym, 5 Buffaio, 16 Charleston. 4 Ohicago, 8 Cincinnati, 10 Cleveland, 19 Oolubmus, 25 Dayton, 6 Detroit, 16 Louleïïes, 4 St Louis, 14 Louisviile, 12 Nashviile, 9 St. Paul, 9 Philadelphia, 8 Pitsburg.... Enizoovoont! KAPITEIN JACK. Novelle uit Ierland door WTT.TT O" PATRIOK. Toen Elizabeth Simms met kapitein Jas- pern Collins trouwde, zeide iedereen en iedereen meent zich bij zulke gelegen heden een oordeel te mogen aanmatigen dat zij zich wegwierp. Kapitein Collins was een vroolijk, gelukkig, goedhartig mensch, die geen enkelen vijand had, maar hij was zeeman ei} had ter wille van Lizzy afstand gedaan van het zeemans leven. Maar ieder weet, dat een zeeman aan wal een doeniet wordt, en kapitein Jack (zooals hij gewoonlijk genoemd werd) zou geen uitzondering maken. HU zou be paald een stakkerd worden, niet in staat om in het onderhoud van een huisgezin te voorzien, en ofschoon ze elkander erm DE RIVIER DE MJSSTSSIPPT. De hieronder volgende cijfers kunnen eens 'n klein denkbeeld geven omtrent de grootste Amerikaansohe rivier. De hoe veelheid water, welke jaarlijks door dezen stroom de Misais&ippi zijn weg naar de zee vindt, bedraagt ruim 14.000.000.000 kubieke Meter. In den loop van zoo'n zelf de jaar wordt een hoeveelheid van meer dan 18.000.000 kubieke voet slib langs den bodem tot aan den riviermond wegge voerd. Deze hoeveelheid slib in den loop der eeuwen naar de uitmonding gebracht, is ten leste tot een vaste en uitgestrekte landvlakte geworden. Deze landvlakte de Delta geheeten bevat naar schatting tegenwoordig onge veer.... 400.378.472.968.000 kubieke voet slib! Volgens de berekeningen van den natuurkundige Zeyll zijn vermoedelijk (misschien scheelt het 'n paar weken, maar meer ook niet!) plusminus 14.000 jaren noodig geweest om deze Delta te vormen 1 M*N NICHTJE UIT AMERIKA. Wie familie heeft in Amerika en daar heen zoo nu en dan- op den verjaardag of met Kerstmis een brief schrijft doet verstandig zoo uitvoerig mogelijk te zijn met het schrijven van de adresseering. Laat liever 'n paar duizend „hartelijke klis sen" weg, dan het adres onvolledig te schrijven en de kans te loopen, dat het nichtje de rest van de kussen ook niet ontvangt. De hoofdzaak is: Niet alleen te schrij ven den naam van de geadresseerde den naam van de stad en de welbekende letters U.S.A. maar vooral den naam van de Staat, waarin de bewuste stad of streek ge legen is In Holland behoeft dat zoo niet, want er is maar een Den Helder! Het lovensvT ongstuh. Voor de meeste monschen Is het leven een groote worstelwedstrijd tusschen het smachtend verlangen naar vrijheid en de vrees voor eenzaamheid. Eve. Stel u onze moderne, ingewikkelde maatschappij; voor zonder diploma's. Dait we zouden moeten1 afwachten, hoo de brevetlooze kapitein een schip bestuurt, hoe die diploimalooze accountant te werk gaat in onze boeken en admini stratie, hoe de ongediplomeerde apothe ker ons al of niet vergiftigt met zijn koopwaar en de dokter zonder bul onze kwalen geneest a LugfcenReys. „De naaister zegt, dat ze geen ander costuum voor me maken wil zoolang jij haar rekening niet betaald hebt". „Schitterend 1 lk zal haar een briefje schrijven om haar te danken!" Smith's Weekly, Sydney. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Plant meer boomen. Ongetwijfeld zal Nederland nimmer in staat zijn zich geheel los te maken van den houtimport en uit eigen bosschen in zijn houtbeboefte te voorzien. Dit neemt echter niet weg, dat de tegenwoordige toe stand, waarbij slechts 1/7 gedeelte van he<t houtverbruik in ons land wordt voort gebracht, hoogst onbevredigend is. Niet alleen in verband met het te verwachten wereldhout-tekort, maar ook olm in geval van gedwongen stilstand in den hout- invoer, door oorlog of anderszins minder afhankelijk te zijn van het buitenland, is het dringend noodig de houtproductie in ons land aanmerkelijk te verhoogen. Lr. L H. Jager Gerliga Zoo is t. Hoe schandelijk goedkoop zijn vaak de voor ons dierbaarste dingen op de wereld, en daartegenover: hoe schandelijk duur betalen we soms de grootste waardeloos heden. J. L. Allen. Toch tenminste één! De bisschop van Lincoln betwijfelde het of zelfs het jongste kind van ons ge slacht een werkelijke vrucht van dien oorlog zal zien! Wij zijn dit niet met heen eens: Een van de oorlogsvruchten is reeds lang rijp en voor ons allen duidelijk zicht baar dat is de Twistappel! Lady's PictoriaiL De rijke jongeling in onzen tijd. Ook de rijke jeugd moet leeren inzien, dat in weeldle geen geluk ligt, wel gevaar: gevaar voor verweekelijking en krachte loosheid en een zwak nageslacht, het vreeselijke leed der ouders. Famke in „Heeft de Rijpere Jeugd Recht op Liefde'". Modem» slavenhandel. Liverpool heeft baar voorhoede aan zienlijk weten te versterken door „aan koop" van Smith, den bekenden midden voor van de Sohotsche vereeniglng Ayr United. De transfersom bedraagt niet minder dan 6.000 pond 72.000). Persbericht In het heden De man of vtouw, die nooit geschiedenis heeft geleerd, kan geen heideren, onpar- tijdigen kijk op het leven hebben. Het heden op zichzelf bestaat eigenlijk nooit zoo is het in wezen verknocht aan het verleden en de toekomst. Sheil'a KayeSmith. HET LIEDJE VAN DE WEEK. DE K.GKTE HAH3N. stag liefhadden, van 'liefde alleen konden ze niet leven en Lizzy was dus veroordeeld tot een leven vol ontberingen. Zij zou beter gedaan hebben, meende „iedereen" nu zij er toch op stond hem te trouwen, met hem zijn roeping te laten volgen; maar Lizzy had zoo beslist „neen" gezegd en er bij gevoegd dat hij, met haar toestemming, nooit, nooit weer aan boord zou gaan, dat kapitein Jack, verliefder dan ooit, gelachen en haar in zijn sterke armen gesloten had, haar vrees weggeschertst en beloofd had, alle gedachten aan het zee leven op te geven, om 'harentwil! Maar helaas. Het jonge vrouwtje had geen begrip van de grootte der opoffe ring, die zit van hem yergde, want het water was zijn element geweest en -hij had het liefgehad van zijn vroegste jeugd af, toen hij zijns vaders beroep 'koos, en zijn loopbaan vóór den mast begon, en zich opwerkte tot kapitein; en nu het op te geven terwiile van een vrouw, hoe lief hü haar ook mocht hebben, was een zaak, die wel diende overwogen te worden. Maar kapitein Jack was voortvarend en beloften zijn gemakkelijk te geven en Lizzy was zoo gelukkig, dat het jammer was haar te bedroeven. Drie jaren lang werkte de kapitein dan hier, dan daar, zijn best doende in het onderhoud te voorzién van zijn vrouw en zijn dochtertje, dat in het eerste jaar van hun' huwelijk reeds een plaats aan hun haard kwam vragen, maar ondanks zijn in spanning, slaagde hij slecht Hü had lust en ijver genoeg, maar zijn leven was vol tegenspoed en teleurstellingen; op de gol ven was hij thuis, aan land lukte niets. Hij wist dat hii een ervaren zeeman was en als 'hü het wenschte, dadelijk het bevel over een schip kon krijgen, maar zoodra hij dat onderwerp tegen Lizzy aanroerde, begon zü bitter te weemen, en zich over gebrek aan liefde te 'beklagen. Jack had een gevoelig hart en een afschuw van vrouwentranen, dus troostte hij haar en liefkoosde haar en werd stil en geme lijk. Somtijds kon hü uren achtereen de kamer op en neer loopen, als een gevan gen leeuw, die tracht zijn kerker te ver breken; op andere tijden sloot hif zich in 'n zolderkamertje op, waar hij zich onledig hield met het poetsen en wrijven en roest vrij houden van zeevaartkundige instru menten. Op een morgen werd hü verrast door zün vrouw, toen hü bezig was een baro meter en een kompas te beküken, en ze met een diepen zucht weder weglegde „O Jasper," riep zü uit, „ik zie het weL je verlangt weer naar zee te gaan," „Nu en wat zou dat? Ik mag toch wel TOB NOOIT HOEKJE. THEORIE EN PRACTLTK. Er is een wüde, moeiUjik te overbruggen kloof tusschen theorie en proctük. Want in theorie kunnen wij immers zooveel, zoo oneindig veel meer dan in de praetük. En met overtuiging betoogen wy> vol zelfver trouwen, wat w\i in dit of dat geval alle maal zouden kunnen doen of laten. Na- tuurloj'k zouden wij bet kunnen, stel U voor! Het zou wel moeilijk zijn voor leder ander, maar voor ons geen* bezwaar! Wij zün zoo sterk, zoo zeker van ons zelf, zoo overtuigd. En dan komt de practyk- En' die vraagt van ons een klein gedeelte misschien een tiende nu ar van wat ons in de theorie zoo gemakkelijk afging. En dan? Zün we dan niet dlikwüls klein en zwak en wankel in het uitvoeren van dat gene, wat wjj verwacht hadden zoo gemak kelijk te kunnen? Valit het niet dikwijls zwaar, veel zwaar der, dan wij ooit vermeed hadden? Wy hadden ons zoo sterk, zoo feilloos gewaand in het brengen van offers terwiile van hetgene wat ons het liefste is in het leven. En bü de eerste bescheiden wissel die er getrokken wordt op ons groot, theoretisch crediet van geestkracht en flinkheid, dein zen we terug, ons op de lippen bütend met slecht verholen tranen. „Neen, dit niet, dit is te zwaar. Dit kunnen wü niet kunnen volbrengen." En waarom niet? Wü veronderstellen immers nog oneindig veel meer te kunnen, dan wat nu van ons gevraagd wordt! Omdat die practijk zoo bitter tegenvalt. Omdat de werkelijkheid zoo v cl anders nog is dau wut wjj ons er van nadden voorgesteld. Omdat wjj onze kracht in een richting waarvan wij nog geen ervaring hebben, meestal overschat ten. Omdat, als wü ons liefste verlangen ver- wazenüjkt zien, en op het oogenblik zelf geen wolkje onzen horizon verduistert, wü te goeder trouw denken dat de ergste on weersbui ons niets maken kan, maar zoo- dra wü, doorweekt van den regen, elk oogenblik bü een nieuwen donderslag in- penkromeen, dan valt het niet mee. Daar om, vertrouwt niet zoo rotsvast pp eigen kracht. Werkt er liever aan, om Uw uit houdingsvermogen aan te kweeken. Be- pint liever, met U te oefenen in het zonder-morren-aanvaarden van de kleine, gewone moeilykheden van het dagelük- sche leven. Ontwykt die niet, maar draagt ze met een vroolyk gezicht. Dat kan U helpen, practisch helpen. Want als U een zwaren bergtocht moet maken, dan is een dagelüksche klimpartij over heuvels toch al eenige oefening, die U van meer nut zal zün dan dat U zich Uzelf in gedachten voorstelt, onvermoeid en met taaie vol harding een steile berg beklimmend. Want daar heeft U ten slotte niets aan, wanneer U, zoodra het op de practyk aankomt, na een half uur ademloos en uitgeput moet uitrusten. Mijmert daarom niet over Uw kracht, maar kweekt haar aan. Dan zal er een oogenblik komen, waarop U naar waar heid zult kunnen zeggen: „Nu kome wat wil. Het deert mij niet. Ik ben tot alles bereid en tot alles in staat!" Want het liefste beeld, dat een mensch diep in het hart bewaart, is alles waard! Dr. JOS. DE CQCK. (Nadruk vertraden). Voor de lezers van dit blad geeft onze Psychologische medewerker Dr, Jos. de Oook, van Merlenstraat 120, Den Haag, gratis zielkundige adviezen o.m. over de wijze waarop zij hun geest kunnen ver- frisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterkea De vragen zullen tn dit blad geregeld worden behandeld. Mochten de beantwoor dingen te uitvoerig worden, dan diraoi schriftelijk aan da aanvragers. „Zeg, laat mün arm los, Georgel Moeder zou je kunnen zien!" Aussie, Sydney. De kleine zakenman. Hij had geduldig een paar uren lang zitten visschen, zonder dat er ook maar een had willen büten, toen er een kleine jongen op hem toe kwam. „Lukt het nog al baas", riep Inj. „Hoepel op jong", antwoordde de hen gelaar. „Wordt u maar niet kwaad, mühheer", zei de jongen weer teruggaande, „ik wou u alleen maar zeggen, dat mün vader de beste vischwinkel heeft, en vlakbü, rechts op den hoek van de Hoogstraat". ergens naar verlangen!" was zün' ent woord. „Maar jü zegt, dat ik met jouw toe stemming nooit zal gaan." „Hoe kan ik nu toestemmen in iets dat mfj dood-ongelukkig zou maken. Ik zou sitervien als jü nnj verliet." „Nu liefste, droog je tranen, bewaar die liever voor later. Ik heb mijn oude instru menten lief en schep er behagen in ze nu en dan eens in handten te nemen, maar ik zal ze voor goed opbergen en er niet meer aan denken, als het je zooveel verdriet ver oorzaakt" Maar niettegenstaande zün geruststel lende woorden overviel Lizzy een onbe- stemden angst als zü zag hoe rusiteloos en bezorgd hü werd'. lederen dag besteedde hü uren aan het inordie brengen van zijn huisje voor den winter, en 'hij zorgde voor brandstof ern levensmiddelen. Daarna sloot hü zich in zijn kamer op en schreef lange brieven in antwoord op anderen, welke hü ontvangen 'had' en nog dagelijks ontving en wier inhoud Lizzy niet bü machte was te weten te komen. somberen Novembermorgen ZU f® oogen en zag zü de sneeuw in groote vlokken tegen de ruiten vliegen en Jack reeds op en geheel gekleed om uit te gaan. „Wat scheelt er aan?" vroeg zü angstig, dadelük klaar wakker. „Waar pa je heen?" „Ik moet voor vandaag voor zaken er gens zijn en hoopte weg te sluipen zonder je te wekken, maar nujn vrouwtje heeft sc-herne ooren", antwoordde, hü, haar na derend om afscheid te nemen. Lizzy sloeg de armen om zün hals en trok zijn hoofd naast haar op het kussen. „Wat zün dat voor zaken, Jack, en waar ga je naar toe?" „Naar Binholme", gaf hü losweg ten antwoord, die naastbij gelegen stad tien mylen verwüderd noemende". „Maar waarom neem je dan je reistasch mee, denk je een nacht weg te blüven?" „Het is mogely'k, dat ik er blijven moet, maar houd! moed', kind. Geloof mü, ik zal zoo spoedig mogelük ik kan terugkomen. Dag lieveling", fluisterde hij en maakte zich uit de armen los en boog zich over het kind. „Jack, Jack, je schreit", riep Lizzy en sprong uit het bed, en riep hem na, terwül !!<v,JnaaM Si d®ur JtfWng; maar de wind doofde haar stem en er bleef haar niets over dan hem door het venster na te staren totdat de dlchtervallende sneeuw hem aan naar oog onttrok. De korte Novemberdag duurde haar ianjg, zü speelde met de kinderen en 't Juttertje Noodzakelijk kwaad. Waarom zien w' in onze dagen Zooveel korte pruiken dragen? Korte pruiken is nog mode, Zwarte, blonde, bruine, roode, Fluks de haren afgesneden- Braai doen alle vrouwen mede. Daar de mode geldt als mooi, Off'ren met een zucht haar tooi Met pleizier haar dunne voetjes Leelijke en lieve snoetjes. Jonge, oude, dikke, slanke, Indisch bruine, Hollandsch blanke, Werpw. w< j chignoa vlecht; Ieders haar is heden echt. D' een doet 't, daar zoovelen 't dragen, D' ander, cm Haar man t: plagen; Deze hoopt: „het maakt me knapper", Die ziet graag haar knappen kapper, Gene vindt 't eenvoudig dol, Zulk een korten kruliebol. Suze denikt aan „La Gorgonne", Lies zucht: „Wuchselkopf, q Wonnel" Kitty lacht: „liet staat mij smart", Bakvisch Nonny haat haar „staart", Tony knipt heur haren kort: ,,'t Is gemakk'lijk bij de sport", Jo en Addy zeggen beiden, Dat ze zoo aan hoofdpijn lijden. Tante dweept met hygiëne, Korte haren, bloote beenen, Zus achten vlechten onaesthetisch En de nieuwe dracht poëtisch, Ma doet mee, omdat ze dan 't Haar gemakkelijk vérven kan. Daarom zien we thans bij hoo pen. Ragebollen loopen; Maar ik zie in zoete droomen Alweer and re tijden komen. 't Duurt misschien nog 'n paar jaar, En de mode is weer.lang baar. Haargroeimiddelfabrikanten Zoeken thans wanhopig klanten. Heeren weest niet zoo zwartgailia Want de vrouw is wisselvallig; Straks zien we weer alle dagen Niets dan lange hare dragen! H. Bi. Koeleosmid. „Nou, kun je dan niet zeggen, dat !k je broer ben?" Begeef a nooit verder tn zee dan tot uw middel, opdat gi] niet uw eigen leven en dat van anderen ln gevaar brengt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 7