NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS,
TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
KANNEW ASSER
IS ALTIJD GOED1COOPER
SAM EN ZIJN SCHAT
Nederlandsche Middenstandsbatik
Buitenlandsch overzicht.
OOK VOOR DAMES-CONFECTIE
No. 6866 EERSTE BLAD.
DONDERDAG 2 OCTOBER 1830
Een overzicht in mineur. - Duitschland zit met zijn
financiën aan den grond en wringt zich in alle boch
ten. - 13e stad Hagen heeft al een noodkreet geslaakt.
In Hamburg staken de kellners. - Nieuwe koers in
de Oostenrijks'che politiek. - Generaal Feng capitu-
teert. - De toestand in Spanje. - Het ontwapenings
debat te Geneve.
FEUILLETON
KONINGSTRAAT 108a
Spaarbank Bewaarkluis
WEST-INDIc
Salon Manshanden,
Ondulation Indéfrlsable
Ondulation Maroel
Stakman Bossestraat 50. Telefoon 614
Het a een) wonderlijk iets en phüoaofen
HEL.DERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbetaling: Heldersche Courant
f I.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand en Wieringen f 1.65;
binnenland f 2.Ned. O. en W. Indië p. zeepost f 2.10, ld. p. mail en
overige landen f3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, fo.70, f 0.70, f 1.—
Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.33. Losse nos. 4 ct.; fr p p 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER' JR.
Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: SO en 412
Poat-Glrorekenlner No. 16066.
ADVERTENTIE N:
20 ct. p. regel (galjard). Inga®, meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advert. (gevraagd, te koop, te huur) v. 11lm 3
rogels 40 ct., elke regel meer 10 et. bij vooruitbetaling (adres: Bureau
v d. blad en met br. onder no. 10 et. p. adv, extra). Bewijsno. 4 ct.
I
Het Dultsche regeertngsprogramma tot
saneering van de financiën is thans
verschenen. Een vergaande vereenvoudi
ging, in hoofdzaak van het belasting
wezen (geen verhooging evenwel) is de
grondslag van die voorstellen. Voor 1930
moet met een tekort van 750 tot 900 mil-
lioen mark worden gerekend, waarvan
800 millioen opgeëisaht wordt voor de
werkeioosheidszorg. De dekking zal dioor
een bizonder fonds geschieden, door alle
(maatregelen tezamen zullen de uitgaven
in 1931 een milliard lager zijn dan in
1930. Deze maatregelen zijn salarisver
laging boven de 1500 mark, hetgeen na
berekening 120 (milioen zal opleveren.
Daarnaast besnoeiing van de uitgaven,
die daarvoor nog in aanmerking komen
(100 millioen). Bij de werkeloo-sheidsverze-
kering zal het evenwicht tusschen inkom
sten en uitgaven voortaan buiten die rijks-
begrooting om bereikt moeten worden,
verder besnoeiing van afzonderlijke be
groetingen. De vrijgezellenbelasting moet
gehandhaafd blijven, ook de bijslag van
5 pot. op de inlkoixistenJbellasting, uit de
verhoogde tabaksbelasting zal 167 mil
lioen gehaald worden. Voor het overige
wordt belastinigveihooging vermeden.
Hoofdstuk II voorziet overeenkomstige
loonsverlagingen als bij het rijk voor lan
den, gemeenten en publiekrechtelijke
lichamen, hoofdstuk III gaat over vereen
voudiging van het belastingsysteem. De
administratie der rijksfinanciën kost meer
dan- 500 millioen mark, de onkositencoëffi-
cient bedraagt meer dan 4H pet. Getracht
moet worden deze onkosten te verlagen, j
De rijlksvermogensbelasting zal voortaafi
voor vermogens beneden 20.000 mark ver
vallen. Verschillende vereenvoudigingen j
en uniformeeringen zullen verder den on-
kostencoëfflcienfl moeten drukken. In
hoofdstuk IV worden maatregelen tot
nieuwe regeling van den woningbouw
voorzien. In het belastingjaar 1931 zullen
215.000 woningen gebouwd worden, waar
van 165.000 ldeiine woningen uit de op
brengst van de woninghuurbelasting en
60.000 met nieuw kapitaal. Buitendien
wordt 40 ^millioen voorzien door den bouw
van nederzettingen. Voor de financiering
van dit program zijn 400 milioen mark
geraamd uit de woninghuurbeiasting en
400 millioen uit hypotheek of leening. Om
de huren dragelijk te maken, zullen subsi-
diën uit de woninghuurbelasting verstrekt
worden. Deze laatste moeten worden ver
kregen door vereenvoudiging van het wo-
ningbouwbedrrf (dit wordt in hoofdstuk
V geregeld)). De zakelijke belastingen zijn
van 600 millioen voor den oorlog tot 2200
millioen in 1930 gestegen. Dit bedrag kan
eerst worden verlaagd ais de uniformee-
ring van het belastingstelsel (hoofdstuk
III) is afgedaan, maar zoölang kan niet
worden gewacht. In het bizonder is de ver
laging van de landbouwbelasting noodig
wegen® het voortdurende dalen op de we
reldmarkt. De bedrijfsbelasting zal met
20 pet. (200 millioen), de grondbelasting
met 10 pet. (120 millioen) verlaagd worden.
Tegenover deze 320 millioen staan de 400
millioen van de woiniinghuurbelasting; uit
de overblijvende 80 miilioeni zal een spe
ciaal fonds gevormd worden om ini de eer
ste plaats de gemeenten te hulp te komen,
die in bizonderen nood verkeeren.
(Was dat niet iets voor de Nederlandsche
belastingregeling, zoo'n potje? Dan hadden
wij misschien kans ook nog wat te krijgen.
Of is Den Helder geen noodlijdende ge
meente meer?
Verder zijn er wetten in voorbereiding
om den afzet van Duitsche landbouwpro
ducten in versterkte mate te verzekeren,
hoofdstuk VII houdt zich bezig met de
regeling van de financieele betrekkingen
landen en gemeenten), hoofdstuk VIII be-
(verdeeling van uitgaven tusschen rijk,
paalt de hoogste grens^voor de openbare
uitgaven. Door een bizonder© wet zal ge
zorgd worden, dat de uitgaven,, die zooveel
mogelijk verlaagd zijn, gedurende drie
jaren in het rijk» de landen en gemeenten
niet verhoogd mogen worden en dat hoo-
gere inkomsten voor belastingverlaging
gebruikt zullen worden.
Dit zijn de voornaamste bepalingen uit
de nieuwe regeling. Als Amerika nu te
vens zoo vriendelijk i%maar een dikke
streep door de oorlogsschuMen te halen,
schieten we een eind in de richting. Want
de welvaart van Dudtsohland is toch ook
voor een 'belancrrijfc deel die van Europa.
Maar daar heeft Broeder Jonathan niet
mee te maken.
Intusachen teekent zich de precaire toe
stand in het Duitsche rijk al hier en daar
demonstratief af. De stad Hagen heeft al
een noodkreet geslaakt en om rijkshulp
verzocht (een voorschot van 2lA millioen),
daar zij geen kans ziet het tekort van 3.8
millioen voor 1930 te dekken. En in Ham
burg is een groote protestbetooging ge-
houdlen door het koffiehuispersoneei tegen
de door den senaat (den Hamburgsohen
senaat wel te verstaan) overwogen invoe
ring der bier- en drankbelastlng. Alle
café's, restaurants, etc. waren des mid
dags te twee uur gesloten, de niet gesloten
inrichtingen werden bestormd en de gas
ten verjaagd. Bittere tijdlen
kende ministers. De verkiezingen zullen
9 November plaats hebben. Intusschen is
het wel van belang te vermelden, dat deze
nieuwe ministerscrisis, die thans geëin
digd is, in beteekenis de grenzen van een
gewone ministerieel© crisis overschrijdt
doordat zij de tegenstelling tusschen anti-
marxisme en marxisme scherp naar voren
brengt. Zij lijkt dan ook meer op een poli
tieke crisis. Oostenrijk zoekt weer aan
sluiting bij Duitschland, waarmee het voor
den oorlog nauw verbonden was. Briand
heeft in Genève gesproken over de een
heid van Europa, en ine zoover zou een
dergelijke politiek daar dus op aansturen.
Maa'- het is de vraag of Briand een derge
lijke eenheid bedoeld heeft. Beschouwin
gen omtrent het nieuwe Oostenrijksche
kabinet vindt de lezer cp.een andere plaats
in dit blad.
In China schijnt generaal Feng Ju-stang
het verzet willen opgeven en het hoofd-
m et-de-schele-oogen in den schoot van
Tsjang-kai-sjek te willen neerleggen Hij
heeft een onderbevelhebber gestuurd om
over de voorwaarden voor capitulatie te
onderhandelen. Het is overigens nog vrij
wel een bende in China: communistische
rooverbenden hebben in den nacht van
Zondag op Maandag gr uwelijk huisgehou
den in de provincie Honan. Er wordt ge
sproken van 48 dorpen, die zouden zijn ge
plunderd, talrijke meisjes en vrouwen zijn
geroofd (niet beroofd, ofschoon ze dat mis
schien ook wei zijn) en er is op verschil
lende plaatsen een verschrikkelijk bloed
bad aangericht. In het 21ste regiment te
Foetsjou is muiterij1 uitgebroken, waarbij
de regimentscommandant en verscheidene
officieren zijn gedood; Vijftig muiters zijn
gefusilleerd.
m
In Spanje is de toestand gespannen; te
Santiago is de staat van beleg afgekon
digd'; uit Vigo wordt gameid, dat daar de
vakvereenigingen uit mpathie voor de
stakers te Lugo besloten hebben tot alge-
meene staking. Op .andere plaatsen is die
weer afgeloopen, maar het gist overal in
het land.
Tenslotte na al dit nieuws in mineur
ook eens een lied in majeur. De parti
culiere correspondent van de N. Rott.
Crt. schrijft uit Genève aan zijn blad om
trent het ontwapeningsdebat in de Vol-
kenbondsveraadering.
Wij, hebben Dinsdag voor het eerst in
de voltallige bijeenkomst van de Volken
bondsvergadering een ontwapeningsdebat
gehad, waarbij de sprekers inderdaad
eend'gszins in eikaars argumenten tradien
en niet langs elkaar spraken onder het
voorlezen van te voren zorgvuldig op
schrift gestelde redevoeringen. De vier
redenaars, die de gave bezitten om zonder
aanteekeningen te spreken en eikaars ar-
In Oostenrijk is een nieuw ministerie
gevormd. Wij zouden den lezer wel de na
men der verschillende heeren kunnen
voorleggen, maar vermoedelijk gaat het
hem net «lis ons en houdt hij meer van
suikerperen dan van namen van onbe
Uit het Engeteoh
door
P. G. WODEHOUSE.
68)
Willoughby Braddock voelde zich een
oogenblik uit het veld geslagen. Toen
vatte hij weer moed. Hij wist niet veel
van de plichten van een „hullepie"; maar
wat die ook mochten zijn, deze man over
dreef ze toch zeker.
„Nu, waarom brak hij dan den vloer
op?"
En Sam keek eens naar den grond, zag
waar zijp excentrieke bedienae mee bezig
was geweest; en hlij kreeg achterdocht.
„Wat beteekent dat?" vroeg hij1, Chimp
aanziende.
„Precies," zeide de heer Braddock.
„Wat beteekent dat?"
Chimp's zenuwen waren nu weer wat
gekalmeerd door hun houding. Zijn werk
zaam brein was alweer bezig.
„Je kunt niets doen," zeide hij; Ik ben
niet ingeslopen; Ik woon hier. Ik ken de
wet."
„Maak je daarover maar niet moe. Wat
voerdle je uit?"
„Ik zocht iets," zeide Chimp norsch.
„En het was er niet."
„Heb jij1 Finiglass giekend?" zeide Sam
snel.
Chimp lachte een kort, bitter lachje.
„Be dacht van wel Maar ik wist niet,
dat h!jj zoo dol op een grapje was."
,3radje," zeide Sam miet nadruk. „Een
boef Finglass woonde vroeger hier en hij
heeft hier ergens een hoop van rijn die
verijen gestopt,"
„Wel aillbmaohlesi Het is toch niet
waar!"
„Heeft die kerel iets onder den vlloer
vandaan gehaald?"
„Wedden van niet," zeide Chimp met
veel gevoel. .„Het was er eenvoudig niet.
U schijnt er alles van te weten, dus ik wil
u dan wel zeggen, dat Vinkie mij; schreef,
dat de rolmmel onder die derde plank van
het raam af lag| in deze kamer. Of hjj
aan het malen was of mij een strop wou
bezorgen, weet ik niet. Maar ik weet wel,
dat het er niet is. En nu ga ik maar,"
„Wis en waarachtig niet!" zeide 'de
beer Braddock.
„Och laat hem maar gaan," zeide Satm
moe. „Wat geeft het oim hem neg vast te
houden?" Hiji keerde zich naar Chimp.
Zijn eigen teleurstelling was zoo groot,
dat hij. bijna met hem sympathiseerde.
„Dus je denkt, dat Finglas er per slot
nog met den buit van door Is gegaan?"
„Het ziet er wel naar uit"
„Maar waarom ter wereld heeft hij je
dan geschreven?"
Chimp haade zijn schouders op.
„Stapelgek, denk ik. Hij: was altijd een
beetje zonderling, als hij niet aan het
werk was."
„Zou die andiere kerel den romimel niet
gevonden heibben, Sam?" veronderstelde
de heer Braddock.
Sam. schudde zijn hoofd.
„D&ar twijfel ik aan. Heti is waarschijn
lijk hier nooit geweest. Vanavond was een
vriendje van je hier," aeide hij tegen
gumenten Op staanden voet te beantwoor
den zijn Briand, Appionyi, Ourtius en
Oecai.
Zij' heibben ons dit zeldzame ontwape-
ninigsdlelbat gegeven en al werden van
alle zijden natuurlijk nog dezelfde be
kende en uiteenloopend© gezichtspunten
verdedigd, toch was in de redevoeringen
van alle vier een begin van goed begrip
van eikaars standpunt te bespeuren, dat
de eerste voorwaarde is om nader tot
elkaar te konten. Daar bovendien de
heale discussie gevoerd werd op mati
gen toon met het klaarblojfceijk verlangen
om den tegenstander niet te kwetsen, kon
men zich er over verheugen, dat na het
onbeteekenend ontwapeningsdebat in de
derdie commissie der volkenbondsverga
dering, Dinsdag de verschillende ziens
wijzen nog eens in het helderste licht rijn
gesteld.
DE PLANNEN TOT BESTRIJDING
DER WERKLOOSHEID IN ENGELAND
De commisie tot goedkeuring van de
plannén tot bestrijding der werkloosheid
heeft eenige plannen van wegen en haven-
aanleg goedgekeurd ,die 337.000 pond zul
len kosten en 880 man 2 jaar aan werk zul
len helpen.
't Is een bitter beetje op een aantal
werkeloozen van eenige millioenenl
DE ONRUST IN BRITSCH-INDIE.
Een toespraak van Lord Irwin.
Te Simla heeft Lord Irwin, de Onder
koning, bet woord gevoerd aan een ban
ket dat te zijner eere door de regeering
van Punjab aangericht was.
Hij gewaagde in het bijzonder van de
ongehoorzaamheidsbeweging en zeide dat
deze beweging de oplossing door minne
lijk overleg van het Indische vraagstuk
ontzaglijk veel moeilijker maakte. Irwin
sprak van den „somberen oogst" welke
diegenen zouden binnenhalen, die de leus
„burgerlijke ongehoorzaamheid zonder
geweld" verspreiden. De leiders van de
zen veldocht houden openbare betoogln-
gen ter eere van imannen die van moord
beschuldigd rijn en kunnen zich niet
vrijpleiten, als sommige hunner partij
«enger,9 verder gaan op den weg van ge
weld dan zij. zeiven zouden wenschen.
KANTOOR DEN HELDER
Chimp. „Ten minste, ik denk, dat het een
vriendje was. Thomas G. Gunn noemde
hij zich."
„Ik weet, wie u bedoelt die stolmime
eend van een Glibber. Die heeft natuur
lijk niets gevonden. Ais het hier niet is,
dan is het nergens. En nou ga ik maar."
De heer Braddock keek hem wat ver
drietig na, toen hij de deur uitschoof. Het
was bitter oim den eenigen inbreker, dien
hij ooit gevangen had; de deur uit te zien
wandelen, alsof hlij een beleefdheidsbe
zoek had, gebracht; Maar er was niets aan
te doen. Sam was naar het raam gegaan
en1 leunde er uit, in de duisternis Btarend
„Ik moet naar Kay," zeide hlij eindelijk
en keerde zich om.'
„En ik moet naar de stad," zeide de
heer Braddock. „Allemachtig, Ik zal beest
achtig laat zijn, als ik me niet haast. Ik
eet bij tante Julia."
„Dat is een ellendige tijding voor haar."
„O weineen, zie zal het leuk vinden. Zc
iis een sportieve, oude dame."
„Over wie heb je het toch?"
„Over mijn tante Julia."
„O, nu bonjour!"
Sam verlet het vertrek en Willoughby
Braddock volgde hem op korten afstand
want zijn oude vriend scheen niet geneigd
tot een praatje. Hij: hoorde de voordeur
toeslaan en begon zijn schoenen aan t(
trekken, die hij' onder aan de trap had
laten staan. Terwijl hij hiermede bezig
was, werd er aan de voordeur gebeld. Hl
ging opendoen en zag op de trap eei
ouden hoer met een witten baard staan
„Ie mijnheer Shotter hier?" vroeg de
oude heer.
„Net hiernaast gegaan. U is zeker mijn
KAPITEIN BORREN VOOR DEN
KRIJGSRAAD.
Naspel van den overval op
Cura^ao.
Heden staat de kapitein der infanterie
Alexis Frederik Borren, oud 43 jaren, ge
wezen oommandant der troepen op Cura-
<jao, thans dienende bij. het 14de regiment
infanterie, in garnizoen te Middelburg, als
beklaagde terecht voor het Hoog Militair
Gerechtshof. Dit brengt weder m herinne
ring het gebeurde op Curagao in den
avond van 8 Juni 1929 en den daaropvol-
genden nacht Tegen kwart over negen
suisden drie groote „trucks" het Water
fort, waarvan de hoofdpoort gemoedelijk
openstond, binnen. Tachtig met karabijn
en kapmessen gewapende Venezolanen
stortten zich als een lawine over het fort
Eén groep overviel de hoofdwacht, waar
zich op dat oogenblik slechts drie politie-
militairen bevonden. Na moedigen tegen
stand werd sergeant-majoor Vaas neerge
sabeld, twee andere manschappen stortten
door sabelhouwen aan het hoofd getroffen,
kort er op neer. Een andere troep over
vallers verraste in de eetzaal eenige mili
tairen, die daar rustig zaten te eten. Hier
werden eveneens eenigen gewond, onder
wie de sergeant-majoor Marcusse, wiens
schedel gekloofd werd, ernstig; hij over
leed eenige dagen later. De rest der Vene
zolanen vloog de slaapzaal in, waar eeni
ge manschappen zich reeds ter ruste had
den begeven. Op het lawaai stoven allen
overeind om te zamen met eenige andere
militairen, die zich achter de cantine had
den teruggetrokken, voet voor voet het
terrein te verdedigen. Het gevecht was
hevig, doch kort, aangezien onze mannen
ieder slechts over vijf scherpe patronen
beschikte. Toen aldus weerstand niet meer
mogelijk was, wisten de meesten zich in
veiligheid te brengen op het plein van de
gevangenis of door zich van den fortmuur
in zee te laten zakken, vanwaar zij langs
het strand ontkwamen.
Kapitein Dorren verliet cinfl Januari
het eiland en werd per half Februari inge
deeld bij het 14de reg. infanterie te Mid
delburg. De hem beteekende dagvaarding
berust op art 95 van het Wetboek van
Militair Strafrecht dat bepaalt, dat de mi
litair, aan wiens schuld het te wijten is,
dat eenige versterkte of bezette plaats of
post, of wel de vloot of het leger of eenig
deel daarvan, door den vijand wordt over
vallen, gestraft wordt met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren.
Indien dit misdrijf gepleegd wordt door
een bevelvoerend militair, dan wordt, vol
gens het tweede lid van genoemd artikel,
het maximum verhoogd tot vijf jaren.
Als burgerlijk ambtenaar kan gouver
neur Fruytier niet worden vervolgd, om
dat het gewone wetboek van strafrecht
niet in dit geval voorziet. Hij kon alleen
administratief worden berêcht.
Coiffeur de Dames.
heer Oornelius. U bent mij zeker ver
geten Willoughby Braddock. Ik heb u
eens ontmoet, toen ik bij mijnheer Wrenn
logeerde."
„O juist. En hoe lacht de wereld u toe,
mijnheer Braddock."
Willoughby was (maar al te Mij om hem
alles te vertellen; Hij had nu juist behoefte
aan een vertrouweling in rijn vreiugde-
stemimiing.
„Alles meer dan prachtig, dank u. Elke
paar minuten verschijnen er een paar in
brekers en Lord Tilbury's broek werd af
gestroopt Leuk! En mijn huishoudster
gaat weg."
„Dat spijt mij voor u."
„Hoeft niet. Dat beteeikent, dat ik nu
eindelijk eens wart aan mijn leven zal heb
ben. Allerlei avonturen, ziet u. Ik ben dol
op avonturen."
„U moest maar in Valley-Flekte komen
wonen, mijnheer Braddock. Er is hier al
tijd wat te doen. Nu, ik moet weer verder,
nijnheer Braddock. Ik heb beloofd om
ïittreksels udlt de historie van ValToy
Fields aan den heer Shotter voor te lezen.
Misschien stelt u er ook belang iu."
„Ik ben er dol op,, maar ik moet rennen
naar het diner van tante Julia,"
„Een anderen keer misschien."
„Absoluut."
HOOFDSTUK XXIX.
De heer Cornelius leest rijn geschied
kundige studie voor.
L
hebben het meermallen ongemerkt, dat
Iedere vrouw in de wereld diep in haar
hart het onwrikbaar geloof bergt, dat de
man, wien zijl toebehoort persoonlijk aan
sprakelijk 'te voor alle onaangename ge
beurtenissen in haar leven. Oppervlak
kige en luchthartige menschen noemen
dit. ongelukjes, maar rij; wnet het wel
beter. Als ze vijf imiinuten ov.r negen aan
het station komt, om den trein te pakken,
die om vijf minuten voor negen weggaat!
dan weet ze, dat haar Henry daarvoor
verantwoordelijk is, net zooals den vorigen
dag door zijn toedoen een regenbul op
haar nieuwen hoed neerdaalde.
Maar Kay w s werkelijk iemand van de
bovenste pllank. Ofschoon ze diep in haar
hart overtuigd was, dat die nalatigheid van
nu wijlen den heer Edward Finglass om
do ;k wladjik-verknegen goeder-en onder den
vloer van die lovenslaapkarner te verber-
gen, zou hebben kunnen worden verme
den, als Sam wat ondernemender was ge
weest en wat mieer gezond' verstand had
getoond, toch uiltte ze geen woord van
verwijt. De wij'ze, waarop ze het slechte
nieuws ontving,, toen hij haar dadelijk
nadat hij buiten: kwam; op het grasveld
van San Rafel zag slaan en hiji de heg
overkloim om het haar onverwijld mede
te deelen, was zoodanig, dat hot eens en
voor altijd zijn geestdriftig© waiaidleering
over haar goede eigenschappen bevestig
de. Waar anderen gemokt zouden hebben,
toonde zij slechte deelneming. En daar
mede was ze nog niet tevreden, maar ze
redeneerde de ramp eenvoudig weg.
„Wat doet het er toe?" zeide ze. „We
hebben elkaar toch."
(Wordt vervolgd)