HET LUCHTSCHIP R 101
IN FRANKRIJK VERONGELUKT.
GEMENGD NIEUWS
Zaterdagavond uit Engeland vertrokken. - Achtenvijftig
personen aan boord. - Hiervan vijftig omgekomen.
Hot bestuurbare Enigelsohe luchtschip
R 101 is Zaterdag om 19 uur 36 van het
vliegveld te Carddrugto» opgestegen1 voor
den tocht naar Karatsji, Het commando
wordt gevoerd door luitenant Irwin en het
luchtschip telt een bemanning van .42
koppen, o.w. vijf officieren. Elf hooge
autoriteiten zijn eveneens aan boord, o. w.
Lord Thomson, minister van Luchtvaart
en Briaiidber, directeur van die afdeeling
civiele luchtvaart. Het luchtschip bevat
voor vier dagen voedsel.
Lord Thomson kwam even na 6 uur op
Cardington aan en verklaarde: „Wij ver
dokken met het grootste vertrouwen en
hopen Karatsji in 4 5 dagen te bereiken
en Simla een dlag Later. Wij blijven twee
dagen te Simla. Ik hefb den eersten minis
ter beloofd, dat wü Maandag 20 October
weer terug zullen zijn".
Toen het luchtschip van den landings-
mast werd' losgemaakt, zweefde het weg
met alle lichten aan. Het was een prachtig
gezicht, toen het zich in Zuidoostelijke
richting naar Londen bewoog.
Het eerste doel van de R 101 ia Isinailia
in Egypte, dat via Frankrijk en die Middei-
landische Zee bereikt zal worden.
De R 101 werd dloor vijf motoren, elk
van 585 RJL, gedreven, met behulp waar
van men een snelheid' van 120 K.M. per
uur hoopt te kunnen bereiken. Als brand
stof werd zware olie gebruikt, welks ont-
brandingspunt aanzienlijk hooger ligt dan
dat van olie.
De tocht der R 101 ia de eerste lucht-
sehiptodht naar Egypte en Britsch-lndië.
Men heeft hierbij met een proefvlucht te
doen, waarbij zal worden nagegaan, hoe
iiet gevaarte zich op tochten over lange
afstanden en speciaal in de tropen houdt.
Het was het grootste luchtschip ter wereld.
In den nacht verongelukt
Om 2 uur 30 in den nacht van Zaterdag
op Zondag is het luchtschip door den over
macht igen storm tegen een hoogen heuvel
bij AJonne, een dorpje op 6 K.M. afstand
van Beauvaia (dep. Oise), Frankrijk, ge
botst en in brand gevlogen.
Van de 58 personen, die zich aan boord
bevonden, zijn er slechte acht gered. Deze
acht zijn allen leden van de bemanning,
daar de passagiers zich in hun kooien be
vonden en zonder uitzondering omgeko
men zijn.
Tot de slachtoffers behooren:
Lord Thomson, minister van Luchtvaart
Sir Sefton Brancker, vice-luchtmaar-
schalk en directeur van de civiele lucht
vaart;
Irwin, de commandant van het lucht
schip;
Eskaderleider Palstra van de Konink
lijke Australische luchtmacht;
Eskaderleider W. H. L. O'Neill, die zich
als vertegenwoordiger van den minister
van Indië naar Karatsji wilde begeven;
Vleugelcommandant R. A. B. Colmore;
derdirecteur voor den luchtdiensit en ont-
Luitenant-kolonel V. O. Richmond, on-
werper van de R 101;
Majoor G. H. Soott, onder-directeur van
den luchtsohepenbouw en commandant
van de R 100;
Eskaderleider S. M. Rope, majoor P
Bishop en verder tal van officieren en in
genieurs.
Overlevenden ever de botsing.
Een der overlevenden, de chef-mecani
cien Leach, geeft die volgende beschrij ving
van de ramp:
Er waren twaalf menechen uitgezet voor
de avondwacht", zeide hij, „en ik.zelf be
vond mi] in de stuurkamer. De tocht lever
de geenerlei moeilijkheden op, totdat wij
even vóór Beauvaia werden verrast door
een plotselingen hevigen storm met gewel
dige regenvlagen. .Niettemin zette het
luchtschip, in welks hechten bouw ik het
volste vertrouwen stelde, zijn tocht voort
en ik had geen reden, mij ongerust te ma
ken. Toen wij om 1 uur 40 boven Beauvais
kwamen, scheen het, alsof het achterschip
sterk heen en weer zwaaide.
Onze snelheid was nog slechts zeer ge
ring, doch nietttemin konden wij tegen de
hevige windvlagen In toch voorwaarts
komen.
Om 1.48 gaf het draadloos station van
Le Bourget oo, dat wij ona op 2 K.M. van
Beauvaia bevonden. Ik wist toen niet, op
welke hoogte wij ons bevonden en ik zocht
naar een opening in de wolken om aan den
storm te ontsnappen. Ik bleef uit alle
macht te pen den wind! vechten, doch er
viel een hevige regen en het luchtschip
werd zeer zwaar en dus moeilijk te bestu
ren. Het gehoorzaamde slecht aan de mo
toren, die ik op volle kracht liet draaien
ten einde hooger te komen.
Plotseling kwam het voorste gedeelte
van het schip, dat reeds tweemaal naar vo
ren was gezonken, in hevige botsing met
den grond. Onmiddellijk volgde een gewel
dige ontploffing. Ik werd tegen een balk
geworpen. Ik slaagde er in een opening
in het omhulsel te maken, waardoor ik
naar buiten kon kruipen, wel vol brand
wonden, doch in veiligheeids".
Wat de marconist vertelt
Direct na de catnstropho hebben de
plaatselijke, autoriteiten de regeerdhg te
Parijs gewaarschuwd, en reeds vroeg ln
den morgen vertrokken de Fransche mi
nister voor Luchtvaart Laurent Eynac en
de Engelsche militaire attaché te Parijs
per auto naar Beauvais. De autoriteiten
namen inmidldeliijk de noodige maatrege
len om zoo mogelijk nog opvarenden te
redden. Zooals reeds geseind werd, konden
acht personen levend uit het luchtschip
komen. De overige 46 personen, die zich
aan boord bevonden, zijn omgekomen. Zij
zijn allen tengevolge van het in brand vlie
gen van het luchtschip overleden. De
meeste lijken waren onherkenbaar ver
minkt. Niet minder dan 25 slachtoffers
werden in de groote cabine van de R 101
gevonden. Alle vijf officieren, onder wie
de commandant, luitenant Irwin, behooren
tot de slachtoffers.
Tegen 12 uur Zondagmiddag waren 42
lijken geborgen.
In de omgeving van de plaats, waar het
wrak van de R 101 op Frankrjjk's bodem
is neergekomen, liggen tallooze voorwer
pen, van het luchtschip afkomstig, ver
spreid. Toiletartikelen, schoenen en andere
eigendommen vani die opvarenden worden
overal teruggevonden.
Een verklaring van Minister
Eynac.
De Fransche 'minister van Luchtvaart,
Laurent Eynac, verklaarde, na aankomst
te Beauvais, zeer getroffen te zijn door de
vreeselijike ramp, die de Engelsche lucht
vaart heeft getroffen. De Britsche Lucht
vaartminister, Lord Thomson, en de direc
teur van den Enigelschen civielen Lucht
vaartdienst, Sir Sefton Brancker, waren
zijn. persoonlijke vrienden, en minister
Eynac vond het vreeselijk, dat zij beiden
bij een vliegramp om het leven moesten
komen.
Betuigingen van deelneming.
De President der Fransche Republiek,
Doumergue, heeft den Koning van Enge
land zijn deelneming betuigd met de cata-
.itrophe van de R 101.
De Fransche minister-president Tardieu
heeft den Britschen premier Ramsay Mac
Donald namens de Fransche regeering een
telegram van deelneming gezonden.
In den loop van den Zondagochtend
hebben Tardieu en zijn collega van Bui-
tenlandsche Zaken, Briand, zich naar den
Britschen ambassadeur begeven om per
soonlijk hun deelneming met de ramp te
betuigen.
De everleveadea.
Volgens de overlevenden was op het
oogeniblik van de ramp iedereen te ruste
gegaan, behalve twaalf leden van de be
manning, die op hun post waren voor de
besturing van het luchtschip. Van deze
twaalf man zijn er 8 in leven gebleven.
Daar Beauvais een rustig landstadje is,
waren er te 2 u. des nachts, toen het lucht
schip daar gezien werd, slieohts weinig
mensehen op straat. Enkele inwoners za
gen, hoe de massale romp van het lucht
schip zich afteekende tegen den nachte-
1 ijken hemel. Het schip kwam teen uit de
richting van Abbeville en voer in de rich
ting van Méru. Eenige personen, die het
luchtschip hebben gadegeslagen, verklaar
den, er zich over te hébben verwonderd,
dat het zoo laag vloog en zoo langzaam
voorwaarts kwam. Uit de mededeelingen
der overlevenden blijkt, dat de R 101, on
middellijk nadat zij Beauvais achter zich
had gelaten, op pl. m. 100 M. hoogte is
gaan vliecen, en dat de snelheid niet meer
dan 35 K.M. bedroeg.
Volgens de lezing van enkele inwoners
van het dorpje Alonne weid het luchtschip
ongeveer zes K.M. ten Zuiden van Beau
vais hevig door den tvi rid heen en weer ge
slingerd' en volgens een hunner leek het,
alsof het luchtschip het evenwicht geheel
verloren had. Na een paar pogingen om
zich weer te herstellen dook het omlaag,
totdat de neus tegen den grond botste aan
den rand van een bosoh, dat zich op een
heuvel bevindt en Bois-le-Sec wordt ge
noemd.
Omtrent hetgeen toen volgde loopen de
verklaringen uiteen, doch het schijnt, dat
de neus van het luchtschip den grond met
aanzienlijke kracht trof. Onmiddellijk
daarop volgde een ontzettende ontploffing,
die op haar beurt weer een groote reeks
kleinere explosies veroorzaakte, waarna
bijna oogenblikkelijk het geheele gevaarte
in vlammen stond.
Ook uit de beschrijving, die Disly, de
marconist, geeft, blijkt dat de ramp de be-
manning volkomen verrast heeft. „Van
mijn positie in het schip, boven den con
trole-gondel, kon ik", aldus Disly, „in elk
geval niet veel zien van wat er buiten ge-
I beurde. Ik sliep tot ongeveer even voor de
botsing. Het schip had te kampen met een
zwaien storm, doch al lag het met erg
rustig, de situatie was toen niet abnormaal
genoeg om mij te verontrusten. Ik werd
wakker door het slaan van de gond, waar
mee de order wordt gegeven om de moto
ren langzaam te laten gaan. Ik had het
toezicht op het schakelbérd, waarmee de
electrische stroom door 'het geheele schip
geregeld wordt, en daar de vermindering
van snelheid een verandering in stroom
verbruik beteekende, ging ik naar mJin
schakelbord'.
Wat er toen gebeurde weet ik eigenlijk
niet. Plotseling dook het schip snél naar
voren en raakte den grond. Ik hoorde een
geweldige botsing en een reeks ontplof
fingen. Overal om mij heen schoten ver
blindende vlammen op. Het vuur loeide
van den boeg tot aan den achtersteven.
Ik kan niet vertellen hoe de brand ont
stond, maar ik geloof, dat hij midscheeps
uitbrak en niet in den boeg. De vlammen
waren verschrikkelijk, onmogelijk te be
schrijven. Het was een massa vuur loeiend)
als een oven. Ik had maar één gedachte en
dat was: Uit het schip te komen. Ik
trachtte het omhulsel stuk te scheuren,
maar dat lukte niet. Toen ging ik zitten en
plotseling kwam ik tot de ontdekking, dat
ik op nat gras zat Het omhulsel bleek aan
de onderzijde reeds gescheurd te zijn en
ik kroop nu langzaam lang» die scheur
verder, tot ik mij buiten het brandende
schip bevond.
Ik liep toen nog langs het luchtschip om
te zien of ik iemand helpen kon, maar er
was niets meer vóór mij te doen. Alles was
in een minuut gebeurd."
Een Franschman vond Disly verdoofd
langs het schip loopen en nam hem mee
naar zijn woning. Disly weigerde naar een
ziekenhuis te gaan voordat hij naar het
Britsche ministerie van Luchtvaart had
getelefoneerd en alles had gedaan wat in
zijn vermogen was om hulp te roepen.
Op de plaat» van de ramp.
Beauvais, 5 Oct. De ramp van de
R 101 heeft in den vroegen Zondagochtend
duizenden uit de omgeving naar Beauvais
getrokken. Toen wij ter plaatse arriveer-
Deelneming uit België.
De Belgische regeering heeft den Belgi
schen ambassadeur te Londen opgedragen,
namens den Koning en de Regéering van
België de deelneming te beuigen met de
ramp van de R 101 aan de Britsche regee
ring en de families der slachtoffers.
Groote verslagenheid ln En-
land.
Zondagochtend vroeg werd in Londen
het bericht van de oatastrophe van het
luchtsohip R 101, dat Zaterdagavond voor
de eerste vlucht naar lndië vertrok, be
kend. De mare van de ramp verspreidde
zich snel door het geheele land. Het be
richt heeft in alle kringen groote versla
genheid en geweldige sensatie veroor
zaakt.
De deelneming met de familie der
slachtoffers is zeer groot.
Hoe de ramp geschiedde.
Beauvais, 5 October. (Vaz Dias).
Wij zjjn thans in staat, nadere bijzon
derheden te melden omtrent de wijze,
waarop het Engelsche luchtschip R 101 is
ten onder gegaan. Op de plaats van de
ramp ontmoetten wij. den- Engelschman
George Derling, die te Beauvaille woont.
Deze ooggetuige.
deelde ons hedenmorgen het volgende
mede: Het was mij bekend, dat de moge
lijkheid bestond, dat het Engelsche lucht
schip R 101 op zijn vlucht naar Britsch-
lndië over het gebied ten Noorden van
Parijs, komende van het Kanaal, zou vlie
gen. Aangezien het luchtschip gisteravond
zou vertrekken, was ik opgebleven in de
hoop, het luchtsohip te zien. Ongeveer te
kwart voor twee vanmorgen zag ik het
luchtschip hi de richting van Beauvais
vliegen. Het luchtschip maakte echter
vreemde bewegingen: het ging op en neer
en ik veronderstelde, dat het in moeilijk
heden verkeerde. Ik ben met m'n auto het
luchtschip gevolgd. Plotseling zag ik de
R 101 den grond raken. Een geweldige
slag volgde en op hetzelfde oogenblik sloe
gen de vlammen uit het luchtschip. Ik
sprong uit mifn wagen en rende onmid
dellijk naar de plaats waar het' gevaarte
was neergekomen. Daar vondi ik eenige
mecaniciens in half-verdoofden toestand,
die het luchtsohip waren ontsnapt.
De eerste overlevende.
den, bleek ons, dat de ramp had plaats die ik sprak, was de mecanicien Leach.
gehad op ongeveer 5 mijl afstand van het Deze vertelde mij., dat niemand aan boord
stadje. Het luchtsohip is op een zeer afge- van het luchtschip had geweten, dat de
legen plaats neergekomen, zoodat het R ïoi in moeilijkheden verkeerde, tot en-
moeilijk was, de plaats van de ramp te be
reiken.
Toen wij bij het door militairen afgezette
kele oogenblikken voor de ramp. De opva
renden wisten alleen, dat de commandant,
luitenant Irwin, trachtte een commando
terrein arriveerden, boden de overbUjfse- naar de machinekamer door te geven om
len, van het luchtgevaarte een treurigen de motoren te doen stoppen. Toen stortte
aanbiin. De ruïne smeulde nog en het red- het gevaarte plotseling naar omlaag en
dingswerk was buitengewoon moeilijk. sloeg tegen de helling van een heuvel. Or>
Voor zoover wij bij onze aankomst kon- middellijk daarop volgde een ontploffing,
den vernemen, heeft dé ramp plaatsgehad waardoor het luchtsohip in brand vloog,
toen de meeste opvarenden in hnn kooien Darling vertelde ons verder, dat hij aan
lagen. Voor de navigatie en de bediening de zijde, het verst van die vlammen verwij
der motoren deden op dat oogenblik twaalf derd, in het luchtschip klom, door een ruit
leden van de bemanning dienst. Plotseling ervan stuk te slaan. Hij kwam in een der
vas het luchtgevaarte tengevolge van den maohineruimites. Hij liep door, maar werd
storm niét meer te houden, en het sloeg door de vlammen teruggedreven,
tegeni den grond. De gevolgen waren ont- Het was hopeloos, te trachten iets te
zettend, daar het luchtschip onmiddellijk doen; het eenige was zoo spoedig moge-
in brand vloog. lijk hulp halen.
Een rookentle puinhoop.
Van andere personen, die kort na de
ramp ter plaatse waren, vernamen wij, dat
het luchtsohip, itoen het was neergestort,
een brandende massa Vormde. Thans is
het een nlog narookende gloeiende ijzer
massa van ongeveer 15 meter hoogte.
Do overlevenden.
Acht opvarenden van het luchtechip zijn
aan den dood ontsnapt. Het zijn voor zoo
ver valt na te gaan allleni leden van de be
manning, die op het oogeniblik van die
ramp dienst deden. De namen zijn: Coofc,
Disley, Radeliff, Savory, Leach, Benks,
Bell en Ohuroh.
De onherkenbaar verminkte slachtoffers
werden voorloopig neergelegd onder een
dek van dicht struikgewas. ZiJ bieden een
vreeselijken aanblik. De identificatie is
bijna niet mogelijk en men moet afgaan
op voorwerpen, die op de lijken gevonden
worden.
Politie en gendarmes hebben het gebied
in de omgeving van de plaats van de ramp
afgezet en hebben maatregelen genomen
om, het verkeer te regelen). Duizenden
trachten bij; de overblijfselen'van heit'
luchtschip te komien.
De lijken der slachtoffers zijn later op
den dag gekist.
De vlag van het luchtschip, die aan
den achtersteven had gewapperd en) niet
verbrand teruggevonden is, werd aan den
Britschen inilitaineni attaché uit Parijs
overhandigd^
Een telegram van Koning George.
Koning George heeft het volgende tele
gram aan den Eersten Minister MacDonald
gezonden: „Ik ben diep ontsteld bij het
vernemen van deze nationale ramp en het
vreeselijk verlies aan mensohenlevens, als
gevolg daarvan, waaronder dat van Lord
Thomson, mijn Minister voor de Lucht
vaart. De Koningin en ik betreuren diep
hen, die zijn omgekomen in den dienst
van hun land en met de gewonde over
levenden".
De vermoedelijke oorzaak.
Een redacteur van het Persbureau Vaz
Dias heeft Zondagmiddag den heer G.
Spit, chef van den technischen dienst der
K.L.M. op Schiphol, gevraagd wat naar
ramp, welke het Engelsche luchtschip R
zjjn meening de oorzaak kan zijn van de
101 heeft getroffen.
„U weet", zeide de heer Spit, „dat de
R 101 is uitgerust met vijf moteren, waar
voor als brandstof zware olie gebruikt
wordt. Toen het luchtschip geheel gecon
strueerd was, bleek, dat, in geval van het
maken van een lange vlucht, het gewicht
der mee te niemen olie het schip zoo zwaar
belasten zou, dat er aan gewone lading
vrijwel niets kon worden meegenomen.
Om aan dit groote bezwaar tegemoet te
komen, is het luchtschip toen doorgezaagd,
waarna het verlengd werd. Dé reeks
nieuwe gascellen, welke zoodoende aan de
oorspronkelijke werden toegevoegd, ver
meerderden het gasvolume en daarmede
dus ook het draagvermogen van het schip.
U begrijpt echter, dat voor de lange vluchit
naar Karaohi het maximum aan ruwe olie
is meegenomen, zoodat het vermoeden
zeker gewettigd is, dat de R 101 door dit
groote gewicht aan brandstof in de eerste
uren op geringe hoogte heeft moeten vlie
gen. Toen het schip dus, zooals uit de
telegrammen blijkt, met zwaar weer, in
casu een hevigen storm, te kampen kreeg,
is de besturing van het gevaarte op gerin
ge hoogte veel moeilijker geweest dan het
geval geweest zou zjjn wanneer bet zich in
hoogere luchtlagen had kunnen voortbe
wegen."
„Was in dit verband een vlucht met de
R 100, waarvan die motoren voor benzine
verbruik zijn ingericht, ndet te verkiezen
geweest?"
„In geen geval," antwoordde de heer
Spit Aheen reeds niet vanwege het feit,
dat de R 100 niet binnien de keerkringen
mag komen, omdat bjj warme weersge
steldheid het gevaar voor het in brand ge
raken van de benzine allerminst denkbeel
dig is. Zoo bestond er voor de vlucht van
de R 100 naar Canada niet het minste be
zwaar, omdat het luchtschip gedurende de
geheele reis binnen het gebied bleef van
het Noordelijk halfrond, waar geen gevaar
lijke temperatnursstiiging kon optreden.
Zooals u weet, is die R 100 later gebouwd
dan de R 101. De ervaring, opgedaan bij
het verbruik van ruwe olie, heeft er toe
geleid om de R 100, in tegenstelling met
het thans vergane luchtschip, met benzine
motoren uit te rusten. Het draagvermogen
werd hierdoor aanzienlijk vergroot, waar
tegenover echter het nadeel staat, dat ik
u reeds heb uiteengezet"
Hoe de marconist gered werd.
In den loop van den Zondag werd het
te Beauvais steeds drukker. Duizenden
zijn per auto uit Parijs en van elders ge
komen om de overblijfselen van de R 101
te zien. De politiemacht is versterkt om
de ruïne van het luchtschip te bewaken.
De overlevenden zijn nog te zeer ont
daan om een geregeld verslag van de ramp
te kunnen gewen. Twee van hen verklaar
den, dat zij hun leven te danken hebben
aan liet feit dat een watertank sprong en
zij door het water werden overstroomd.
De marconist, Disley, verklaarde, dat hij
sliep toen de ramp plaats greep. Toen hij
ontwaakte, lag hij in het veld met ver
brande handen.
Zondagmiddag waren drie lijken nog
niet gevonden.
De Prins van Wales ter plaatse.
De Prins van Wales is te 10 uur 40
Zondagochtend per vliegtuig te Beauvais
aangekomen.
Het bergen der slachtoffers.
Direct bij het aanbreken van den dag
is aangevangen met het bergen van de
slachtoffers.
Aan het reddingswerk namen de brand
weer, gendarmes en vrijwilligers deel. Zij
drongen voor zoover mogelilk ln het lucht
schip. Te kwart voor acht Zondagochtend
waren vier 1 ijken geborgen. Te half negen
waren reeds 20 lijken te voorschijn ge
bracht. Met den meesten ijver werd het
reddingswerk voortgezet, doch' te redden
viel er slechts weinig.
Nadat de lijken gekist waren, zijn
voorloopig naar bet Gemeentehui» Tan
ALLonne overgebracht.
Vele sLachtoffere moeten iiitgeaaftgd
wordlen.
De geredden bevonden zich in de ay.
cabines van het luchtechip.
De overblijfselen van het luchtschip zpp.
len blijven liggen totdat deskundigen ui*
Engeland zijn aangekomen om een onder
zoek in te stellen.
Groote ontroering ln Duitsch-
landl
Ook ln Duftsche luchtvaartkringen heb
ben de berichten groote ontroering gewekt
Men beschouwt het lot van de R 101 niet
slechts als een nationale Engelsche ramp
maar als een zwanen slag voor die geheele
luchtvaart, waarin Duitsohland immer»
een niet gering aandeel heeft. Anderzijd»
wondt er echter op gewezen, dat de ramp
van de „Titaniic" de wereld er niet vaa
heeft weerhouden Stoomschepen te b%eil
bouwen.
Dr. Eckener heeft en een perevertegen,
woordiger op gewezen, dat zi. heliumga»
had moeten zijn gebruikt, in plaat» van
het brandbare waterstofgas.
De Duitsche rijkskanselier dr. Brtlning
heeft in een telegram aan MacDonald zijn
diepgevoeld leedwezen over de ramp. van
de R 101 te kenmen gegeven. Ook mlni»-
ter Curtius zond een telegram van rouw
beklag aan zijn Britschen collega Hender-
son.
Binnenhuid.
ZEDENMISDRI ïF.
En pornografie.
Wy lezen in Het Volk:
Ongeveer een week geleden heeft de
centrale recherche een huiszoeking ver
richt in een boekhandeltje aan den N.Z.
Voorburgwal en in een perceel in dé
Spuistraat nabij de Rosemarijnsteeg te
Amsterdam, waar de winkelier zijn wo
ning heeft, zulks in verband met een uit-
gebreiden handel in pornografische lec
tuur, wedke de recherche op het spoor
was gekomen. Deze handelaar werd nt
de huiszoeking, die een groote hoeveel
heid pornografie voor den dag bracht, in
hechtenis genomen en kort daarna, in
afwachting van de justitieels vervolging,
op vrije voeten gesteld,
Wy vernemen nu echter, dat deze zaak
geleid, heeft tot de ontdekking van een
zedendelict van zoo ernstige» aard, al»
de recherche in jaren niet in behande
ling heeft gehad. Deze zedenimisdrijvea
werden, naar gebleken is, reed» sedert
een aantal maanden gepleegd door een
Duatsah echtpaar, wonende te Halfweg,
waarvan de man tevens leverancier va»
van een deel van den pornografischsfl
rommel, meerendeels door hem zelf
vervaardigde foto's. Deze zjjn bij den
boekhandelaar in beslag genomen.
De centrale recherche hoeft zich, n«
deze ontdekking dadelijk met die politie
te Haarlem in verbinding gesteld en in
samenwerking imet haar het onderzoek
voortgezet. Dit heeft dezer dagen gieleld
tot de arrestatie van het Duitsche echt
paar, waarvan de man omstreeks 39
jaar oud is. Beiden zyn na hun aanhou
ding naar Haarlem overgebracht, vaar
de justitie hun opsluiting in het hal*
van bewaring heeft gelast Het ia ge
bleken, dat dit Duitsche echtpaar zeden
delicten van hoogst ernstigen aard heelt
gepleegd, waarbij hiet jaleen 'een 9-
jarig dochtertje van het echtpaar zeil
betrokken werd, maar tevens een' aan
tal jongere kinderen, zoowel jongen» sl9
meisjes, uit hun omgeving, die zij in de
woning lokten.
Het Ingrijpen van de politie heeft te
Halfweg, vooral toen dit tweetal gevan-
keiyk werd weggevoerd en de gepleegde
feiten min of meer bekend werden, groote
opschudding verwekt.
Nu juist een maand geleden heeft
politie van het bureau Singel in samen
werking met de zedenpolitie een inval
gedaan in het boekwinkeltje van dien
32-jarigon[ H. E., gevestigd in perceel
Singel 443 by den Heiligenweg, vaar
toen een groote voorraad pornografi
sche boeken en platen in beslag i» 8e"
nomen.
Het was der politie toen bekend g®"
worden, dat op een bepaalden dag een
zending uit België kon worden verwaon»
en1 dadelijk na de aankomst van dien rom
mel greep de politie in.
Behalve de boekhandelaar E. wera
toen nog twee personen in verband in
deze zaak aangehouden. Allen werden n*
een dag in arrest te hebben doorgebrao
na de voltooiing van de voor de .i1Il9t'
bestemde processen-verbaal, op V''M_
voeten gesteld, in afwachting van do
handeling van de zaak voor de reentnan^-
Naar wy vernemen, is de politie
derdag echter andermaal tot de arrc
tie van E. overigegaan. De politie was
de overtuiging gekomen, dat deze ni
den handel in pornografische ecnriW Tn
op groote- schaal bleef voortzetten,
verband hiermee deed de zfMienp_
Donderdagmiddag, in tegenwoordig
van commissaris Harrebomee, opn
een Inval in het obscure boekenwinK
Geconstateerd werd toen niet alleen,