HET LUCHTSCHIP R 101 IN FRANKRIJK VERONGELUKT. GEMENGD NIEUWS Zaterdagavond uit Engeland vertrokken. - Achtenvijftig personen aan boord. - Hiervan vijftig omgekomen. Hot bestuurbare Enigelsohe luchtschip R 101 is Zaterdag om 19 uur 36 van het vliegveld te Carddrugto» opgestegen1 voor den tocht naar Karatsji, Het commando wordt gevoerd door luitenant Irwin en het luchtschip telt een bemanning van .42 koppen, o.w. vijf officieren. Elf hooge autoriteiten zijn eveneens aan boord, o. w. Lord Thomson, minister van Luchtvaart en Briaiidber, directeur van die afdeeling civiele luchtvaart. Het luchtschip bevat voor vier dagen voedsel. Lord Thomson kwam even na 6 uur op Cardington aan en verklaarde: „Wij ver dokken met het grootste vertrouwen en hopen Karatsji in 4 5 dagen te bereiken en Simla een dlag Later. Wij blijven twee dagen te Simla. Ik hefb den eersten minis ter beloofd, dat wü Maandag 20 October weer terug zullen zijn". Toen het luchtschip van den landings- mast werd' losgemaakt, zweefde het weg met alle lichten aan. Het was een prachtig gezicht, toen het zich in Zuidoostelijke richting naar Londen bewoog. Het eerste doel van de R 101 ia Isinailia in Egypte, dat via Frankrijk en die Middei- landische Zee bereikt zal worden. De R 101 werd dloor vijf motoren, elk van 585 RJL, gedreven, met behulp waar van men een snelheid' van 120 K.M. per uur hoopt te kunnen bereiken. Als brand stof werd zware olie gebruikt, welks ont- brandingspunt aanzienlijk hooger ligt dan dat van olie. De tocht der R 101 ia de eerste lucht- sehiptodht naar Egypte en Britsch-lndië. Men heeft hierbij met een proefvlucht te doen, waarbij zal worden nagegaan, hoe iiet gevaarte zich op tochten over lange afstanden en speciaal in de tropen houdt. Het was het grootste luchtschip ter wereld. In den nacht verongelukt Om 2 uur 30 in den nacht van Zaterdag op Zondag is het luchtschip door den over macht igen storm tegen een hoogen heuvel bij AJonne, een dorpje op 6 K.M. afstand van Beauvaia (dep. Oise), Frankrijk, ge botst en in brand gevlogen. Van de 58 personen, die zich aan boord bevonden, zijn er slechte acht gered. Deze acht zijn allen leden van de bemanning, daar de passagiers zich in hun kooien be vonden en zonder uitzondering omgeko men zijn. Tot de slachtoffers behooren: Lord Thomson, minister van Luchtvaart Sir Sefton Brancker, vice-luchtmaar- schalk en directeur van de civiele lucht vaart; Irwin, de commandant van het lucht schip; Eskaderleider Palstra van de Konink lijke Australische luchtmacht; Eskaderleider W. H. L. O'Neill, die zich als vertegenwoordiger van den minister van Indië naar Karatsji wilde begeven; Vleugelcommandant R. A. B. Colmore; derdirecteur voor den luchtdiensit en ont- Luitenant-kolonel V. O. Richmond, on- werper van de R 101; Majoor G. H. Soott, onder-directeur van den luchtsohepenbouw en commandant van de R 100; Eskaderleider S. M. Rope, majoor P Bishop en verder tal van officieren en in genieurs. Overlevenden ever de botsing. Een der overlevenden, de chef-mecani cien Leach, geeft die volgende beschrij ving van de ramp: Er waren twaalf menechen uitgezet voor de avondwacht", zeide hij, „en ik.zelf be vond mi] in de stuurkamer. De tocht lever de geenerlei moeilijkheden op, totdat wij even vóór Beauvaia werden verrast door een plotselingen hevigen storm met gewel dige regenvlagen. .Niettemin zette het luchtschip, in welks hechten bouw ik het volste vertrouwen stelde, zijn tocht voort en ik had geen reden, mij ongerust te ma ken. Toen wij om 1 uur 40 boven Beauvais kwamen, scheen het, alsof het achterschip sterk heen en weer zwaaide. Onze snelheid was nog slechts zeer ge ring, doch nietttemin konden wij tegen de hevige windvlagen In toch voorwaarts komen. Om 1.48 gaf het draadloos station van Le Bourget oo, dat wij ona op 2 K.M. van Beauvaia bevonden. Ik wist toen niet, op welke hoogte wij ons bevonden en ik zocht naar een opening in de wolken om aan den storm te ontsnappen. Ik bleef uit alle macht te pen den wind! vechten, doch er viel een hevige regen en het luchtschip werd zeer zwaar en dus moeilijk te bestu ren. Het gehoorzaamde slecht aan de mo toren, die ik op volle kracht liet draaien ten einde hooger te komen. Plotseling kwam het voorste gedeelte van het schip, dat reeds tweemaal naar vo ren was gezonken, in hevige botsing met den grond. Onmiddellijk volgde een gewel dige ontploffing. Ik werd tegen een balk geworpen. Ik slaagde er in een opening in het omhulsel te maken, waardoor ik naar buiten kon kruipen, wel vol brand wonden, doch in veiligheeids". Wat de marconist vertelt Direct na de catnstropho hebben de plaatselijke, autoriteiten de regeerdhg te Parijs gewaarschuwd, en reeds vroeg ln den morgen vertrokken de Fransche mi nister voor Luchtvaart Laurent Eynac en de Engelsche militaire attaché te Parijs per auto naar Beauvais. De autoriteiten namen inmidldeliijk de noodige maatrege len om zoo mogelijk nog opvarenden te redden. Zooals reeds geseind werd, konden acht personen levend uit het luchtschip komen. De overige 46 personen, die zich aan boord bevonden, zijn omgekomen. Zij zijn allen tengevolge van het in brand vlie gen van het luchtschip overleden. De meeste lijken waren onherkenbaar ver minkt. Niet minder dan 25 slachtoffers werden in de groote cabine van de R 101 gevonden. Alle vijf officieren, onder wie de commandant, luitenant Irwin, behooren tot de slachtoffers. Tegen 12 uur Zondagmiddag waren 42 lijken geborgen. In de omgeving van de plaats, waar het wrak van de R 101 op Frankrjjk's bodem is neergekomen, liggen tallooze voorwer pen, van het luchtschip afkomstig, ver spreid. Toiletartikelen, schoenen en andere eigendommen vani die opvarenden worden overal teruggevonden. Een verklaring van Minister Eynac. De Fransche 'minister van Luchtvaart, Laurent Eynac, verklaarde, na aankomst te Beauvais, zeer getroffen te zijn door de vreeselijike ramp, die de Engelsche lucht vaart heeft getroffen. De Britsche Lucht vaartminister, Lord Thomson, en de direc teur van den Enigelschen civielen Lucht vaartdienst, Sir Sefton Brancker, waren zijn. persoonlijke vrienden, en minister Eynac vond het vreeselijk, dat zij beiden bij een vliegramp om het leven moesten komen. Betuigingen van deelneming. De President der Fransche Republiek, Doumergue, heeft den Koning van Enge land zijn deelneming betuigd met de cata- .itrophe van de R 101. De Fransche minister-president Tardieu heeft den Britschen premier Ramsay Mac Donald namens de Fransche regeering een telegram van deelneming gezonden. In den loop van den Zondagochtend hebben Tardieu en zijn collega van Bui- tenlandsche Zaken, Briand, zich naar den Britschen ambassadeur begeven om per soonlijk hun deelneming met de ramp te betuigen. De everleveadea. Volgens de overlevenden was op het oogeniblik van de ramp iedereen te ruste gegaan, behalve twaalf leden van de be manning, die op hun post waren voor de besturing van het luchtschip. Van deze twaalf man zijn er 8 in leven gebleven. Daar Beauvais een rustig landstadje is, waren er te 2 u. des nachts, toen het lucht schip daar gezien werd, slieohts weinig mensehen op straat. Enkele inwoners za gen, hoe de massale romp van het lucht schip zich afteekende tegen den nachte- 1 ijken hemel. Het schip kwam teen uit de richting van Abbeville en voer in de rich ting van Méru. Eenige personen, die het luchtschip hebben gadegeslagen, verklaar den, er zich over te hébben verwonderd, dat het zoo laag vloog en zoo langzaam voorwaarts kwam. Uit de mededeelingen der overlevenden blijkt, dat de R 101, on middellijk nadat zij Beauvais achter zich had gelaten, op pl. m. 100 M. hoogte is gaan vliecen, en dat de snelheid niet meer dan 35 K.M. bedroeg. Volgens de lezing van enkele inwoners van het dorpje Alonne weid het luchtschip ongeveer zes K.M. ten Zuiden van Beau vais hevig door den tvi rid heen en weer ge slingerd' en volgens een hunner leek het, alsof het luchtschip het evenwicht geheel verloren had. Na een paar pogingen om zich weer te herstellen dook het omlaag, totdat de neus tegen den grond botste aan den rand van een bosoh, dat zich op een heuvel bevindt en Bois-le-Sec wordt ge noemd. Omtrent hetgeen toen volgde loopen de verklaringen uiteen, doch het schijnt, dat de neus van het luchtschip den grond met aanzienlijke kracht trof. Onmiddellijk daarop volgde een ontzettende ontploffing, die op haar beurt weer een groote reeks kleinere explosies veroorzaakte, waarna bijna oogenblikkelijk het geheele gevaarte in vlammen stond. Ook uit de beschrijving, die Disly, de marconist, geeft, blijkt dat de ramp de be- manning volkomen verrast heeft. „Van mijn positie in het schip, boven den con trole-gondel, kon ik", aldus Disly, „in elk geval niet veel zien van wat er buiten ge- I beurde. Ik sliep tot ongeveer even voor de botsing. Het schip had te kampen met een zwaien storm, doch al lag het met erg rustig, de situatie was toen niet abnormaal genoeg om mij te verontrusten. Ik werd wakker door het slaan van de gond, waar mee de order wordt gegeven om de moto ren langzaam te laten gaan. Ik had het toezicht op het schakelbérd, waarmee de electrische stroom door 'het geheele schip geregeld wordt, en daar de vermindering van snelheid een verandering in stroom verbruik beteekende, ging ik naar mJin schakelbord'. Wat er toen gebeurde weet ik eigenlijk niet. Plotseling dook het schip snél naar voren en raakte den grond. Ik hoorde een geweldige botsing en een reeks ontplof fingen. Overal om mij heen schoten ver blindende vlammen op. Het vuur loeide van den boeg tot aan den achtersteven. Ik kan niet vertellen hoe de brand ont stond, maar ik geloof, dat hij midscheeps uitbrak en niet in den boeg. De vlammen waren verschrikkelijk, onmogelijk te be schrijven. Het was een massa vuur loeiend) als een oven. Ik had maar één gedachte en dat was: Uit het schip te komen. Ik trachtte het omhulsel stuk te scheuren, maar dat lukte niet. Toen ging ik zitten en plotseling kwam ik tot de ontdekking, dat ik op nat gras zat Het omhulsel bleek aan de onderzijde reeds gescheurd te zijn en ik kroop nu langzaam lang» die scheur verder, tot ik mij buiten het brandende schip bevond. Ik liep toen nog langs het luchtschip om te zien of ik iemand helpen kon, maar er was niets meer vóór mij te doen. Alles was in een minuut gebeurd." Een Franschman vond Disly verdoofd langs het schip loopen en nam hem mee naar zijn woning. Disly weigerde naar een ziekenhuis te gaan voordat hij naar het Britsche ministerie van Luchtvaart had getelefoneerd en alles had gedaan wat in zijn vermogen was om hulp te roepen. Op de plaat» van de ramp. Beauvais, 5 Oct. De ramp van de R 101 heeft in den vroegen Zondagochtend duizenden uit de omgeving naar Beauvais getrokken. Toen wij ter plaatse arriveer- Deelneming uit België. De Belgische regeering heeft den Belgi schen ambassadeur te Londen opgedragen, namens den Koning en de Regéering van België de deelneming te beuigen met de ramp van de R 101 aan de Britsche regee ring en de families der slachtoffers. Groote verslagenheid ln En- land. Zondagochtend vroeg werd in Londen het bericht van de oatastrophe van het luchtsohip R 101, dat Zaterdagavond voor de eerste vlucht naar lndië vertrok, be kend. De mare van de ramp verspreidde zich snel door het geheele land. Het be richt heeft in alle kringen groote versla genheid en geweldige sensatie veroor zaakt. De deelneming met de familie der slachtoffers is zeer groot. Hoe de ramp geschiedde. Beauvais, 5 October. (Vaz Dias). Wij zjjn thans in staat, nadere bijzon derheden te melden omtrent de wijze, waarop het Engelsche luchtschip R 101 is ten onder gegaan. Op de plaats van de ramp ontmoetten wij. den- Engelschman George Derling, die te Beauvaille woont. Deze ooggetuige. deelde ons hedenmorgen het volgende mede: Het was mij bekend, dat de moge lijkheid bestond, dat het Engelsche lucht schip R 101 op zijn vlucht naar Britsch- lndië over het gebied ten Noorden van Parijs, komende van het Kanaal, zou vlie gen. Aangezien het luchtschip gisteravond zou vertrekken, was ik opgebleven in de hoop, het luchtsohip te zien. Ongeveer te kwart voor twee vanmorgen zag ik het luchtschip hi de richting van Beauvais vliegen. Het luchtschip maakte echter vreemde bewegingen: het ging op en neer en ik veronderstelde, dat het in moeilijk heden verkeerde. Ik ben met m'n auto het luchtschip gevolgd. Plotseling zag ik de R 101 den grond raken. Een geweldige slag volgde en op hetzelfde oogenblik sloe gen de vlammen uit het luchtschip. Ik sprong uit mifn wagen en rende onmid dellijk naar de plaats waar het' gevaarte was neergekomen. Daar vondi ik eenige mecaniciens in half-verdoofden toestand, die het luchtsohip waren ontsnapt. De eerste overlevende. den, bleek ons, dat de ramp had plaats die ik sprak, was de mecanicien Leach. gehad op ongeveer 5 mijl afstand van het Deze vertelde mij., dat niemand aan boord stadje. Het luchtsohip is op een zeer afge- van het luchtschip had geweten, dat de legen plaats neergekomen, zoodat het R ïoi in moeilijkheden verkeerde, tot en- moeilijk was, de plaats van de ramp te be reiken. Toen wij bij het door militairen afgezette kele oogenblikken voor de ramp. De opva renden wisten alleen, dat de commandant, luitenant Irwin, trachtte een commando terrein arriveerden, boden de overbUjfse- naar de machinekamer door te geven om len, van het luchtgevaarte een treurigen de motoren te doen stoppen. Toen stortte aanbiin. De ruïne smeulde nog en het red- het gevaarte plotseling naar omlaag en dingswerk was buitengewoon moeilijk. sloeg tegen de helling van een heuvel. Or> Voor zoover wij bij onze aankomst kon- middellijk daarop volgde een ontploffing, den vernemen, heeft dé ramp plaatsgehad waardoor het luchtsohip in brand vloog, toen de meeste opvarenden in hnn kooien Darling vertelde ons verder, dat hij aan lagen. Voor de navigatie en de bediening de zijde, het verst van die vlammen verwij der motoren deden op dat oogenblik twaalf derd, in het luchtschip klom, door een ruit leden van de bemanning dienst. Plotseling ervan stuk te slaan. Hij kwam in een der vas het luchtgevaarte tengevolge van den maohineruimites. Hij liep door, maar werd storm niét meer te houden, en het sloeg door de vlammen teruggedreven, tegeni den grond. De gevolgen waren ont- Het was hopeloos, te trachten iets te zettend, daar het luchtschip onmiddellijk doen; het eenige was zoo spoedig moge- in brand vloog. lijk hulp halen. Een rookentle puinhoop. Van andere personen, die kort na de ramp ter plaatse waren, vernamen wij, dat het luchtsohip, itoen het was neergestort, een brandende massa Vormde. Thans is het een nlog narookende gloeiende ijzer massa van ongeveer 15 meter hoogte. Do overlevenden. Acht opvarenden van het luchtechip zijn aan den dood ontsnapt. Het zijn voor zoo ver valt na te gaan allleni leden van de be manning, die op het oogeniblik van die ramp dienst deden. De namen zijn: Coofc, Disley, Radeliff, Savory, Leach, Benks, Bell en Ohuroh. De onherkenbaar verminkte slachtoffers werden voorloopig neergelegd onder een dek van dicht struikgewas. ZiJ bieden een vreeselijken aanblik. De identificatie is bijna niet mogelijk en men moet afgaan op voorwerpen, die op de lijken gevonden worden. Politie en gendarmes hebben het gebied in de omgeving van de plaats van de ramp afgezet en hebben maatregelen genomen om, het verkeer te regelen). Duizenden trachten bij; de overblijfselen'van heit' luchtschip te komien. De lijken der slachtoffers zijn later op den dag gekist. De vlag van het luchtschip, die aan den achtersteven had gewapperd en) niet verbrand teruggevonden is, werd aan den Britschen inilitaineni attaché uit Parijs overhandigd^ Een telegram van Koning George. Koning George heeft het volgende tele gram aan den Eersten Minister MacDonald gezonden: „Ik ben diep ontsteld bij het vernemen van deze nationale ramp en het vreeselijk verlies aan mensohenlevens, als gevolg daarvan, waaronder dat van Lord Thomson, mijn Minister voor de Lucht vaart. De Koningin en ik betreuren diep hen, die zijn omgekomen in den dienst van hun land en met de gewonde over levenden". De vermoedelijke oorzaak. Een redacteur van het Persbureau Vaz Dias heeft Zondagmiddag den heer G. Spit, chef van den technischen dienst der K.L.M. op Schiphol, gevraagd wat naar ramp, welke het Engelsche luchtschip R zjjn meening de oorzaak kan zijn van de 101 heeft getroffen. „U weet", zeide de heer Spit, „dat de R 101 is uitgerust met vijf moteren, waar voor als brandstof zware olie gebruikt wordt. Toen het luchtschip geheel gecon strueerd was, bleek, dat, in geval van het maken van een lange vlucht, het gewicht der mee te niemen olie het schip zoo zwaar belasten zou, dat er aan gewone lading vrijwel niets kon worden meegenomen. Om aan dit groote bezwaar tegemoet te komen, is het luchtschip toen doorgezaagd, waarna het verlengd werd. Dé reeks nieuwe gascellen, welke zoodoende aan de oorspronkelijke werden toegevoegd, ver meerderden het gasvolume en daarmede dus ook het draagvermogen van het schip. U begrijpt echter, dat voor de lange vluchit naar Karaohi het maximum aan ruwe olie is meegenomen, zoodat het vermoeden zeker gewettigd is, dat de R 101 door dit groote gewicht aan brandstof in de eerste uren op geringe hoogte heeft moeten vlie gen. Toen het schip dus, zooals uit de telegrammen blijkt, met zwaar weer, in casu een hevigen storm, te kampen kreeg, is de besturing van het gevaarte op gerin ge hoogte veel moeilijker geweest dan het geval geweest zou zjjn wanneer bet zich in hoogere luchtlagen had kunnen voortbe wegen." „Was in dit verband een vlucht met de R 100, waarvan die motoren voor benzine verbruik zijn ingericht, ndet te verkiezen geweest?" „In geen geval," antwoordde de heer Spit Aheen reeds niet vanwege het feit, dat de R 100 niet binnien de keerkringen mag komen, omdat bjj warme weersge steldheid het gevaar voor het in brand ge raken van de benzine allerminst denkbeel dig is. Zoo bestond er voor de vlucht van de R 100 naar Canada niet het minste be zwaar, omdat het luchtschip gedurende de geheele reis binnen het gebied bleef van het Noordelijk halfrond, waar geen gevaar lijke temperatnursstiiging kon optreden. Zooals u weet, is die R 100 later gebouwd dan de R 101. De ervaring, opgedaan bij het verbruik van ruwe olie, heeft er toe geleid om de R 100, in tegenstelling met het thans vergane luchtschip, met benzine motoren uit te rusten. Het draagvermogen werd hierdoor aanzienlijk vergroot, waar tegenover echter het nadeel staat, dat ik u reeds heb uiteengezet" Hoe de marconist gered werd. In den loop van den Zondag werd het te Beauvais steeds drukker. Duizenden zijn per auto uit Parijs en van elders ge komen om de overblijfselen van de R 101 te zien. De politiemacht is versterkt om de ruïne van het luchtschip te bewaken. De overlevenden zijn nog te zeer ont daan om een geregeld verslag van de ramp te kunnen gewen. Twee van hen verklaar den, dat zij hun leven te danken hebben aan liet feit dat een watertank sprong en zij door het water werden overstroomd. De marconist, Disley, verklaarde, dat hij sliep toen de ramp plaats greep. Toen hij ontwaakte, lag hij in het veld met ver brande handen. Zondagmiddag waren drie lijken nog niet gevonden. De Prins van Wales ter plaatse. De Prins van Wales is te 10 uur 40 Zondagochtend per vliegtuig te Beauvais aangekomen. Het bergen der slachtoffers. Direct bij het aanbreken van den dag is aangevangen met het bergen van de slachtoffers. Aan het reddingswerk namen de brand weer, gendarmes en vrijwilligers deel. Zij drongen voor zoover mogelilk ln het lucht schip. Te kwart voor acht Zondagochtend waren vier 1 ijken geborgen. Te half negen waren reeds 20 lijken te voorschijn ge bracht. Met den meesten ijver werd het reddingswerk voortgezet, doch' te redden viel er slechts weinig. Nadat de lijken gekist waren, zijn voorloopig naar bet Gemeentehui» Tan ALLonne overgebracht. Vele sLachtoffere moeten iiitgeaaftgd wordlen. De geredden bevonden zich in de ay. cabines van het luchtechip. De overblijfselen van het luchtschip zpp. len blijven liggen totdat deskundigen ui* Engeland zijn aangekomen om een onder zoek in te stellen. Groote ontroering ln Duitsch- landl Ook ln Duftsche luchtvaartkringen heb ben de berichten groote ontroering gewekt Men beschouwt het lot van de R 101 niet slechts als een nationale Engelsche ramp maar als een zwanen slag voor die geheele luchtvaart, waarin Duitsohland immer» een niet gering aandeel heeft. Anderzijd» wondt er echter op gewezen, dat de ramp van de „Titaniic" de wereld er niet vaa heeft weerhouden Stoomschepen te b%eil bouwen. Dr. Eckener heeft en een perevertegen, woordiger op gewezen, dat zi. heliumga» had moeten zijn gebruikt, in plaat» van het brandbare waterstofgas. De Duitsche rijkskanselier dr. Brtlning heeft in een telegram aan MacDonald zijn diepgevoeld leedwezen over de ramp. van de R 101 te kenmen gegeven. Ook mlni»- ter Curtius zond een telegram van rouw beklag aan zijn Britschen collega Hender- son. Binnenhuid. ZEDENMISDRI ïF. En pornografie. Wy lezen in Het Volk: Ongeveer een week geleden heeft de centrale recherche een huiszoeking ver richt in een boekhandeltje aan den N.Z. Voorburgwal en in een perceel in dé Spuistraat nabij de Rosemarijnsteeg te Amsterdam, waar de winkelier zijn wo ning heeft, zulks in verband met een uit- gebreiden handel in pornografische lec tuur, wedke de recherche op het spoor was gekomen. Deze handelaar werd nt de huiszoeking, die een groote hoeveel heid pornografie voor den dag bracht, in hechtenis genomen en kort daarna, in afwachting van de justitieels vervolging, op vrije voeten gesteld, Wy vernemen nu echter, dat deze zaak geleid, heeft tot de ontdekking van een zedendelict van zoo ernstige» aard, al» de recherche in jaren niet in behande ling heeft gehad. Deze zedenimisdrijvea werden, naar gebleken is, reed» sedert een aantal maanden gepleegd door een Duatsah echtpaar, wonende te Halfweg, waarvan de man tevens leverancier va» van een deel van den pornografischsfl rommel, meerendeels door hem zelf vervaardigde foto's. Deze zjjn bij den boekhandelaar in beslag genomen. De centrale recherche hoeft zich, n« deze ontdekking dadelijk met die politie te Haarlem in verbinding gesteld en in samenwerking imet haar het onderzoek voortgezet. Dit heeft dezer dagen gieleld tot de arrestatie van het Duitsche echt paar, waarvan de man omstreeks 39 jaar oud is. Beiden zyn na hun aanhou ding naar Haarlem overgebracht, vaar de justitie hun opsluiting in het hal* van bewaring heeft gelast Het ia ge bleken, dat dit Duitsche echtpaar zeden delicten van hoogst ernstigen aard heelt gepleegd, waarbij hiet jaleen 'een 9- jarig dochtertje van het echtpaar zeil betrokken werd, maar tevens een' aan tal jongere kinderen, zoowel jongen» sl9 meisjes, uit hun omgeving, die zij in de woning lokten. Het Ingrijpen van de politie heeft te Halfweg, vooral toen dit tweetal gevan- keiyk werd weggevoerd en de gepleegde feiten min of meer bekend werden, groote opschudding verwekt. Nu juist een maand geleden heeft politie van het bureau Singel in samen werking met de zedenpolitie een inval gedaan in het boekwinkeltje van dien 32-jarigon[ H. E., gevestigd in perceel Singel 443 by den Heiligenweg, vaar toen een groote voorraad pornografi sche boeken en platen in beslag i» 8e" nomen. Het was der politie toen bekend g®" worden, dat op een bepaalden dag een zending uit België kon worden verwaon» en1 dadelijk na de aankomst van dien rom mel greep de politie in. Behalve de boekhandelaar E. wera toen nog twee personen in verband in deze zaak aangehouden. Allen werden n* een dag in arrest te hebben doorgebrao na de voltooiing van de voor de .i1Il9t' bestemde processen-verbaal, op V''M_ voeten gesteld, in afwachting van do handeling van de zaak voor de reentnan^- Naar wy vernemen, is de politie derdag echter andermaal tot de arrc tie van E. overigegaan. De politie was de overtuiging gekomen, dat deze ni den handel in pornografische ecnriW Tn op groote- schaal bleef voortzetten, verband hiermee deed de zfMienp_ Donderdagmiddag, in tegenwoordig van commissaris Harrebomee, opn een Inval in het obscure boekenwinK Geconstateerd werd toen niet alleen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 2