IJe/ikadsA fyiobtü (fè l(c&. HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE. Het te «prekBA. In het Boekdrokkembedrfcr hebben zleh in den laateten tijd 200 ernstige feiten voorgedaan, dat de Federatie der Druk kerspatroonsbonden bet moment gekomen acht, om het Nederlandsche publiek nader in te lichten. Het is voor de geheele maatschappij van belang, met aandacht kennis 'te nemen van de sterk ontbindende factoren, welke bezig zijn op dit oogenblik te vernietigen een stuk sociaal werk, hetwelk Jaren van opbouw heeft gevraagd. Het Nederlandsche publiek weet, dat de werknemers in het Boekdrukkersbe- drijf verkeeren in een gunstige positie. Zij verdienen een behoorlijk loon. Een handzetter ontvangt in klasse I 35.04 per week, de steeds grootore groep der machinezetters 89.36, courant-rotatie drukkers A. eveneens 89.36 per week. Doch niet alleen het loon is voor den typograaf gunstig. Zijn geheele positie wordt beschermd door een O.A.O. van 142 bladzijden groot. Nergens heeft b.v. een arbeider zoo'n goede rechtspositie als in de Typografie. De patroon is niet vrij om zijn werknemer te ontslaan, b.v. wegens onbekwaamheid, doch moet dit ontslag ter beoordeeling voorleggen aan de Rechtspraakoommissie. Die positie nu wordt thans door de werknemers zelf in de weegschaal gesteld. En als straks ook het publiek de gevol gen van een conflict in het boek- en oou- rantenbedrjjf gaat voelen, moet het weten, aan welke zijde voor het recht gestreden wordt. Daarom deze uiteenzetting. Zooals steeds, werden ook thans, tegen het afloopen der huidige Collec tieve Arbeidsovereenkomst, welke van 81 Maait 1928 tot 25 October 1930 geldig is en ongeveer 13.000 arbeiders omvat, de onderhandelingen over een nieuw contract geopend. Werkgevers en werk nemer» dienden hun wenschen in. Het standpunt der patroons. Wat is het standpunt der patroon» bij deze onderhandelingen geweest? Kort ge formuleerd dit: In dezen tijd van alge- meene malaise, ls verbetering der arbeids voorwaarden niet mogelijk. Ais wij ons thans wenden tot het Ne derlandsche publiek, behoeft dit stand punt eigenlijk geen verdediging. De meeste lezers van dit blad voelen zelf aan den lijve de gevolgen der achteruit gaande conjunctuur. Zij zullen van den drukker vragen, hoe hij tot de dwaas heid komt om in dezen tijd een loons- verhooging toe te staan. Voor het pu bliek behoeven wij eigenlijk ons stand punt niet te argumenteeren. Toch zouden wij U vriendelijk willen verzoeken eerst na te gaan, welke klem mende gronden wij tegenover, de werk nemers hebben aangevoerd. Gij zult het dan begrijpelijk vinden, dat de werk nemers niet langer met loonsverhooging kunnen wachten, geen dag en geen nacht. Gij zult nog meer verbaasd staan, als Ge verneemt, dat de patroonsdelegatie der Onderhandelingscommissie, om tot eiken prijs blijvende samenwerking mogelijk te maken, eigenlijk tegen haar eigen over tuiging in, een loonsverhooging van drie cents per uur heeft aangeboden en dat dit aanbod door de werknemer» eenvoudig ls Zeer onbill^k heef* men hel van pa troonszijde gevonden, da* de indexcijfers in de jaren omstreeks 1920, toen ze in de richting van loonsverhooging wezen, als argument van werknemersztjde werden gebruikt, terwijl ze thans, nu ze ten gun ste van den patroon uitvallen, van de an dere züde worden genegeerd. 2. De uitbreiding tan het on georganiseerd bedrUf. De verplichting der loonen en getals verhouding der OA..O. zijn belangrijk zwaarder dan de arbeidsvoorwaarden, welke de patroon op de vrije markt be hoeft toe to staan. Alleen reeds de z.g. „jongensexploi tatie" (d.i. een overmatig aantal jonge, goedkoop© krachten), die door de O.A.O. verboden is, geeft den ongeorganiseer den drukker een groot voordeel in loonsbesparing, al moet de kwaliteit van het werk er onder lijden. Daarbij komt, dat de O.A.O. niet enkel regelen geeft omtrent loonen en getals verhouding. Ze is 142 pagina's dik en ver zwaart op elke bladzijde de lasten van den patroon, niet het minst door den patroon het recht te ontzeggen, om zijn werknemer met een opzegtermijn van 14 dagen te ont slaan (rechtspositie van den werknemer). De treurige arbeidstoestanden, welke in het ongeorganiseerde bedrijf heerschen en welke herhaaldelijk, ook in de werk nemersbladen, met cijfers en voorbeelden worden gesignaleerd, vormen een directe, oneerlijke concurrentie voor den georga- niseerden patroon, die .deze weliswaar tracht goed te maken door levering van kwaliteitswerk en het geven van meer „service", maar die door de concurrentie der loonsvoorwaarden ernstig wordt be moeilijkt. 3. gemeen in het teeken van verweer tegen loonsverlaging. Zou men dan in de Typo grafie durven komen met een eisch tot loonsverhooging en de oogen sluiten voor wat in het laatste half jaar is geschied? Algemeen wordt de grootste beteeke- nis van de huidige crisis erkend. In jaren klonk de troonrede niet zoo som ber als in 1930. MacDonald, Snowden, maar ook Albarda (Paaschcongres), Van den Tempel (Tweede Kamer), vele arti kelen in „Het Volk", het Vloot-mani- fest, natuurlijk ook de% ambtelijke be richten (Centraal Bureau voor de Sta tistiek), alle wijzen op den ernst van de huidige malaise. Geen crisis ln het Drukkerij bedrijf? Hoe moet de georganiseerde drukker tegen zijn cliëntèle (de industrie) een loonsverhooging rechtvaardigen, als die industrie zelf in bitteren nood verkeert? Nu is de opmerking gemaakt, dat de crisis zich nog niet in het grafisch bedrijf doet voelen. Slechts ten deele is dit waar. Ook hier is de malaise begonnen en open baart zij zich o.m. in de verminderde op brengst der advertentiën. Maar inderdaad is die crisis bij ons nog niet volledig door gewerkt De ervaring heeft n.L geleerd, dat aanvankelijk de economische teruggang zich bij de drukkers niet zoo sterk doet gevoelen: de laatste stuiptrekking van veel achteruitgaande zaken is nog het maken van eenige reclame. Maar even zeer komt het herstel bij ons later: de onkosten (waaronder het drukwerk valt) moeten bij zich herstellende zaken zoo laag mogelijk worden gehouden. Met de werkloosheidscijfers van 19201925 hebben wij dan ook aangetoond, dat de algemeene crisis de voorbode is van de crisis in het grafisch bedrijf. Zou men dan na 16 jaren samenwerking niet even de ontwikkeling van de malaise Ondermijnende factoren In I af willen wachten, voor en aleer ingrijpen- het drukkers bedrijf. BiJ een serieus onderzoek naar den we stand in het bedrijf kan men niet blind zijn voor de ondermijnende krachten, die de welvaart van ons vak aantasten. Er is een toenemende concurrentie van het ongeorganiseerde bedrijf. Men weet, dat de prüsbescherming voor meer dan 70% der order» moest worden opgegeven. Men kan zich dan ook begrijpen, dat door al die factoren het peil der prijzen in de laatste jaren sterk is gedaald. De prijsdaling werd eveneens sterk bevorderd door de overmatige installa tie van nieuwe machines, meestal op af betaling. Het drukkersvak is immers uiterst gevoelig, het werkt niet voor de markt, maar moet wachten op bestellin gen. Vandaag is het druk. Tijdelijke drukte verleidt den patroon tot uitbrei ding van bet machinepark. Morgen is het weer stiL Doch de werkhonger is dan grooter, want de improductieve uren zijn des te nadeeliger, naar mate het vaste kapitaal, dat in de zaak zit (de machines) grooter is. Werkhonger brengt prijsbederf met al dé gevolgen van dien. Inplaats dat de mechanisatie het bedrijf dus heeft versterkt (stand punt werknemers) heeft het dit nog kwetsbaarder gemaakt, dan het reeds was. 4. Het landelijk karakter der C.A.O. geweigerd! Hieronder volgen enkele argumenten,1 Voorzoover ons bekend, 1» in geen van patroonszijde geuit: 1 C.A.O. het landelijk karakter zóó sterk, als in die van het Boekdrukkersbedrijf. de besluiten worden genomen? 6. Het aanbod der patroons- delegatie. Als men het bovenstaande rustig over weegt, moet het onredelijk geacht wor den, dat de werknemers juist nu, in deze tijden, naast vele andere zware eischen, komen met een eisch voor loonsverhoo ging van 5 cents per uur. Toen dan ook de Patroonsdelegatie der Onderhandelingsoommissie Dinsdagmid dag j.L met een aanbod kwam, waarbij aan de werknemers een geleidelijke loons verhooging van drie cents werd toegezegd (1 Januari a.s. 1 cent, 1 Januari 1932 1 cent en 1 Januari 1933 1 cent, de laatste cent niet voor klasse I), is ze ver, zeer ver gegaan. Ze was overtuigd, dat elke ver betering economisch onverdedigbaar was. Ze voelde, .dat het Algemeen Hoofdbe stuur der Federatie dit compromis niet gemakkelijk, misschien wel in het geheel niet zou accepteeren. Ze wist, dat er onder de patroons over het geheele land een storm van verontwaardiging zou opsteken over een zoo onzinnig vér gaand voorstel. Maar de Patroonsdelegatie deed het toch. Ze vertrouwde, dat de werknemers vertegenwoordigers dit compromis met beide handen zouden aanvaarden. Ze had dan het voornemen om met alle kracht het hoofd te bieden aan de moeilijkheden om in eigen gelederen dit vergelijk aange nomen te krijgen. Haar eigen overtuiging wijde de Pa troonsdelegatie opofferen. Alle moeilijk heden in eigen kring wilde ze aanvaarden. 7. Waarom deze hoogste prfjs? 1. De Indexcijfer» van kosten voor levensonderhoud. De eerste .vraag, die wij met de werk- j nemers hebben besproken, was: Zijn Uw arbeidsvoorwaarden in de laatste jaren i vooruit of achteruitgegaan? We hebben hier een onderscheid te maken tusschen het nominale loon (het aantal guldens loon) en het reëele loon (de waarde van het loon in verband met de kosten van het levensonderhoud). Wat de kosten van het levensonder houd betreft, hebben wij een objectieven maatstaf in de Haagsche en Amster- damsche indexcijfers, wier onpartijdig heid door niemand wordt betwist Wat zien wij nu: In 1920 bedroeg het loon handzetter Van de kleinste plaats, tot de grootste stad toe, tracht deze CA.O. alle drukke rijen in geheel Nederland te vereenigen. De verzoening van deze instelling: Stad en Platteland, is dan ook voortdurend het voorwerp van groote spanning. Die spanning is neergelegd in de klasse- indeeling van Artikel 15 der C.A.O. Ook bij de huidige indeeling is niettemin het platteland gaan afbrokkelen. Met cijfer3 is aangetoond, dat het aantal ongeor ganiseerde drukkerijen juist op het platteland het grootst is. Het onbegrijpelijke is nu, dat thans de werknemers kwamen met een voorstel, om het aantal klassen ln te krimpen, d.i. in Amsterdam 3 cents, in de plaatsen buiteta Amsterdam 5 cents loonsverhooging. Ge volg zou kunnen zijn, dat het platteland Hot standpunt der typografen. „Het Handelsblad" had een onderhoud met den Voorzitter van den Alg. Ned. Typografenbond, den heer F. van der Wal Het «telde hem allereerst de vraag: „Acht gij het uitbreken van een alge meene staking in het belang van het be drijf?" .,Neen, zeker niet in het belang van het bedrijf!" antwoordde de heer Van der Wal. „Juist dóórom", vervolgde hij, „hebben de arbeidersvertegenwoordigers al het mogelijke gedaan om met de werk gevers tot overeenstemming te komen. De eerate conferentie. „In tegenstelling met do gewoonte om bij dergelijke onderhandelingen het be staande, afioopende oontract; artikelsge- wijze aan herziening te onderwerpen, werd door de vertegenwoordigers der Pa troonsfederatie allereerst de loonquaestie in het geding gebracht. Zij kwamen op grond van de indexcijfers tot de conclusie dat de loonen konden worden verlaagd zonder dat, in feite, dit als loonsverlaging kon worden aangemerkt. Daartegenover stelden de arbeidersvertegenwoordigers het feit dat in 1923 het uurloon met tien cents was verlaagd, later nóg éénmaal met twee centen. Gezien den vrij gunsti- gen toestand in het drukkerijbedrijf meenden zij dat eenig herstel van dat uurloonverlies zeer goed mogelijk was. „Dientengevolge werd, vervolgde de ge- interviewde, onzerzijds gevraagd: een al gemeene loonsverhooging van drie cent per uur, plus vermindering van het aan tal loonklassen van zeven op zes. Daar door zou het uurloon in al die klassen, be halve in de eerste, (Amsterdam) nogmaals met twee cent stijgen, in totaal dus met vijf cent per uur. „Op Dinsdag 9 September, den tweeden dag van de eerste bijeenkomst, werd ten slotte door de werkgeversvertegenwoor digers die loonsv e r 1 a g i n g eerder ge rechtvaardigd achtten, pertinent ge- .vraagd, of wij bleven staan op loonsver hooging. Toen dit onzerzijds bevestigend werd beantwoord, achtten de afgevaardig den der patroons verder praten doelloos; de eerste conferentie ging daarop uiteen. „De daardoor ontstane toestand kon geen van beide partijen bevredigen, van daar dat van verschillende zijden werd gepoogd beide deputaties weer aan de conferentietafel te vereenigen. De bemoei ingen in deze richting van eenige parti culiere personen hadden geen resultaat de patroon-voorzitter, de heer Lonkhuy- zen, hakte toen den knoop door, en zond aan de leden van zijne en van de werk liedenorganisaties uitnoodigingen om nog maals bijeen te komen voor een geheel vrije bespreking. Belde partijen hebben aan die uitnoodiging voldaan.... Het tweede overleg. „Op die tweede conferentie", aldus de heer Van der Wal, „werden eerst „om en om" voorstellen van werkgevers1 en werk nemers in behandeling gebracht, waarbij echter al spoedig wederom de looneisch Daar voren kwam. „Nadat deze andermaal lang en breed was besproken zonder dat partijen elkaar konden vinden, is opnieuw aan de verte genwoordigers der werknemers de vraag gesteld of zij geneigd waren hunnen loon eisch te verkleinen. De arbeiders-afge vaardigden hebben daarop geantwoord bereid te zijn een loonsverhooging in étappen te acoepteeren, zóó te verstaan dat bij het inwerkingtreden van het nieuwe contract twee cent, ingaande No vember 1931 wederom twee cent en No vember 1932 de re stee rende cent loons verhooging zou worden gegeven. De werk nemers voegden er aan toe gaarne te wil len weten welk positief voorstel de werk gevers wilden doen. Daarbü werd door Waarom was ze bereid dezen hoogsten hen ^ven» de opmerking gemaakt dat zij prijs te betalen? Omdat ze meende, dat verwachtten, dat dit geen voorstel zou deze prijs moest betaald worden tot be- f1^11 dat de arbeidem-vertegenwoordigers houd van een grondslag onzer bedrijr»- bespottelqk zou maken tegenover hunne organisatie: het in onderling overleg be- lastgevers. Partijen gingen daarna ieder reiken van overeenstemming. In eigen afzonderhjk vergaderen, weder bijeenge- kring, zonder derden, zonder machtsmld- komen deelde de patroonsvoorzittei het delen, door samensprekI11 gen tot een volgende mee: De werkgevers waren be- resultaat komen. Valt dat, dan is het met °P Januari 1981 te geven één cent de samenwerking gedaan. Dan valt alles, verhooging van het uurloon; 1 Jan. 1932 ook voor de toekomst. Dan is alles voor- weer één cent, 1 Jan. 1933 andermaal, in goed bedorven. En om dat te voorkomen, Jo^aal drie cont, doch van die laatste ver- wilde de Patroonsdelegalie zoo'n hoogen h°°£m£ met één cent zou Amsterdam -i niArnon intcrpci/Uon ÜHfSfhi hMoto&Wn de- bedrijfsorganisatie zal af- cijfers b.v. was het indexcijfer toen 107.1. In Juni 1930 is dit cijfer 76.6. Zich baseerend op de waarde van den gulden volgens deze indexcijfers is f 38.25 in 1920 gel Uk aan 27.35 in 1930. Waar het le klasse loon in 1930 85.04 be draagt, is er dus een verhooging van het reëele loon met meer dan 7.50 of wel meer dan 25 Wil men een speciale periode be schouwen, den moet men nemen die van het huidige collectief contract Het peil van de kosten van levensonderhoud der scheiden en het landelijk karakter der C.A.O., thans reeds met de grootste moeite nauwelijks te handhaven, zal verloren gaan. Reeds nu blijkt telkens, dat juist ln kleinste plaatsen de O.A.O. het slechtst wordt nageleefd. Een klasse-inkrimping kan wel op papier worden aanbevolen, maar ontbeert elke mogelijkheid van door voering. De werknemers schaden met dezen wensch zichzelf. Op het platteland komt zoodoende een papieren O.A.O. of eerste drie maanden vindt men in de fee» O.A.O., d.i. uitsluitend ongeorgani- cijfers van Juni 1928. Toen was het Am- seerd bedrJjf- sterdamsche cijfer: 170.4. Thans 162.1, D r Id rjsIa d een vermindering van 4.9 percent; ue wereldcrisis. sPren^n^16 l00n 5,1 Percent Als een der gewichtigste argumenten HaiS^rhe difers- Juni 1T>8 81 9 heeft de patroonsdelegatie aangevoerd, Thans~76di een vermindering -aii dat deze tbd- nu de wereld geschokt wordt Smetae van^rt lS toiS doOT 601 algemeen economische crisis, b'iina 7 Dercent of Mina r 2 40 Der week. niet geschikt is om een loonsverhooging bijna percent ol bijna 1 2.40 per week. ,f an(Jere Terzwar6I)de arbeidsvoorwaar- ConclusiS: Ondanks nominale daling den toe te staan. De positie der arbeiders een ruime stijging van het reëele loon. klasse staat in deze crisisdagen in het al- prijs betalen. Welnu, de gezellen hebben door hun weigering getoond, dat de mogelijkheid van samenwerking reeds weg was. Het patroonsvoorstel kwam daardoor natuur lijk onmiddellijk te vervallen. Het was vanzelf ingetrokken. Want hoe het nu verder ook ga, het ideëele goed, dat we met zoo'n hoogen prijs wilden betalen, was toch reeds weg. Als personen of machten van buiten moeten beslissen, ls - de basis voor samenwerking verloren en mededeelmgen, verder op do quaestie in wenscht de patroonsdelegatie niet meer ©n zei: den prijs te betalen, dien zij vóór de wei- Ofschoon de woordvoerders der gezel- gering der gezellen meende te moeten lcn hadden besloten, ter wille van het be- aanbieden. houd van de collectieve arbeidsovereen- Bovendien, gisteren en heden is overal komst en wat daaraan annex is, in tege- in den lande door de werkgevers - zoo'n moetkomingen tot het uiterste te gaan, sterk protest geuit tegen dit vèr-gaande kon dit aanbod niet door hen worden ge worden uitgesloten.' „Is 'dat het uiterste wat gij voorstelt?' vroeg de heer Van der Wal namens de gezellen. De patroons zeiden onmogelijk verder te kunnen gaan. Daardoor waren de ver dere onderhandelingen vastgeloopon. De houding der gezellen. De heer Van der Wal ging, na deze niet liggen! Wij zijn nog eteeds bereid tot iedere redelijke oplossing mede te werken doch daarvoor is ook de andere partij noodigl"Zoolang het conflict nog nog niet tot daadwerkelijken strijd is ge komen blijft het herstellen van het gebro ken oontaot nog steeds mogelijk. „Wat dit betreft!".... „Tot redelijk overleg zijn wij altijd be reid]".... Onderhond met den heer Pwn- steia. De Telegraaf had een onderhoud met een der andere hoofdbestuurder» van den Typografenbond, n.1 den heer B. Pon- stein. Aan zijn mededeelingen ontleenen wij nog het volgende: Gaat de staking door, dan zullen er 18.000 14.000 gezellen bij betrokken zijn. Een conflict van dergelijken omvang la zelden nog beleefd in on» land in de laatste jaren. WiJ achten de gevraagde verhooging noodig voor een nieuwe contractsperiode, zeide de hoofdbestuurder verder, omdat ln het algemeen o.L het levenspeil der arbeiders verhoogd is. Een Haarlemmer heeft b.v. thans bijna dezelfde uitgaven als een Amsterdammer. En het grafisch bedrijf maakt in het geheel niet zulk een slechte periode door, gezien de uitbrei ding van het aantal zetmachines en druk persen, om een verhooging als gevraagd wordt te weigeren. De werkloosheid ia stationnair. In 1930 is het bedrijf nog ver meerderd met 200 arbeiders. De werkge vers hebben dat toegegeven, doch vreezen, dat de heerachende crisis later van zeer nadeeligen invloed op het bedrijf zal zijn. Voorts is door hen gezegd, dat het alge meen indexcijfer teruggegaan is, in het voordeel der arbeiders. Dat geef ik direct toe, zeide de heer Ponstein, doch het in dexcijfer ls oi. geen goede maatstaf. Er zijn nieuwe behoeften, als: radio, beter onderwijs voor de kinderen, de arbeider» en hun gezinnen hebben behoefte aan betere kleeding. Het indexcijfer, door de patroons bedoeld, slaat feitelijk alleen op de voedingsmiddelen en, om het zoo maar eens uit te drukken, primaire of noodzake lijke kleoding. BU een nieuw contract moet met de nieuwe behoeften rekening gehouden worden. Wat nu de vree» der werkgevers voor terugslag door de malaise aangaat, deze vrees is o.L, aldus de heer Ponstein, ge heel ongegrond. Blijkt het-bedrijf de ver hoogde loonen niet te kunnen dragen, dan kan de volgens art. 26 van het con tract bestaande 1 o o n c om missie een uitspraak doen. Die commissie beslist, den algemeenen toestand van het bedrijf in aanmerking nemende, of er op grond van de stijging of daling van de prijzen der levensbehoeften, aanleiding is de loonen te wijzigen. De commissie komt bijeen, wanneer het verlangen er toe te kennen gegeven wordt, om de zes maan den ongeveer. Wanneer b.v. de ininimum- loonen van metaalbewerkers, bakker», meubelmakers, kleermakers, timmerlie den, sigarenmakers, etc., zóódanig zijn verhoogd of verlaagd, dat het voor de grootste groep geldende minimumloon ln de meeste van die vakken boven het niveau der typografen uitsteekt of er onder staat, dan zal dit voor de commissie aanleiding kunnen zijn, om de miniraura- looneD der typografen zoodanig te ver- hoogen of te verlagen, dat hun minimum- loonen niet meer achter staan bij of staan boven de algemeen geldende mlnimnm- loonen der werknemers in het meerendeei van genoemde vakken. Het pensioenfond». Is er nu kan» vroegen wij, dat door sta king het met zooveel moeite gestichte be drijfspensioenfonds gevaar loopt ineen te storten? Dit conflict, zeide de heer Ponstein, b e- hoeft niet te leiden tot een débAcle voor het fonds. Daarin zouden ra. L de statuten voorzien.* Het bedrijfszi ekenfond» behoeft evenmin gevaar te loopen. Er zijn vele fondsen van bedrijven, die geen col lectief oontract hebben met de arbeider». compromis-voorstel dat de werknemers leiders door hun weigering deze belang rijke winst voor hun eigen menschen heb ben verspeeld. De patroonsorganisatie staat nu geheel vrij. Als straks de chaos komt en ook de positie van den werknemer ernstig en blijvend wordt geschaad, weet de Pa troonsorganisatie, dat zij meer dan het uiterste heeft gedaan om die droeve ge volgen te voorkomen en benijdt ze niet de mannen van de overzijde, die daarvoor de verantwoordelijkheid dragen. accepteerd. „Waren de werkgevers nog een kleine schrede verder gegaan met hun aanbod, dan zou zeer waarschijnlijk door de werk liedenafgevaardigden besloten zijn, het aanbod aan het oordeel hunner organisa ties te onderwerpen. Dan hadden de be sprekingen verder kunnen worden ge voerd om ten slotte te zien, of het geheele resultaat in redelijkheid te accepteeren was." „Acht gij echter thans alle toenadering tusschen partijen onmogelijk?" wij. Tenslotte laten wtJ hier nog volgen het oordeel van den heer Y. G. van der Veen, directeur van de N.V. „Arbeiderspers", welke N.V. zooals men weet de Soa Dein. dagbladen „Het Volk" en „Voorwaart»" uitgeeft, een der werkgever» du». Ongetwijfeld, aldus de heer Van der Veen, zal het bedrijf in het algemeen door deze staking groote schade lijden, reed» onmiddellijk, daar het drukkersbedrIJf niet op voorraad werkt. Vooral bij een dagblad treedt dit element op. De adver tenties, die men mist, zullen voor een groot deel niet meer ingehaald worden en het verlies aan abonnementsgelden even min. Maar ook voor de werknemers zal de schade groot zijn, omdat het vrijwel zekere gevolg van een staking het uiteen vallen van de bedrijfsorganisatie zal zijn. De lieer Van der Veen acht in het al gemeen do looneischen wel voor inwilli ging vatbaar. Het scherpe verzet komt z.L voornamelijk van de kleine werk gevers, die in dezen den toon aangeven. Zij vormen verreweg de meerderheid in de Federatie en hebben daarin een over wegende stem. Het komt spr. voor, dat van den kant der werkgever» veixiere stappen tot toenadering en vermijding van liet conflict moeten uitgaan. In de eersto plaats van de grootp werkgever». Inplaats van voortgeduwd, zooals thans, zouden zij de leiding in handen moeten nemen. Zij hebben groot belang bij ewa vreedzame oplossing en het wordt tijd, dat zij den invloed hernemen, die hun krach tens hun positie toekomt en dat zij dezen invloed aanwenden om het conflict te voorkomen. Laten zij bedenken, aldus de heer Van der Veen, dat het niet de arbei ders zijn, die hun eigenlijke vijanden zijn, maar veeleer deze kleine werkgevers. Tijdens het conflict zulten zij de groote werkgevers het eerst in den rug aanval len, als zy daar voordeel in zien en na het vroegenconflict zullen zij den scherpsten tegen- 1 stand bieden tegen herstal van tarieven Het antwoord luidde; „Aan ons zal heten goede bedrijfstoestanden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 2