Uit de historie van Wieringen.
HANDWERKCURSU&
Voorde handwerkcurcus, die des Woens
dagmiddags in óén der lokalen van de
O.L. school alhier gegeven wordt, hebben
.zich tot nu toe 11 meisjes aangemeld.
JUBILEUM V.V.V.
Zaterdagavond 26 Oct. a.s. geeft de
V' reeniging voor Vreemdelingenverkeer
alhier een feestavond voor haar leden
ter gelegenheid van het 12,/j-jarige be
staan dier vereeiliging op 27 Sept. j.1.
Naar het programma te oordeelen, zal
het een zeer gezeiligen avond worden.
MOND- EN KLAUWZEER.
In de afgeloopen week heeft zich in
den gemeente weer een geval van mond
en klauwzeer voorgedaan, n.1. bij een
koe van den veehouder K.
Wieringen.
MOXD- EN KLAUWZEER.
In verband met het feit dat zich ook
hier evenals elders vele gevallen van
.mond- en klauwzeer voordoen is het wel
geraden om geen ongekookte melk te
gebruiken.
KWAADWILLIGHEID.
In een- der afgeloopen nachten zijn door
kwaadwilligen allerlei voorwerpen in de
stoomgeleidingen van in de sluisput werk
zame locomotieven gestopt, waardoor deze
des morgens weigerden te wersen al
vorens de verstoppingen waren verwij
derd.
DIEFSTAL.
Een dezer dagen is ten nadeele van den
heer N. uit het logiesgebouw „Onder Eén
Dak" een klokje ontvreemd. Doordat het
raam openstond was dit voorwerp gemak
kelijk weg te nemen. Bij de politie werd
aangifte gedaan.
POGING TOT INBRAAK?
Des avonds of des nachts heeft men ge
poogd de deur van de woning van den
heer J. A. d. V. te farceeren. Men is daar
echter niet ingesflaagd. Vermoedelijk znjn
de indringers in hun werk gestoord.
NIEUWE ZAAK.
Voor rekening van den heer A. Gielis,
coiffeur te Hippolytushoef, is aan den
aannemer, den heer P. Jb. Doves, te Wes-
terland, alhier, opgedragen het bestaande
woon- en winkelhuis af te breken en een
geheel nieuwe barbiers- en kapperszaak
plus woonhuis naar de eisohen des tijds te
bouwen.
EEN ERNSTIG ONGELUK.
Bil de werkzaamheden in Sluis I in de
Wieringermeerpolder had j.1. Maandag
namiddag een zeer ernstig ongeluk plaats.
Eén bij het heiwerk bezig zijnde werk
man kreeg, doordat hij te dicht bij het
heiwerk stond, plotseling een klap van
een vallend heiblok tegen zijn hoofd, zoo
dat hij in bewusteloozeii toestand neerviel
en een ernstige hoofdwond had opgeloo-
pen. Terstond werd geneeskundige hulp
van Dr. Beeker ingeroepen, die den man
een noodverband aanlegde en direct naar
het burgerziekenhuis te Den Helder ter
verdere behandeling liet overbrengen.
Vanwege de samenwerkende Anti-Mili-
tairisten in Noord-Holland zal op Zater
dagavond 25 Oct. a.s. in „Concordia" van
den heer Bruul te HiDpolytushoef een
lezing worden gehouden door den heer
Chr. Bishoff van Amsterdam, toegelicht
door lichtbeelden. Ter afwisseling is er
zang en declamatie met tot slot een schit
terend tableau.
AANBESTEDING.
Den uitslag der door B. en W. j.1. Dins
dag ten raaclhuize gehouden aanbesteding
van diverse rioleeringswerken aan de
Klieftstraat en te Zandburen is als volgt:
P. Tuin, 't Zand, voor 2.08 per meter
riool en 31 per te maken put; J. C. Klein
alhier, voor -1.95, id. en 32.80 id.;
Gebrs. Boersen, alhier, voor 1.79 id. en
38.95 id.; J. Pais, alhier, voor 1.76 id.
en 37.50 id.; A. Doves, alhier, voor
1.69 id. en 41.60 id.; Gebr. Lont, alhier
voor 1.65 id. en 38.76 per put
Gegund aan de heeren Gebrs. Lont
alhier.
BALDADIGHEID.
Men deelt ons mede dat vermoedelijk
doov kwaadwillige handen in den nacht
van Zondag op Maandag j.L in de Sluis
put te Den Oever, de vuurhaarden en de
rookgeleidingen van een stoom- en van
een motorlocomotief vol zand waren ge
worpen, zoodat ze onbruikbaar waren en
eerst geheel schoongemaakt moesten wor
den. Voorwaar laffe baldadigheid.
Nader vernamen wij dat 100.
premie is uitgeloofd voor het aanbrengen
van de dader(s).
ONVEILIG DEN OEVER.
Een Ieder wordt aangeraden
de deuren en ramen goed te
slnlten.
Verschillende perceelen te Den Oever
en omgeving en ook een woonarkjo heb
ben de laatste avonden en nachten bezoek
gehad van personen welke met verkeerde
bedoelingen rondloopen.
Van sommige gevallen is bij de politie
aangifte gedaan. Een ieder sluite dus
goea en laat niets bulten staan of liggen
ook geon waschg >ederen, want alles is
soms van hun gading.
IV.
Alvorens over te gaan tot een verge
lijking, welke wdj zouden willen miaken
van Wieringen, zooels het thans is, met
Wierngen zooals het er een kleine hon
derd jaar terug uitzag, geven we hier een
klein algemeen overzicht. Nu Wieringen
als een der eilanden, gelegen in de Zui
derzee, tot het verleden behoort, heeft
het veel, vooral wat de entréo betreft,
verloren van dien bekorenden, schilder-
aohtigen aanblik, welke het had van uit
zee gezien. Hoevelen zullen nu, terwijl zij
in een autobus of luxe auto gezeten, de
groote hefbrug, aan het begin van den
afsluitdijk, gepasseerd zijn en voortijlen
over den nieuwen verbindingsweg naar
Wieringen, zien van den schoonen aan
blik, die dit voormalige eiland gaf, zooals
men dat zag als men met de postboot heel
rustig en kalm In een grooten bocht
vanaf Ewycksluis aan ikwam varen. Is
men thans binnen tien minuten vanaf
den zoogenaamden vasten wal van Wie
ringen verwijderd, vroeger deed men er
met de postboot een klein hair uur over.
Op de voorplecht staande, en vooral met
heerlijk zomerweer als de warme zonne
stralen omlaag schoten, kon men van
WIeringens schilderachtlgen aanblik ge
nieten. Het schuin omhoog loopende land.
bedekt met een groen tapijt, waortussdhen
golvende korenvelden, afgewisseld door
boerderijen en kleine pittorlske huisjes,
waarhoven uit de vierkante toren der
Westerlandsche kerk stak, aan den zuid
kant geflankeerd door de omhoog ste
kende masten van de in de haven van de
Haukes liggende visschersvaartuigen,
terwijl op de hoogten de witte quaran
taine gebouwen schitterden in de zon, gaf
Iets schoons, iets bijzonders, Iets warms
aan de eerste kennismaking met dit
eiland. "Velen die dit eiland nodh van
nabij, noch van verre hadden gezien of
ternauwernood wisten waar het op de
kaart te vinden was, konden zoo echt
smalend -en minachtend over deze klip
midden in de Zuiderzee, waaromheen aan
aWe kanten het water klotste, spreken.
al90f het niet grooter was dan 10 bij 10
meter, en toch zult ge nooit of te nimmer
iemand ontmoet of gesproken hebben,
die, terwijl hij op de postboot stond en
zijn oog op het land van Wieringen ves
tigde, niet verbaasd uitriep: „Is dat
Wieringen! 2300 had ik het me nooit voor
gesteld P
Dit eiland heeft over het algemeen iets
eigenaardigs, vooral ails men het verge
lijkt met -het vlakke land van Noord-Hcfl-
land. Hier vindt men bij afwisseling
hooge- en lage gedeelten, terwijl d<
boerderijen en dorpen verscholen liggen
tusschen het geboomte.
Ofschoon Wieringen, wat ligging en
vorm betreft, in de jaren niet veel ver
anderd is. valt er op cultureel en econo
misch gebied zeer groote varandering te
c-'-nstateeren,
Was Wieringen in vroeger jaren, er
dat is nog niet zoo heel lang terug, in
die winterdagen, hij sneeuw en Ijs, bij
regen en wind, onbegaanbaar, in later
jaren is daar een groote verandering ten
goede in gekomen, dank zij de gestadige
verbeteringen der hoofd- en landwegen,
zoodat het thans tot de uitzonderingen
behoort indien een weg door regen of
wind geheel onbegaanbaar is geworden.
Dat de wegen voorheen onbegaanbaar
waren is zeer stellig op te maken uit de
wijze, waarop de boeren zich vroeger
verplaatsten. Vroeger toch gingen zij,
indien z\j boodschappen moesten doen, of
Zondagsavonds als zij naar 'het meisje
gingen, te paard, daar er anders geen
doorkomen aan was.
Mag de tegenwoordige hoofdweg ge
heel aan stukken gereden zijn, is dit nog
geen bewijs dat deze weg niet goed ge
weest is, daar een weg, die tegen zulk
een druk autoverkeer bestand is, zeker
tot de uitzonderingen zal behooren. Zoo
heeft er ook in de laatste jaren een groote
verbetering plaats gehad op het gebied
van afwatering en bemaling.
Stonden de lage landen, hier Koogen
genoemd, zooals de Stroeër-, Hippolvtus-
h oever- en de Oeverschekoog. voor een
tiental jaren des winters steeds onder
water en wat dit voor de schaatsenrijden
de jeugd en ook voor de ouderen een
prachtgelegenheid om bij stevigen vorst
over hel groote gladde ijsvlak te zwieren,
voor het land was deze wekenlange onder-»
dompeling niet zoo goed. Dat dit werd
ingezien blijkt wel, daar te de Haukes,
Hippolytushoef en aan het eind van Pol
der W a^rd -N i euwl and successievelijk
kleine watergemalen gebouwd zijn, zoo
dat thans des winters geen water meer
op het Land staat en men zoodoende zelf
het waterpeil In handen heeft. Dit lage
land, evenals geheel Wierngen, uitgezon
derd kleine deelen van de Quarantaine en
Votrop, hebben, om beschermd te zijn
tegen de aanvallen der zee, groote ver
dedigingswerken langs de oevers ver-
eischt.
Zijn de dijken aan den Noordkant, met
het oog op de droogmaking der Zuider
zee, verhoogd, daar een hoogere water
stand verwacht wordt indien de dijk den
OeverZurich gereed komt zou daaren
tegen de Zuidkant geen dijk meer be
hoeven, de zee zal toch hier niet meer
tegen de glooiingen klotsen, omdat de zee
achter dien dijk reeds drooggemaakt is.
Toch zal men goed doen detze dijk niet
te verwaarloozen. De Zuiderzeefilm, afge
draaid in Hotel de Haan, heeft nog zeer
duidelijk aangetoond, dat een groote
storm in staat is dit miilioenenwerk te
niet te dOen. Mag deze voorstelling van
tegenstanderszijde geuit zijn, en staat de
kunde der Ingenieurs tegenwoordig wel
zoo hoog, dat zij van te voren alles goed
ge-wikt en gewogen hebben, kunnen wij
ons toch nog zeer levendig voor dien
geest halen de overstroomingen die in de
laatste jaren. Nederland geteisterd heb
ben. Dat er met mogelijke overstroomin
gen rekening gehouden wordt, blijkt- zeer
duidelijk uit den vluchtheuvel, vanaf
Wieringen met het "Woote oog ook zeer
goed te zien, welke midden in den Wie
ringermeerpolder is gemaakt
Het vorige artikel is opgenomen in
het nummer van Zaterdag 11 October.
J.1. Dinsdagavond had in het evangc-
lisatiegebouw >Rehoboth« een liohtbeel-
denavond plaats, welke uitging van de
Stichting voor lijders aan vallende ziek
ten. Dubbel jammer is het geweest dat
aan bedoelde avond zoo goed als geen
publicatie is gegeven.
Op zijn rustige en zakelijke manier
hield Broeder de Groot uit Heemstede
zijn uiteenzetting, afgewisseld door licht
beelden. Wij aanschouwden de gebouwen
der Stichting alsmede het behandelen
der patiënten. Het was een prachtavond
en wij hebben geconstateerd hoe men
met f 0.10 in de maand mede kunt hel
pen het lijden dezer menschen te ver
zachten.
Als lid kan men zich opgeven bij mevr.
Witvliet te Hippolytushoef, welke daar
toe gaarne inlichtingen verschaft. Reeds
telt de halze stuiversvereeniging >Macht
van het kleine* hier veel leden.
Wij kunnen dan ook niet nalaten Broe
der de Groot een woord van dank te
brengen en hopen hem gaarne nog eens
terug te zien en dan voor een talrijk
publiek.
Het was jammer voor broeder de Groot,
maar over de andere kant had hij een
aandachtig gehoor.
Na het zingen van eenige gezangen
was dezen avond ten einde.
In het lokaal van den heer S. Veerdig
te Hippolytushoef zal a.s. Zaterdag 25
October vanwege de R.-K. Transport-
arbeidersbond een vergadering worden
gehouden, waarbij het Hoofdbestuurslid
de heer Jansen een redevoering zal hou
den. Bij genoegzame deelname zal voor
de leden van Den Oever een autobus
disponibel worden gesteld, waarvoor
opgaven kunnen worden gedaan bij den
afd. secretaris, den heer P. L. Vroone,
te Hippolytushoef.
Schagen.
BRAND.
Dinsdagavond omstreeks 6 uur brak
door tot nu toe onbekende oorzaak brand
uit in de boerenplaats van Mevr. Wed.
Brugman Hoogebieren gem. Barsinger-
horn. Do brand woedde in korten tijd
met grooten hevigheid zoodat de geheelt
plaats een prooi der vlammen werd. Daar
het vee nog niet in de stallen was ge
borgen is hiervan niets omgekomen. Per
soonlijke ongelukken kwamen niet voor.
Van Ewijcksluis.
Onze plaatsgenoot, de heer H. J. Derk'
sen, thans werkzaam aan het station
van den spoortramweg SchagenVan
Ewijcksluis alhier, is met ingang van
Zondag 26 October a.s. aangesteld als
assistent-stationschef aan het station
Krommenie-Assendelft.
.Het reizend publiek zal den heer Derk-
sen, die zich tijdens zijn twaalf jarig ver
blijf alhier een groote populariteit wist
te verwerven door zijn hulpvaardigheid,
overal waar deze hulp gevraagd werd,
noode zien heengaan. Toch zal ieder deze
overplaatsing, die voor den heer D- tevens
een promotie beteekent, aan deze gaarne
zien toegewezen.
Al wat de (menschen soheldt, is vijandig
aan het welzijn van het monschdtom.
BLOEMBOLLENCULTUUR.
(Nadruk verboden).
Ziekten en beschadigingen en
haar bestrijding.
Er wordt wellicht in ons vaderland
geen cultuur gevonden, waar men zooveel
aandacht en zorg aan het opzoeken en
bestrijden van beschadigingen en ziekten
besteedt dan in de bloembollencultuur.
De grens tusschen beschadiging en ziek
te is veelal moeilijk aan te geven. Wan
neer een spreeuw een peer aanvreet of
wanneer twee takken van een niet des
kundig gesnoeiden boom langs elkaar
schuren, waardoor een wond ontstaat,
spreken we zonder eenig voorbehoud van
een beschadiging. Zoodra lagere organis
men als bacteriën een verderfelijke rol
spelen, noemen we dit een ziekte. Wan
neer echter heel kleine diertjes zooals
b.v, -de aaltjes een gewas aantasten,
spreekt de practijk van een ziekte (aal
tjesziekte) terwijl we toch feitelijk met
een beschadiging te doen hebben. We
zullen op dit onderscheid niet verder in
gaan, omdat dit slechts een academische
beteekenis heeft, ofschoon bij de bestrij
ding van diverse kwalen wel degelijk
rekening gehouden moet worden met de
oorzaak van de afwijkingen.
Ken spreeuw is nu eenmaal geen bac
terie.
In de bollenstreek heeft men niet met
een uitgebreid aantal kwalen te kampen,
maar de enkele, die optreden, doen soms
zooveel schade, dat een krachtig ingrij
pen noodzakelijk ls.
Nu is 't met het optreden van ziekten,
zoowel in het dieren- als plantenrijk, zoo
als het met tal van maatschappelijke ver
schijnselen gesteld is. Als oorzaak wordt
dikwijls opgegeven, wat in werkelijkheid
slechts aanleiding en soms dit nog niet
eens is. Daardoor wordt de verwekker
van een kwaal bestreden, zonder dat men
den overigen factoren, die mede het uit
breken van een ziekteverschijnsel heb
ben beïnvloed, aandacht waardig keurt
Wie de verschijnselen in onze maat
schappij bestudeert en zijn oordeel niet te
oppervlakkig velt, zal vaak hoofdschud
dend de activiteit van velen gadeslaan,
die meenen een goed werk te doen, maar
inderdaad slechts lapwerk leveren.
Dat dezelfde kwalen in de bloembol
lencultuur telkens weer optreden, moet
voornamelijk geweten worden aan de on
voldoende vruchtwisseling.
Vroeger behoefde een bollenkweeker al
zijn land niet met bolgewassen te beplan
ten. Een gedeelte bleef braak liggen,
werd 's winters gespit en het volgend
voorjaar met aardappelen, erwten of
boonen bezet. Deze vruchtwisseling was
een zegen voor het land, terwijl ze tevens
aan de arbeiders gelegenheid gaf het ge-
heeie jaar door werk te vinden.
Het laatste woord over vruchtwisseling
is nog niet gesproken. Sommigen meenen
dat de plantenwortels een of andere stof
afscheiden, die nadeelig werkt op de wor
tels van een overeenkomstig gewas.
Anderen verklaren, dat elke plant be
paalde stoffen uit den bodem opneemt of
de plantenvoedende stoffen in een be
paalde verhouding opzuigt, waardoor een
overeenkomstig volgend gewas zich niet
behoorlijk kan ontwikkelen. Nog weer
anderen en tot dezen behooren natuurlijk
de phytopatholog6n in de eerste plaats,
wijzen slechts op de sterke ontwikkeling
van ziektenverwekkers, wanneer men ver
scheidene jaren achtereen hetzelfde ge
was verbouwt In ieder geval is vrucht
wisseling een zaak van gewicht voor de
grondgebruikers.
Toen er meer vraag naar bloembollen
kwam en de teelt zich dus uitbreidde
om aan die verhoogde vraag te kunnen
voldoen, werden er verscheidene wegen
bewandeld. Men stak steeds meer weiland
in voor de bloembollencultuur, men groef
duinen af om aan de behoefte aan hollen-
land te kunnen voldoen, doch ook werd
het bollenland minder met landbouw- of
groentegewassen beteeld.
Gedurende de oorlogsjaren waren land
en tuinbouwproducten hoog in prijs, ter
wijl er voor de bloembollen bijna geen
afzetgebied was te vinden. Daarna zijn de
bordjes echter verhangen.
Voor producten, dienende tot voeding
van mensch en dier bleek weldra geen
vraag meer te bestaan, althans niet in die
mate, dat ze met kans op winst op vrij
duur land waren te telen. Door de groote
vraag naar bollengrond stegen de land-
prijzen bovendien in zoo sterke mate, dat
de geheele cultuurwijze feitelijk gewijzigd
is. Het spitten wordt thans zoo goed als
niet meer in de wintermaanden uitge
voerd. Zoodra d© bollen gerooid zijn,
wordt het land weer bemest en gespit,
opdat er dienzelfden herfst weer bollen
op geplant kunnen worden. Voor 't geval
men last heeft gehad van ziekten, wordt
er soms grond uitgevaren en het ontstane
gat met verschen grond aangevuld, maar
ook laat men in dat geval wel diep spit
ten, waarhij de grondlagen verwisseld
worden en men dus versche aarde boven
krijgt, maar waarbij de bovenlaag in het
grondwater terecht komt.
Er dwaalt in de bollenstreek 'n meening
rond, dat grond, die eenigen tijd in het
grondwater heeft gezeten en dus van de
lucht is. afgesloten, gezuiverd wordt
Luchtbehoevende organismen zullen zich
natuurlijk in de zuurstofvrije omgeving
niet erg prettig gevoelen, maar tal van
organismen zijn in staat, zuurstof aan
stoffen, waarin dit gas gebonden voor
komt, te onttrekken. Zoodoende blijven
die organismen in leven, terwijl ze boven
dien producten achterlaten, die zeer gif
tig zijn voor den plantengroen Uit sal
peterzuurverbindingen (nitraten) worden
dan de zeer giftige nitrieten gevormd,
uit de sulfaten ontstaan de niet minder
schadelijke sulfiden.
Verder hebben we nog rekening te hou
den met de cellulosegisting, waarbij uit
celstof o.a. moerasgas (methaan) ontstaat
en de boterzure gisting, waarbij naast
boterzuur zich tal van andere zuren ont
wikkelen. Aangezien de plantenwortels
ook ademhalen en dus over lucht moeten
beschikken, kunnen zij zich niet normaal
ontwikkelen, wanneer in den bodem stof
fen voorkomen, die in een zuurstofvrije
omgeving zijn ontstaan.
Dat de plantenwortels dus verzwakt
worden, wanneer ze met het grondwater
vergiften opnemen, is duidelijk. Dat op
de verzwakte wortels zich spoedig orga
nismen nestelen, die een gemakkelijk te
vernietigen prooi hebben gevonden, laat
zich ook indenken.
Is een verzwakt menscheljjk lichaam
ook niet uitermate vatbaar voor aanvallen
van bacteriën?
En nu trekken we wederom een paral
lel, ditmaal tusschen menschen en plan
ten. De vroegere phytopathologen (niet
onjuist „plantendoktere" genoemd) von
den een zwammetje of een bacterie en
gingen dit te lijf. Ze deden daarbij den
ken aan die specialisten, die zich ook
slechts tot de aanleiding van de kwaal be
palen en de directe oorzaak wegnemen.
De latere phytopathologen hebben hun
taak veel breeder opgevat. Hen zou men
het best met hulsdokters kunnen verge
lijken, die hun onderzoek gewoonlijk veel
breeder opzetten en dit ook kunnen
doen, "omdat ze het milieu kennen, waarin
de patiënt is opgegroeid. Tot deze groep
van phytopathologen moeten we Prof. van
Slogteren en zijn medewerkers rekenen,
die in hun Laboratorium voor Bloem-
bollenonderzoek, gevestigd te Lisse, dus
in het hartje van de bloembollenstreek,
hun onderzoekingen hebben verricht.
Prof. van Slogteren heeft zoo juist ge
voeld, dat men eerst de cultuur grondig
moet hebben bestudeerd alvorens in het
laboratorium proeven op te zetten. Daar
door ls hij onwillekeurig nu en dan van
het voorheen zoo eng begrensde pad der
phytopathologle afgeraakt en heeft hij
een terrein betreden, waarop vroeger een
bordje stond: „Cultuur, verboden voor
plantendoktere", maar dat thans door een
plantendokter moet worden betreden, wil
hij niet gehandicapt worden in zijn onder
zoek.
Gelukkig zijn er in de bloembollen
streek voldoende kweekers zoo ruim van
opvatting, dat zij Prof. van Slogteren in
zijn streven zoo krachtig mogelijk heb
ben gesteund. Op zijn laboratorium heeft
Prof. van Slogteren regelmatig bespre
kingen met een commissie van advies, be
staande uit menschen, die midden in de
practijk staan. Daardoor worden de on
derzoekers op de hoogte gehouden van de
moeilijkheden, die zich in de cultuur voor
doen, terwijl de practici weten, met welke
vraagstukken de „plantendoktere" zich
bezighouden.
Op het werk van Prof. van Slogteren
hopen we in een volgend artikel uitvoerig
terug te komen.
Uit de Land- en Tuinbouwwereld.
GRAAN.
Hoewel ons land niet behoort tot die lau
den, welke voor de graanproductie. ten op
zichte van de wereldmarkt van groote betee
kenis zijn, neemt de graant eelt toch een zeer
belangrijke plaats ia. Dit moge blijken trit het
volgende overzicht, gebaseerd op de gegevens
van 1927.
Gem. opbrengst
H.A. per H.A.
Wintertarwe 158102 35.8 H.L.
Zomertarwe 3 767 32.3
Rogge 197 247 24-5
IVintergerst 10 043 46.9
Zomergerst 16485 41.7
Haver 148829 44.8
Behalve voor de voedselvoorziening van
mensch en dier en de levering van stroo voor
papierfabricage, dienen de granen ook voor
grondstoffen voor verschillende Industrieën:
spiritus, bier, stijfsel, gort, vermicelli, haver
mout.
Wat de voedingswaarde betreft kunnen wij
het volgende mededeelen. Het zetmeelgehalte
ligt tusschen 58 (haver en 68.7 (rogge)
eiwit vinden we bij gerst 9.3 bij haver
10.5%, bij rogge 11%, bij tarwe 12.5%.
Daarentegen is het vetgehalte vrij laag: tarwe
en rogge 2%, gerst 2.x haver 4.8%. Bij
peulvruchten is het zetmeelgehalte veel lager,
dtoch het eiwitgehalte veel hooger.
Meestal vinden we bij de graanplairt meer
dan één stengel. Men noemt dit uitstoelen.
Zelden treffen we 10 stengels aan, gemiddeld
bedraagt dit aantal 3 1 4 per pdant.
Als het graan vroeg gaat legeren, komt dik
wijls nieuwe uitstoeling voor. Dit is echter
geen voordeel, omdat de gelegerde halmen
noodrijp worden en de nieuwe halmen geen
oogst van beteekenis leveren.
Een gunstige uitstoeling wordt bevorderd
door gunstige groeivoorwaarden, dus vocht,
warmte en voedsel, vooral stikstof. Indien in
het voorjaar het graan een te hollen stand
heeft, zal een matige overbemesting met
Chilisalpeter niet alleen het uitstoelen bevor
deren, doch ook sneller doen verloopen. De
stand wordt dichter en gelijkmatiger.
Bij wintergranen zal een dergelijke gift van
Chilisalpeter de jonge planten beter bestand
dben tegen den schadelijken invloed van hét
ongunstige winterweer. Doch ook hier wachte
tóen zich voor overdrijving. De jonge planten
mogen zich niet te veel ontwikkelen, zij zou
den dan èn door regen èn' nog meer door
sneeuwbedekkiiig kunnen lijden.
Van beteekenis is ook in het voorjaar bij
een te hollen stand het rollen. Hierdoor en
door bemesting zal ook de uitstoeling in den
regel gunstig verloopen en de kans op een
goeden oogst belangrijk verhoogd worden.
De bestuiving kan zijn öf zelf bestuiving óf
kruisbestuiving. Zelf bestuiving heeft plaats bij
tarwe, kruisbestuiving bij rogge. Bij gerst en
haver is zelfbesttnving regel, doch ook komt
kruisbestuiving voor. Bij tarwe is het dus ge
makkelijker constant zaad te telen dan b.v. bij
rogge. Bij deze laatste zal meermalen nieuw,
zuiver zaad moeten worden aangeschaft
Ook bij den aankoop van zaaizaad dient men
zich wel te overtuigen, dat mem zaad van de
gewenschte variëteit ontvangt
Inlichtingen omtrent deze zaden kunnen ge
geven worden door het Instituut voor Plan
tenveredeling te Wagenaagen. Vooral Prof. Dr.
L. Broekema, Oud-Hoogleeraar aan de Land-
bouwhoogeschool te Wageningen en Dr. R. J.
Mansholt, Westpolder in Groningen hebben
reeds jaren en met groot succes door opzette
lijke kruisingen en selectie zeer bruikbare
variëteiten verkregen, die zich onderscheiden
door hooge opbrengst en stevig stroo.
Wij zullen in volgende artikelen enkele dezer
soorten nader aanduiden.
Marktberichten
BROEK OP LANGENDIJK. 22 October.
Aanvoer en prijzen: 4500 kg aardappelen: Schot-
sche muizen f 2.90, bl. aardappelen f 2, drielingen
f 2.90: 10300 kg uien: uien f 130—1.90, drielin
gen f 1.1.40, grove f 1.70—2.40. gele nep f 1.30
330; 7700 kg peen: 1ste soort f 1.10130.
kleine peen 70—80 ct; 64 kg speröeboonen,
f 10.80; 6800 kg kroten, f 130—2.70; 62* kg toma
ten: A f 21. C f 14.90. CC f 10.10; 40.000 kg roode
kool. f 0.80—4.10; 17.000 kg witte kool. f 1—1.40;
4500 kg gele kool. f 2.10—3.50; 21.000 kg Deen-
sche witte kool, f 1.80230, alles per 100 kg:
7000 stuks bloemkool: 1ste soort f 41330, 2de
soort f 0.50—f 1.10, reuze bloemkool, f 4.40—
10.90, per 100 stuks.
Schagermarkt van Donderdag 23 Oct.
19 paarden 150400: 61 geldekoeien (ma
gere) 215340; 46 idem (vette) f 400430;
5 kaE&raeien 32s430; 63 vaarzen 200—
230; 42 graskalveren 80125; 15 nuchtere
kalveren 16—28; 40 schapen (magere) 35
40; 170 idem (vette) 40—50; 183 overhou-
ders 2s—«40; 28 varkens (mager) 24—44;
30 idem (vette 0.54—0.58; 166 biggen 12
24; 26 konijnen 1—-2.50; 103 kippen o.so—
1.25; eenden 0.60; haantjes 0.75a.
EierenveiUng.
22478 kipeieren: bruine 9.70—ïojo; witte
910; kleine witte 6.60—8.30.
122! eendeieren 5.80—6.
nJDSCHRIFTEN. WEEKBLADEN eni
Verschenen is een fraai geïllustreerd spe
ciaal nummer van de S.B.B.-revue, een door
de Schweizerische Bundesbahnen uitgegeven
toeriytenblad. Het bevat, naast een aantal
mooie opnamen uit Zwitserland, artikelen in
Nederlandsch, Duitsch, Fransch, Engelsch en
Italiaansch.