Uit de historie van Wieringen. HANDWERKCURSU& Voorde handwerkcurcus, die des Woens dagmiddags in óén der lokalen van de O.L. school alhier gegeven wordt, hebben .zich tot nu toe 11 meisjes aangemeld. JUBILEUM V.V.V. Zaterdagavond 26 Oct. a.s. geeft de V' reeniging voor Vreemdelingenverkeer alhier een feestavond voor haar leden ter gelegenheid van het 12,/j-jarige be staan dier vereeiliging op 27 Sept. j.1. Naar het programma te oordeelen, zal het een zeer gezeiligen avond worden. MOND- EN KLAUWZEER. In de afgeloopen week heeft zich in den gemeente weer een geval van mond en klauwzeer voorgedaan, n.1. bij een koe van den veehouder K. Wieringen. MOXD- EN KLAUWZEER. In verband met het feit dat zich ook hier evenals elders vele gevallen van .mond- en klauwzeer voordoen is het wel geraden om geen ongekookte melk te gebruiken. KWAADWILLIGHEID. In een- der afgeloopen nachten zijn door kwaadwilligen allerlei voorwerpen in de stoomgeleidingen van in de sluisput werk zame locomotieven gestopt, waardoor deze des morgens weigerden te wersen al vorens de verstoppingen waren verwij derd. DIEFSTAL. Een dezer dagen is ten nadeele van den heer N. uit het logiesgebouw „Onder Eén Dak" een klokje ontvreemd. Doordat het raam openstond was dit voorwerp gemak kelijk weg te nemen. Bij de politie werd aangifte gedaan. POGING TOT INBRAAK? Des avonds of des nachts heeft men ge poogd de deur van de woning van den heer J. A. d. V. te farceeren. Men is daar echter niet ingesflaagd. Vermoedelijk znjn de indringers in hun werk gestoord. NIEUWE ZAAK. Voor rekening van den heer A. Gielis, coiffeur te Hippolytushoef, is aan den aannemer, den heer P. Jb. Doves, te Wes- terland, alhier, opgedragen het bestaande woon- en winkelhuis af te breken en een geheel nieuwe barbiers- en kapperszaak plus woonhuis naar de eisohen des tijds te bouwen. EEN ERNSTIG ONGELUK. Bil de werkzaamheden in Sluis I in de Wieringermeerpolder had j.1. Maandag namiddag een zeer ernstig ongeluk plaats. Eén bij het heiwerk bezig zijnde werk man kreeg, doordat hij te dicht bij het heiwerk stond, plotseling een klap van een vallend heiblok tegen zijn hoofd, zoo dat hij in bewusteloozeii toestand neerviel en een ernstige hoofdwond had opgeloo- pen. Terstond werd geneeskundige hulp van Dr. Beeker ingeroepen, die den man een noodverband aanlegde en direct naar het burgerziekenhuis te Den Helder ter verdere behandeling liet overbrengen. Vanwege de samenwerkende Anti-Mili- tairisten in Noord-Holland zal op Zater dagavond 25 Oct. a.s. in „Concordia" van den heer Bruul te HiDpolytushoef een lezing worden gehouden door den heer Chr. Bishoff van Amsterdam, toegelicht door lichtbeelden. Ter afwisseling is er zang en declamatie met tot slot een schit terend tableau. AANBESTEDING. Den uitslag der door B. en W. j.1. Dins dag ten raaclhuize gehouden aanbesteding van diverse rioleeringswerken aan de Klieftstraat en te Zandburen is als volgt: P. Tuin, 't Zand, voor 2.08 per meter riool en 31 per te maken put; J. C. Klein alhier, voor -1.95, id. en 32.80 id.; Gebrs. Boersen, alhier, voor 1.79 id. en 38.95 id.; J. Pais, alhier, voor 1.76 id. en 37.50 id.; A. Doves, alhier, voor 1.69 id. en 41.60 id.; Gebr. Lont, alhier voor 1.65 id. en 38.76 per put Gegund aan de heeren Gebrs. Lont alhier. BALDADIGHEID. Men deelt ons mede dat vermoedelijk doov kwaadwillige handen in den nacht van Zondag op Maandag j.L in de Sluis put te Den Oever, de vuurhaarden en de rookgeleidingen van een stoom- en van een motorlocomotief vol zand waren ge worpen, zoodat ze onbruikbaar waren en eerst geheel schoongemaakt moesten wor den. Voorwaar laffe baldadigheid. Nader vernamen wij dat 100. premie is uitgeloofd voor het aanbrengen van de dader(s). ONVEILIG DEN OEVER. Een Ieder wordt aangeraden de deuren en ramen goed te slnlten. Verschillende perceelen te Den Oever en omgeving en ook een woonarkjo heb ben de laatste avonden en nachten bezoek gehad van personen welke met verkeerde bedoelingen rondloopen. Van sommige gevallen is bij de politie aangifte gedaan. Een ieder sluite dus goea en laat niets bulten staan of liggen ook geon waschg >ederen, want alles is soms van hun gading. IV. Alvorens over te gaan tot een verge lijking, welke wdj zouden willen miaken van Wieringen, zooels het thans is, met Wierngen zooals het er een kleine hon derd jaar terug uitzag, geven we hier een klein algemeen overzicht. Nu Wieringen als een der eilanden, gelegen in de Zui derzee, tot het verleden behoort, heeft het veel, vooral wat de entréo betreft, verloren van dien bekorenden, schilder- aohtigen aanblik, welke het had van uit zee gezien. Hoevelen zullen nu, terwijl zij in een autobus of luxe auto gezeten, de groote hefbrug, aan het begin van den afsluitdijk, gepasseerd zijn en voortijlen over den nieuwen verbindingsweg naar Wieringen, zien van den schoonen aan blik, die dit voormalige eiland gaf, zooals men dat zag als men met de postboot heel rustig en kalm In een grooten bocht vanaf Ewycksluis aan ikwam varen. Is men thans binnen tien minuten vanaf den zoogenaamden vasten wal van Wie ringen verwijderd, vroeger deed men er met de postboot een klein hair uur over. Op de voorplecht staande, en vooral met heerlijk zomerweer als de warme zonne stralen omlaag schoten, kon men van WIeringens schilderachtlgen aanblik ge nieten. Het schuin omhoog loopende land. bedekt met een groen tapijt, waortussdhen golvende korenvelden, afgewisseld door boerderijen en kleine pittorlske huisjes, waarhoven uit de vierkante toren der Westerlandsche kerk stak, aan den zuid kant geflankeerd door de omhoog ste kende masten van de in de haven van de Haukes liggende visschersvaartuigen, terwijl op de hoogten de witte quaran taine gebouwen schitterden in de zon, gaf Iets schoons, iets bijzonders, Iets warms aan de eerste kennismaking met dit eiland. "Velen die dit eiland nodh van nabij, noch van verre hadden gezien of ternauwernood wisten waar het op de kaart te vinden was, konden zoo echt smalend -en minachtend over deze klip midden in de Zuiderzee, waaromheen aan aWe kanten het water klotste, spreken. al90f het niet grooter was dan 10 bij 10 meter, en toch zult ge nooit of te nimmer iemand ontmoet of gesproken hebben, die, terwijl hij op de postboot stond en zijn oog op het land van Wieringen ves tigde, niet verbaasd uitriep: „Is dat Wieringen! 2300 had ik het me nooit voor gesteld P Dit eiland heeft over het algemeen iets eigenaardigs, vooral ails men het verge lijkt met -het vlakke land van Noord-Hcfl- land. Hier vindt men bij afwisseling hooge- en lage gedeelten, terwijl d< boerderijen en dorpen verscholen liggen tusschen het geboomte. Ofschoon Wieringen, wat ligging en vorm betreft, in de jaren niet veel ver anderd is. valt er op cultureel en econo misch gebied zeer groote varandering te c-'-nstateeren, Was Wieringen in vroeger jaren, er dat is nog niet zoo heel lang terug, in die winterdagen, hij sneeuw en Ijs, bij regen en wind, onbegaanbaar, in later jaren is daar een groote verandering ten goede in gekomen, dank zij de gestadige verbeteringen der hoofd- en landwegen, zoodat het thans tot de uitzonderingen behoort indien een weg door regen of wind geheel onbegaanbaar is geworden. Dat de wegen voorheen onbegaanbaar waren is zeer stellig op te maken uit de wijze, waarop de boeren zich vroeger verplaatsten. Vroeger toch gingen zij, indien z\j boodschappen moesten doen, of Zondagsavonds als zij naar 'het meisje gingen, te paard, daar er anders geen doorkomen aan was. Mag de tegenwoordige hoofdweg ge heel aan stukken gereden zijn, is dit nog geen bewijs dat deze weg niet goed ge weest is, daar een weg, die tegen zulk een druk autoverkeer bestand is, zeker tot de uitzonderingen zal behooren. Zoo heeft er ook in de laatste jaren een groote verbetering plaats gehad op het gebied van afwatering en bemaling. Stonden de lage landen, hier Koogen genoemd, zooals de Stroeër-, Hippolvtus- h oever- en de Oeverschekoog. voor een tiental jaren des winters steeds onder water en wat dit voor de schaatsenrijden de jeugd en ook voor de ouderen een prachtgelegenheid om bij stevigen vorst over hel groote gladde ijsvlak te zwieren, voor het land was deze wekenlange onder-» dompeling niet zoo goed. Dat dit werd ingezien blijkt wel, daar te de Haukes, Hippolytushoef en aan het eind van Pol der W a^rd -N i euwl and successievelijk kleine watergemalen gebouwd zijn, zoo dat thans des winters geen water meer op het Land staat en men zoodoende zelf het waterpeil In handen heeft. Dit lage land, evenals geheel Wierngen, uitgezon derd kleine deelen van de Quarantaine en Votrop, hebben, om beschermd te zijn tegen de aanvallen der zee, groote ver dedigingswerken langs de oevers ver- eischt. Zijn de dijken aan den Noordkant, met het oog op de droogmaking der Zuider zee, verhoogd, daar een hoogere water stand verwacht wordt indien de dijk den OeverZurich gereed komt zou daaren tegen de Zuidkant geen dijk meer be hoeven, de zee zal toch hier niet meer tegen de glooiingen klotsen, omdat de zee achter dien dijk reeds drooggemaakt is. Toch zal men goed doen detze dijk niet te verwaarloozen. De Zuiderzeefilm, afge draaid in Hotel de Haan, heeft nog zeer duidelijk aangetoond, dat een groote storm in staat is dit miilioenenwerk te niet te dOen. Mag deze voorstelling van tegenstanderszijde geuit zijn, en staat de kunde der Ingenieurs tegenwoordig wel zoo hoog, dat zij van te voren alles goed ge-wikt en gewogen hebben, kunnen wij ons toch nog zeer levendig voor dien geest halen de overstroomingen die in de laatste jaren. Nederland geteisterd heb ben. Dat er met mogelijke overstroomin gen rekening gehouden wordt, blijkt- zeer duidelijk uit den vluchtheuvel, vanaf Wieringen met het "Woote oog ook zeer goed te zien, welke midden in den Wie ringermeerpolder is gemaakt Het vorige artikel is opgenomen in het nummer van Zaterdag 11 October. J.1. Dinsdagavond had in het evangc- lisatiegebouw >Rehoboth« een liohtbeel- denavond plaats, welke uitging van de Stichting voor lijders aan vallende ziek ten. Dubbel jammer is het geweest dat aan bedoelde avond zoo goed als geen publicatie is gegeven. Op zijn rustige en zakelijke manier hield Broeder de Groot uit Heemstede zijn uiteenzetting, afgewisseld door licht beelden. Wij aanschouwden de gebouwen der Stichting alsmede het behandelen der patiënten. Het was een prachtavond en wij hebben geconstateerd hoe men met f 0.10 in de maand mede kunt hel pen het lijden dezer menschen te ver zachten. Als lid kan men zich opgeven bij mevr. Witvliet te Hippolytushoef, welke daar toe gaarne inlichtingen verschaft. Reeds telt de halze stuiversvereeniging >Macht van het kleine* hier veel leden. Wij kunnen dan ook niet nalaten Broe der de Groot een woord van dank te brengen en hopen hem gaarne nog eens terug te zien en dan voor een talrijk publiek. Het was jammer voor broeder de Groot, maar over de andere kant had hij een aandachtig gehoor. Na het zingen van eenige gezangen was dezen avond ten einde. In het lokaal van den heer S. Veerdig te Hippolytushoef zal a.s. Zaterdag 25 October vanwege de R.-K. Transport- arbeidersbond een vergadering worden gehouden, waarbij het Hoofdbestuurslid de heer Jansen een redevoering zal hou den. Bij genoegzame deelname zal voor de leden van Den Oever een autobus disponibel worden gesteld, waarvoor opgaven kunnen worden gedaan bij den afd. secretaris, den heer P. L. Vroone, te Hippolytushoef. Schagen. BRAND. Dinsdagavond omstreeks 6 uur brak door tot nu toe onbekende oorzaak brand uit in de boerenplaats van Mevr. Wed. Brugman Hoogebieren gem. Barsinger- horn. Do brand woedde in korten tijd met grooten hevigheid zoodat de geheelt plaats een prooi der vlammen werd. Daar het vee nog niet in de stallen was ge borgen is hiervan niets omgekomen. Per soonlijke ongelukken kwamen niet voor. Van Ewijcksluis. Onze plaatsgenoot, de heer H. J. Derk' sen, thans werkzaam aan het station van den spoortramweg SchagenVan Ewijcksluis alhier, is met ingang van Zondag 26 October a.s. aangesteld als assistent-stationschef aan het station Krommenie-Assendelft. .Het reizend publiek zal den heer Derk- sen, die zich tijdens zijn twaalf jarig ver blijf alhier een groote populariteit wist te verwerven door zijn hulpvaardigheid, overal waar deze hulp gevraagd werd, noode zien heengaan. Toch zal ieder deze overplaatsing, die voor den heer D- tevens een promotie beteekent, aan deze gaarne zien toegewezen. Al wat de (menschen soheldt, is vijandig aan het welzijn van het monschdtom. BLOEMBOLLENCULTUUR. (Nadruk verboden). Ziekten en beschadigingen en haar bestrijding. Er wordt wellicht in ons vaderland geen cultuur gevonden, waar men zooveel aandacht en zorg aan het opzoeken en bestrijden van beschadigingen en ziekten besteedt dan in de bloembollencultuur. De grens tusschen beschadiging en ziek te is veelal moeilijk aan te geven. Wan neer een spreeuw een peer aanvreet of wanneer twee takken van een niet des kundig gesnoeiden boom langs elkaar schuren, waardoor een wond ontstaat, spreken we zonder eenig voorbehoud van een beschadiging. Zoodra lagere organis men als bacteriën een verderfelijke rol spelen, noemen we dit een ziekte. Wan neer echter heel kleine diertjes zooals b.v, -de aaltjes een gewas aantasten, spreekt de practijk van een ziekte (aal tjesziekte) terwijl we toch feitelijk met een beschadiging te doen hebben. We zullen op dit onderscheid niet verder in gaan, omdat dit slechts een academische beteekenis heeft, ofschoon bij de bestrij ding van diverse kwalen wel degelijk rekening gehouden moet worden met de oorzaak van de afwijkingen. Ken spreeuw is nu eenmaal geen bac terie. In de bollenstreek heeft men niet met een uitgebreid aantal kwalen te kampen, maar de enkele, die optreden, doen soms zooveel schade, dat een krachtig ingrij pen noodzakelijk ls. Nu is 't met het optreden van ziekten, zoowel in het dieren- als plantenrijk, zoo als het met tal van maatschappelijke ver schijnselen gesteld is. Als oorzaak wordt dikwijls opgegeven, wat in werkelijkheid slechts aanleiding en soms dit nog niet eens is. Daardoor wordt de verwekker van een kwaal bestreden, zonder dat men den overigen factoren, die mede het uit breken van een ziekteverschijnsel heb ben beïnvloed, aandacht waardig keurt Wie de verschijnselen in onze maat schappij bestudeert en zijn oordeel niet te oppervlakkig velt, zal vaak hoofdschud dend de activiteit van velen gadeslaan, die meenen een goed werk te doen, maar inderdaad slechts lapwerk leveren. Dat dezelfde kwalen in de bloembol lencultuur telkens weer optreden, moet voornamelijk geweten worden aan de on voldoende vruchtwisseling. Vroeger behoefde een bollenkweeker al zijn land niet met bolgewassen te beplan ten. Een gedeelte bleef braak liggen, werd 's winters gespit en het volgend voorjaar met aardappelen, erwten of boonen bezet. Deze vruchtwisseling was een zegen voor het land, terwijl ze tevens aan de arbeiders gelegenheid gaf het ge- heeie jaar door werk te vinden. Het laatste woord over vruchtwisseling is nog niet gesproken. Sommigen meenen dat de plantenwortels een of andere stof afscheiden, die nadeelig werkt op de wor tels van een overeenkomstig gewas. Anderen verklaren, dat elke plant be paalde stoffen uit den bodem opneemt of de plantenvoedende stoffen in een be paalde verhouding opzuigt, waardoor een overeenkomstig volgend gewas zich niet behoorlijk kan ontwikkelen. Nog weer anderen en tot dezen behooren natuurlijk de phytopatholog6n in de eerste plaats, wijzen slechts op de sterke ontwikkeling van ziektenverwekkers, wanneer men ver scheidene jaren achtereen hetzelfde ge was verbouwt In ieder geval is vrucht wisseling een zaak van gewicht voor de grondgebruikers. Toen er meer vraag naar bloembollen kwam en de teelt zich dus uitbreidde om aan die verhoogde vraag te kunnen voldoen, werden er verscheidene wegen bewandeld. Men stak steeds meer weiland in voor de bloembollencultuur, men groef duinen af om aan de behoefte aan hollen- land te kunnen voldoen, doch ook werd het bollenland minder met landbouw- of groentegewassen beteeld. Gedurende de oorlogsjaren waren land en tuinbouwproducten hoog in prijs, ter wijl er voor de bloembollen bijna geen afzetgebied was te vinden. Daarna zijn de bordjes echter verhangen. Voor producten, dienende tot voeding van mensch en dier bleek weldra geen vraag meer te bestaan, althans niet in die mate, dat ze met kans op winst op vrij duur land waren te telen. Door de groote vraag naar bollengrond stegen de land- prijzen bovendien in zoo sterke mate, dat de geheele cultuurwijze feitelijk gewijzigd is. Het spitten wordt thans zoo goed als niet meer in de wintermaanden uitge voerd. Zoodra d© bollen gerooid zijn, wordt het land weer bemest en gespit, opdat er dienzelfden herfst weer bollen op geplant kunnen worden. Voor 't geval men last heeft gehad van ziekten, wordt er soms grond uitgevaren en het ontstane gat met verschen grond aangevuld, maar ook laat men in dat geval wel diep spit ten, waarhij de grondlagen verwisseld worden en men dus versche aarde boven krijgt, maar waarbij de bovenlaag in het grondwater terecht komt. Er dwaalt in de bollenstreek 'n meening rond, dat grond, die eenigen tijd in het grondwater heeft gezeten en dus van de lucht is. afgesloten, gezuiverd wordt Luchtbehoevende organismen zullen zich natuurlijk in de zuurstofvrije omgeving niet erg prettig gevoelen, maar tal van organismen zijn in staat, zuurstof aan stoffen, waarin dit gas gebonden voor komt, te onttrekken. Zoodoende blijven die organismen in leven, terwijl ze boven dien producten achterlaten, die zeer gif tig zijn voor den plantengroen Uit sal peterzuurverbindingen (nitraten) worden dan de zeer giftige nitrieten gevormd, uit de sulfaten ontstaan de niet minder schadelijke sulfiden. Verder hebben we nog rekening te hou den met de cellulosegisting, waarbij uit celstof o.a. moerasgas (methaan) ontstaat en de boterzure gisting, waarbij naast boterzuur zich tal van andere zuren ont wikkelen. Aangezien de plantenwortels ook ademhalen en dus over lucht moeten beschikken, kunnen zij zich niet normaal ontwikkelen, wanneer in den bodem stof fen voorkomen, die in een zuurstofvrije omgeving zijn ontstaan. Dat de plantenwortels dus verzwakt worden, wanneer ze met het grondwater vergiften opnemen, is duidelijk. Dat op de verzwakte wortels zich spoedig orga nismen nestelen, die een gemakkelijk te vernietigen prooi hebben gevonden, laat zich ook indenken. Is een verzwakt menscheljjk lichaam ook niet uitermate vatbaar voor aanvallen van bacteriën? En nu trekken we wederom een paral lel, ditmaal tusschen menschen en plan ten. De vroegere phytopathologen (niet onjuist „plantendoktere" genoemd) von den een zwammetje of een bacterie en gingen dit te lijf. Ze deden daarbij den ken aan die specialisten, die zich ook slechts tot de aanleiding van de kwaal be palen en de directe oorzaak wegnemen. De latere phytopathologen hebben hun taak veel breeder opgevat. Hen zou men het best met hulsdokters kunnen verge lijken, die hun onderzoek gewoonlijk veel breeder opzetten en dit ook kunnen doen, "omdat ze het milieu kennen, waarin de patiënt is opgegroeid. Tot deze groep van phytopathologen moeten we Prof. van Slogteren en zijn medewerkers rekenen, die in hun Laboratorium voor Bloem- bollenonderzoek, gevestigd te Lisse, dus in het hartje van de bloembollenstreek, hun onderzoekingen hebben verricht. Prof. van Slogteren heeft zoo juist ge voeld, dat men eerst de cultuur grondig moet hebben bestudeerd alvorens in het laboratorium proeven op te zetten. Daar door ls hij onwillekeurig nu en dan van het voorheen zoo eng begrensde pad der phytopathologle afgeraakt en heeft hij een terrein betreden, waarop vroeger een bordje stond: „Cultuur, verboden voor plantendoktere", maar dat thans door een plantendokter moet worden betreden, wil hij niet gehandicapt worden in zijn onder zoek. Gelukkig zijn er in de bloembollen streek voldoende kweekers zoo ruim van opvatting, dat zij Prof. van Slogteren in zijn streven zoo krachtig mogelijk heb ben gesteund. Op zijn laboratorium heeft Prof. van Slogteren regelmatig bespre kingen met een commissie van advies, be staande uit menschen, die midden in de practijk staan. Daardoor worden de on derzoekers op de hoogte gehouden van de moeilijkheden, die zich in de cultuur voor doen, terwijl de practici weten, met welke vraagstukken de „plantendoktere" zich bezighouden. Op het werk van Prof. van Slogteren hopen we in een volgend artikel uitvoerig terug te komen. Uit de Land- en Tuinbouwwereld. GRAAN. Hoewel ons land niet behoort tot die lau den, welke voor de graanproductie. ten op zichte van de wereldmarkt van groote betee kenis zijn, neemt de graant eelt toch een zeer belangrijke plaats ia. Dit moge blijken trit het volgende overzicht, gebaseerd op de gegevens van 1927. Gem. opbrengst H.A. per H.A. Wintertarwe 158102 35.8 H.L. Zomertarwe 3 767 32.3 Rogge 197 247 24-5 IVintergerst 10 043 46.9 Zomergerst 16485 41.7 Haver 148829 44.8 Behalve voor de voedselvoorziening van mensch en dier en de levering van stroo voor papierfabricage, dienen de granen ook voor grondstoffen voor verschillende Industrieën: spiritus, bier, stijfsel, gort, vermicelli, haver mout. Wat de voedingswaarde betreft kunnen wij het volgende mededeelen. Het zetmeelgehalte ligt tusschen 58 (haver en 68.7 (rogge) eiwit vinden we bij gerst 9.3 bij haver 10.5%, bij rogge 11%, bij tarwe 12.5%. Daarentegen is het vetgehalte vrij laag: tarwe en rogge 2%, gerst 2.x haver 4.8%. Bij peulvruchten is het zetmeelgehalte veel lager, dtoch het eiwitgehalte veel hooger. Meestal vinden we bij de graanplairt meer dan één stengel. Men noemt dit uitstoelen. Zelden treffen we 10 stengels aan, gemiddeld bedraagt dit aantal 3 1 4 per pdant. Als het graan vroeg gaat legeren, komt dik wijls nieuwe uitstoeling voor. Dit is echter geen voordeel, omdat de gelegerde halmen noodrijp worden en de nieuwe halmen geen oogst van beteekenis leveren. Een gunstige uitstoeling wordt bevorderd door gunstige groeivoorwaarden, dus vocht, warmte en voedsel, vooral stikstof. Indien in het voorjaar het graan een te hollen stand heeft, zal een matige overbemesting met Chilisalpeter niet alleen het uitstoelen bevor deren, doch ook sneller doen verloopen. De stand wordt dichter en gelijkmatiger. Bij wintergranen zal een dergelijke gift van Chilisalpeter de jonge planten beter bestand dben tegen den schadelijken invloed van hét ongunstige winterweer. Doch ook hier wachte tóen zich voor overdrijving. De jonge planten mogen zich niet te veel ontwikkelen, zij zou den dan èn door regen èn' nog meer door sneeuwbedekkiiig kunnen lijden. Van beteekenis is ook in het voorjaar bij een te hollen stand het rollen. Hierdoor en door bemesting zal ook de uitstoeling in den regel gunstig verloopen en de kans op een goeden oogst belangrijk verhoogd worden. De bestuiving kan zijn öf zelf bestuiving óf kruisbestuiving. Zelf bestuiving heeft plaats bij tarwe, kruisbestuiving bij rogge. Bij gerst en haver is zelfbesttnving regel, doch ook komt kruisbestuiving voor. Bij tarwe is het dus ge makkelijker constant zaad te telen dan b.v. bij rogge. Bij deze laatste zal meermalen nieuw, zuiver zaad moeten worden aangeschaft Ook bij den aankoop van zaaizaad dient men zich wel te overtuigen, dat mem zaad van de gewenschte variëteit ontvangt Inlichtingen omtrent deze zaden kunnen ge geven worden door het Instituut voor Plan tenveredeling te Wagenaagen. Vooral Prof. Dr. L. Broekema, Oud-Hoogleeraar aan de Land- bouwhoogeschool te Wageningen en Dr. R. J. Mansholt, Westpolder in Groningen hebben reeds jaren en met groot succes door opzette lijke kruisingen en selectie zeer bruikbare variëteiten verkregen, die zich onderscheiden door hooge opbrengst en stevig stroo. Wij zullen in volgende artikelen enkele dezer soorten nader aanduiden. Marktberichten BROEK OP LANGENDIJK. 22 October. Aanvoer en prijzen: 4500 kg aardappelen: Schot- sche muizen f 2.90, bl. aardappelen f 2, drielingen f 2.90: 10300 kg uien: uien f 130—1.90, drielin gen f 1.1.40, grove f 1.70—2.40. gele nep f 1.30 330; 7700 kg peen: 1ste soort f 1.10130. kleine peen 70—80 ct; 64 kg speröeboonen, f 10.80; 6800 kg kroten, f 130—2.70; 62* kg toma ten: A f 21. C f 14.90. CC f 10.10; 40.000 kg roode kool. f 0.80—4.10; 17.000 kg witte kool. f 1—1.40; 4500 kg gele kool. f 2.10—3.50; 21.000 kg Deen- sche witte kool, f 1.80230, alles per 100 kg: 7000 stuks bloemkool: 1ste soort f 41330, 2de soort f 0.50—f 1.10, reuze bloemkool, f 4.40— 10.90, per 100 stuks. Schagermarkt van Donderdag 23 Oct. 19 paarden 150400: 61 geldekoeien (ma gere) 215340; 46 idem (vette) f 400430; 5 kaE&raeien 32s430; 63 vaarzen 200— 230; 42 graskalveren 80125; 15 nuchtere kalveren 16—28; 40 schapen (magere) 35 40; 170 idem (vette) 40—50; 183 overhou- ders 2s—«40; 28 varkens (mager) 24—44; 30 idem (vette 0.54—0.58; 166 biggen 12 24; 26 konijnen 1—-2.50; 103 kippen o.so— 1.25; eenden 0.60; haantjes 0.75a. EierenveiUng. 22478 kipeieren: bruine 9.70—ïojo; witte 910; kleine witte 6.60—8.30. 122! eendeieren 5.80—6. nJDSCHRIFTEN. WEEKBLADEN eni Verschenen is een fraai geïllustreerd spe ciaal nummer van de S.B.B.-revue, een door de Schweizerische Bundesbahnen uitgegeven toeriytenblad. Het bevat, naast een aantal mooie opnamen uit Zwitserland, artikelen in Nederlandsch, Duitsch, Fransch, Engelsch en Italiaansch.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 11