fucTiTva^rt" 1 gen naar het kerkhof «tonden de men schen in dichte rijen om den dooden de laatste eer te bewijzen. De geheele plechtigheid ia draadloos uitgezonden. Door middel Tan luidsprekers konden de menschen op straat het gesprokene volgen. Te Berlijn en in geheel Pruisen begon nen de klokken om 10 uur te luiden. Van alle openbare gebouwen en van vele par ticuliere huizen waaien de vlaggen half stok. Nadere bijzonderheden van de nieuwe ramp. Volgens officieele mededeelingen had do mijngasontploffing in de schacht May- baeh Zaterdagmiddag precies half vier plaats. Hierdoor werd een koolstofont- ploffimg veroorzaakt, die zich snel door de .afdeelingen, 3, 0, 11 en 13 verbreidde, op de laagste der vier verdiepingen, welke 600 meter onder den grond is gelegen. Een hevige slag weerklonk, die op groo- ten afstand in het ondergrondsche bedrijf gehoord werd. De gevolgen waren ver schrikkelijk. Looomotieven werden opge nomen en weggeslingerd, de houten steunbalken weiden ineengedrukt, de lampen verbrijzeld, gangen stortten in. Een paniek maakte zich meester van de 778 man, die zich in deze verdieping be vonden. Achtervolgd door de ontketende mach ten der onderwereld, tilden de mijnwer kers weg, struikelden en sprongen weer op, voorwaarts voorwaarts, weg uit die gangen, waar de dood om zich heen greep. Zoo konden zich nog honderden in veiligheid brengen en zelfs het grootste deel der mijnploeg, uit drie van de vier getroffen afdeelingen, ontkwam aan de gevolgen van het vernielende vuur. Doch de verraderlijke koolstof had haar prooi reeds gegrepen: meer dan honderd ar beiders moesten achterblijven, daar het lot had gevild, dat juist hun afdeeling totaal vernield zou worden. Onmiddellijk na de explosie daalden uit de andere schachten reddingsploegen af, gewapend met gasmaskers en bereid, zoo noodig het leven te wagen. De weten schap, dat er kameraden gered konden worden, bezielde de mannen met bijna bovenmenschelijken moed, om den strijd tegen het moordende gas aan te binden. Om zeven uur in den avond bereikt men na moeizamen arbeid dertig mannen. Do reddingsploeg verwijdert in koortsach tige opwinding de laatste belemmeringen. Daar zien zij die dertig liggen tusschen het puin. Zij dringen zich door de ope ning en treden nader. Zijn de gevon denen dood? Ademlooze spanning Neen, zij ademen nog. Maar er is drei gend gevaar. Yersche lucht, snel, snell Weer klinkt het karakteristieke geluid van de liftbel. Daar gaan «Zij naar boven. Aan de schacht staan verplegers, dokto ren snellen heen en weer. Dank zij de reddingsploeg is het niet de doodenhal, doch het ziekenhis, dat hen wacht. Helaas sterven er daar nog eenigen van hen; immers allen waren levensgevaar lijk gewond. Sneller dan te Alsdorf heeft de trage die zich te Maybach ontwikkeld. Weldra liggen 89 dooden in het gebouw, bij welk aantal de zes mijnwerkei's zijn inbegre pen, die, na zwaar gewond naar het hospitaal te Fischbach te zijn overge bracht, aan hun verwondingen zijn over leden. Nogmaals de begrafenis te Alsdorf. Hier is nog zoo'n treffend, triest stem- mingsstukje, waarmede Brusse, de redac teur van „Onder de Menschen", van de plechtigheid vertelt: In den schemer van den vroegen grau wen regenmorgen gingen de menschen in Kerkrade waar ik gelogeerd had al op weg, bergaf, voor den langen tocht door het kolendistrict van de Worm, naar Alsdorf, om de begrafenis van 260 veron gelukte mijnwerkers bij te wonen. Zij trokken door Herzogenrath, waar de stoeten mannen en vrouwen steeds dich ter werden en velen droegen kransen mede voor de baren van de makkers. Zwermen rijwielen, drommen auto's, twee, drie dik, extra trams, autobussen volgepropt, zoo stroomde het alles af op waar de zwarte steenbergen, als hooge duinen tegen de lucht aanstaand, waar van de schoorsteenen, de schachttorens in witte wolken van stoom, de zwarte vlag gen woeien. En het rouwende mijnwerkersstadje stroomde er weldra vol van uit alle rich tingen, boordevol. In de autoparken was nergens plaats meer, in de geïmproviseer de rijwielbergplaatsen werden ze twee hoog gezet en je kreeg den indruk of de menschen er in de al maar voller ge stuwde huizen uit de ramen puilden, op gevoerd werden tot boven op de daken. Om acht uur al, na afloop van de rouw diensten in de kerken, had die menigte i van tienduizenden zich gezet langs de wegen van rouwstoet, onwrikbaar, zoodat de politie gedeeltelijk te paard er met ge weld een baan door heen moest wiggen. En hierdoor traden nu al die gilden en schutterijen op in hun ouderwetsche bonte uniformen, omsjerpt, bepluimd, met vlaggen, met omfloerste banieren in een erscheidenheid, die aan een historischen optocht deed denken. De familieleden van de afgestorvenen, de meeste vrou wen zwaar in de rouw, velen gesluierd, de meesten mannen met hooge hoeden, de ontelbare autoriteiten uit alle deelen van Duitsehland en het buitenland, met ook Nederlandsche ^afgevaardigden er onder, zij trachtten door te dringen naar het administratiegebouw van mijn Anna I, waar In tweehonderd zestig kisten de dooden lagen. En ln die volte, met de bonte uiterlijkheid, plekten overal 'zware herfstkleuren van de bloemen, van groote tuilen, kransen, die door vijf man getorst moesten worden, reusachtige bloemstuk ken van purper tot gloeiend rood. Daar over heen hingen de zwart-witte vlaggen uit de huizen, waar aan alle winkels de luiken gesloten waren. De straatverlich ting was overal aan. „Laat ze maar toe, laat ze maar allemaal toe." Voor de ijzeren deuren van het mijn- terrein drongen de schuwe betrekkingen op. Ik hoorde een politiechef goedig zeg gen: Laat ze maar toe, laat ze maar alle maal toe, tot 800. En aanstonds golfde ook deze ruimte langs het hoofdgebouw vol, voorbij de mijnwerkers-orkesten, die er opgesteld stonden met koperglimmende instrumenten. Te klokke half tien, terwijl de stoom van het mijnbedrijf in een motregen neer sloeg op de wachtende drommen buiten, klonk van den gevel de inzet van de plechtigheid met treurmuziek en meteen gingen overal in die breede straat alle hoeden en petten af. Het was ruim half twaalf toon deze uitvaart van 260 dooden begon, langzaam voorttrekkend onder het klokgelui uit de torens, dwars door de drommen van ont roerde mannen en vrouwen, die het» bewo gen aanzagen en zóó stil, dat je alleen hoorde het snorren der motoren-, het pre velen der gebeden, het ingehouden .ge snik van velen, die moeizaam onder steund, te voet volgden. En die tiendui zenden brachtön allen telkens weer den makkers hun eerbiedigen groet, de vrou wen bogen, militairen en politie salueer den, de banieren werden er heen gericht. Dan zette het koper weer treurmuziek in, De zon was doorgekomen, bont van kleu ren was deze lange, lange begrafenis stoet, die drie kwartier duurde om lietu te zien passeeren. Opmerkingen van verschillen den aard. Verscheidene leden wensohten te ver nemen, welke de voornemens der Regee- ring zijn ten aanzien van het nog steeds bij de Kamer aanhangige ontwerp-Zon- lagswet. Opnieuw verklaarden verschei dene leden, het onverdedigbaar te achten, dat de lijkverbranding, waarvan vaststaat dat zij in strijd is met (le Begraafwet, door de Regeering oogluikend wordt toege laten. Eenige leden stelden de vraag, of de Commissie-De Bie inzake het dansvroag- stuk reeds haar rapport heeft uitgebracht. Gewezen werd op de volstrekt verouder de voorschiften betreffende de afgifte van een bewijs van goed zedelijk gedrag. Eenige leden gaven het denkbeeld in overweging, een statistiek samen te stel len, waaruit kan blijkenin welke mate in ons land de huisvrouwen de wasch ge heel of gedeeltelijk buitenshuis laten be handelen! Zulk een statistiek zou kunnen bijdragen tot vergrooting van de kennis van de levenswijze der bevolking. D© landbouw-crlsls. Zeer -vele leden verklaarden zich onvol daan over het beleid van den minister, voorzoover dat de afd. Landbouw van zijn departement betreft. Verscheidene leden vroegen of de mi nister bereid is, te doen blijken van zijn inzicht in de oorzaken van de crisis als mede van zijn oordeel over elk der in het bovengenoemde program vermelde pun ten, voorzoover die aanstonds te nemen maatregelen betreffen. DE POSTVLUCHTEN NAAR EN VAN ENDIE. Het eerste postvliegtuig terug. Het eerste retourvliegtuig is Zaterdag morgen tien minuten vóór twaalf op Schiphol geland. De aankomst had zonder eenige plechtigheid plaats. Er was weinig publiek; wel waren er natuurlijk familie en vrienden van de bestuurders, de sta tionschef, de waarnemende havenmeester en collega's van Van Dijk, Wiersma en Buitenhuis. Het toestel bracht 240 K.G. post mee, die direct uitgeladen werd, om het ge deelte voor Engeland en Frankrijk nog met den middagjiienst door te zenden. Van Dijk verklaardé, zeer tevreden te zijn over zijn tocht, dien hij, ondanks den omweg over Egypte en Griekenland, in 8'/a dag heeft volbracht. Boven Grieken land heeft hjj zeer slecht weer gehad, op 4100 M. hoogte was hij nog niet boven de wolken. Boven Bulgarije was het weer beter. Aanvankelijk heeft hij er nog over gedacht, door te vliegen naar Amsterdam, doch daar hij geen weerberichten had, is hij voorzichtigheidshalve te Weenen geland. Even na de aankomst kwamen de heeren Plesman, direeteur der Kon. Luchtvaart- mij.. en Smits, voor de directie der Fok kerfabrieken, op Schiphol, waar zij de bemanning geluk wc-nschten met de voorspoedige reis. Arbeid, Handel en Nijverheid. Aan het Voorloopig Verslag over hoofdstuk X (Arbeid, Handel en Nijver heid) van de Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1931 is het volgende ontleend: Algeineene beschouwingen. Sommige leden spraken hun ernstige teleurstelling er over uit, dat op het ge bied van de sociale wetgeving, waarop nog altijd een groote achterstand bestaat, in het afgeloopen jaar zoo goed als niets is tot stand gekomen. Arbeid. Wederom drongen verscheiden leden aan op Verdere toepassing van de Ar beidswet, waarbij verschillende catego rieën werknemers bepaaldelijk werden ge noemd. Gevraagd werd, of de minister reeds ln staat is een oordeel te geven over de wer king van het Werktijdenbesluit voor win kels. Men had den indruk, dat de uitvoe ring eenige leemten in het besluit aan het licht brengt en dat ook de toepassing niet overal gelijk is. Opnieuw werd geklaagd en évenzeer opnieuw hiertegen opgekomen over het groote aantal overwerkvergunningen, dat wordt verleend, over de lichtzinnigheid, waarmede dit geschiedt en over het ont breken van voldoende overleg met alle daarbij betrokken partijen. Het vóór en tegen werd ook bepleit van het verleenen van vergunning tot het werken ig twee ploegen. Arbeidersverzekering. Sommige leden stelden de vraag, of, nu ook de Ziektewet in werking is getreden, waardoor in groote trekken het gebouw der sociale verzekering is voltooid, niet het oogenblik is aangebroken om de reor ganisatie van deze verzekering ter hand te nemen, welke reeds in de troonrede van 1929 werd aangekondigd. Werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. Verscheidene leden spraken er hun leedwezen over uit, dat de wettelijke rege ling van de werkloosheidsverzekering ook door dezen minister weer naar den ach tergrond is geschoven, waardoor de vrees gewettigd is, dat zij in den laatsten tijd niet zal tot stand komen. Aangedrongen werd op verbetering van de bepalingen der werkloosheidsverzeke ring voor de haringvisschera op Noordzee. Verscheidene leden drongen er op aan maatregelen te treffen met het oog op de omvangrijke werkloosheid, welke in den komenden winter is te verwachten. Handel en Nijverheid. Gevraagd werd naar de beginselen, welke den minister bij de te voeren eco nomische politiek zullen leiden en welke gedragslijn hij ter ondersteuning van han- del en nijverheid in de moeilijke omstan- J digheden, waarin deze verkeeren, voor nemens is te volgen. Volksgezondheid. Sommige leden vroegen inlichtingen over het plan om ter bestrijding van de z.g. kinderverlamming het land te verdee- len in verschillende districten. AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. Minerva op den voorgrond. Kunstkring-Jubileum. Tooneel en film. Nieuw-Nederland. TWEEDE KAMER. Binnenlandsche Zaken en Landbouw. Voorlooplg verslag. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over hoofdstuk V (BinnenL Zaken en Landbouw) der Rijks begrooting voor het dienstjaar '3L Daar aan is het volgende ontleend: Relletjes te Maastricht Verscheidene leden brachten het ge beurde ter gelegenheid van de staking aan de zinkwitfabriek te Maastricht in 1929 ter sprake. Deze leden wezen er op, dat thans wel is komen vast te staan, dat van het begin der staking af de vrijheid en veiligheid der werkwilligen, zeer ern stig bedreigd werden. De politie-autori- teiten zijn in elk opzicht in hun taak te I kort geschoten. Elke leiding heeft ontbro ken. j Van andere zijde werd opgemerkt, dat I ook in de katholieke peis zelf groot ver schil van opvatting omtrent bijzonder heden van het gebeurde aan den dag is getreden. De heer Vliegen heeft inzake de relle tjes een afzonderlijke nota ingediend. Toestand binnenschipper!.!. Gevraagd werd, of de minister bereid is om de Kamer mede te deelen, of, en zoo ja, welke gemeenten bij de Regeering als resultaat van een door haar ter zake inge- steld onderzoek aangedrongen hebben op' het verleenen van een tegemoetkoming in de kosten, door haar te maken voor het verleenen van steun aan noodlijdende schippers. Krachtig werd aangedrongen op de in stelling van een Staatscommissie. Minerva, de godin der wetenschap, heeft deze week in de hoofdstad op meer fees telijke wijze aan den openbaren weg ge timmerd dan zij gemeenlijk pleegt te doen. Waar zij gewoonlijk, voor de oogen van het groote publiek min of meer verborgen, in stil-besloten collegezalen en laboratoria, in rustige, geïsoleerde studeervertrekken, baar Scepter voert, daar heerschto zij dit keer vele middagen en avonden achtereen in het. Concertgebouw, in de Koningszaal van „Artis" en ook in- de straten waar een aantal van haar jongste discipelen zich lier met haar uniform, de baret en het kleurig lint, toonden en tevens, één avond, de fakkels lieten branden en de statiekarossen lieten rijden, te barer eer. De Vrije Universiteit, de schepping waar mede ons gereformeerd volksdeel haar, deze godin, tracht te eeren, vierde haar halve eeuw-feest. Het was op 20 Oct. 1880, dat de Ver. voor Hooger Onderwijs op Geref. Grondslag, twee jaar daarvoor door dr. A Kuyper opgericht, de deuren van „De Vrije Universiteit te Amsterdam' opende, deuren waardoor dut eerste jaar slechts vijf voedsterlingen oftewel studen ten binnen traden. In den loop van de, thans achter den rug liggende vijftig jaar is de instelling tot een krachtig instituut, dat naar de statuten aangeven bedoelt „vrij" van Staat zoowel als van Kerk te zijn, gegroeid en heeft het, vooral nadat zij in 1905 het eigen promotierecht ver worven had, voor een groot deel het ideaal „Souvereiniteit in eigen kring", door den oprichter gesteld, verwerkelijkt De „vrjj- I heid", zooals het in dien kring begrepen wordt, werd'ongetwijfeld bereikt en ge handhaafd; de Universiteits-gedachte, waarin alle vakken van wetenschap ten- lotte hun plaats moeten vinden, daaren tegen nog niet. De thans bij haar inge- 1 schreven 470 studenten zijn verdeeld over drie faculteiten: de juridische, de theolo gische en de litteraire. Een natuurweten schappelijke werd eerst onlangs (nog net binnen den daarvoor door de Wet gestel den termijn) gestiqht en de vijfde, de me dische, moet nog georganiseerd worden, al zijn de stekjes hiervan ook reeds ge plant in den vorm van een psycbiatrisch- neurologische kliniek en in de leerstoel voor een buitengewoon hoogleeraar dan ook reeds geplant. Na deze feestviering, die als hoogtepunt enkele eere-promoties Inhield, kan men wel voorspellen, dat het ideaal van de volledige Universiteit binnen enkele jaren óók wel bereikt zal zijn; ons gereformeerde volksdeel toch heeft in deze dagen nog weer eens ten duidelijkste be wezen, dat de Vrije Universiteit zijn troe telkind en zijn trots is; in overgrooten ge tale was men uit alle oorden van het land opgekomen om dit festijn mee te vieren en de toegezegde feest-gave van meerdere tonnen gouds getuigde wel van een onver minderde offervaardigheid Intussohen gaf, juist in deze zelfde da gen, de Gemeente blijk. dat ook zij Mi nerva niet ontrouw wordt. Zij toch schonk haar (gemeentelijke) Universiteit een nieu we, op en top modern-ingerichte afdeeling voor Inwendige Ziekten in het Wilhel- mina-gasthuis, <lie, bij den aanvang van het daarin °egeven eerste college, door den burgemeester met een min of meer fees telijke speech aan prof. Snapper officieel werd overgedragen. Hij, onze burgervader, hoopte, dat prof. Snapper (die reeds jaren in zijn vrüen tijd de scheidsrechter-fluit op het voetbalveld blaast) hier, tot heil van onze zieken, nog jaren lang evenveel op gewekte daadkracht zou toonen en snelle en goede beslissingen zou Luimen nemen, als op het sportterrein. Hopen wij het met hem.... Een ander jubileum, ditmaal niet op het terrein der wetenschap, maar op dat der kunst, kwam daarnaast onze aandacht vra gen. Het tien-jarig bestaan yan den Am- sterdaraschen Kunstkring „Voor Allen". Zooals voor de Vrije Universiteit dr. Kuy per de groote man is, blijft Joh. van Ruyven dit voor dezen Kunstkring, die haar in 1920 stichtte en thans nog steeds, als bezoldigd secretaris-penningmeester, de dagelijksche leiding heeft van dit, in den loop der jaren tot een ledental van 10.000 gegroeide instituut, dat bedoelt te zijn: een organisatie van het publiek zelf, waardoor de groote massa op directer en goedkoopere wijze met de kunstenaars in contact kan komen dan veelal mogelijk blijkt als men uitsluitend is aangewezen op de tusschenkomst van concert-agentu ren en impressario's. Wie de hooge entrée- pryzen kent, die in de hoofdstad nog steeds voor goede muziek-, tooneel- en dansuitvoeringen betaald moeten worden, zal er zich niet over verwonderen, dat de Kunstkring, die o. a. voor zijn mi nimum-contributie van drie gulden recht op zes avonden geeft, nog steeds (al was er in het ledental het vorige jaar een tijde lijke inzinking), groote werfkracht bezit en zal mr. Polenaar, de tegenwoordige voorzitter, ^elijk moeten geven waar hij verklaarde, dat het bereikenvan de twintig duizend in een stad als Amsterdam geen heksenwerk zal blijken te zijn. Het openingsconcert, nu tien jaar geleden, bracht Louis Zimmerman en Evert Cor- nelis op het podium en na dit gelukkige debuut heeft het bestuur van den Kring nooit geaarzeld de beste, bekende artisten uit binnen- en buitenland te engageeren. Ook bijzondere en nieuwe dingen, waar anderen nog niet aandurfden, werden ge boden. Zoo bracht de Kring enkele jaren geleden de Spaansohe danseres Argentina voor het eerst naar ons land en maakte hij de opvoering van Gorki's „Naclitasyl" ln den Stadsschouwburg door het, voor die gelegenheid sterk uitgebreide ensem ble Bouber mogelijk. De omstandigheden (in de eerste plaats wel, dat muziek inter nationaal is en aan geen taal en lands grenzen gebonden) hebben er toe geleid, dat de Kring zich tot nu toe meer op mu zikaal terrein dan op tooneelgebied bewo gen heeft. Dat echter ook het tooneel bin nen de Kring-belangstelling blijft vallen, blijkt wel uit het feit, dat het bestuur, ter gelegenheid van dit tienjarig bestaan het plan koesterde om, met behulp van een extra gemeente-subsidie, een .historische tooneel-cyclus te geven, een overzicht van de Hollandsche tooneel-litteratuur, begin nend bij de Middeleeuwen. Door toedoen van de tooneelcrisis in het vorig seizoen is er echter van dit plan niets gekomen. Maar het bestuur heeft dit denkbeeld niet opgegeven en hooDt het toch in een niet al te verre toekomst te verwezenlijken. En zoo is er meer. Eén merkwaardige slotsom, die uit het streven en werken van den Kring in de laatste jaren te trekken valt, moge hier tenslotte nog vormeld worden. De radio, die, in den beginne, nadat zij in vrijwel allo huizon was doorgedrongen, het con certbezoek kennelijk afbreuk deed, bleek, tegen de verwachtingen van vole pessi misten in, op den duur juist dat bezoek te bevorderen!Die radio bleek, naar de woorden van mr. Polenaar, niet alles te geven wat men er in artistiek opzicht van verwachtte.... Wèl deed zij velen het muzikale terrein verkennen, wakkerde echter juist het meemaken van.... het „echte" in breode kringen aanl Zou, kan men vragen, op soortgelijk» wijze, ook niet de film ln zekeren zin de gangmaker voor het tooneel kunnen zijn en het schaduw-spel-op-het-witte-doek niet verlangens wakker roepen naar het.... „echte" leven op de planken?.Wat de, ook echt-tooneel-spelende film-sterren be treft is dit zeer zeker het geval. Zoo heb ben vele Amsterdammers, die Emil Jan- riings vele malen reeds in de bioscoopzaal bewonderd hadden, gretig de gelegenheid aangegrepen hem nu ook eens in „leven de" lijve op de planken te zien. Zijn op treden in „Zaken zijn zaken", het stuk waarin indertijd ook Hubert Laroche in de hoofdstad zulke successen wist te vie ren, werd voor die velen een genot en een verheuging zooals zij het, dit moesten zij zich bekennen slechts zelden in de bioscoop vinden. Wat men verder, in het algemeen, ook over de verhouding film-tooneel moge denken en zeggen, dit is wel zeker: dat zij beiden, wederkeerig elkanders gangmaker kunnen zijn. Waar film en tooneel beiden op hetzelfde oogenblik een zelfde «tuk geven doen zij elkaar geen afbreuk, maar bevorderen elkanders „loop"..Het be wijs hiervoor werd dezer dagen geleverd door de „Dreyfus-zaak", een stuk, dat èn door het Reinbrandt theater „gedraaid" werd èn door Verkade en de zijnen in den Stadsschouwburg gespeeld. Gevolg was, dat wie het op het Rembrandtplein gezien had, het nu ook wel eens op het Leidsche plein wilde zieni en omgekeerd. En het zou, gezieni de gunstige resultaten voor beide kassen, geen verwondering haren, als dit succes aanleiding werd om zulk 'n ge lijktijdige vertooning tot een soort metho de te gaan maken. Men kan zich zelfs voorstellen, dat hierin de kiem ligt voor een toekomstige overeenkomst, althans een voortdurend voeling-houden tussohens onze tooneel- en bioscoop-directiesl Leidde véél in boven gememoreerde fei ten van de week tot een.... denken aan uithuizigheid, het Ned. Instituut voor Volkshuisvesting en stedenbouw bood mei zijn j-L Zaterdag geopende tentoonstelling in het Sted. Museum een tegenwicht, dat de gedachten tot een eigen huis terugvoer de Er wordt hier een beeld gegeven vaa hetgeen op grond van de Woningwet in het belang van de volkshuisvesting en sto- debouw in ons land is geschied. Vele gemeenten hebben uitgebreide in zendingen gezonden en het is wel eens goed voor vele stadgenooten, die wel eens neiging hebben Amsterdam als de eenige gemeente te denken waar „veel voor de volkshuisvesting gedaan wordt", te zien, hoeveel ook elders, zoowel van gemeente wege als van particuliere zijde, de laatste jaren op dit gebied gedaan is. Een aardig onderdeel van deze expositie is „Nieuw-Nederland" van de afdeeling uitbreidingsplannen en gewestelijke plan nen-; met Nieuw-Nederland (het is eigen lijk een naam om te behouden!) wordt dan bedoeld de gronden die aan de Zuiderzee entnon ion worden en speciaal do Wierin- germeer, waarvoor een schema tot verka veling is uitgewerkt Bi! een volgende tentoonstelling van het thans 12>2-jarig Instituut zien we mis schien al de nieuwe woningtypen van dit Nieuwe Nederland, waarop we nu reeds bij voorbaat trots zijn! »De wind heeft mijn hoed opgenomen en u probeert niet hem in te halen*. Sprinter: »Jawel, maar ik kan hem ge makkelijk honderd meter voorsprong geven*. LustigeKëlnerZeitung,Keulen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 2