fucTiTva^rt"
1
gen naar het kerkhof «tonden de men
schen in dichte rijen om den dooden de
laatste eer te bewijzen.
De geheele plechtigheid ia draadloos
uitgezonden.
Door middel Tan luidsprekers konden
de menschen op straat het gesprokene
volgen.
Te Berlijn en in geheel Pruisen begon
nen de klokken om 10 uur te luiden. Van
alle openbare gebouwen en van vele par
ticuliere huizen waaien de vlaggen half
stok.
Nadere bijzonderheden van de
nieuwe ramp.
Volgens officieele mededeelingen had
do mijngasontploffing in de schacht May-
baeh Zaterdagmiddag precies half vier
plaats. Hierdoor werd een koolstofont-
ploffimg veroorzaakt, die zich snel door
de .afdeelingen, 3, 0, 11 en 13 verbreidde,
op de laagste der vier verdiepingen, welke
600 meter onder den grond is gelegen.
Een hevige slag weerklonk, die op groo-
ten afstand in het ondergrondsche bedrijf
gehoord werd. De gevolgen waren ver
schrikkelijk. Looomotieven werden opge
nomen en weggeslingerd, de houten
steunbalken weiden ineengedrukt, de
lampen verbrijzeld, gangen stortten in.
Een paniek maakte zich meester van de
778 man, die zich in deze verdieping be
vonden.
Achtervolgd door de ontketende mach
ten der onderwereld, tilden de mijnwer
kers weg, struikelden en sprongen weer
op, voorwaarts voorwaarts, weg uit die
gangen, waar de dood om zich heen
greep. Zoo konden zich nog honderden in
veiligheid brengen en zelfs het grootste
deel der mijnploeg, uit drie van de vier
getroffen afdeelingen, ontkwam aan de
gevolgen van het vernielende vuur. Doch
de verraderlijke koolstof had haar prooi
reeds gegrepen: meer dan honderd ar
beiders moesten achterblijven, daar het
lot had gevild, dat juist hun afdeeling
totaal vernield zou worden.
Onmiddellijk na de explosie daalden
uit de andere schachten reddingsploegen
af, gewapend met gasmaskers en bereid,
zoo noodig het leven te wagen. De weten
schap, dat er kameraden gered konden
worden, bezielde de mannen met bijna
bovenmenschelijken moed, om den strijd
tegen het moordende gas aan te binden.
Om zeven uur in den avond bereikt men
na moeizamen arbeid dertig mannen. Do
reddingsploeg verwijdert in koortsach
tige opwinding de laatste belemmeringen.
Daar zien zij die dertig liggen tusschen
het puin. Zij dringen zich door de ope
ning en treden nader. Zijn de gevon
denen dood? Ademlooze spanning
Neen, zij ademen nog. Maar er is drei
gend gevaar. Yersche lucht, snel, snell
Weer klinkt het karakteristieke geluid
van de liftbel. Daar gaan «Zij naar boven.
Aan de schacht staan verplegers, dokto
ren snellen heen en weer. Dank zij de
reddingsploeg is het niet de doodenhal,
doch het ziekenhis, dat hen wacht.
Helaas sterven er daar nog eenigen van
hen; immers allen waren levensgevaar
lijk gewond.
Sneller dan te Alsdorf heeft de trage
die zich te Maybach ontwikkeld. Weldra
liggen 89 dooden in het gebouw, bij welk
aantal de zes mijnwerkei's zijn inbegre
pen, die, na zwaar gewond naar het
hospitaal te Fischbach te zijn overge
bracht, aan hun verwondingen zijn over
leden.
Nogmaals de begrafenis te
Alsdorf.
Hier is nog zoo'n treffend, triest stem-
mingsstukje, waarmede Brusse, de redac
teur van „Onder de Menschen", van de
plechtigheid vertelt:
In den schemer van den vroegen grau
wen regenmorgen gingen de menschen in
Kerkrade waar ik gelogeerd had al op
weg, bergaf, voor den langen tocht door
het kolendistrict van de Worm, naar
Alsdorf, om de begrafenis van 260 veron
gelukte mijnwerkers bij te wonen. Zij
trokken door Herzogenrath, waar de
stoeten mannen en vrouwen steeds dich
ter werden en velen droegen kransen
mede voor de baren van de makkers.
Zwermen rijwielen, drommen auto's,
twee, drie dik, extra trams, autobussen
volgepropt, zoo stroomde het alles af op
waar de zwarte steenbergen, als hooge
duinen tegen de lucht aanstaand, waar
van de schoorsteenen, de schachttorens in
witte wolken van stoom, de zwarte vlag
gen woeien.
En het rouwende mijnwerkersstadje
stroomde er weldra vol van uit alle rich
tingen, boordevol. In de autoparken was
nergens plaats meer, in de geïmproviseer
de rijwielbergplaatsen werden ze twee
hoog gezet en je kreeg den indruk of de
menschen er in de al maar voller ge
stuwde huizen uit de ramen puilden, op
gevoerd werden tot boven op de daken.
Om acht uur al, na afloop van de rouw
diensten in de kerken, had die menigte i
van tienduizenden zich gezet langs de
wegen van rouwstoet, onwrikbaar, zoodat
de politie gedeeltelijk te paard er met ge
weld een baan door heen moest wiggen.
En hierdoor traden nu al die gilden en
schutterijen op in hun ouderwetsche
bonte uniformen, omsjerpt, bepluimd, met
vlaggen, met omfloerste banieren in een
erscheidenheid, die aan een historischen
optocht deed denken. De familieleden
van de afgestorvenen, de meeste vrou
wen zwaar in de rouw, velen gesluierd,
de meesten mannen met hooge hoeden,
de ontelbare autoriteiten uit alle deelen
van Duitsehland en het buitenland, met
ook Nederlandsche ^afgevaardigden er
onder, zij trachtten door te dringen naar
het administratiegebouw van mijn Anna I,
waar In tweehonderd zestig kisten de
dooden lagen. En ln die volte, met de
bonte uiterlijkheid, plekten overal 'zware
herfstkleuren van de bloemen, van groote
tuilen, kransen, die door vijf man getorst
moesten worden, reusachtige bloemstuk
ken van purper tot gloeiend rood. Daar
over heen hingen de zwart-witte vlaggen
uit de huizen, waar aan alle winkels de
luiken gesloten waren. De straatverlich
ting was overal aan.
„Laat ze maar toe, laat ze maar
allemaal toe."
Voor de ijzeren deuren van het mijn-
terrein drongen de schuwe betrekkingen
op. Ik hoorde een politiechef goedig zeg
gen: Laat ze maar toe, laat ze maar alle
maal toe, tot 800. En aanstonds golfde ook
deze ruimte langs het hoofdgebouw vol,
voorbij de mijnwerkers-orkesten, die er
opgesteld stonden met koperglimmende
instrumenten.
Te klokke half tien, terwijl de stoom
van het mijnbedrijf in een motregen neer
sloeg op de wachtende drommen buiten,
klonk van den gevel de inzet van de
plechtigheid met treurmuziek en meteen
gingen overal in die breede straat alle
hoeden en petten af.
Het was ruim half twaalf toon deze
uitvaart van 260 dooden begon, langzaam
voorttrekkend onder het klokgelui uit de
torens, dwars door de drommen van ont
roerde mannen en vrouwen, die het» bewo
gen aanzagen en zóó stil, dat je alleen
hoorde het snorren der motoren-, het pre
velen der gebeden, het ingehouden .ge
snik van velen, die moeizaam onder
steund, te voet volgden. En die tiendui
zenden brachtön allen telkens weer den
makkers hun eerbiedigen groet, de vrou
wen bogen, militairen en politie salueer
den, de banieren werden er heen gericht.
Dan zette het koper weer treurmuziek in,
De zon was doorgekomen, bont van kleu
ren was deze lange, lange begrafenis
stoet, die drie kwartier duurde om lietu
te zien passeeren.
Opmerkingen van verschillen
den aard.
Verscheidene leden wensohten te ver
nemen, welke de voornemens der Regee-
ring zijn ten aanzien van het nog steeds
bij de Kamer aanhangige ontwerp-Zon-
lagswet. Opnieuw verklaarden verschei
dene leden, het onverdedigbaar te achten,
dat de lijkverbranding, waarvan vaststaat
dat zij in strijd is met (le Begraafwet, door
de Regeering oogluikend wordt toege
laten.
Eenige leden stelden de vraag, of de
Commissie-De Bie inzake het dansvroag-
stuk reeds haar rapport heeft uitgebracht.
Gewezen werd op de volstrekt verouder
de voorschiften betreffende de afgifte van
een bewijs van goed zedelijk gedrag.
Eenige leden gaven het denkbeeld in
overweging, een statistiek samen te stel
len, waaruit kan blijkenin welke mate
in ons land de huisvrouwen de wasch ge
heel of gedeeltelijk buitenshuis laten be
handelen! Zulk een statistiek zou kunnen
bijdragen tot vergrooting van de kennis
van de levenswijze der bevolking.
D© landbouw-crlsls.
Zeer -vele leden verklaarden zich onvol
daan over het beleid van den minister,
voorzoover dat de afd. Landbouw van zijn
departement betreft.
Verscheidene leden vroegen of de mi
nister bereid is, te doen blijken van zijn
inzicht in de oorzaken van de crisis als
mede van zijn oordeel over elk der in het
bovengenoemde program vermelde pun
ten, voorzoover die aanstonds te nemen
maatregelen betreffen.
DE POSTVLUCHTEN NAAR EN VAN
ENDIE.
Het eerste postvliegtuig terug.
Het eerste retourvliegtuig is Zaterdag
morgen tien minuten vóór twaalf op
Schiphol geland. De aankomst had zonder
eenige plechtigheid plaats. Er was weinig
publiek; wel waren er natuurlijk familie
en vrienden van de bestuurders, de sta
tionschef, de waarnemende havenmeester
en collega's van Van Dijk, Wiersma en
Buitenhuis.
Het toestel bracht 240 K.G. post mee,
die direct uitgeladen werd, om het ge
deelte voor Engeland en Frankrijk nog
met den middagjiienst door te zenden.
Van Dijk verklaardé, zeer tevreden te
zijn over zijn tocht, dien hij, ondanks den
omweg over Egypte en Griekenland, in
8'/a dag heeft volbracht. Boven Grieken
land heeft hjj zeer slecht weer gehad, op
4100 M. hoogte was hij nog niet boven
de wolken. Boven Bulgarije was het weer
beter. Aanvankelijk heeft hij er nog over
gedacht, door te vliegen naar Amsterdam,
doch daar hij geen weerberichten had, is hij
voorzichtigheidshalve te Weenen geland.
Even na de aankomst kwamen de heeren
Plesman, direeteur der Kon. Luchtvaart-
mij.. en Smits, voor de directie der Fok
kerfabrieken, op Schiphol, waar zij de
bemanning geluk wc-nschten met de
voorspoedige reis.
Arbeid, Handel en Nijverheid.
Aan het Voorloopig Verslag over
hoofdstuk X (Arbeid, Handel en Nijver
heid) van de Rijksbegrooting voor het
dienstjaar 1931 is het volgende ontleend:
Algeineene beschouwingen.
Sommige leden spraken hun ernstige
teleurstelling er over uit, dat op het ge
bied van de sociale wetgeving, waarop nog
altijd een groote achterstand bestaat, in
het afgeloopen jaar zoo goed als niets is
tot stand gekomen.
Arbeid.
Wederom drongen verscheiden leden
aan op Verdere toepassing van de Ar
beidswet, waarbij verschillende catego
rieën werknemers bepaaldelijk werden ge
noemd.
Gevraagd werd, of de minister reeds ln
staat is een oordeel te geven over de wer
king van het Werktijdenbesluit voor win
kels. Men had den indruk, dat de uitvoe
ring eenige leemten in het besluit aan het
licht brengt en dat ook de toepassing niet
overal gelijk is.
Opnieuw werd geklaagd en évenzeer
opnieuw hiertegen opgekomen over het
groote aantal overwerkvergunningen, dat
wordt verleend, over de lichtzinnigheid,
waarmede dit geschiedt en over het ont
breken van voldoende overleg met alle
daarbij betrokken partijen. Het vóór en
tegen werd ook bepleit van het verleenen
van vergunning tot het werken ig twee
ploegen.
Arbeidersverzekering.
Sommige leden stelden de vraag, of, nu
ook de Ziektewet in werking is getreden,
waardoor in groote trekken het gebouw
der sociale verzekering is voltooid, niet
het oogenblik is aangebroken om de reor
ganisatie van deze verzekering ter hand
te nemen, welke reeds in de troonrede van
1929 werd aangekondigd.
Werkloosheidsverzekering en
arbeidsbemiddeling.
Verscheidene leden spraken er hun
leedwezen over uit, dat de wettelijke rege
ling van de werkloosheidsverzekering ook
door dezen minister weer naar den ach
tergrond is geschoven, waardoor de vrees
gewettigd is, dat zij in den laatsten tijd
niet zal tot stand komen.
Aangedrongen werd op verbetering van
de bepalingen der werkloosheidsverzeke
ring voor de haringvisschera op
Noordzee.
Verscheidene leden drongen er op aan
maatregelen te treffen met het oog op de
omvangrijke werkloosheid, welke in den
komenden winter is te verwachten.
Handel en Nijverheid.
Gevraagd werd naar de beginselen,
welke den minister bij de te voeren eco
nomische politiek zullen leiden en welke
gedragslijn hij ter ondersteuning van han-
del en nijverheid in de moeilijke omstan-
J digheden, waarin deze verkeeren, voor
nemens is te volgen.
Volksgezondheid.
Sommige leden vroegen inlichtingen
over het plan om ter bestrijding van de
z.g. kinderverlamming het land te verdee-
len in verschillende districten.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Minerva op den voorgrond. Kunstkring-Jubileum. Tooneel en
film. Nieuw-Nederland.
TWEEDE KAMER.
Binnenlandsche Zaken en Landbouw.
Voorlooplg verslag.
Verschenen is het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer over hoofdstuk V
(BinnenL Zaken en Landbouw) der Rijks
begrooting voor het dienstjaar '3L Daar
aan is het volgende ontleend:
Relletjes te Maastricht
Verscheidene leden brachten het ge
beurde ter gelegenheid van de staking
aan de zinkwitfabriek te Maastricht in
1929 ter sprake. Deze leden wezen er op,
dat thans wel is komen vast te staan, dat
van het begin der staking af de vrijheid
en veiligheid der werkwilligen, zeer ern
stig bedreigd werden. De politie-autori-
teiten zijn in elk opzicht in hun taak te
I kort geschoten. Elke leiding heeft ontbro
ken.
j Van andere zijde werd opgemerkt, dat
I ook in de katholieke peis zelf groot ver
schil van opvatting omtrent bijzonder
heden van het gebeurde aan den dag is
getreden.
De heer Vliegen heeft inzake de relle
tjes een afzonderlijke nota ingediend.
Toestand binnenschipper!.!.
Gevraagd werd, of de minister bereid
is om de Kamer mede te deelen, of, en zoo
ja, welke gemeenten bij de Regeering als
resultaat van een door haar ter zake inge-
steld onderzoek aangedrongen hebben op'
het verleenen van een tegemoetkoming
in de kosten, door haar te maken voor
het verleenen van steun aan noodlijdende
schippers.
Krachtig werd aangedrongen op de in
stelling van een Staatscommissie.
Minerva, de godin der wetenschap, heeft
deze week in de hoofdstad op meer fees
telijke wijze aan den openbaren weg ge
timmerd dan zij gemeenlijk pleegt te doen.
Waar zij gewoonlijk, voor de oogen van
het groote publiek min of meer verborgen,
in stil-besloten collegezalen en laboratoria,
in rustige, geïsoleerde studeervertrekken,
baar Scepter voert, daar heerschto zij dit
keer vele middagen en avonden achtereen
in het. Concertgebouw, in de Koningszaal
van „Artis" en ook in- de straten waar een
aantal van haar jongste discipelen zich
lier met haar uniform, de baret en het
kleurig lint, toonden en tevens, één
avond, de fakkels lieten branden en de
statiekarossen lieten rijden, te barer eer.
De Vrije Universiteit, de schepping waar
mede ons gereformeerd volksdeel haar,
deze godin, tracht te eeren, vierde haar
halve eeuw-feest. Het was op 20 Oct. 1880,
dat de Ver. voor Hooger Onderwijs op
Geref. Grondslag, twee jaar daarvoor door
dr. A Kuyper opgericht, de deuren van
„De Vrije Universiteit te Amsterdam'
opende, deuren waardoor dut eerste jaar
slechts vijf voedsterlingen oftewel studen
ten binnen traden. In den loop van de,
thans achter den rug liggende vijftig jaar
is de instelling tot een krachtig instituut,
dat naar de statuten aangeven bedoelt
„vrij" van Staat zoowel als van Kerk te
zijn, gegroeid en heeft het, vooral nadat
zij in 1905 het eigen promotierecht ver
worven had, voor een groot deel het ideaal
„Souvereiniteit in eigen kring", door den
oprichter gesteld, verwerkelijkt De „vrjj-
I heid", zooals het in dien kring begrepen
wordt, werd'ongetwijfeld bereikt en ge
handhaafd; de Universiteits-gedachte,
waarin alle vakken van wetenschap ten-
lotte hun plaats moeten vinden, daaren
tegen nog niet. De thans bij haar inge-
1 schreven 470 studenten zijn verdeeld over
drie faculteiten: de juridische, de theolo
gische en de litteraire. Een natuurweten
schappelijke werd eerst onlangs (nog net
binnen den daarvoor door de Wet gestel
den termijn) gestiqht en de vijfde, de me
dische, moet nog georganiseerd worden,
al zijn de stekjes hiervan ook reeds ge
plant in den vorm van een psycbiatrisch-
neurologische kliniek en in de leerstoel
voor een buitengewoon hoogleeraar dan
ook reeds geplant. Na deze feestviering,
die als hoogtepunt enkele eere-promoties
Inhield, kan men wel voorspellen, dat het
ideaal van de volledige Universiteit binnen
enkele jaren óók wel bereikt zal zijn; ons
gereformeerde volksdeel toch heeft in deze
dagen nog weer eens ten duidelijkste be
wezen, dat de Vrije Universiteit zijn troe
telkind en zijn trots is; in overgrooten ge
tale was men uit alle oorden van het land
opgekomen om dit festijn mee te vieren
en de toegezegde feest-gave van meerdere
tonnen gouds getuigde wel van een onver
minderde offervaardigheid
Intussohen gaf, juist in deze zelfde da
gen, de Gemeente blijk. dat ook zij Mi
nerva niet ontrouw wordt. Zij toch schonk
haar (gemeentelijke) Universiteit een nieu
we, op en top modern-ingerichte afdeeling
voor Inwendige Ziekten in het Wilhel-
mina-gasthuis, <lie, bij den aanvang van
het daarin °egeven eerste college, door den
burgemeester met een min of meer fees
telijke speech aan prof. Snapper officieel
werd overgedragen. Hij, onze burgervader,
hoopte, dat prof. Snapper (die reeds jaren
in zijn vrüen tijd de scheidsrechter-fluit
op het voetbalveld blaast) hier, tot heil van
onze zieken, nog jaren lang evenveel op
gewekte daadkracht zou toonen en snelle
en goede beslissingen zou Luimen nemen,
als op het sportterrein. Hopen wij het
met hem....
Een ander jubileum, ditmaal niet op het
terrein der wetenschap, maar op dat der
kunst, kwam daarnaast onze aandacht vra
gen. Het tien-jarig bestaan yan den Am-
sterdaraschen Kunstkring „Voor Allen".
Zooals voor de Vrije Universiteit dr. Kuy
per de groote man is, blijft Joh. van
Ruyven dit voor dezen Kunstkring, die
haar in 1920 stichtte en thans nog steeds,
als bezoldigd secretaris-penningmeester,
de dagelijksche leiding heeft van dit, in
den loop der jaren tot een ledental van
10.000 gegroeide instituut, dat bedoelt te
zijn: een organisatie van het publiek zelf,
waardoor de groote massa op directer en
goedkoopere wijze met de kunstenaars in
contact kan komen dan veelal mogelijk
blijkt als men uitsluitend is aangewezen
op de tusschenkomst van concert-agentu
ren en impressario's. Wie de hooge entrée-
pryzen kent, die in de hoofdstad nog
steeds voor goede muziek-, tooneel- en
dansuitvoeringen betaald moeten worden,
zal er zich niet over verwonderen,
dat de Kunstkring, die o. a. voor zijn mi
nimum-contributie van drie gulden recht
op zes avonden geeft, nog steeds (al was
er in het ledental het vorige jaar een tijde
lijke inzinking), groote werfkracht bezit
en zal mr. Polenaar, de tegenwoordige
voorzitter, ^elijk moeten geven waar hij
verklaarde, dat het bereikenvan de
twintig duizend in een stad als Amsterdam
geen heksenwerk zal blijken te zijn. Het
openingsconcert, nu tien jaar geleden,
bracht Louis Zimmerman en Evert Cor-
nelis op het podium en na dit gelukkige
debuut heeft het bestuur van den Kring
nooit geaarzeld de beste, bekende artisten
uit binnen- en buitenland te engageeren.
Ook bijzondere en nieuwe dingen, waar
anderen nog niet aandurfden, werden ge
boden. Zoo bracht de Kring enkele jaren
geleden de Spaansohe danseres Argentina
voor het eerst naar ons land en maakte
hij de opvoering van Gorki's „Naclitasyl"
ln den Stadsschouwburg door het, voor
die gelegenheid sterk uitgebreide ensem
ble Bouber mogelijk. De omstandigheden
(in de eerste plaats wel, dat muziek inter
nationaal is en aan geen taal en lands
grenzen gebonden) hebben er toe geleid,
dat de Kring zich tot nu toe meer op mu
zikaal terrein dan op tooneelgebied bewo
gen heeft. Dat echter ook het tooneel bin
nen de Kring-belangstelling blijft vallen,
blijkt wel uit het feit, dat het bestuur, ter
gelegenheid van dit tienjarig bestaan het
plan koesterde om, met behulp van een
extra gemeente-subsidie, een .historische
tooneel-cyclus te geven, een overzicht van
de Hollandsche tooneel-litteratuur, begin
nend bij de Middeleeuwen. Door toedoen
van de tooneelcrisis in het vorig seizoen
is er echter van dit plan niets gekomen.
Maar het bestuur heeft dit denkbeeld niet
opgegeven en hooDt het toch in een niet
al te verre toekomst te verwezenlijken. En
zoo is er meer.
Eén merkwaardige slotsom, die uit het
streven en werken van den Kring in de
laatste jaren te trekken valt, moge hier
tenslotte nog vormeld worden. De radio,
die, in den beginne, nadat zij in vrijwel
allo huizon was doorgedrongen, het con
certbezoek kennelijk afbreuk deed, bleek,
tegen de verwachtingen van vole pessi
misten in, op den duur juist dat bezoek te
bevorderen!Die radio bleek, naar de
woorden van mr. Polenaar, niet alles te
geven wat men er in artistiek opzicht van
verwachtte.... Wèl deed zij velen het
muzikale terrein verkennen, wakkerde
echter juist het meemaken van.... het
„echte" in breode kringen aanl
Zou, kan men vragen, op soortgelijk»
wijze, ook niet de film ln zekeren zin de
gangmaker voor het tooneel kunnen zijn
en het schaduw-spel-op-het-witte-doek niet
verlangens wakker roepen naar het....
„echte" leven op de planken?.Wat de,
ook echt-tooneel-spelende film-sterren be
treft is dit zeer zeker het geval. Zoo heb
ben vele Amsterdammers, die Emil Jan-
riings vele malen reeds in de bioscoopzaal
bewonderd hadden, gretig de gelegenheid
aangegrepen hem nu ook eens in „leven
de" lijve op de planken te zien. Zijn op
treden in „Zaken zijn zaken", het stuk
waarin indertijd ook Hubert Laroche in
de hoofdstad zulke successen wist te vie
ren, werd voor die velen een genot en een
verheuging zooals zij het, dit moesten
zij zich bekennen slechts zelden in de
bioscoop vinden.
Wat men verder, in het algemeen, ook
over de verhouding film-tooneel moge
denken en zeggen, dit is wel zeker: dat zij
beiden, wederkeerig elkanders gangmaker
kunnen zijn. Waar film en tooneel beiden
op hetzelfde oogenblik een zelfde «tuk
geven doen zij elkaar geen afbreuk, maar
bevorderen elkanders „loop"..Het be
wijs hiervoor werd dezer dagen geleverd
door de „Dreyfus-zaak", een stuk, dat èn
door het Reinbrandt theater „gedraaid"
werd èn door Verkade en de zijnen in den
Stadsschouwburg gespeeld. Gevolg was,
dat wie het op het Rembrandtplein gezien
had, het nu ook wel eens op het Leidsche
plein wilde zieni en omgekeerd. En het
zou, gezieni de gunstige resultaten voor
beide kassen, geen verwondering haren, als
dit succes aanleiding werd om zulk 'n ge
lijktijdige vertooning tot een soort metho
de te gaan maken. Men kan zich zelfs
voorstellen, dat hierin de kiem ligt voor
een toekomstige overeenkomst, althans
een voortdurend voeling-houden tussohens
onze tooneel- en bioscoop-directiesl
Leidde véél in boven gememoreerde fei
ten van de week tot een.... denken aan
uithuizigheid, het Ned. Instituut voor
Volkshuisvesting en stedenbouw bood mei
zijn j-L Zaterdag geopende tentoonstelling
in het Sted. Museum een tegenwicht, dat
de gedachten tot een eigen huis terugvoer
de Er wordt hier een beeld gegeven vaa
hetgeen op grond van de Woningwet in
het belang van de volkshuisvesting en sto-
debouw in ons land is geschied.
Vele gemeenten hebben uitgebreide in
zendingen gezonden en het is wel eens
goed voor vele stadgenooten, die wel eens
neiging hebben Amsterdam als de eenige
gemeente te denken waar „veel voor de
volkshuisvesting gedaan wordt", te zien,
hoeveel ook elders, zoowel van gemeente
wege als van particuliere zijde, de laatste
jaren op dit gebied gedaan is.
Een aardig onderdeel van deze expositie
is „Nieuw-Nederland" van de afdeeling
uitbreidingsplannen en gewestelijke plan
nen-; met Nieuw-Nederland (het is eigen
lijk een naam om te behouden!) wordt dan
bedoeld de gronden die aan de Zuiderzee
entnon ion worden en speciaal do Wierin-
germeer, waarvoor een schema tot verka
veling is uitgewerkt
Bi! een volgende tentoonstelling van het
thans 12>2-jarig Instituut zien we mis
schien al de nieuwe woningtypen van dit
Nieuwe Nederland, waarop we nu reeds
bij voorbaat trots zijn!
»De wind heeft mijn hoed opgenomen
en u probeert niet hem in te halen*.
Sprinter: »Jawel, maar ik kan hem ge
makkelijk honderd meter voorsprong
geven*. LustigeKëlnerZeitung,Keulen.