Bloemenmagazijn „De Lelie"
H O.J. BANSEMA
Zeer mooie GEZONDHEIDSPIJP met
sterk ALUMINIUM SYSTEEM.
ALLE MODELLEN
f 1.50.
Een welkom geschenk voor eiken Heer.
In vele Sigarenmagazijnen voorradig.
van het College, na bet gesprokene, de
zaak aan te (houden en aan den Minister
te vragen of zit 'bij de 'begroeting mag
worden behandeld'. Niet juist is (het, dat
de Me uitzending der belastingbiljetten
veroorzaakt wordt door de vaststelling
van dit percentage. Die biljetten worden,
de Raad weet dat ook, gebaseerd op de
rijksbiljetten. Inderdaad is deze late uit
zending voor veel menschen een lastig
inoonvenient. Is het niet mogelijk, vraagt
spr., om, zooals vroeger bij de gem. be
lasting geschiedde, het cijfer open te
laten?
De heer De Zwart: Ik heb juist te
gen den heer Van Gessel betoogd, dat dit
niet geoorloofd is.
De heer Biersteker vraagt of B.
en W. de zaak willen aanhouden en die
bü de begrooting opnieuw aan de orde
De heer De E o e r heeft de fcehande-
stelten willen.
ling in de vergaderingen der Cie. van Bij
stand niet bijgewoond en geeft, gehoord
het hedenavond besprokene, in overwe
ging op het voorstel-Van Dam in te gaan.
De heer Van der Vaart: Het is in
derdaad waar, dat in de Cie. voor de Fi
nanciën unaniem te kennen gegeven is,
dat men liever eerst de begrooting wilde
behandelen. Ook spr. behoorde daarbij.
Na lezing van het Voorwoord heeft spr.
zich de vraag gesteld of de vaststelling
thans dringend noodzakelijk is. Wij leg
gen ons vast, niet alleen op de inkomsten,
maar ook op de uitgaven, zegt men. Als
mocht blijken, dat op de begrooting een
post kan worden geschrapt, is dat geen
bezwaar, omdat dan de post onvoorzien
verhoogd wordt. En ook op grond van 'be
zuinigingen is het niet noodig tegen de
voorstellen van B. en W. te stemmen,
want dat kan_ men toch ook. Met concrete
dingen (kermis e. d.) kan rekening worden
gehouden. Spr. begrijpt dan ook niet waar
om geen gevolg kan worden gegeven aan
den uitdru'kkehjken wensch der regeering.
Dit zou alleen het geval zijn indien men
de cijfers der begrooting zou willen aam-
vechten en wiji zien dergelijke wijzigingen
niet Spar. heeft dus geen bezwaar zich
vóór het voorstel van B. en W. te ver
klaren.
De Voorzitter is van meening, dat
deze zaak meer stof doet opwaaien dan
vermeerdering of vermindering van zeg 5
het belang ervan -medebrengt. Het betreft
hier toch slechts geringe bedragen, want
opcenten betreft slechts een paar duizend
gulden, hetgeen op een -begrooting van
©enige milüoenen toch geen invloed heeft.
De heer Biersteker vergist zich als hij
meent, dat wij vóór 1 Januari de begroo
ting kunnen behandelen; wij hebben nu
nog slechts de proeven en zij moet nog in
de secties worden 'behandeld, enz. Wat is
er dus tegen aan den Minister te vragen
of wij de zaak mogen aanhouden?
De heer Van Gessel vraagt of het
Voorwoord buiten beschouwing blijft.
De Voorzitter: Ja, dit is alleen
ter toelichting aan den Raad verstrekt,
het Mij ft vanavond buiten discussie.
De heer Eijlders: Het is er bü ge
voegd om de aanname' dezer bijlage te
doen slagen. Andera heeft het geen zin.
En komen nog andere dingen in ter
sprake, de electtriciteitstarieven. Wij wil
len hier niet den drukker beschuldigen,
noch B. en W., dat de begrooting zoo laat
is, wij houden; alleen rekening met de
feiten, dat we voor die late verschijning
staan. En als nu het percentage wordt
vastgelegd, is de mogelijkheid er straks
op terug te komen, uitgesloten.
De heer Van D a m komt terug op de
woorden vani den Voorzitter en den heer
Van der Vaart, als zou deze kwestie niet
zoo 'belangrijk zijn. Het 'betreft hier een
eerste maal en wij moeten zekerheid heb
ben wat mag en wat niet mag.
Massa's stukken hebben wij doorge
werkt en wij hebben werkelijk den indruk
gekregen, dat het niet andera kon. Toen
is de beslissing afgekomen inzake den
Amsterdamschen raad' en bleek, dat het
wel anders kon. Anders toch had de Mi
nister dit niet toegestaan. Op dezen grond
wil spr. de kwestie thans -liever aanhou
den. Maar het is hier niet de vraag hoe
veel of 'hoe weinig, alleen omdat 'het hier
een eerste maal is, dat dit 'geschiedt.
De heer De Zwart deelt mede, dat
B. en W. het voorstel zullen overnemen
om zich tot den minister te wenden met
de vraag of het mogelijk is de vaststelling
Dan kan in' December zoo noodig een
van het heffingspercentage uit te stellen,
speciale vergadering plaats hebben. Van
daar, dat spr. thans op de verdere be
schouwingen niet weder zal ingaan.
De heer Monhemius vraagt naar
aanleiding hiervan het woord. Spr. zal
voor uitstel stemmen, op de gronden door
den heer Eyldiers in zijn betoog ontwik
keld. Persoonlijk voelt spr. meer voor
directe behandeling en vaststelling.
De heer Van dier Vaart geeft nog
•enige aanwijzing voor redactie van het
verzoek aan den minister, voor welke mo
tiveering de Voorzitter niets gevoelt,
en tenslotte wordt besloten conform liet
door weihouder De Zwart, medegedeelde.
Geen medewerking aan de ver
betering van de fnndeerlng der
CömenlusschooL
Voorstel tot het niet-verleenen van
medewerking tot het aanbrengen van
verbetering aan de fundeering van de
Comenliusschool.
Held, Crt 20 Nov.
De heer Monhemius vraagt excuus,
dat hij voor deze niet zeer belangrijke
zaak het woord vraagt. Spr. is bet even
wel niet met de motiveeraig van het af
wijzend proe-ad vies eens, nl. dat deze ver
betering tot het dagelijksch onderhoud
behoort. Hij begrijpt niet, dat de Comm.
van Advies hier tegen is. Als men een
schoolgebouw afstaat, moet men dat tocli
in behoorlijken staat geven. Overigens
wensoht spr. van zijn inzicht geen voor
stel te maken.
De heer Van Dam betreurt het, dat
de onderhandelingen met het bestuur van
de Comeniusschool steeds zoo moeilijk
zijn. V an de processen, welke de gemeente
heeft loopen, vormen die met deze ver-
eemiging wel het grootste aantal. Is in de
rapporten wel voldoende naar voren ge
komen, dat liet schoolgebouw geenszins
schitterend is te noemen? Het was een
oude gemeenteschool, waarover het be
stuur de beschikking kreeg, maar het
leert kennen als men het bewoont. Spr.
acht het wensohelijk, dat men 'hier tracht
spreekwoord zegt, dat men een huis pas
zich niet zuiver en alleen op de wet te
stellen, maar de zaak ook eens uit een oog
punt van recht en billijkheid te bezien.
Het betreft hier toch ook kinderen van
gemeentenarenl Is er geen mogelijkheid
dat men op een andere basis van onder
handelen komt, vraagt spr.
De heer Schoeffelenb erger:
Het bestuur der school staat niet erg best
aangeschreven bij het gemeentebestuur.
Men betrekt er nu 'het- kind. ih, maar af
gescheiden daarvan is het toch een school»
belang, dat hiermee gemoeid is. Spr. is
voor inwilliging van het verzoek.
De heer De N ij Het gaat er hier
niet om, dat bet gemeentebestuur deze
muren niet wil repareeren, maar het gaat
hierom, dat het Schoolbestuur dit uit
eigen middelen dient te betalen. Immers,
z;j krijgen precies hetzelfde als de open
bare scholen. Maar het bestuur der Co
meniusschool doet niets anders dan alles
voor zich alleen eiscbenj alsof er geen
andere scliolen zouden bestaan. En de
zaak is zóó, dat, ala wij hier de koorden
van de beurs niet zeer strak houden, .we
moeten beatten tot we groen en geel zien.
Dan is het hek van den dam. Op liet
oogenlbiik is die heêle rommel gelukkig
uit onze commissie vandaan, er is een
aparte commissie voor....
'De Voorzitter: Die er de handen
aan vol heeft.
De heer De Boer is verbaasd over
den heor Monhemius, die al bij voorbaat
uitmaakt wat de Raad moet beslissen* nl.
of het billijk is of niet wat hier gevraagd
wordt. Op 'het oogenblik hebben we dezen
eigenaardigen toestand, dat de voorzitter
van de Comm. van' Advies de oprichter is
van de Comeniusschool (nl. de heer S.
Jaring, red.), die thans megaat met die
Oommissie in haar afwijzend advies. De
Raad kan niet anders doen, meent spr.,
dan met dit advies meegaan. Spr. zet de
regeling uiteen, zooals die in de wet is
opgenomen. Volgens art. 101 van de L.O.-
wet kunnen alle scholen, ongeacht of het
openbare dan wed bizondere zijn, dezelfde
uitkeering krijgen. Art. 72 van diezelfde
wet opent nochtans den weg om boven
deze gewone uitkeering nog meer binnen
te haten. Toen het veranderde art. 72 in
de Tweede Kamer is behandeld, heeft Mi
nister De Geer gezegd, dat dit artikel in
derdaad de deur opent om op kosten van
de gemeenten te komen tot een onbe
grensde royaliteit. Door dit artikel kun
nen slordigheid, zorgeloosheid, ongebrei
deldheid, enz. op de gemeenten worden
losgelaten. Weliswaar is tot hiertoe nog
geen zeer groot bedrag op deze wijze bin
nengekregen, maar men kan er zeker van
zijn, dat dit met de jaren zal toenemen.
Wat den iageren scholen toekomt, heeft
ook de Comeniusschool gekregen. Spr.
wijst er voorts op, dat de Cie. van Advies
is samengesteld uit menschen van allerlei
richting.
De li eer E ij l der s wË na dieze wóór
den van den lieer De Boer nog een en
ander zeggen. Was het maar zooals de
heer De Boer zegt, namelijk, dat het voor
de bizondere scholen precies zoo was als
vooir do openbare. Het bizonder onderwijs
is inderdaad' aangewezen op de huishou
ding van het openbare,, maar dit laatste
weet aan het eind van het jaar precies
waar het aan toe Is, en dat weten de bi-
zondere scholen niet.
De heer Monhemius heeft steeds
de belangen van het openbaar en bizonder
onderwijs gelijkelijk behartigd. Spr. zou
over deze zaak hebben gezwegen als hij
niet bevreesd was, dat de gemeente deze
kwestie in kooger beroep zal verliezen.
Het betreft hier een bizonder geval voor
de Commissie van Bijstand, die in deze
niet competent is. De competentie hier
van is bij B. en W. Spr. gelooft niet, dat
de Comeniusschool dit uit de beschikbare
middelen zal kunnen- bestrijden en al zijn
bet nu honderdmaal vervelende kerels, als
ze recht hebben moeten ze ock recht ge
daan worden, dat staat va3t.
De heer Bok wijst de beschuldiging
als zou het bestuur van de ComeniuR-
schocl niet in een goed blaadje staan bij
lift College van B. en W., uitdrukkelijk af.
Wij willen rechtvaardigheid en wij vinden
bü het bestuur dezer school geen welwil-
Dnde hoiid-iig. Het betreft hier een muur,
die moet werden gerepa.eerd1. Is Let een
verbetering, dian komt zij voor rekening
vau het Schoolbestuur, 'a Let eon veran
dering. dan is het voor de gemeente. En
var. killende zijden is beslist, dat het
geen verandering betreft, maar een ver
betering. Daar B. en W. niet op eigen
kompas wilden zeilen, hebben zü deze
zaak, alsook die van de vloermatten, in de
Commissie aanhangig gemaakt. Ja, men
lacht du, maar indiien het inderdaad een
verbetering is, zijn die matjes het ook.
Wanneer' nu toevallig die Commissie af
wijzend tegenover het verzoek staat, iB
dat geen reden te zeggen dat tusschen
het gemeentebestuur en de Comenius
school geen goede verhouding bestaat.
Een dergelijk verwijt wijs ik af, zegt spr.
De lieer De Zwort wil er als wethou
der van Financiën op wijzen, dat de beide
aangehaalde wetsartikelen regelen de ge
wone en dié buitengewone uitgaven voor
de scholen. Indiien er krachtens art. 72
gelden worden gevoteerd, moeten die ko
men op de buitengewone uitgaven van de
gemeenten, waarvoor later moet worden
geleend. En als B. en W. op de begrooting
zouden aankomen met gelden, die waren
bestemd voor een stuk isoleer voor een
schoolmuur waarvoor zij wilden leenen,
zou men terecht vragen of het hen in het
hoofdi scheelde. Dit moet. uit de gewone
middelen worden 'bekostigd1 en datzelfde
geld, wat die openbare schoten voor der
gelijke 'herstellingen krijgen, krijgen ook
de schoolbesturen. Ons bezwaar is, dat zij
dit. bedrag, dat zij dus onder de gewone
middelen ontvangen, onder de buitenge
wone nogmaals wenschen te ontvangen.
Dan zouden zij het feitelijk tweemaal
krijgen.
Geroep, protesten!
De heer De Zwart: De openbare
scholen schaffen zich een aantal leermid
delen aan, en de bizondere scholen krijgen
daarvoor eveneens de gelden. Wij hebben
het al meer beleefd, dat de Comenius
school het nogmaals aanvraagt. Als de
Raad dit aanneemt, moet ik straks bij den
Raad komen om dit bedrag onder buiten
gewone middelen onder te brengen. Neen,
dit zijn uitgaven* die uit de gewone mid
delen moeten worden bestreden, waarvoor
niet mag worden geleend.
'De Voorzitter stelt voor, dat men
de beslissing van de Kroon afwacht. Zeker
zal de HeddL Schoolvereeniging in beroep
gaan.
De heer Van Dam spreekt de mee
ning tegen' van den heer De Boer als zou
het bizonder onderwijs er tegenwoordig
goed voorstaan. Stel, dat men een oude
bizondere school heeft naast een. nieuwe
openbare, dan zal de bizondere toch niet
in gelijke mate met haar onderhoudskosi-
ten uitkomen als de openbare.
De discussies wordlen gesloten en con
form het voorstel van B. en W. beslist.
Vloermatten Comeniusschool
Voorstel tot het verteenen van mede
werking tot aanschaffing van vloermatten
voor de Comeniusschool.
Held. Crt, 22 Nov.
Reclames wegenbelasting.
Voorstel tot behandeling van; verschil
lende reclames tegen den aanslag in de
wegenbelasting.
Diverse verknopen van grond.
Namelijk aan H. van Dam, W. Vrees
wijk en P. van der Eijk.
Held. Crt. 22 Nov.
Deze voorstellen worden zonder discus
sie of stemming aangenomen.
Benoeming leden Alg. Weeshuis.
Conform de voordracht worden in de
vacatures Mevr. A. W. Dekker—Klik en
P. J. Micliels beide aftredenden herkozen.
Kerstgave aan diverse gezinnen.
Voorstel tot het toekomen eener Kerst-
gave aan daarvoor in aanmerking komen
de gezinnen.
Held. Crt. 22 Nov.
In antwoord op een vraag van den heer
Eijlders licht de Voorzitter toe,
dat ook de werkeloozen, evenals verleden
jaar. in aanmerking komen. De heer
Biersteker vraagt hieromtrent ook
eenige inlichtingen. Conform het voorstel
aangenomen.
Gemeentelijk Pensioenfonds.
Met alg. stemmen worden benoemd,
conform de voordracht van B. en W., tot
leden van de Cie. van Bijstand in het be
heer van liet Gemeentelijk Pensioenfonds
de heeren A. J. J. M. van Gessel, A.
Kwant, P. van Daten en J. Spoetetra.
Trekken van secties voor de
begrooting.
Intusschen heeft de samenstelling plaats
van de secties voor het afdeelingsonder-
zoek der-gem. begrooting 1931.
Demping balkenhaven.
Voorstel om afwijzend te beschikken op
het verzoek van de N.V. Houthandel v.h.
J. Oortgijzen en Zoon tot het dempen van
haar balkenhaven met afvalstoffen.
Held. Crt. 25 Nov.
Op verzoek van den heer Meij er ver
daagd tot het einde der agenda ter be
handeling in comité generaal.
Plaveisel Koningdwarsstraat.
Ter visie is gelegd het antwoord van
Burgemeester en Wethouders op een
vraag van den heer Monhemius inzake
den slechten toestand, waarin het pla
veisel van het gedeelte Koningdwars-
straat, tusschen Koningstraat en Prins
Hendriklaan, zou verkeeren.
Medegedeeld wordt, dat heel wat straten
in de stad in minder goeden staat ver
keeren en dat deze toestand geleidelijk zal
worden verbeterd. De onverwerpelijke
6traat komt voorshands nog niet voor ver
betering in aanmerking.
GROOTE KEUZE
SINT NICOLAAS CADEAUX
zooals Zweedach Aardewerk
Leerdamsoh Glaswerk,
Koperwerk, Manden, enz.
BREEWATERSTRAAT 16
Verlaging electriclteltstaricven.
Voorstel tot wijziging van do tarieven
voor de levering van electriciteit.
Held. Crt. 25 Nov.
De heer Van Gessel kan zich met
dit „voorzichtige" voorstel vereenigen en
hoopt, dat het zal worden aangenomen
en vruchten zal afwerpen. Kan er, vraagt
spr., niet een populair-gescnreven bro
chure hieromtrent worden uitgegeven?
De tarieven zijn nogal ingewikkeld en
zoo'n brocnure zou veel propaganda
kunnen maken voor het vastrecht tarief.
De heer Eylders constateert, dat de
Raad met dit voorstel overvallen wordt.
Verleden jaar Is weliswaar reeds over
astrechttarief gesproken, maar spr. had
lit voorstel toch nog niet verwacht. Hij
ontwikkelt verschillende bezwaren tegen
het voorgestelde stelsel, en vraagt of bü
de opstelling van deze bijlage het belang
van den consument voorgestaan heeft dan
wel in de eerste plaats dat van het be
drijf. Kan men niet een andere wüze van
berekening toepassen, vraagt spr., büv.
op basis van de huurwaarde, e.d.?
De heer DeBaer wijst op het verscnil
tusschen een vastrechttarief voor gas eD
voor stroom. Het eerste wordt nier gefa
briceerd, het laatste moeten we zelf in-
koopen. Brengt een eventueele maximale
belasting van het net geen gevolgen mee
voor de gemeente, vraagt spr.
De heer Van Dam meent, dat in het
algemeen de tarieven als ze goed werken,
in het belang zün van consumenten en
gemeente beide. Alle tarieven, die het be-
ïryf vooruithelpen .zijn in beider belang.
Do heer De Zwart beantwoordt de
sprekers. De opmerking van den heer v.
Gessel, dat het voorstel voorzichtig is ge
steld, alsmede dat de tarieven zeer inge
wikkeld zün, is volkomen juist. Maar vast
recht is ten opzichte van electriciteit de
eisch, die thans door geheel Nederland
wordt gehoord. Evenwel bestaat overal de
verkeerde meening, dat men elders goed-
kooper at' is dan in de eigen plaats. In
derdaad zullen zij, die in 1980 een groot
kwantum hebben afgenomen, er geen
voordeel van hebben. Maai* aan elk tarief
dat men toepast, zijn voor een of andere
categorie onbillijkheden verbonden.
Ook als men volgens huurwaarde of
aansluitwaarde gaat berekenen. Met dit
tarief pogen wü de maxlmaalbelasting
zoo laag mogelük t© houden en het
stroomverbruik zoo hoog mogelük op te
voeren. In 1929 bedroeg d© maximale be
lasting 63 pet. van den ingekochten
stroom, en wü moesten daarvoor plm. 2/3
van het totaal dat wü aan het P.E.N. moe
ten betalen, neerleggen. Als wü nu door
deze prijsstelling kunnen bewerken, dat
wü bü een niet grooter wordend maxi
maal verbruik toch een grooter stroom
verbruik krygen, wordt onze inkoopsprijs
lager en dientengevolge de winst hooger.
Wat de heer De Boer opmerkt, hebben
wy ook gevreesd, en daarvoor is thans
10.000 uitgetrokken. Inderdaad zal hel
eerste jaar een tekort opleveren, maar het
nieuwe tarief zal een stimulans zyn voor
meerder verbruik, waardoor dit verschil
zal worden ondervangen.
Nader zet spr. de werking van het
tarief uiteen, ten betoog© dat en de con
sument en de gemeente er voordeel van
hebben. Den Helder heeft verleden jaar
rond 900.000 KWXJ stroom verkocht.
Hiervan is in de speruren verbruikt
560.000 KWU. Vlaardingen verkocht in
hetzelfde jaar 8 millioen KWU, waarvan
slechts 1 millioen in de speruren. In Alk
maar zien we hetzelfde. De bedoeling met
het nieuwe tarief is, dat wy het in de
hand hebben zooveel mogelyk stroom bui
ten de speruren te doen gebruiken.
De Raad vereenigt zich zonder stem
ming met de \oordrachl.
Maximum aantal vergunningen.
Drooglegging van wijken.
Voorstel met betrekking tot de adres
sen van het Centraal Comité voor Drank-
bestrüding „Den Helder" en van do af-
deellng Den Heldor van den Nederland-
schen Rond van Koffiehuis-, Restaurant
houders en Slijters nopens verlaging van
het (maximum aantal vergunningen en
drooglegging van wüken.
Held. Crt. 25 ^ov.
De heer Woud houdt een uitvoerig
betoog, waarin hij de werking uiteenzet
van het tegenwoordige stelsel van uit
sterving, waardoor by overly'den de ver
gunning automatisch vervalt. Als morgen
dus alle vergunninghouders stierven, zou
den we geen enkele vergunning meer
overhouden.
De heer VanDam:Ende naamlooze
vennootschappen dan!
De heer Woud wüst op het bestaande
art. 14, waardoor mogelyk is geworden,
dat de weduwe een vergunning kanover-
nemen. De Bond heeft in zijn adres er
op gewezen, dat door het laaghouden der
vergunningen de clandestiene verkoop
zal toenemen, wat zeer moeilyk contro
leerbaar is voor de autoriteiten. Spr. heeft
een liist van alle vergunninghouders
voor zich; hieronder zün er 15 tusschen
de 60 en 70 jaar.
Geroep: Een gezond vak!
De heer Woud: Bij hum overlijden
vervallen dus binnen afzienbaren tyd deze
vergunningen. Ala we nog vijf jaar wach
ten krijgen we Inderdaad een te laag
niveau van vergunningen. Zelfs tegen
standers van vergunning en geheel-ont
houders willen toch wel eens in een kof
fiehuis komen.
(Daar er enkele raadsleden dicht bü den
spreker zy'n komen staan en liem af en
toe interrumpeeren, irriteert dit den heer
Woud en hij verzoekt de heeren heen te
gaan. Speciaal tot den heer De Nijs zegt
de spr.: „Gaat u nou naar de overzüdel")
'De lieer Woud, voortgaande, is over
tuigd, dat liet gebruik van sterken drank
wel eens tot verkeerde dingen leidt. Maar
wü (spr. bedoelt de caféhouders) hebben
daarvoor dé zwarte lüst. Men zou mis-
sehiieii denken, dat spr. hier een lans
hreekt voor de verguinni nghouders. Dat is
evenwel onjuist. Een klein aantal vergun
ninghouders is zelfs voord'eellg, omdat het.
minder concurrentie schept. Spr. be
schouwt de zaak uit een algemeen oogpunt
en betwist overigens, dat liet door B. en
W. genoemde aantal van 47 juist Is. Z. 1.
telt „Casino" hierbij niet mee.
De Voorzitter betwist dit en hand
haaft de telling van B. en W.
De heer Monhemius was niet voor
nemens iets over dleze voordracht, die spr.
warme sympathie heeft, te zeggen. Hoe
wel zelf geen geheelonthouder, is hij
nochtans een warm vriend van de drank
bestrijding en meent, dat we met deze bü-
lage, die op kalme wijze in den geest der
drankbestrijders medewerkt, op den goe
den weg zün.
De heer Van Dam is wel geheel-ont
houder en drankbestrijder, en spr. doet dit
ook op kalme wüze. De heer Woud heeft
de historie van dien drankstrüd aange
haald, maar toen eindelijk de dra uk-wet-
Kuyper kwam, was die hard noodig ook.
We zijn nu onderweg en nu zou men ons
een halt willen toeroepen. Telkens komt
men weer met dat argument van den dan-
destienen verkoop. Als de menschen van
het vak daar zoo bang voor zün, wüst dat
er wel op, dat het verminderen der ver
gunningen toch geen voordeel voor hen
is. Men kan lederen maatregel ontduikén;
het gevaar voor ontduiking is geen argu
ment om een maatregel niet in te voeren.
De feiten zijn er, die uitwijzen, dat het
drankgebruik vermindert, en Indien wer
kelijk de clandestiene verkoop zou zün
toegenomen, zou dat ook uit de cüfers
moeten blijken. In de adviezen van den
Bond omtrent deze vooratellen wordt ge
waarschuwd, dat de gemeente moet op
passen niets te dioen wat niet aantoonbaar
is. Maar ook clandestiene verkoop is niet
aantoonbaar en wordt toch als motief aan
gevoerd. Allerlei dingen, de gekste, wor
den in dit schrijven aangevoerd; zoo o. a.
de aanwezigheid van twee vliegvelden,
deze moet als argument dienen om het
aanitiali vergunningen op 45 te fixeeren.
Wie noemt niu een vliegveld als motief
om het aantal vergunningen op te voe
ren?!.
De heer Woud: Dat wordt hier niet
gedaan!
De heer V a n D a m Zeker, u kunt het
in de stukken vinden! Door de actie van
de drankbestrijders, gepaard aan wettelü-
ken steun, is geleidelijk hier een betere
toestand ontstaan en wij moeten op dien
weg Inlijven voortgaan. Het verzet van de
vergunninghouders is uit maatschappelijk
oogpunt te begrijpen, maar blijkbaar is
dit voorstel toch niet in hun belang. Er
blykt uit, dat het drankgebruik afneemt
Ze zijn nu al zoover, dat ze propaganda
maken in dezen geest: eiken dag een
borrel 1
Spr. betreurt het, dot het College niet
neg iets verder is gegaan en het verzoek
van het Drankweercomité om de aange
geven wüken droog te leggen, heeft inge
willigd. De argumentatie hiervoor be
grijpt spr. niet; er is geen behoefte aan,
zegt men, en daarom vinden we het beter
om maar geen wüken droog te leggen. Is
het niet beter, waar er blükbaar geen be
hoefte bestaat aan café's, ineens te zeg
gen: dan zullen wü zorgen, dat ze er ook
niet komen.
Spr. stelt alsnog voor aan het verzoek
van het Drankweercomité te voldoen.
De heer Van der Vaart zou gaarne
over dit laatste voorstel nog het woord
willen hebben.
De Voorzitter meent, dat dit voor
stel niets te maken heeft met de 5-jaar-
lyksohe herziening en dat B. en W. dus
boter hierover eerst prae-advies kunnen
uitbrengen» Intusschen kan de Raad over
de andere voorstellen een besluit nemen.
Deze voorstellen worden aangenomen,
waaihü de heer Woud verklaart tegen
te zullen stemmen.
Intusschen komt de Voorzitter op
het voorstel-Van Dam terug en vraagt of
de heer Van der Vaart veel erover te
zeggen heeft.
De heer Van der Vaart wil slechts
een enikele opmerking maken* en dit te
meer, omdat spr. en zijn partij geheel aan
de zijde des heeren Van Dam staan. Maar
in dit opzicht verschillen wü met den heer
Van Dam. Het voorstel van B. en W.
achten wij alleszins redelijk. Er zyn thans
een aantal vergunningen in het centrum
der stad, dicht op elkaar, en als we voor
'het feit komen te staan, dat zich hier een
vergunninghouder een nieuwe modern in
gerichte zaak wil scheppen, terwül het
aantal vergunningen er niet dbor uit
breidt, moeten we toch medewerken die
betere gelegenheid te scheppen, waardoor
we van een wellicht minder gunstig
kroegje, dat gelegenheid geeft tot zui
pen, kunnen afkomen. Het betreft hier
immers geen beperking van het aantal
vergunningen.
De heer Van Dam gelooft niet, dat
iemand, die een goed beklant kroegje
heeft, dat zoo maar zal veriaten voor een
betere inrichting. Deze veronderstelling
acht spr. in 6trijd met d© werkelykheidi,
men loopt op deze wijze gevaar te schep
pen' waar die niet bestaat.