E
I
Den Helder als visscherij-centrum.
ZESDE EN LAATSTE BLAD
STADSNIEUWS
VAN ZATERDAG 29 NOVEMBER 1930
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tl|d -van hoogwater (Texel).
Wintertijd.
Maan Zon Hoogwater
Hov. op: ond.op: oud: sm. nam
Z 30 13.40 0.66 7.42 15.62 8.63 4.29
M 1 13.49 2.C
7.43 16.61 6.02 6.81
D 2 14.00 3.22 7.44 16.61 6.66 0.19
W 3 14.14 4.40 7.46 16.60 6.41 7.02
D 4 14.31 6.01 7.40 15.60 '7.21 7.39
V 6 14.57 7.26 7.48 16.49 7.57 8.10
Z 0 16.35 8.48 7.60 16.49 8.30 8.66
niiter -bereid waa geweeet tot stichtingDe gemeente Den Helder verliest met
van een cursus als bovengenoemd te wil- het vertrek van Pastoor Jans een trouwe
len overgaan, dan zou het gemeentebe- en bescheiden inwoner. Trouw aan begin-
stuur om een kostenberekening kunnen I sel heeft Pastoor Jans in den 45-jarigen
zïtn ge/raagd en zouden de plannen vandienst niet één Zondag verzuimd, ook dit
B. en W. daarmee gecompleteerd zijn. 1® teekenend voor den grijzen leider.
Waar de drang voor een goede oplel- L de meeste yereenigingen had h« zit-
ding van reedera en van werknemers- tmg, o.a. was hij mede-bestuurslid van de
zijde zoo groot is, omdat de meer geper-1maar fu ver voeren
lectioneerde technisohe scheepsinrichting
een steviger gefundeerde vóóropieiding 8®' van v op te noemen,
vraagt, doet het. schrijnend aan, dat zoo
veel tijd verloren moet gaan onx tot de
oprichting diier opleiding te komen.
Bij de opening der Zeevaartschool deed
het hoofdbestuurslid van de Ver. voor
Sdieepswerktuigikundigen, de heer^van
Muylwjjk, een dringend beroep op de
autoriteiten om te bewerken, dat zoo spoe
dig deze cursus tot stand zou komen en
hij verborg zijn teleurstelling niet, dat
deze stichting niet samenviel met de
opening van dit prachtige nleiuwe ge
bouw.
Er moet dus nog heel wat water heen
en weer door het Marsdiep trekken vóór
we hier zoon cursus zullen hebben.
Lloht op
voor alle voertuigen
Wintertijd.
Zaterdag 29 Nov16.23 uur.
Zondag 80 16.22
Maandag 81 16.21
Bij besluit van den Minister van
Binn. Zaken en Landbouw, van 25 Nov.
j.1, is aangewezen tot Veearts bij de paar
denvordering voor het leger, in het vor
deringsdistrict Den Helder, de heer D.
Haan, veearts alhier.
Bij het gisteren te Alkmaar gehou
den tentaam-examen voor ziekenverple
ging, slaagde onze vroegere stadgenoote
zuster J. Dunk.
TRAOTATIE VERPLEEGHUIS.
Donderdag werden* de bewoners getrac-
teerd op gebak, chocolademelk en be
schuitjes. De geefster dezer royale gave
wordt vriendelijk bedankt.
De heer S. wordt beleefd bedankt voor
het trouw toezenden van het dagblad „De
Telegraaf".
De heer Korver, Spoorstraat, voor de
heerlijke worst.
Verder dank aan de onbekende gevers
voor de ontvangen tijdschriften.
TELEFOONAANSLUITINGEN.
Het abonnementsbedag met tien
gulden verhoogd.
De Directeur van het Post- en Tele^
graafkantoor deelt mede, dat ingevolge
het bepaalde in artikel H van het Kon.
Besl. van 19 September 1929 (Staatsblad
nr. 441), door de toeneming van het aan
tal aansluitingen op het telefoonnet, het
jaarlijks per aansluiting verschuldigde
abonnementsbedrag met ingang van 1
Januari 1931 wordt verhoogd met 10.
Vermoedelijk zal in het eerste halfjaar
van 1931 het jaarlijksch abonnement van
60 worden vervangen door een jaar
lijksch vast bedrag van 8G met betaling
van 0.026 per locaal gesprek. Nader be
richt hieromtrent zal u bereiken.
AFSCHEID PASTOOR P. J. JANS.
Reeds drukten wij een paar korte be
richtjes af over dezen soheidenden inwo
ner van Den Helder, maar een uitvoerig
afscheid in de „Heldersche Courant" kon
den wij niet eerder plaatsen; gaarne rui
men we daarom nu nog eenige plaats in
voor een kort verslag over de gebeurte
nissen in de oud-katholieke kerk hier ter
stede.
Pastoor Jans werd geboren in Amster
dam, 12 Januari 1858.
In het oud-katholieke Seminarie te
Amersfoort, de plaats waar alle Nederl.
oud-katholieke Priesters worden opgeleid
was geen één-zijdig christen, hij had,
een ruimen blik en had omgang met alle
menschen, zonder aanzien des geloofs.
We herinneren ons nog, dat hij een har
telijk en geestig woord gesproken heeft
bij de ingebruikname van de nieuwe Sy
nagoge alhier.
Wat bovenal in dezen herder zijner ge
meente te prijzen was, het was zijn warm
hart. In alle eenvoud kon hij met zijn
woorden de toehoorders ontroeren, niet
met hoogdravende woorden en zinnen,
maar woorden, die vanuit zijn hart recht
streeks naar het hart gingen van hgn tot
wien zij gericht waren; en deze dingen
stonden in het teeken van bescheiden
heid, zonder zichzelve ooit te verheffen.
Met deze eigenschappen is hij door het
leven getrokken en heeft tot zijn laatsten
dienst daarvan getuigd door woord en
daad.
De emeritus-priester heeft zijn rust ge
kozen onder den schaduw van de Utrecht-
sche kerk en heeft zich metterwoon in
Utrecht gevestigd. Bij zijn vertrek met
den trein op Dinsdag 1.1. waren vele stad-
genooten, die op het perron aanwezig
waren.
De trouwe huishoudster, mej. Joh. Ken-
ninck, werd toen door de Ned. Huisvrou-
wen-verecniging, afdeeling Den Helder,
bloemen aangeboden.
„Wel uit het oog, maar niet uit het
hart", zoo is het voor ons, maar ook voor
CONCERT „ORANJE HARMONIE
KAPEL".
Directeur de heer Joh. Dol,
op Donderdag 27 Nov. 1930, in „Casino".
Met medewerking van de heeren
O. Schilder {tenor), Th. Ramler
{bariton), A. J. Leewens {plano).
Muziek is de kunst, om het oor te stroo
ien1, waarvan zuiverheid die hoofdzaak is.
Voor mJjzelve 'is het niet aangenaam om
oritiek te geven over een muziekvereeni-
ging, die nog jiiet rijp is, niet beschaafd.
Nu klinkt een harmonie-orcheet altüd wat
in w in een zaal, maar het kan toch be
schaafd klinken?.... Enfin, wij zullen
beginnen.
Óm 8.15 uur opende de voorzitter met
gebed dit concert.
Het eerste nummer: een koraal (Psalm
[wat altijd mooi klinkt als het zuiver
is], moest men voortaan maar weglaten,
en gewijd tot het ambt van geestelijk- hem.
leider der kerk, ontving Pastoor Petrus De opvolger van den Zeereerw. heer J.
Josephus Jans zijn Priesterwijding op 20IP. Jans, de Zeereerw. heer Th. Moleman,
Januari 1884; bijna 46 jaar heeft hij dus leidt zijn eersten dienst Zondagmorgen
in dienst gestaan van de kerk der oud- om half elf; daarbij is tegenwoordig de
PLANTSOENEN EN BEPLANTINGEN.
Wij meenen goed te doen nogeens te
herinneren aan hetgeen wij dezer dagen
schreven omtrent onze plantsoenen en
onze lezers nogmaals op te wekken mede
te werken tot het hooiden van eenig toe
zicht.
ZANG- EN RECITEER VERENIGING
„HARMONIE".
Deze vereeniging zal op Dinsdag 9 De
cember a.s. wederom een operette opvoe
ren voor haar donateurs en begunstigers.
Ditmaal is gekozen „Franchemont de
marskramer", operette in drie bedrijven.
Voor het volgend jaar is in studie „De
dochter van Madame Angot".
HELDERSCHE SCHOENMAKERS
VEREENIGING.
Het bestuur van bovenstaande ver
eeniging deelt in een advertentie in dit
blad mede, dat Maandag a.s. een leder-
verfdiemonstratie wordt gehouden in het
gebouw Iréne, Hoogstraat. Alle vakgie-
ruooten worden uitgenoodigd tegenwoor
dig te zijn, daar er zeker op het gebied
van schoenverven iets te leeren zal zdjn.
OPLEIDING SCHEEPS WERKTUIG
KUNDIGEN.
Het was teleurstellend te lezen, dat de
Minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen in de Memorie van Ant
woord om verschillede redenen afwijzend
stond om een post op de begrooting te
brengen tot het stichten van een twee
jarige theoretische en practisohe opleiding
voor onbevarenen tot scheepswerktuig-
kundige ter Koopvaardij aan de Zeevaart
school te Den Helder.
Een dier redenen was dat B. en W. van
Den Helder geen rekening hadden ge
houden miet de aan deze opleiding ver
bonden kosten bij hunne aanvrage om
Rijkssubsidie voor 1931, „zoodat zei de
Minister reeiclls hierom de plannen iom
in 1931 tot oprichting vain deze opleiding
te komen, niet kunnen worden ingewil
ligd."
Dit argument doet denken aan een
dooddoener, want als inderdaad de Mi-
der de oud-katholieke Parochie van Den
Helder ressorteert, te kennen had ge
geven, zijn ambt te willen neerleggen.
We leven snel en zoo was het tijdstip
van scheiden eerder aangebroken dan
menigeen lief was. Van dit afscheid wil
len we nog het volgende meedeelen:
Ten eerste had Zondag 1.1., 23 Nov., de
officieel kerkelijke abdicatie plaats, in
dezen zin: Pastoor P. J. Jans leidde toen
zijn laatsten kerkdienst en Zondag a.s.
30 November zal zijn opvolger, de Zeer-
eerwaarde*heer Th. Moleman, thans Ka
pelaan te Egmond aan Zee, zijn intreê
doen in de O.-K. kerk en de taak van den
nestor overnemen en voortzetten.
I De laatste kerkdienst van den heer
Jans onderscheidde zich in vele opzich
ten van de gewone kerkdiensten.
Ten eerste waren aanwezig in het kerk
gebouw de loco-burgemeester, de heerE.
J. Bok Burgemeester Driessen was
door droeve familieomstandigheden ver
hinderd aanwezig te zijn de wethouder
P. A. Smits en de heer Secretaris dezer
gemeente, de heer J. Kamman.
Verder merkten wij onder de aanwezi
gen op vele personen van andere kerk
genootschappen, R.-K., Protestant, Gere
formeerd e.a.
Het koor had extra gerepeteerd en
heeft den scheidenden Herder vler-stem-
mig toegezongen met een lied van de
hand van den organist der kerk, den heer
A. A. de Hoogh. Ook de tekst van het lied
was door den organist gemaakt. De ge
meente zong een gemeentegezang op
woorden van onzen stadgenoot N. Rijkers;
bovendien waren verschillende orgelsoli
in den kerkdienst ingelascht geworden
van Rhémberger en Boellman.
Het hoogtepunt werd zeker wel bereikt
in het afscheidswoord van den Pastoor,
tot de zijnen gericht. „Het scheiden ver
breekt iets in den mensch, dat zich tot in
lengte van dagen zal doen gevoelen".
Velen der aanwezigen waren de toege
sproken woorden te machtig, ook de spre
ker zelve was zichtbaar geroerd.
Na den dienst waren alle aanwezigen
in de gelegenheid den ouden Pastoor de
hand te drukken. Het college van B. en
W. ging hierin voor, de loco-Burgemees
ter sprak een woord tot afscheid en ook
de Wethouder en Secretaris spraken
woorden van erkentelijkheid.
Het duurde geruimen tijd alvorens al
len de hand hadden gegeven ten afscheid.
De leden der kerk hebben gezamenlijk
een herinnering aangeboden. De leden
van de Jongeliedenvereeniging „Sursum
Corda" hadden in eigen kring een af-
Zeereerw. heer B. A. van Kleef, uit Eg-
mond aan Zoe. A. A. de H.
FANOYFAIR „CHRISTELIJKE
ORANJEVEREENIGING".
Men verzoekt ons opname van het
volgende:
Bovengenoemde vereeniging, welke de
laatste jaren krachtig deelnam aan de
viering van de verjaardagen in ons
Vorstelijk Huis, wil ook zoo gaarne des
winters oneer krachtige propaganda ma
ken: voor haar beginselen en doelbewust
streven naar omkeer in de geesteshou
ding van velen, die lauw zijn tegenover
„Oranje en Historie". Extra propagan
da kost echter voor elk doel extras-
geld. De contributies der leden vormen
een. mooi bedrag per jaar, doch het is
niet voldoende om alles te betalen, wat
er te voldoeni is. Het bestuur besloot
daarom tot het houden van een fancy-
fair, om een vreedzame striidkas te
vormen. Den Helder heeft bij zulke ge
legenheden altijd trouw geofferd voor
goede doeleinden. Dat hoopt men nu ook
wèlgezinden het toejuichen, als er leven
is en liefde, om andere te spreken van
Bisschoppelijke Clerezy van Nederland,
een staat van dienst, zooals we weinig in
dit, en ook ander kerkverband, aantref
fen.
Na zijn wijding werd hij benoemd tot
Kapelaan te Utrecht, maar deze functie
bekleedde hij niet lang, want door het
vertrek van Pastoor H. Dievenbach, uit
Den Helder, kwam hier in Den Helder de
vacature, waartoe hij geroepen werd door
den Aarts-Bisschop van Utrecht. Zoo
deed hij in Aug. 1885 z'n intrede in onze
gemeente en werd hij „de" pastoor van de
H. Nicolaaskcrk in de Langestraat.
In 1925 werd op luisterrijke wijze zijn
40-jarig Priesterschap te Den Helder her
dacht in aanwezigheid van den Aarts-Bis
schop van Utrecht, mgr. Franciseus Ken-
ninck. Bij deze gelegenheid was o.m. het
gemeentebestuur uitgenoodigd, hetwelk
natuurlijk aan deze uitnoodiging gehoor
gaf.
In dit jaar, dus 5 jaar later, werd ook
het lustrum gevierd, maar op meer be
scheiden voet, dit laatste hield zeker wel
verband met de plannen van den ouden
Pastoor, om zijn emeritaat aan te vragen.
In den zomer deelde hij den leden van HjH
de O.-K. kerk mede, dat hij aan den Hoog-te bereiken. Tenslotte moeten alle Oranje-
eerwaarden heer Bisschop H. T. J. van ÉB
Vlijmen, Bisschop van Haarlem, waarom
't was erg onzuiver, de bariton te vroeg en
de Ee-clarinet te scherp.
No. 2: L'Ami Vicior-marsch van J.
Ohaillet, werd zonder nuances gespeeld.
In die 2e reprise was de 'bariton beschaafd,
de basso's waren ruw en ongelijk, het trio
was te hard, de tusschenzang ongelijk en
het hout te scherp; de triolen ook veel te
scherp. Het corps is zwak beeet en klinkt
leeg, wat men met ruwheid denkt weg te
moffelen. Het tempo was wel goed, maar
allee te ruw.
De oude ouverture „Die vier Menechen-
alfer" van E. Méhul was No. 8; deze mag
nog wel eens flink onderhanden genomen
worden. Het andante 4/4 was alweer on
zuiver, 2/4 allegro: alles zonder nuances;
er staan toch nuanceeringen? Daarbij ruw
en rommelig, zoo ook het overslaan der
Es-clarinet, de zestienden lang niet mooi,
de bas geen beschaafde toon. In het 3/4
andante was de as van de piston niet in
orde, de zestiende loopjes waren ongere
geld, het 2/4 allegro: banaaL Finale: bas
sen en baritons onduidelijk. Alles te on
verschillig.
Niets mag worden nagelaten om de
Zuiderzeevisschers hierheen te trekken.
den zegen door het Oranjehuis geschon
ken aan het Vaderland.
De „bazar" zoo kan men de gelegen
heid óók noemen, beloofd goed verzorgd
te zullen zijn en er is kans op extra-toe-
gevoegde belangwekkende onderdooien.
Later komen wij op een en ander gaarne
terug. De bedoeling is .in de eerste week
van Maart 1981, bij. welzijn te komen vra
gen om veler bezoek en belangstelling!
Het veelzijdig samengesteld' comité van 24
personen, dat op verzoek van het bestuur
is gevormd, bestaat uit:
De heeren S. F. Monhemius en S. de
Böck, resp. Ie en 2e voorzitter, J. Kroon-
stuiver en J. Kruijff, resp. Ie en 2e pen
ningmeester; mevr. Tr. Franken—V.
Luijk -en mej. O. Groen, resp. Ie en 2e
secretaressen, en den heer T. Vermooten
als 7e bestuurslid, benevens tot comité:
de daimes: J. Bot^-Graaff, T. GraafBot,
M. AbbenesWegman, R. Brouwer, J.
van Straaten, R. Vil, Zr. M. Willemse, G.
JDamstéSiegers (Huisduinen), A. Slikker
(Koegras), N. van Die (Julianadorp), be
nevens de heeren: O. Jongkees, D. de
Langen, G. de Haan, A. Weljand, J. van
Straaten; D. M. de Munck, J. F. Boender-
maker.
VTSSCHERIJ,
De garnalenprijzen liepen in het laatst
der week terug tot 15 cent per Kilo.
De geheele vloot heeft zich bezig ge
houden met de garnalenvangst, omdat er
geen) gelegenheid was tot andere vis-
scherjj, zoodat waarschijnlijk het afzet
gebied in het buitenland daardoor wat
oververzadigd was.
De sardien bleef uit en het weer was te
onbestendig om zee te kiezen, totdat Vrij
dag in de garnalenkuil door enkele vis-
sohers sardien werd gevangen en in be
trekkelijk flinke hoeveelheden. Omdat
het gamalenlkuilnet zich niet leent tot de
sa rdienvissoherij', vermoedt men dat er
fink sardien aanwezig ds.
Toen men dat gewaar werd, haastte
men zich naar de haven om het sardien-
net aan boord te gaan nemen. Hierdoor
was de garnalenaanvoer niet zoo heel
groot
De sardien bracht ongeveer 8 gulden
per mand op, hetgeen een behoorlijke
prijs is en wanneer deze prijs zich onge
veer kan handhaven, heeft men goede
verwachtingen.
Verondersteld wordt, dat de sardien
zich eindelijk naar onze kust heeft be
geven en een groot deel van de vloot zal
scheid voorbereid en overhandigden bij zidh op die visscherij1 werpen,
monde van haren voorzitter, den heer De
Hoogh, twee foto's als herinnering aan de
plaats waar hij gearbeid had zijn geheele
Daardoor, zal de aanvoer van garnalen
beperkt worden, zoodat de_kleinere schui-
Zooals uit de besprekingen in de Twee
de Kauner over de Zuiderzeeeteunwet wel
is gebleken, vonden de belanghebbende
visschers, die hun bedrijf niet vaarwel
"wilden zeggen, zich het meest gebaat bij
het beschikbaar stelen uit het steun
fonds, van gelden voor het aanschaffen
van een flink vaartuig met een motor
van groote capaciteit.
Alleen met dergelijke vaartuigen
meenden die visschers en ook zjj, die
hun belangen hadden te bepleiten, dat
zij afdoende waren geholpen en dus in
staat in hun levensondernoud te voor
zien.
De Steunwet had enkelen geholpen
aan schuiten van geringer capaciteit,
maar gebleken was, dat het eigenlijk was
een helpen van den wal iu 'le sloot.
Ook hieruit blijkt al weer ten duidelijk
ste, dat de visschers slechts mogelijkheid,
om. hun bedrijf goed gaande te houden,
zien in het in de vaart brengen
grootere vaartuigen.
Datzelfde demonstreert zich, zooals we
weten, ook met de Texelsche en Helder
sche visschers vloot.
Steeds meer kotters, met 80, 90 en
hooger paardekracht, worden gebouwd
en zij, die maar ©enigszins kans zien,
Het financieel mogelijk te maken, gaan
er toe over een kotter te laten bouwen.
Inderdaad zou men niet een kapitaal
van 25 80 duizend gulden op het spel
gaan zetten, als er niet de mogelijkheid
bestond dat kapitaal rendabel te (maken
en aan vier menschhen een bestaan te ver
schaffen.
Het resultaat op groot er vangst toch
wordt, volgens hun ervaring, bevorderd
door krachtiger voortstuwing en boven
dien laat het meer zeewaardige kotter-
schip toe, langer op zee te blijven.
Er is hier al meer over deze aange
legenheid geschreven en fantastische
praatjes zijn dit niet, want als men met
de belanghebbenden zelf spreekt, ver
klaren ze rondluit, dat bestaansmogelijk
heid beter gewaarborgd is dan met
kleinere vaartuigen met geringer voort
stuwingskracht.
Het is te begrepen, dat deze succes
volle ervaring met de kotters de geh.ee
visscherswereld beroert en dat algemeen
het verlangen uitgaat naar het bevaren
van een kotter.
En zooals het is gegaan met het lang
zamerhand omzetten van de zellvloot in
een motorvloot, zoo zal langzamerhand de
bottorvloot worden omgezet in een kot-
tervloot.
Dat mag enkele jaren duren, inaar die
loop zal het nemen.
En ieder voelt, dat hier een proces in
de visscherswereld zich ontwikkelt, dat
in andere bedrijven reeds 'lang een vol
dongen feit is geworden.
Door het noodig zijn van een grooter
kapitaal zal de zelfstandigheid van me
nig schipper, die eigenaar is van zijn
schuit, eeniigermate te loor gaan en
komt er de verhouding van geldschieter
en schipper of van reeder en zetschipper.
In zeker opzicht mag dat betreurd wor
den; maar dat is nu eenmaal het proces,
hetwelk wij overal zich zien voltrekken,
n.h dat het kleinbedrijf, als zelfstandig
instituut, verdwijnt en opgenomen wordt
in de grootere financieele concentratie.
We hebben dat te aanvaarden en het
is waarschijnlijk de schakel in het evolu
tieproces, dat gewensoht of niet, zich
onafwendbaar voltrekt.
Wat is nu, voor onze plaats, het gevolg
van d'at alles?
Verschillende plaatsen o.a. Zoutkamp1 en
Oostmahom en, naar we meenen, ook
Harlingen, hebben zich erg druk gemaakt
om de visschers uit Zuiderzee, die nè af
sluiting, toch hun beroep niet wilden
vaarwel zeggen, tot zich te trekken.
Vooral Oostmahom heeft daarvoor ge
ducht de groote trom geroerd.
Dat was hun volste recht en niemand
zal hun dat euvel duiden.
Maar ons lijkt het toe, dat geen enkele
visscher zich gedrongen zal gevoelen zich
naar Oostmahom te verplaatsen, omdat
de vaart vanuit zee over het Wad niet al
tijd doenlijk zal zijn. (Denk maar aan de
postverbinding SchiermonnikoogOost-
mahorn).
Neem daartegenover de ligging van den
Helder, direct aan de Noordzee en onder
alle omstandigheden binnen te vallen of
ten (de zeilers) vermoedelijk indirect ook j uit te varen, gezwegen dan nog van de
leven, van kerkgebouw en pastorie. Deze het voordeel zullen hebben van de sar-paatselijke voordeelen wat betreft onder
foto's waren zeer artistiek uitgevoerd j dienvisscherij, omdat door de mindere j wijss, winkelstand en verkeersgelegenheid
door Jac. de Boer, alnier.
aanvoeren de prijzen zullen stijgen.
met de andere deelen van het land.
Eigenlijk behoeft dit alles geen betoog,
maar het lijkt ons noodig telkens en tel
kens er op te wijzen van hoe groot belang
het voor Den Helder zal zijn als een groo
tere visschersvloot en dan van de capa
citeit der kotters hier gevestigd zal zijn.
Er schijnt hier een oordeel te zijn alsof
de visscher zweeft op het randje van arm
lastig te zijn.
Nu, rijkaards zijn ze over het algemeen
niet, maar armlastigen zijn ze ook niet en
in elk geval is het ^en bijzonder nijvere
bevolking, aan wier bedrijf door de neven-
bedrijven veel arbeid en dus ook loon
wordt ontleend.
En als we dat geheele bedrijf zoo in zijn
geheel durven beschouwen, dan komen
we tot de conclusie, dat de visschersvloot
een element in ons plaatselijk econo
misch bestaan is van groote beteekenis.
Gaan we na, dat aan den afslag voor
7 ongeveer 61/, ton is verhandeld in 1928
van en rekenen we daarbij hetgen de visch-
handel daaraan heeft gewonnen, dan ko
men we tot een respectabel bedrag.
Gerust mogen we aannemen dat 9/10 van
dit bedrag onze plaats ten goede komt.
Natuurlijk zijn er de jaren van malaise,
waarin de totaalopbrengst misschien min
der groot zal zajn geweest.
Maar komt die malaise eveneens niet
voor in den landbouw? Het jaar 1930 leert
ons dat wel. En in landbouwstreken zal
men ook groote bedragen noodig hebben
om de menschen, die daaronder te lijden
hebben, door het leven te helpen.
Mag men daarom spreken van armlas
tigheid?
Hoeveel moeite doen we niet om de
bloembollencultuur in onze omgeving tot
grooter ontwikkeling te brengen?
Wie waarborgt ons, dat ook daarin niet
eens een tijd van malaise zal aanbreken?
En zouden we dan om die mogelijkheids
kans te ontgaan, ons er van onthouden
die cultuur te bevorderen?
ontvangen.
Iii verband met dit alles is het onze
meenir.g, dat niets mag worden nage
laten om de visschers met open armen te
ontvangen.
WTie zijn oor goed te luisteren l"gt,
w.eet hetgeen' er staat te worden met ae
visschersvloot en zal daarin zien een be
drijfstak van niet te onderschatten betee
kenis en daarom is het gebiedende eisoh
dit bedrijf niet te beschouwen als een te
verwaarioozen iets, doch als iets, dat met
alle kracht dient te worden gesteund.
Men beweert, dat de Urker visscher,
die dan ook Noordzeevissoher is, toch zijn
domicilie zal houden op Urk, omdat hij,
evenals nu, toch in de gelegenheid is,
periodiek, zijn eiland varende te bereiken.
Urkers zelf hebben dat ons ook wel
medegedeeld.
Zonder nadere beschouwing schuilt
daarin eenige juistheid.
Dit mag evenwel niet vergeten worden:
De Urker visscher beschouwt de
Noordzeevisscherij «als een seizoenbedrijf,
omdat het voorjaar hem bindt aan zijn
eiland door do vLsöcheriJ op haring en
ansjovis.
Aangenomen kan dus worden, dat
vanaf Maart ongeveer tot Juni zijn bedrijf
dicht bij honk ligt
Nu moge het waar rijn, dat hij zeer ge-
dam er ligt. Dan is hij als visscher uit
sluitend aangewezen op de Noordzee
visscherij.
En nu moge het zijn, dat hij zeer ge
hecht is aan zijn eiland, maar. ten slotte
zal hij ook tot de overtuiging komen, dat
het voor het bedrijf noodzakeijk is, dat
hij zich verplaatst maar de omgeving,
waar hij hiet dichtst bij zijn „brood" zit
Er komt nog dit bij: Urk verliest als
visschersplaats rijn beteekenis en wordt
hoogstens eem centrum voor de brak- of
zoetwatervisscherij.
De geheee outilleering van het visch-
bedrijf wordt dus anders en de Noordzee-
visscher zal daar ten slotte niet meer de
benoodigdheden vinden, die voor het be
drijf onmisbaar rijn, omdat door den
geringen verkoop een vlctualiebedrijf
niet meer kan zijn ingesteld.
Tegen wil en dank dan misschien zal
dus ook de Urker visscher zijn woon
plaats verleggen en dat zal, durven wij
zeggen, den Helder zijn.
Zoo zien het ook anderen, want niet
voor niets is het aantal victualie winkels
den laatsten tijd hier uitgebreid.
Als het getij verloopt, dienen de ba
kens te worden verzet.
Die bakens klaar te hebben vóór het
getij verloopt, is vooruitziende taktiek.