E I Den Helder als visscherij-centrum. ZESDE EN LAATSTE BLAD STADSNIEUWS VAN ZATERDAG 29 NOVEMBER 1930 Op- en ondergang van Zon en Maan en tl|d -van hoogwater (Texel). Wintertijd. Maan Zon Hoogwater Hov. op: ond.op: oud: sm. nam Z 30 13.40 0.66 7.42 15.62 8.63 4.29 M 1 13.49 2.C 7.43 16.61 6.02 6.81 D 2 14.00 3.22 7.44 16.61 6.66 0.19 W 3 14.14 4.40 7.46 16.60 6.41 7.02 D 4 14.31 6.01 7.40 15.60 '7.21 7.39 V 6 14.57 7.26 7.48 16.49 7.57 8.10 Z 0 16.35 8.48 7.60 16.49 8.30 8.66 niiter -bereid waa geweeet tot stichtingDe gemeente Den Helder verliest met van een cursus als bovengenoemd te wil- het vertrek van Pastoor Jans een trouwe len overgaan, dan zou het gemeentebe- en bescheiden inwoner. Trouw aan begin- stuur om een kostenberekening kunnen I sel heeft Pastoor Jans in den 45-jarigen zïtn ge/raagd en zouden de plannen vandienst niet één Zondag verzuimd, ook dit B. en W. daarmee gecompleteerd zijn. 1® teekenend voor den grijzen leider. Waar de drang voor een goede oplel- L de meeste yereenigingen had h« zit- ding van reedera en van werknemers- tmg, o.a. was hij mede-bestuurslid van de zijde zoo groot is, omdat de meer geper-1maar fu ver voeren lectioneerde technisohe scheepsinrichting een steviger gefundeerde vóóropieiding 8®' van v op te noemen, vraagt, doet het. schrijnend aan, dat zoo veel tijd verloren moet gaan onx tot de oprichting diier opleiding te komen. Bij de opening der Zeevaartschool deed het hoofdbestuurslid van de Ver. voor Sdieepswerktuigikundigen, de heer^van Muylwjjk, een dringend beroep op de autoriteiten om te bewerken, dat zoo spoe dig deze cursus tot stand zou komen en hij verborg zijn teleurstelling niet, dat deze stichting niet samenviel met de opening van dit prachtige nleiuwe ge bouw. Er moet dus nog heel wat water heen en weer door het Marsdiep trekken vóór we hier zoon cursus zullen hebben. Lloht op voor alle voertuigen Wintertijd. Zaterdag 29 Nov16.23 uur. Zondag 80 16.22 Maandag 81 16.21 Bij besluit van den Minister van Binn. Zaken en Landbouw, van 25 Nov. j.1, is aangewezen tot Veearts bij de paar denvordering voor het leger, in het vor deringsdistrict Den Helder, de heer D. Haan, veearts alhier. Bij het gisteren te Alkmaar gehou den tentaam-examen voor ziekenverple ging, slaagde onze vroegere stadgenoote zuster J. Dunk. TRAOTATIE VERPLEEGHUIS. Donderdag werden* de bewoners getrac- teerd op gebak, chocolademelk en be schuitjes. De geefster dezer royale gave wordt vriendelijk bedankt. De heer S. wordt beleefd bedankt voor het trouw toezenden van het dagblad „De Telegraaf". De heer Korver, Spoorstraat, voor de heerlijke worst. Verder dank aan de onbekende gevers voor de ontvangen tijdschriften. TELEFOONAANSLUITINGEN. Het abonnementsbedag met tien gulden verhoogd. De Directeur van het Post- en Tele^ graafkantoor deelt mede, dat ingevolge het bepaalde in artikel H van het Kon. Besl. van 19 September 1929 (Staatsblad nr. 441), door de toeneming van het aan tal aansluitingen op het telefoonnet, het jaarlijks per aansluiting verschuldigde abonnementsbedrag met ingang van 1 Januari 1931 wordt verhoogd met 10. Vermoedelijk zal in het eerste halfjaar van 1931 het jaarlijksch abonnement van 60 worden vervangen door een jaar lijksch vast bedrag van 8G met betaling van 0.026 per locaal gesprek. Nader be richt hieromtrent zal u bereiken. AFSCHEID PASTOOR P. J. JANS. Reeds drukten wij een paar korte be richtjes af over dezen soheidenden inwo ner van Den Helder, maar een uitvoerig afscheid in de „Heldersche Courant" kon den wij niet eerder plaatsen; gaarne rui men we daarom nu nog eenige plaats in voor een kort verslag over de gebeurte nissen in de oud-katholieke kerk hier ter stede. Pastoor Jans werd geboren in Amster dam, 12 Januari 1858. In het oud-katholieke Seminarie te Amersfoort, de plaats waar alle Nederl. oud-katholieke Priesters worden opgeleid was geen één-zijdig christen, hij had, een ruimen blik en had omgang met alle menschen, zonder aanzien des geloofs. We herinneren ons nog, dat hij een har telijk en geestig woord gesproken heeft bij de ingebruikname van de nieuwe Sy nagoge alhier. Wat bovenal in dezen herder zijner ge meente te prijzen was, het was zijn warm hart. In alle eenvoud kon hij met zijn woorden de toehoorders ontroeren, niet met hoogdravende woorden en zinnen, maar woorden, die vanuit zijn hart recht streeks naar het hart gingen van hgn tot wien zij gericht waren; en deze dingen stonden in het teeken van bescheiden heid, zonder zichzelve ooit te verheffen. Met deze eigenschappen is hij door het leven getrokken en heeft tot zijn laatsten dienst daarvan getuigd door woord en daad. De emeritus-priester heeft zijn rust ge kozen onder den schaduw van de Utrecht- sche kerk en heeft zich metterwoon in Utrecht gevestigd. Bij zijn vertrek met den trein op Dinsdag 1.1. waren vele stad- genooten, die op het perron aanwezig waren. De trouwe huishoudster, mej. Joh. Ken- ninck, werd toen door de Ned. Huisvrou- wen-verecniging, afdeeling Den Helder, bloemen aangeboden. „Wel uit het oog, maar niet uit het hart", zoo is het voor ons, maar ook voor CONCERT „ORANJE HARMONIE KAPEL". Directeur de heer Joh. Dol, op Donderdag 27 Nov. 1930, in „Casino". Met medewerking van de heeren O. Schilder {tenor), Th. Ramler {bariton), A. J. Leewens {plano). Muziek is de kunst, om het oor te stroo ien1, waarvan zuiverheid die hoofdzaak is. Voor mJjzelve 'is het niet aangenaam om oritiek te geven over een muziekvereeni- ging, die nog jiiet rijp is, niet beschaafd. Nu klinkt een harmonie-orcheet altüd wat in w in een zaal, maar het kan toch be schaafd klinken?.... Enfin, wij zullen beginnen. Óm 8.15 uur opende de voorzitter met gebed dit concert. Het eerste nummer: een koraal (Psalm [wat altijd mooi klinkt als het zuiver is], moest men voortaan maar weglaten, en gewijd tot het ambt van geestelijk- hem. leider der kerk, ontving Pastoor Petrus De opvolger van den Zeereerw. heer J. Josephus Jans zijn Priesterwijding op 20IP. Jans, de Zeereerw. heer Th. Moleman, Januari 1884; bijna 46 jaar heeft hij dus leidt zijn eersten dienst Zondagmorgen in dienst gestaan van de kerk der oud- om half elf; daarbij is tegenwoordig de PLANTSOENEN EN BEPLANTINGEN. Wij meenen goed te doen nogeens te herinneren aan hetgeen wij dezer dagen schreven omtrent onze plantsoenen en onze lezers nogmaals op te wekken mede te werken tot het hooiden van eenig toe zicht. ZANG- EN RECITEER VERENIGING „HARMONIE". Deze vereeniging zal op Dinsdag 9 De cember a.s. wederom een operette opvoe ren voor haar donateurs en begunstigers. Ditmaal is gekozen „Franchemont de marskramer", operette in drie bedrijven. Voor het volgend jaar is in studie „De dochter van Madame Angot". HELDERSCHE SCHOENMAKERS VEREENIGING. Het bestuur van bovenstaande ver eeniging deelt in een advertentie in dit blad mede, dat Maandag a.s. een leder- verfdiemonstratie wordt gehouden in het gebouw Iréne, Hoogstraat. Alle vakgie- ruooten worden uitgenoodigd tegenwoor dig te zijn, daar er zeker op het gebied van schoenverven iets te leeren zal zdjn. OPLEIDING SCHEEPS WERKTUIG KUNDIGEN. Het was teleurstellend te lezen, dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen in de Memorie van Ant woord om verschillede redenen afwijzend stond om een post op de begrooting te brengen tot het stichten van een twee jarige theoretische en practisohe opleiding voor onbevarenen tot scheepswerktuig- kundige ter Koopvaardij aan de Zeevaart school te Den Helder. Een dier redenen was dat B. en W. van Den Helder geen rekening hadden ge houden miet de aan deze opleiding ver bonden kosten bij hunne aanvrage om Rijkssubsidie voor 1931, „zoodat zei de Minister reeiclls hierom de plannen iom in 1931 tot oprichting vain deze opleiding te komen, niet kunnen worden ingewil ligd." Dit argument doet denken aan een dooddoener, want als inderdaad de Mi- der de oud-katholieke Parochie van Den Helder ressorteert, te kennen had ge geven, zijn ambt te willen neerleggen. We leven snel en zoo was het tijdstip van scheiden eerder aangebroken dan menigeen lief was. Van dit afscheid wil len we nog het volgende meedeelen: Ten eerste had Zondag 1.1., 23 Nov., de officieel kerkelijke abdicatie plaats, in dezen zin: Pastoor P. J. Jans leidde toen zijn laatsten kerkdienst en Zondag a.s. 30 November zal zijn opvolger, de Zeer- eerwaarde*heer Th. Moleman, thans Ka pelaan te Egmond aan Zee, zijn intreê doen in de O.-K. kerk en de taak van den nestor overnemen en voortzetten. I De laatste kerkdienst van den heer Jans onderscheidde zich in vele opzich ten van de gewone kerkdiensten. Ten eerste waren aanwezig in het kerk gebouw de loco-burgemeester, de heerE. J. Bok Burgemeester Driessen was door droeve familieomstandigheden ver hinderd aanwezig te zijn de wethouder P. A. Smits en de heer Secretaris dezer gemeente, de heer J. Kamman. Verder merkten wij onder de aanwezi gen op vele personen van andere kerk genootschappen, R.-K., Protestant, Gere formeerd e.a. Het koor had extra gerepeteerd en heeft den scheidenden Herder vler-stem- mig toegezongen met een lied van de hand van den organist der kerk, den heer A. A. de Hoogh. Ook de tekst van het lied was door den organist gemaakt. De ge meente zong een gemeentegezang op woorden van onzen stadgenoot N. Rijkers; bovendien waren verschillende orgelsoli in den kerkdienst ingelascht geworden van Rhémberger en Boellman. Het hoogtepunt werd zeker wel bereikt in het afscheidswoord van den Pastoor, tot de zijnen gericht. „Het scheiden ver breekt iets in den mensch, dat zich tot in lengte van dagen zal doen gevoelen". Velen der aanwezigen waren de toege sproken woorden te machtig, ook de spre ker zelve was zichtbaar geroerd. Na den dienst waren alle aanwezigen in de gelegenheid den ouden Pastoor de hand te drukken. Het college van B. en W. ging hierin voor, de loco-Burgemees ter sprak een woord tot afscheid en ook de Wethouder en Secretaris spraken woorden van erkentelijkheid. Het duurde geruimen tijd alvorens al len de hand hadden gegeven ten afscheid. De leden der kerk hebben gezamenlijk een herinnering aangeboden. De leden van de Jongeliedenvereeniging „Sursum Corda" hadden in eigen kring een af- Zeereerw. heer B. A. van Kleef, uit Eg- mond aan Zoe. A. A. de H. FANOYFAIR „CHRISTELIJKE ORANJEVEREENIGING". Men verzoekt ons opname van het volgende: Bovengenoemde vereeniging, welke de laatste jaren krachtig deelnam aan de viering van de verjaardagen in ons Vorstelijk Huis, wil ook zoo gaarne des winters oneer krachtige propaganda ma ken: voor haar beginselen en doelbewust streven naar omkeer in de geesteshou ding van velen, die lauw zijn tegenover „Oranje en Historie". Extra propagan da kost echter voor elk doel extras- geld. De contributies der leden vormen een. mooi bedrag per jaar, doch het is niet voldoende om alles te betalen, wat er te voldoeni is. Het bestuur besloot daarom tot het houden van een fancy- fair, om een vreedzame striidkas te vormen. Den Helder heeft bij zulke ge legenheden altijd trouw geofferd voor goede doeleinden. Dat hoopt men nu ook wèlgezinden het toejuichen, als er leven is en liefde, om andere te spreken van Bisschoppelijke Clerezy van Nederland, een staat van dienst, zooals we weinig in dit, en ook ander kerkverband, aantref fen. Na zijn wijding werd hij benoemd tot Kapelaan te Utrecht, maar deze functie bekleedde hij niet lang, want door het vertrek van Pastoor H. Dievenbach, uit Den Helder, kwam hier in Den Helder de vacature, waartoe hij geroepen werd door den Aarts-Bisschop van Utrecht. Zoo deed hij in Aug. 1885 z'n intrede in onze gemeente en werd hij „de" pastoor van de H. Nicolaaskcrk in de Langestraat. In 1925 werd op luisterrijke wijze zijn 40-jarig Priesterschap te Den Helder her dacht in aanwezigheid van den Aarts-Bis schop van Utrecht, mgr. Franciseus Ken- ninck. Bij deze gelegenheid was o.m. het gemeentebestuur uitgenoodigd, hetwelk natuurlijk aan deze uitnoodiging gehoor gaf. In dit jaar, dus 5 jaar later, werd ook het lustrum gevierd, maar op meer be scheiden voet, dit laatste hield zeker wel verband met de plannen van den ouden Pastoor, om zijn emeritaat aan te vragen. In den zomer deelde hij den leden van HjH de O.-K. kerk mede, dat hij aan den Hoog-te bereiken. Tenslotte moeten alle Oranje- eerwaarden heer Bisschop H. T. J. van ÉB Vlijmen, Bisschop van Haarlem, waarom 't was erg onzuiver, de bariton te vroeg en de Ee-clarinet te scherp. No. 2: L'Ami Vicior-marsch van J. Ohaillet, werd zonder nuances gespeeld. In die 2e reprise was de 'bariton beschaafd, de basso's waren ruw en ongelijk, het trio was te hard, de tusschenzang ongelijk en het hout te scherp; de triolen ook veel te scherp. Het corps is zwak beeet en klinkt leeg, wat men met ruwheid denkt weg te moffelen. Het tempo was wel goed, maar allee te ruw. De oude ouverture „Die vier Menechen- alfer" van E. Méhul was No. 8; deze mag nog wel eens flink onderhanden genomen worden. Het andante 4/4 was alweer on zuiver, 2/4 allegro: alles zonder nuances; er staan toch nuanceeringen? Daarbij ruw en rommelig, zoo ook het overslaan der Es-clarinet, de zestienden lang niet mooi, de bas geen beschaafde toon. In het 3/4 andante was de as van de piston niet in orde, de zestiende loopjes waren ongere geld, het 2/4 allegro: banaaL Finale: bas sen en baritons onduidelijk. Alles te on verschillig. Niets mag worden nagelaten om de Zuiderzeevisschers hierheen te trekken. den zegen door het Oranjehuis geschon ken aan het Vaderland. De „bazar" zoo kan men de gelegen heid óók noemen, beloofd goed verzorgd te zullen zijn en er is kans op extra-toe- gevoegde belangwekkende onderdooien. Later komen wij op een en ander gaarne terug. De bedoeling is .in de eerste week van Maart 1981, bij. welzijn te komen vra gen om veler bezoek en belangstelling! Het veelzijdig samengesteld' comité van 24 personen, dat op verzoek van het bestuur is gevormd, bestaat uit: De heeren S. F. Monhemius en S. de Böck, resp. Ie en 2e voorzitter, J. Kroon- stuiver en J. Kruijff, resp. Ie en 2e pen ningmeester; mevr. Tr. Franken—V. Luijk -en mej. O. Groen, resp. Ie en 2e secretaressen, en den heer T. Vermooten als 7e bestuurslid, benevens tot comité: de daimes: J. Bot^-Graaff, T. GraafBot, M. AbbenesWegman, R. Brouwer, J. van Straaten, R. Vil, Zr. M. Willemse, G. JDamstéSiegers (Huisduinen), A. Slikker (Koegras), N. van Die (Julianadorp), be nevens de heeren: O. Jongkees, D. de Langen, G. de Haan, A. Weljand, J. van Straaten; D. M. de Munck, J. F. Boender- maker. VTSSCHERIJ, De garnalenprijzen liepen in het laatst der week terug tot 15 cent per Kilo. De geheele vloot heeft zich bezig ge houden met de garnalenvangst, omdat er geen) gelegenheid was tot andere vis- scherjj, zoodat waarschijnlijk het afzet gebied in het buitenland daardoor wat oververzadigd was. De sardien bleef uit en het weer was te onbestendig om zee te kiezen, totdat Vrij dag in de garnalenkuil door enkele vis- sohers sardien werd gevangen en in be trekkelijk flinke hoeveelheden. Omdat het gamalenlkuilnet zich niet leent tot de sa rdienvissoherij', vermoedt men dat er fink sardien aanwezig ds. Toen men dat gewaar werd, haastte men zich naar de haven om het sardien- net aan boord te gaan nemen. Hierdoor was de garnalenaanvoer niet zoo heel groot De sardien bracht ongeveer 8 gulden per mand op, hetgeen een behoorlijke prijs is en wanneer deze prijs zich onge veer kan handhaven, heeft men goede verwachtingen. Verondersteld wordt, dat de sardien zich eindelijk naar onze kust heeft be geven en een groot deel van de vloot zal scheid voorbereid en overhandigden bij zidh op die visscherij1 werpen, monde van haren voorzitter, den heer De Hoogh, twee foto's als herinnering aan de plaats waar hij gearbeid had zijn geheele Daardoor, zal de aanvoer van garnalen beperkt worden, zoodat de_kleinere schui- Zooals uit de besprekingen in de Twee de Kauner over de Zuiderzeeeteunwet wel is gebleken, vonden de belanghebbende visschers, die hun bedrijf niet vaarwel "wilden zeggen, zich het meest gebaat bij het beschikbaar stelen uit het steun fonds, van gelden voor het aanschaffen van een flink vaartuig met een motor van groote capaciteit. Alleen met dergelijke vaartuigen meenden die visschers en ook zjj, die hun belangen hadden te bepleiten, dat zij afdoende waren geholpen en dus in staat in hun levensondernoud te voor zien. De Steunwet had enkelen geholpen aan schuiten van geringer capaciteit, maar gebleken was, dat het eigenlijk was een helpen van den wal iu 'le sloot. Ook hieruit blijkt al weer ten duidelijk ste, dat de visschers slechts mogelijkheid, om. hun bedrijf goed gaande te houden, zien in het in de vaart brengen grootere vaartuigen. Datzelfde demonstreert zich, zooals we weten, ook met de Texelsche en Helder sche visschers vloot. Steeds meer kotters, met 80, 90 en hooger paardekracht, worden gebouwd en zij, die maar ©enigszins kans zien, Het financieel mogelijk te maken, gaan er toe over een kotter te laten bouwen. Inderdaad zou men niet een kapitaal van 25 80 duizend gulden op het spel gaan zetten, als er niet de mogelijkheid bestond dat kapitaal rendabel te (maken en aan vier menschhen een bestaan te ver schaffen. Het resultaat op groot er vangst toch wordt, volgens hun ervaring, bevorderd door krachtiger voortstuwing en boven dien laat het meer zeewaardige kotter- schip toe, langer op zee te blijven. Er is hier al meer over deze aange legenheid geschreven en fantastische praatjes zijn dit niet, want als men met de belanghebbenden zelf spreekt, ver klaren ze rondluit, dat bestaansmogelijk heid beter gewaarborgd is dan met kleinere vaartuigen met geringer voort stuwingskracht. Het is te begrepen, dat deze succes volle ervaring met de kotters de geh.ee visscherswereld beroert en dat algemeen het verlangen uitgaat naar het bevaren van een kotter. En zooals het is gegaan met het lang zamerhand omzetten van de zellvloot in een motorvloot, zoo zal langzamerhand de bottorvloot worden omgezet in een kot- tervloot. Dat mag enkele jaren duren, inaar die loop zal het nemen. En ieder voelt, dat hier een proces in de visscherswereld zich ontwikkelt, dat in andere bedrijven reeds 'lang een vol dongen feit is geworden. Door het noodig zijn van een grooter kapitaal zal de zelfstandigheid van me nig schipper, die eigenaar is van zijn schuit, eeniigermate te loor gaan en komt er de verhouding van geldschieter en schipper of van reeder en zetschipper. In zeker opzicht mag dat betreurd wor den; maar dat is nu eenmaal het proces, hetwelk wij overal zich zien voltrekken, n.h dat het kleinbedrijf, als zelfstandig instituut, verdwijnt en opgenomen wordt in de grootere financieele concentratie. We hebben dat te aanvaarden en het is waarschijnlijk de schakel in het evolu tieproces, dat gewensoht of niet, zich onafwendbaar voltrekt. Wat is nu, voor onze plaats, het gevolg van d'at alles? Verschillende plaatsen o.a. Zoutkamp1 en Oostmahom en, naar we meenen, ook Harlingen, hebben zich erg druk gemaakt om de visschers uit Zuiderzee, die nè af sluiting, toch hun beroep niet wilden vaarwel zeggen, tot zich te trekken. Vooral Oostmahom heeft daarvoor ge ducht de groote trom geroerd. Dat was hun volste recht en niemand zal hun dat euvel duiden. Maar ons lijkt het toe, dat geen enkele visscher zich gedrongen zal gevoelen zich naar Oostmahom te verplaatsen, omdat de vaart vanuit zee over het Wad niet al tijd doenlijk zal zijn. (Denk maar aan de postverbinding SchiermonnikoogOost- mahorn). Neem daartegenover de ligging van den Helder, direct aan de Noordzee en onder alle omstandigheden binnen te vallen of ten (de zeilers) vermoedelijk indirect ook j uit te varen, gezwegen dan nog van de leven, van kerkgebouw en pastorie. Deze het voordeel zullen hebben van de sar-paatselijke voordeelen wat betreft onder foto's waren zeer artistiek uitgevoerd j dienvisscherij, omdat door de mindere j wijss, winkelstand en verkeersgelegenheid door Jac. de Boer, alnier. aanvoeren de prijzen zullen stijgen. met de andere deelen van het land. Eigenlijk behoeft dit alles geen betoog, maar het lijkt ons noodig telkens en tel kens er op te wijzen van hoe groot belang het voor Den Helder zal zijn als een groo tere visschersvloot en dan van de capa citeit der kotters hier gevestigd zal zijn. Er schijnt hier een oordeel te zijn alsof de visscher zweeft op het randje van arm lastig te zijn. Nu, rijkaards zijn ze over het algemeen niet, maar armlastigen zijn ze ook niet en in elk geval is het ^en bijzonder nijvere bevolking, aan wier bedrijf door de neven- bedrijven veel arbeid en dus ook loon wordt ontleend. En als we dat geheele bedrijf zoo in zijn geheel durven beschouwen, dan komen we tot de conclusie, dat de visschersvloot een element in ons plaatselijk econo misch bestaan is van groote beteekenis. Gaan we na, dat aan den afslag voor 7 ongeveer 61/, ton is verhandeld in 1928 van en rekenen we daarbij hetgen de visch- handel daaraan heeft gewonnen, dan ko men we tot een respectabel bedrag. Gerust mogen we aannemen dat 9/10 van dit bedrag onze plaats ten goede komt. Natuurlijk zijn er de jaren van malaise, waarin de totaalopbrengst misschien min der groot zal zajn geweest. Maar komt die malaise eveneens niet voor in den landbouw? Het jaar 1930 leert ons dat wel. En in landbouwstreken zal men ook groote bedragen noodig hebben om de menschen, die daaronder te lijden hebben, door het leven te helpen. Mag men daarom spreken van armlas tigheid? Hoeveel moeite doen we niet om de bloembollencultuur in onze omgeving tot grooter ontwikkeling te brengen? Wie waarborgt ons, dat ook daarin niet eens een tijd van malaise zal aanbreken? En zouden we dan om die mogelijkheids kans te ontgaan, ons er van onthouden die cultuur te bevorderen? ontvangen. Iii verband met dit alles is het onze meenir.g, dat niets mag worden nage laten om de visschers met open armen te ontvangen. WTie zijn oor goed te luisteren l"gt, w.eet hetgeen' er staat te worden met ae visschersvloot en zal daarin zien een be drijfstak van niet te onderschatten betee kenis en daarom is het gebiedende eisoh dit bedrijf niet te beschouwen als een te verwaarioozen iets, doch als iets, dat met alle kracht dient te worden gesteund. Men beweert, dat de Urker visscher, die dan ook Noordzeevissoher is, toch zijn domicilie zal houden op Urk, omdat hij, evenals nu, toch in de gelegenheid is, periodiek, zijn eiland varende te bereiken. Urkers zelf hebben dat ons ook wel medegedeeld. Zonder nadere beschouwing schuilt daarin eenige juistheid. Dit mag evenwel niet vergeten worden: De Urker visscher beschouwt de Noordzeevisscherij «als een seizoenbedrijf, omdat het voorjaar hem bindt aan zijn eiland door do vLsöcheriJ op haring en ansjovis. Aangenomen kan dus worden, dat vanaf Maart ongeveer tot Juni zijn bedrijf dicht bij honk ligt Nu moge het waar rijn, dat hij zeer ge- dam er ligt. Dan is hij als visscher uit sluitend aangewezen op de Noordzee visscherij. En nu moge het zijn, dat hij zeer ge hecht is aan zijn eiland, maar. ten slotte zal hij ook tot de overtuiging komen, dat het voor het bedrijf noodzakeijk is, dat hij zich verplaatst maar de omgeving, waar hij hiet dichtst bij zijn „brood" zit Er komt nog dit bij: Urk verliest als visschersplaats rijn beteekenis en wordt hoogstens eem centrum voor de brak- of zoetwatervisscherij. De geheee outilleering van het visch- bedrijf wordt dus anders en de Noordzee- visscher zal daar ten slotte niet meer de benoodigdheden vinden, die voor het be drijf onmisbaar rijn, omdat door den geringen verkoop een vlctualiebedrijf niet meer kan zijn ingesteld. Tegen wil en dank dan misschien zal dus ook de Urker visscher zijn woon plaats verleggen en dat zal, durven wij zeggen, den Helder zijn. Zoo zien het ook anderen, want niet voor niets is het aantal victualie winkels den laatsten tijd hier uitgebreid. Als het getij verloopt, dienen de ba kens te worden verzet. Die bakens klaar te hebben vóór het getij verloopt, is vooruitziende taktiek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 21