9ÊL HET BCDÜ1P)iE?InliEU Hoe bouw ik zelf een opiscoop. Ons kinderverhaal. HET VERDWAALDE ELFJE. De jacht op de ster! Wie ziet de boosdoener? Van link» naar recht» drie huisjapon» netj«6: Eenvoudige japon van lichte trollen stof, die gesloten wordt met namaak bloedkoralen knoopje®. Eenvoudige huiejapon met een zijden fichukraag in de groorikleur der japon en een ceintuur, die de japon ïn de taille bij eenhoudt. De garneering bestaat uit flu- weelen biesjes. Morgenjapon met gestikte ruiten en randen van effen fluweel, die opzij met een gestrikt lint wordt gesloten. Besje jongens en meisjes! Jullie hebt het oude jaar bepaald goed willen uitzetten. Ik heb tenminste zoo'nt stapel briefjes gekregen, dat ik bijna niet weet, hoe er door te moeten komen. Ik zal dus maar direct mot de beantwoording beginnen, maar eerst wil ik jullie alle maal een prettig jaar 1931 toewensohen. Ik hoop dat jullie veel plezier nebt hij je spel, dat je goede rapporten krijgt van schooi en allemaal verhoogd wordt Goede wenschen, hè? Maar ik meen het, hoorl Ook reg ik. jullie dank voor de geluk- wenschen, die ik mocht ontvangen. Klaar Stadtman. Dat war esa prach tige op leuning es al had ik er ook graag met >00 heengegaan, 't ia maar beter zoo, want mijn tijd ia de eerrtr weken nog erg bezet. Die ingezoden raadsel» van je waren ver bazend aardig, maar ze zijn heuaeh te moeilijk voor de meeate vriendje» en vriendinnetjea.. Piet Keyzer. Dat waa eas origineele geluk.wenach, Piet. Ik dank je wel en hoop dat hij in vervuiling gaat, niet alleen voor mij, maar ook voor jouiw en voor allemaal. Beppy Zwieratra. Dat vind ik heele- maal niet erg, Beppy, dat je niet aam het tee- keningetje en het andere raadaei toegekomen Joh. D. J i mm i n k, Callantaoog. deftige nieuwjaarawenach kreeg ik Joh. Ja, dat was een mooi kaartje, had heuach niet gezien dat ze hier Wat een van jou, Maar ik gedrukt werden, daar zorgt een andere meneer voor. S ij t j e K r e ij g e r. Dat is goed, Sijtje, ik zal het raadsel zoo veranderen. Dat i» niet veel moeite, hoor. Van de volgend® vriendjes en vrien dinnetjes ontving ik de teekening, ge kleurd en wel, die <te vorige week in 't Juttertje stond. En er waren heel mooie kleurplaatjes baj, Ook hadden verschillen de de fouten-teekening ingezonden. Jan Gerrling; Joh D. Jimmink; Betsie v. d. End®; Nanni® Grande; Sijtje Kreij- ger; Martha Kedjzer; Annie v. d. Brink. Geachte Mijnheer. J ia de eerste letter, Het tweedr woord is Jan, Ee* mooie boom ia de linde, Januari kon ik zoo wel vinden. Staal ia een metaal', Arm het tegenovergestelde van rijk, I het laatste woord. Mijnheer heb ik gelijk? Een fabel kan, heel mooi zijn, Dat heb ik wél gelezen., Een neef ia een familielid, (Slot). De prins stond op en ging naar zijn vader. Die luisterde goed naar wat de prins hem vertelde. Tenslotte zei hij: „Die droomen, en dat vogeltje, daar is iets mee Wat, weten wij "niet. Maar ik zal dadelijk mannen uitzenden om die oude vrouw te haien. 't Kan zijn, dat ze een heks is en Grietje betooverd heelt in een of ander dier. Nu, dat zullen we dan eens onder zoeken!" „Zou d® oude vrouw Grietje in een dier hebben omgetooverd?" dacht de prins. Hij wachtte met ongeduld de terug komst van d® mannen af, maar hij dacht er niet aan, dat 't vogeltje wel eens het dier zou kunnen wezen, waarin Grietje misschien veranderd was. Zoo gaat het: aan wat het meest voor de hand ligt den ken <ie mensohen niet! intusschen vloog 't vogeltje onmatig door de kamer heen en weer. Wat had het wel kunnen vertellen, als het spreken kon. Weldra kwamen de mannen aan met de oude vrouw schreeuwend en gillend in hun mi.iden. De koning liet al zijn raads lieden komen en de prins kwam ook, met 't voire tje op zijn schouder. .Spreek op!" zei de koning, „ben je een heks?" e© nee nee", riep de vrouw ang stig. „Laat mij los!" „We zullen 't gauw genoeg weten", zei de koning barsch, „Mannen, trek haar schoenen uit!" De mannen deden 't. En.... wat zagen ze? Inplaats van voeten, had de oude vr< w bokst ooten! I 'aaraan konden ze J „ai „e wel degelijk een heks was. vertel me nu maar gauw wat er met Griet e is gebeurd, want dat zul je zeker hel weten!" zei de koning. ee, ik weet niets, Grietje is wegge» Loepen en 'k weet niet waai' ze geble- Een opiscoop i» ondank» zijn rare naam een erg nuttig toestel. Het dient namelijk om ondoorzichtige beelden te kunnen' pro jecteeren.-In een tooveriantaarn kan men slechts doorzichtige plaatjes gebruiken. Hiermede met den opiscoop dus kan men echter gewone briefkaarten op een scherm of op den wahd projecteeren. En liet toestel is erg eenvoudig om te maken. Een van binnen goed glanzende blikken uisv uitbus, enkele houten plankjes, een eliectrische lamp en een vergrootglas zijn ue materialen, die men noodig heeft. In den bodem maakt men een cirkelvormig gat, det niet iïi liet midden, maar iets la ger 11,cel zitten. Een ander gat is voor het uevestigen van de electrische lamp. Een beetje voorzichtigheid hiermede kan geen kwaau. la de electricien in de nabijheid, laai hem het doen, dan ben je zeker, dat er atei geen kortsluiting ontstaat en je een iieeUh.e 'klap krijgt; de lamp het moet een peer zijn met een flinke metaal draad moet zoo worden aangebracht, "ïomwrtd. koning -k waariflk booJiaaw™, otot aan loopen! beval hik Maar zoodra de heks dat hoorde, viel ze voor den koning op haar knieën en zei: „Ik zal alles weg zeg gen, maar bewaar mij voor de gloeiende plaat!" Nu vertelde ze aan het heele hof, hoe ze Grietje eerst leel'ijk had gemaakt met voduen en houtskool en haar toen had om getooverd in een vogeltje. r e prins wist niet wat Mi hoorde. Nu begreep Mi. waarom hij zoo vreemd ge droomd had dat men, als men door het projectiegat een inrichting1 (zie teékening) waardoor de te projecteeren plaatjes tegen het dek sel blijven zitten. Het beste is één Qf twee strooken 'blik vain onderen en van boven ren zij allen, want Memand, ook de oude ki ning niet, had ooit een meisje gezien» dat zoó lief was. Maar tegelijkertijd gaf een van de man- Hij keek 't vogeltje aan, In rieiiv die bij de heks stonden, een schreeuw de vriendelijke oogjes, die opeens blij be- en wees op een zwarte rat, die haastig go nonen te glinsteren. Hij nam het in zijn wegliep, 't Was de heks. Op hetzelfde handen en kuste het op de zachte veertjes oogenblik sprong de groote zwarte kater en 't vogeltie drukte zich vast tegen zijn van de koningin te voorscMin, bovenop de wangen aan. rat, en beet haar de keel af! De koning stond op en liep dreigend op Zoo was de oude heks meteen dood, en de heks t< e. „En als je nu niet oogenblik- ibdereen was er blij om, want nu kon ze kelijk maakt, dat Grietje weer Grietje nooit meer kwaad doen. tegen het deksel te eoldeeren, waardoor het plaiatje als bet ware in een sleuf ge schoven kan worden Nu moeten wjj het toestel nog monteeren, teneinde het scherp te kunnen instellen. We nemen daartoe een lang houten plankje en bevestigen daarop twee kleine plankje», zooals de teekening aangeeft. Onder de blikken 'bus spijkert men eveneens een rechtopstaand plankje, dat itn, de gleuf van het onderstel heen en weer kan verschuiven. Nu laten wij die lamp branden, zetten een plaatje erin en plaatsen dan een gewoon vergroot glas op 't onderste plankje. Als projeotle- lena kunnen wij een gewoon vergrootglas gebruiken, dat precies op de hoogte van het projectiegat in de bus moet zitten. D,)or heen» en weer s. huiven van de bus verkleinen of vergrobten we den afstand t ssdheni vergrootglas en plaatje, waar door we er tenslotte in slagen het beeld öci.onp te krijgen. De blikken doos moet van binnen goed glanzend zijn (eventueel poetsen!) zoodat het licht aan alle kanten weerspiegelt. Dit is een van de hoofdfac toren voor een goede projectie. De pijltje» op de afbeelding wijzen achtereenvolgen» (vani links maar rechts) naar: het plaatje, (onder:) de opgesoMeerde hlikrandl, de gloeilamp, (onder:) de instellnriohtLng, het projectiegat en het vergrootglas. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsel». bent. Jij doet toch al altijd aoo je beat met je Dat bij alle wel 't zelfde wezen. AM Unt A„ I A «.n «PA.M /1H A A nJ,,pa A A n Y~\ 1 J 1 J LI! rijmpje» en het oploaten van die andere raad sel» was maar een aardigheidje voor de kin deren die er tijd voor haddien. Bertus Broekhuiiea. Aan jou moet ik hetzefde achrijvan ala aan Klane Stodtmn», je eigengemaakte raadaei ia erg aardig; maar voor de meeaten te moeilijk. Jammer, hè? N e 11 i e v. >d. S l i k k e, Ooaterand (T.) Ja, dat waa net jammer, Neliy, dat je de vorige week je raadaei» te laat instuurde, maar nu kwamen ze op tijd hoor en waren goed ook. Fijn dat je zoo'n heerlijk keratfeert hebt Sjehad, en zoo'n mooi boek gekregen. Geertje Brouwer. Ala je nog nooit met het raadaeloploaaen hebt meegedaan ia het nu juist heel goed van je, dat er eens mee begonnen bent. Rijmpje» behoef je aiat in te sturen, hoor, dat doae allen» die kinderen die het kunnen. Je raadaei» wan» goed. M o n Bonte. Dat waa een verassing, Mom, zoo'n prachtige ansichtkaart voor broertjeI verjaardag. Dank je wel, hoor. Ik eai hem trouw voor hem bewaren «n al» hij dan aoo groot ia dat hij hem niet meer aan stukjes scheurt of opeet, krijgt hij ham om te taldgloea en dan zal ik zeggen: „Die ia van Man Bonte, een raadeelvriandje va* ja vader". Corrie Clau». Jij baset ook ee* sfen® vriendinnetje. Nu dat ia utiatekead, hoor. En los de raadaei» maar trouw op, de heéle maand, dan heb ja ook kana aea prij» te winnen. A n n n i e v. d. Brink, Amersfoort. Dat komt nu niet erg mooi uit, Annie, dat je vader tot ia Maart weggaat jij 11 Maart jarig bent, maar aan den anderen kant heb je dan twee feestdagen achter elkaar. Eerat je ver jaardag en dan de terugkom-at van je vader. Ja, dat hondje vond ik net heel aardig, Annie. Dank je wel voor al je goeie wenschen, hoor, en voor de mooe kaart die ik weer van je kreeg. Broertje krijgt er zoodoende een heele artapel. Herk Kiljan. Jij schrijft me tegenwoor dig maar groote brieven, Henk. Du» je hebt tweeden Kerstdag flink met sneeuwballen ge gooid. Nu dat begrijp ik. En wat pakte de sneeuw fijn, ,hè? Ik heb het ook nog gepro beerd. Trien Slikker, Koegraa. Ja, dat heb Uc de vorige week net vergeten, Trien, om de* naam van de inzend ster er onder te zetten. Ze waren van jou, hè? Heb je prettige dagen in H. Hugowaard gehad? Want je bent nu toch zeker al weer terug? Wat een vragen, hè? Beantwoord ze volgende week maar eens. T r u u Klik. Jij verlangt zeker net als Henk Kiljan en alle andere vriendjes en vriendinnetjes naar een heerlijk dik pak sneeuw. Nu, ik vind het ook noa fijn, hoor. De honing die komt van de bij, Zonder hoed in den winter ben ik blij, Want een muts ia veel gemakkelijker en warm, Ons land ia aan tin geloof ik heel arm. Een net gebruikt men bij het vis9chen, Een den i» een boom, dat kon ik zoo wel gissen. In is hier het laatate woordje, zooals u ziet, 't Geheel is: blaffende honden bijten niet. BEPPY ZWIERSTRA. wordt, laat Ik je hoofd afhakken!" bul derde hjj. De heks begon te kermen en om hulp te roepen. Ze wilde Grietje niet onttoo- veren, want als ze dat deed, zou ze op het zelfde oogeniblik in een zwarte rat veran deren. Maar niemandl had meelij met haar. De beul werd geroepen, en Mef het zwaard al op, alsof hij haar hoofd wilde afhakken, „Houd op!" schreeuwde de heks. „Ik zal Grietje onttooveren!" en driemaal zwaaide ze haar hand boven het vogeltje onder het uitroepen van leelljke geluiden. En kijk, 't vogeltje wipte naar den grond, en ineens stond Grietje daar, even mooi als zij altijd geweest waa De prins om helsde haar en niemand kon een. woord spreken, zoo verheugd en verwonderd wa- Grietje kreeg de prachtigste kleeren die er in het heele land te vinden waren, en trouwde snoedig met den prins. En ze waren beiden heel gelukkig. Nu vertelde Grietje ook, dat ze eigenlijk een elfje was en hoe ze vroeger gezongen had in het maanlicht en gedanst langs de manestralen. „Zou je weer opnieuw een elfje willen worden?" vroeig de prins. „Zou je naar ."en uil willen gaan om hem je vleugeltjes terug te vragen?" „Nee, nooitl" antwoordde Grietje. „Vroe ger verlangde ik er wel naar, maar toen kende ik jou nog niet en wist niet, hoe ge lukkig de menschen kunnen worden! Nu blijf ik voor altijd bij jou!" P. van Renssen. H. Blaffende honden bijten niet; neef bij hoed tin net den in. fabel, Nieuwe raadsels. I. Welk spreekwoord staat hier? M II. d i m d d t k. e (Ingez. door B. K.). Is Het geheel bestaat uit acht letters, iets dat de menschen graag hebben. 1, 6 is een meisjesnaam. 1, 7, 3 is op een auto. 3, 4, 5 is in de meeste vruchten. 3, 8, 7, 2, 5 is een deel van een muziek- 1,2,7,8 is een hoofd wel eens- [instrument 1, 4, 3 is een naam van een gevleugeld dier. 8, 6, 7, 5 is tegenovergestelde van vroeg. 8, 4, 3 zit aan den mond. 6, 6, 7, 8 is een vak op school. (Ingez. door J. en M. H.) Goedo oplóaadiagan van belde raadsels ontvangen wan: M. B.; ML de B.; B. v, d. B.; A. v. dL B. (Amersfoort); P. de B.; M. B.; G. B.; B. B.; O. Q; M. D.; B. v. d. E.; J. G.; M. G.; H. EL; N. G.; J. J. (Oallantsooig); T. K.j P. K.j N. K.j B. K; 6. K.; H. K; D. L.; P. L.; A. S.; O. v. A 8.; 8. T.; T. T. (Koegras); M. T.; K. J. J. oe W.; J. en P. W.; B. Z.; J. v. Z, raadsels ontvangen Eigengemaakte van: B. B. en K. J.'S. De prijzen zijn na loting ten deel ge vallen aan: Bertus Broekhuizen, Schaigenstr. 117. Bep Kwinkelenberg, Koningstraat 22. Piet Leenaars, Anemonenstraat 44. Mona Timmer, Ruytersfcraat 60. Welke knapperd vindt de weg naar de ster In het midden van de doolhof Het is niet gemakkelijk, dat verzeker ik jel De ingang is door het pijltje aan gegeven. Maak het goede pad met kleurpotlood heele- maal rood. Probeer het maar eens. Pluto heeft Dolly een blauw oog geslagen Zie jullie het arme diertje beneden aan de teekening? En toch heeft de arme kleine Dolly, die veel kleiner dan de valsche Pluto is, haar groote broer, Bobbert, ei uj gehaald. Maar toen ze beiden terugkwamen, armst.s^.1 h®i 0"»° "iCt "leer' Wie kan het arme tweetal helpen z,e zouden die stoute Pluto wni™00 8,aag eens een pak voor zijn hondenbi jt ste n 8ev^n» erl iudt de punten 1 tot en met 40 et elkaar doormiddel van rechte lijntjes en in de goede volgorde, dan 40 met 42 en zoo voorts tot 49. Daarna verbindt je 49 met 2 Dan zie je hoe Pluto er uitziet 1 Wat is een alibi? Dat is heel eenvoudig: ais je kunt bewijzen, dat je op zeker oogenblik ergens was, waar je beelemaal niet was, dan noemen ze dat alibi. Probeert u nu eens vriendelijk te kijken, verzocht de fotograaf. U wit er toch zeker niet zoo norsch op staan? Waarom niet? zei de man. Het kan me niets schelen; het Is voor mijn schoon moeder. Staat u er voor in, dat die papegaai praat? vroeg de dame. Praten, mevrouw, zei de koopman. Praten? Ik heb hem van een damesclub gekocht, en die deden hem weg, omdat de leden jaloerach oip het beeat waren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 9