Zaterdag 10 Januari
HEEREN- en KINDERKLEEDING
HEERENMODEARTIKELEN
HERMAN NYPELS
's namiddags 2 uur, i
begint onze
Speciaal Wintergoederen worden voor
zeer lage prijzen uitverkocht
ZIE DE ÉTALAGES Ï*T- VRIJE TOEGANG
De uitbarsting van den Merapi.
Kledingmagazijn HELDER
rWinterteenen^y
Kloosterbalsem
ren misten) =7,'= ES "g&gZS+*SST*
Geen goud
zoo goed"
lring op eeonomisch gebied van de ver
schillende Rijken thans uiterst moeilijk
te bereiken is. Het protectionisme blijft
in het buitenland veld winnen en het ver
wondert ons niet, dat er in ons land, ook
van de zijde dezer Kamer, de vraag ge
richt werd tot de Regeering, of voortzet
ting van de huidige handelspolitiek onder
deze omstandigheden wel gewettigd is, of
dat bescherming van levensvatbare be
drijven in ons land dient te geschieden.
Spr. geeft een overzicht van hetgeen
daarover in het laatste maandschrift van
het centraal bureau voor de statistiek
staat geschreven.
Omtrent de bedrijfsgroepen in dit ge
west merkt spr. o.a. op:
Grove tuinbouwproducten.
Begin 1930 waren er groote voorraden
winterkool, uien en wortelen opgeslagen.
Helaas moeten wij hieraan direct toevoe
gen, dat den goeden verwachtingen de
bodem is ingeslagen. De oorzaak daar
van is velerlei, doch wel hoofdzakelijk is
het treurige resultaat daaraan te wijten,
dat in de winter-campagne van begin 1930
de vraag veel te gering geweest is.
Vroege aardappelen.
Weliswaar hebben deze geen hoogen
prijs weten te behalen, doch de handel
daarin is niet bepaald ongunstig ge
weest. Als ongunstige factor in de aard
appelcampagne van het verloopen jaar
trad de aardappelziekte op, die door de
vele regendagen van den zomer in stexke
mate is voorgekomen en voor de onge-
rooide voorraden funeste gevolgen had.
De vroege
zomerkool
"mocht zich slechts enkele dagen in bet
begin van het seizoen, toen de voorraden
nog niet al te groot waren, in een eenigs-
zins goeden prijs verheugen, doch al heel
spoedig was het daarmede gedaan, naar
gelang die voorraden toenamen. Weldra
waren de prijzen daarvan zóó laag, dat
het niet meer loonde de vroege kool te
oogsten.
kgelndata bh-o dc en en
De voorraden
winterkool en uien,
thans beschikbaar voor de wintercam-
pagne begin 1931, zijn ongeveer een der
de minder in hoeveelheid dan die van de
overeenkomstige periode in 1930. Tenge
volge van de vele regens gaven talrijke
velden een slechten oogst, vandaar de ge
ringere voorraden.
Résumeerende valt over den handel
dezer verschillende producten in 1930 al
weinig verheugends mede te deelen.
De toestand van den landbouw.
De finantieele gevoigen van de wereld
crisis kwamen in 1930 ook in ons land
steeds duidelijker tot uiting.
Bij de zuivel door een belangrijke da
ling in de prijzen. De daling trof de boter
in belangrijker mate dan de kaas, ten
gevolge van hoogere invoerrechten.
'loch mag van 1980 voor het veehou-
dersbedrijf melkerij niet van een
noodtoestand worden gesproken.
In het einde van hét jaar daalden ook
de kaasprijzen nog eens belangrijk, zoo-
.dat de verwachting voor de toekomst
somber gestemd is.
In den eigenlijken landbouw den
graanbouw is de toekomst slecht. Van
een behoorlijk bikomen is daar geen
sprake, de meesten hebben geen inko
men, maar verlies. De wereldproductie
laat hier haar invloed geweldig gelden
en daardoor staan wij voor een zeer moei
lijk vraagstuk. Wel wordt getracht door
het „suikerwetje" en het „meng- en maal-
gebod" aan den landbouw hulp te bieden,
maar het is zeer de vraag of de resulta
ten wel zoo gunstig zijn als van land-
-bouwerszijde wordt verwacht en of niet
zal blijken, dat aan de uitvoering zulke
groote moeilijkheden en kosten zijn ver
bonden, dat zij praetisch niet zullen be
antwoorden, aan het beoogde doel.
Om de moeilijkheden te boven te ko
men, zal er krachtig samengewerkt en
veel gewijzigd moeten worden. De groote
moeilijkheid is om de finantieele verhou
dingen te wijzigen in overeenstemming
met de finantieele gevolgen van de crisis,
die den economischen toestand op geheel
andere basis brengen.
BloembollenkweekerlJ en handel.
Spr. behandelt den toestand te Liin-
men c.a.
Omtrent de cultuur in de overige dee
len van ons district zal in het jaarver
slag nader worden geschreven.
Kaashandel.
De vooruitzichten van den kaashandel
kunnen niet rooskleurig genoemd wor
den!
Gecondenseerde melk.
De handel in melkproducten had even
eens te lijden onder de heerschende ma
laise.
De vraag naar gecondenseerde melk
beweegt zich nog steeds in stijgende lijn.
De laatste weken van het afgeloopen
jaar toonden een opleving, zoodat het
nieuwe jaar met vertrouwen tegemoet kan
worden gegaan.
Vlschhandel.
De NoordzeevisTcherij werd uitsluitend
door motorvaartuigen uitgeoefend, on wel
voornamelijk door motorbotters, hoewel
deze de laatste jaren meer en meer ver
vangen worden door krachtiger motor-
kotters.
De viBchstand in de Noordzee is wat
tong, tarbot en schol betreft, weder ach
teruitgegaan, hetgeen voor de toekomst
voor die vlsscherij geen bemoedigend
teeken is.
De visecherij met kruisnetten in de zee
gaten, op Texelstroom en de Zuiderzee
Balans-Uitverkoop
In Doekoen en Sroemboeng. Een tocht door Niemandsland.
had gelukkig goede uitkomsten. Haring,
ansjovis en garnalen waren flink te van
gen, de schepen met de krachtigste moto
ren konden op de beste vangsten bogen.
Over het algemeen geven de totaaibesom-
rningen reden tot tevredenheid.
Ook de „trèkkers" en „fuikenvisschers"
langs het strand van Huisduinen, de
zandbank Onrust en aan de Texelsche
kust hadden een goede haring- en ansjo
visvangst en hebben daardoor tamelijk
goede besommingen gemaakt.
Geep is er weinig gevangen en de sar-
dijnvangst is dit jaar totaal mislukt.
Mosselen werden nagenoeg alleen voor
eendenvoer of zaadmosselen gevischt,
alikruiken en wulken iets minder dan het
vorige jaar. Oesters komen slechts spora
disch voor.
De zeegrasoogst voor gemaaid normaal
en gevischt zeegras was in 1930 van min
der beteekenis dan gewoonlijk.
De vischhandel ondervond den terug
slag van den aigemeenen economischen
toestand en de scherpe concurrentie. Gar
nalen hadden in de eerste maanden voor
menschelijk voedsel weinig waarde. In
het najaar kwam er meer vraag en kon
den de inderdaad goede vangsten vlug
opgenomen worden, omdat de vangsten
elders weinig beteekenden.
De ruime haringvangsten, die het re
cord van het vorige jaar nog overtroffen,
konden tegen goede prijzen in het sei
zoen afgezet worden. De laatste weken
van het voorjaarsseizoen liepen de prij
zen terug.
De groote fuisjovisvaugst vooral deed
de prijzen van dit artikel spoedig sterk
dalen, maar ook de ongunstige economi
sche toestand van onze Oostelijke buren
had daarop een ongunstigen invloed.
Noordzeevisch, als tong, tarbot en
schol vond tegen hooge prijzen gretige
koopers. Ook alikruiken en wulken kon
den geregeld goqde prijzen bedingen.
Vooral wulken waren zeer duur.
De zeegrashandel was niet zoo 'vlug als
vorige jaren, de prijzen bleven onveran
derd.
De totaalomzet van den Gemeentelij
ken Vischafslag te Den Helder was we
derom beduidend hooger dan in het. vori
ge jaar, dat reeds een hooger cijfer toonde
dan Jn het voorafgaande jaar. Dit zijn be
moedigende verschijnselen en kan er toe
lëiden, dat dit bedrijf zich verder zal ont
wikkelen, temeer nog, daar na afsluiting
van de Zuiderzee de kansen nog beter
zijn, mits er voor de vaartuigen goede
aanleg- en losplaatsen zijn.
Bankbedrijf.
De groote beurscrisis, die na een lang
durig tijdperk van steeds stijgende koer
sen in de tweede helft van October van
het vorige jaar uitbrak, blijkt een tijd
perk van diepe depressie te hebben inge
luid met overproductie of onderoonsump-
tie op schier elk gebied.
Het is onder deze depressie, dat de
banken het geheele jaar hebben moeten
werken en het jaar 1930 is helaas ge
ëindigd zonder dat er verbetering is in
getreden.
Middenstand.
De toestand in de middenstandsbod rij
ven was vooral in de laatste maanden
van het jaar ongunstig. De St. Nicolaas-
drukte viel in het algemeen gelukkig
nogal mede, daar de verwachtingen te
dien opzichte niet hoog gespannen waren.
l)e seizoengoederen werden zeer slecht
verkocht, terwijl de natte zomer veel na
deel bracht. De betalingen gaan in het
algemeen zeer slecht.
Bouwbedrijf.
Daar de gegevens over de maanden
November—December ons nog niet ten
dienste staan, is een zuivere vergelij
king met de voorafgaande jaren niet
mogelijk.
De statistische gegevens van de eerste
tien maanden van het afgeloopen jaar
wijzen erop, dat de wereldcrisis op het
aantal uanbestedingen in ons land geen
ongunstigen invloed heeft gehad.
Het raadplegen van de grafiek doet ons
zien, dat er slechts geringe schomme
lingen zijn geweest. Het cijfer van de
aanbestede werken over de genoemde 10
maanden van 1980 overtreft n.1. het totaal
van 1929 en zal vermoedelijk dat van het
reoordjaar 1921 evenaren.
De Zuiderzeewerken,
waaraan einde September G186 arbeiders
werkzaam waren, worden met groote
voortvarendheid doorgezet.
Op 21 Augustus 1930 lag de Wierin^
germeer droog, nadat de bemaling onaf
gebroken zes maanden was voortgezet en
er in totaal ruim 600 millioen M3. water
door de beide gemalen was uitgeslagen.
Hoe zeer de techniek ook op dit gebied
is voortgeschreden, blijkt wel uit het feit,
dat onze voorvaderen, die de kunst van
het inpolderen toch ook reeds terdege
verstonden,'vier jaren bezig waren om de
Haarlemmermeer, die globaal 18 duizend
H.A. meet, op 21 Juli 1852 droog te krij
gen op het peil van 4 meter beneden
A.P., terwijl thans in zes maanden globaal
20 duizend H.A. zijn drooggemalen,
waarvan het peil van 5 M. beneden A.P.
in de drie diepst gelegen polderafdeelin-
gen moest worden bereikt.
De Posterijen warén zoo actief om op
1 December 1.1. het eerste poststation
„Wieringermeer" in het nieuw verkre
gen gebied te openen.
De uitvoering van het
Westfriesche Kanalen plan
vorderde dermate, dat in de vergadering
van de Provinciale Staten van 17 Decem
ber Werd besloten over te gaan tot den
aanleg van de kanalen StolpenSchagen,
Schagen -Kolhorn, Alkmaar—Huijgendijk
Omval—Huijgendijk, Huijgendijk—Oud
karspel en OudkarspelKolhorn en tot
verbetering van den vaarweg over het
Alkmaardermeer.
Het stemt tot groote vreugde, dat de
Tweede Kamer den betrokken post goed
keurde en dat de Provinciale Staten zon
der één enkele stem tegen de voordracht
Van Gedeputeerde Staten hebben aange
nomen.
Minder optimistisch zijn wij gestemd
omtrent de tarieven van gas, electriciteit
en water, die In ons district geiden. Voor
al ih de huidige tijdsomstandigheden
drukken deze nog veel te zwaar op het
bedrijfsleven en spr. verzoekt de Kamer
in het komende jaar te willen medewer
ken om te trachten daarvoor gunstiger
voorwaarden te verkrijgen.
Uit de u bekende enquête, die in hft
afgeloopen jaar door onze Kamer is ge
houden naar de tarieven van bedrijfs-
water, is u o.a. gebleken, dat van de 71
gemeenten buiten ons district, waarvan
opgaven werden verkregen, er 68 zijn, die
zich in voordeeliger voorwaarden voor
de levering van groote hoeveelheden be-
drijfswater mogen verheugen dan onze
Gemeenten.
De wegenverbetering in het District
der Kamer hebben wij met belangstelling
en waardeering gevolgd. Toch zouden wij,
vooral wat de Provinciale wegen betreft,
gaarne een belangrijk sneller tempo van
uitvoering zien.
De verkeerscoinmissie zou spr. willen
verzoeken vooral haar aandacht aan het
bruggenvraagstuk in ons district te wij
den. De klachten, die ons o.a. over de
vlotbruggen te Alkmaar, Koedijk en
't Zand bereikten, zijn van dien aard, dat
er dringend noodzakelijk naar een af
doende verbetering dient te worden ge
streefd.
Met trots voor het kloeke ondernemen
wil spr. hier het invoeren van den 14-
daagschen vliegdienst tusschen Neder
land en Indië noemen, waardoor het mo
gelijk is geworden met de relaties in de
koloniën vlotter contact te hebben, het
geen ook door de gelegenheid tot het
houden van telefoongesprekken met de
overzeesche Gewesten ten zeerste is be
vorderd.
Mijn rede wil 'ik niet besluiten, al
vorens de heeren Grunwald, Wagenaar
en König, die door ziekte niet aanwezig
kunnen zijn, namens u allen van harte
een spoedig herstel toe te wenschen.
Het Bataviaasch Nieuwsblad van 24
December bevat den eersten brief van
een door het blad naar het terrein van de
ramp -gezonden redacteur, wiens indruk-
ken wij hier gedeeltelijk weergeven:
Zaterdagavond, bij aankomst in J°RJa>
waren de berichten van dien aard, dat
men het belachelijk zou hebben gevon
den van een ramp te spreken.
Een van mijn collega s, die een tocht
gemaakt had naar de dessa Sroemboeng
en hooger, vertelde, dat er wel een paar
dessa's waren verbrand, waarbij men
schen waren omgekomen, maar dat al het
geschrijf sterk overdreven was.
De regent van Kedoe had er hij de hee
ren op aangedrongen het toch vooral niet
erger te maken dan het was. De journa
listen konden het zoo kleurig maken alp
zij wilden, de uitbarsting van 1920 kon
daarmee toch niet worden geëvenaard.
Zoo ongeveer zou de resident hebben ge
sproken; men nam graag aan dat het dit
maal niet veel te beteekenen had.
We reden dienzelfden avond den kant
naar Moentilan uit. De regen had juist de
aschlaag van de wegen en de boomen ge
spoeld, die viel dus niet meer te consta-
teeren. En de Merapi zelf hulde zich in
donkere wolken. Lichtflitsen kartelden om
zijn kruin en naderend onweer rommelde.
Niet lang daarna was het een helsch
spectakel boven Jogja, bliksem en don
der waren bijna niet van de lucht en het
góót een uur lang. De Merapi scheejn
zijn werkzaamheid bescheiden te hebben
gestaakt.
Het aantal vliegen is onrustbarend toe
genomen, en ook dat van de muskieten.
De vliegen zijn het ergst, omdat die je
geen moment rust laten en op alle spijzen
zitten. Hoogst onsmakelijk en waarschijn
lijk niet zonder besmettingsgevaar.
Voorbij Moentilan, dat zelf aan den
grooten weg ligt en voorloopig geen ge
vaar loopt, vindt men een weg naar Doe
koen, waar Zondag 1500 vluchtelingen
op den passar waren ondergebracht.
afgeknapt en weer van den weg gekapt.
Hier en daar hangt een boompje over den
weg en dan is het mikken of we er onder
door kunnen komen of dat we uit den
wagen moeten om het obstakel weg te
ruimen.
De bui blijft uit. De atmosfeer is druk
kend, en wanneer af en toe de wind over
ons waait, brengt hij de verstikkende
zwaveldamp jnee:
De adem van dén dood.
Links van ons ligt het groote ravijn
waaruit deze dampen bij slierten opstij
gen; witte wolken tegen den donkeren
hemel. Het loopen wordt moeilijk in deze
adem-beklemmende atmosfeer en we be
sluiten om een droge sawah over te ste
ken, links van ons, teneinde het ravijn
vlugger te bereiken.
Al spoedig blijkt dat het plan makke
lijker opgeworpen dan uitgevoerd is,
want diepe, met water gevulde geulen
moeten overgesprongen worden .en de
kanten zijn verraderlijk glad. Tenslotte
belanden we op een kerkhof, dat ligt aan
den rand van een ravijn, een weelde van
sawalis, nog feestelijk in het groen. Vlak
daarachter is de bedreiging van den vul
kaan, die het diepere ravijn van den
Blonkeng al voor een deel met de verzen
gende lahar heeft gevuld.
Daar is alles zwart en geschroeid, de
verkoolde stammen van enkele boomen
steken klagelijk uit het veld van ver
schrikking omhoog. Eén van ons waagt
den tocht over de smalle sawahpaden met
door den regen gladgemaakte randen
naar dit verlaten en geteisterde oord,
maar de anderen gaan terug, om langs
een veiliger pad te trachten het ravijn te
bereiken.
Zoo komen we op den weg naar Maron
terug, en klimmen naar boven. Er loopt
een haan over den weg en op een groen
veldje staan drie sa pi's die ons met ver
wonderde oogen nastaren.
Men deed zijn best de vluchtelingeneei,|af van ppn i,nnri nJrom ft- 'N
zooveel mogelijk te helpen, was erin ge- dat daar vasttrphmiripnmLanh-
slaagd een groote hoeveelheid rijst in een d i gt misschien en
veldkeuken te koker- met biibehoo-ren u ilonSerdood veroordeeld is, even-
wml dat verstrekt 1 als al het vee dat in de stallen staat en al
werci aat versueKt. dagen op voedsel wacht, langzaam ver-
Honger behoefden de menschen niet te hnnuert n« i i
lijden en onderdak hadden zij ook. Dat aeSen maar er un? r«nerhWat l0S'
Ar.„.„„mi, gesneaen, maar er was geen beginnen
desondanks de stemming niet vroolijk
was, valt te begrijpen als' men bedenkt
dat deze vluchtelingen alleen het leven
gered hadden, niets van hun have en
goed.
Er waren mannen die vrouw en kinde-
aan. We gaan een desa binnen. Alles
wijst op een overhaaste vlucht. De deu
ren wijken open, we zien sarongs hangen
en theegerei op een tafel staan. De angst
is de menschen waarschijnlijk in het
NOODLOTTIG TIJGERDRAMA
IN HET BANTAMÖCHE.
De heer De NUs Bik, op Jacht
naar een tijger die een Inlander
verscheurde, zelf slachtoffer ge
worden.
Sernng. Do hoer De Nljs Bik, admini
strateur van Tjlkandl Ilir, die Zaterdag
ochtend bij Madja op vogeljacht was, ver
nam van de bevolking dat een konings
tijger een inlander had verscheurd en
ging op zoek naar het dier. Nauwelijks
in het begroeide terrein, werd hij van
achteren door een tijger besprongen; hij
kreeg een klauwslag op het achterhoofd
waardoor hij werd neergeslagen. Naar
het hospitaal te Tjiklni vervoerd, is hij
daar Zondagochtend overleden. De ko
ningstijger, 21/» M. lang en 90 c.M. hoog
is later door veldpolitie neergelegd.
niet meer hadden weergezien. Gruwelij
ke verhalen werden gedaan. Eén illu
streerde de haast, waarmee men wegge
trokken was, in overhaaste vlucht, mee
grijpend wat men pakken "kon, in de ge
jaagdheid wel eens het verkeerde.
Een vrouw droeg een kussen op den
rug. Toen zij in de missigit van Doekoen
dat kussen afbond, stond zij er verwezen
naar te kijken en barstte toen in gewee
klaag uit. Ze had gemeend haar kind
zakelijkste genomen en zijn gevlucht.
Het is unheimisch, deze verlatenheid.
Onze vriend die zoo graag bij de krant
wilde en ons het avontuur benijdde is stil
geworden. Op een gegeven oogenblik
zien we rechts en links van on3 de damp
van de lahar opstijgen, en het ademen
Wordt voortdurend moeilijker.
Dan verklaart de op-avontuur beluste,
dat hij terug wil. Na kort beraad beslui
ten we met hem mee te gaan, want er
blijft toch altijd de kans dat we op een
in de branden" oogenblik worden ingesloten zonder het
de dessa achtergebleven....
De déssa's boven Sroemboeng, zooals
Maron, waren verlaten en men vond er
geen levend wezen. Alleen lijken, ver
gast, verbrand. De menschen kunnen niet
veel geleden hebben, zij zijn gestikt in de
zwaveldampen, daarna verbrand. Men
vond enkele gevallen van
wonderbare redding.
In de garage zagen wij er twee; een
oude man die door zijn kinderen in den
steek gelaten was, toen de laharstroom
aankwam, en die dacht levend te moeten
verbranden. Toen hij de woning uitstrom-
pelde, lagen zijn kinderen ervóór, gestikt,
voorover in de gloeiende lahar, kramp
achtig de handen gewrongen, maar het
ergste was voorbij, de verstikkende damp
hing er niet meer. De oude kreeg alleen
wat brandwonden aan de voeten.
Naast hem in de garage lag een kind,
dat men gevonden had onder een baleh
in een dessa, waar zoo goed als niemand
het fatum had kunnen ontloopen. Het
kind sliep rustig, maar het was niet wak
ker te krijgen. Het slieg nog, toen wij het
zagen en' ook, toen het uren later opge
laden werd bij het overhaast verlaten van
de woning van den ass. wedana. Waar
over straks.
Het zjjn sombere verhalen welke wor
den verteld. Massagraven werden gedol
ven voor 50 menschen, mannen, vrouwen
en kinderen. Men kan zich geen rust gun
nen en liet werk moet zoo öpoedtg moge"
lijk gebeuren, want reeds verspreiden de
li,jken een verpestenden stank. Moeders
die hun kinderen omklemmen, mannen
en vrouwen die in een lange rij wegren
den te laat! Want de zwaveldamp en
de allesverzengende hitte gingen den la
harstroom vooraf en grepen de menschen
in hun vlucht.
De adem werd hun eenvoudig afgesne
den, zij zijn gevallen in hun vlucht met
hun gelaat voorover. En even later kwam
de laharstroom en blakerde de lichamep,
verminkte ze afzichtelijk. Alle sappen zijn
er uit, dat houdt de ontbinding nog tegen.
Als ze worden aangeraakt, deze lichamen,
dan vallen zij uiteen als een oud horloge,
waarvan de kast wordt opengemaakt.
Een bange tocht.
De lucht is dreigend en er vult til regen
Men ontraadt ons den tocht naar boven,
want een geweldige bul is op til, en er
valt met den regen zooveel modder van dc
boomen, dat we ons pakean wel kunnen-
afschrijven. Maar er is geen .keus. Willen
wil den tocht maken, dan moeten we op
weg, onf weer voor het donker terug te
zijn. liet lg zeven kilometer voor we het
ravijn bereiken, en daarvan kunnen wij,
naar het getuigenis van een der officie-
ten, er drie niet de auto afleggen. De rest
loopen.
Het blijkt een smalle weg, kronkelend
naar boven, omzoomd door riet, dat is
te weten. En terwijl we nog delibereeren
hooreu we plotseling een waarschuwend
geluid, het donderend gebrul van lahar-
stroomen, rechts van ons.
Dat is voor onzen ondernemenden
vriend het signaal: hij neemt de beenen
en loopt terug in een voor zijn omvang
bewonderenswaardig tempo. Het gebrul
wordt sterker en brengt hem het angst
zweet op het voorhoofd. Het helpt niet of
we hem aan het verstand willen brengen,
dat het geen zin heeft hard te loopen,
want dat we daarmee het noodlot niet
kunnen ontloopen. Hij rent Hij zweert,
dat hij niet in ons journalisten-gilde
wenscht te worden opgenomen en de
eerst zoo versmade suiker lief te hebben
als zyn oogappel. Hij diept een ringgit
uit zyn zak en belooft dien den chauffeur
als zoenoffer, voor" het geval hij onge
deerd de auto weer mag bereiken.
We trachten over het riet aan den kant
van den weg heen te kijken naar de top
pen van de boomen rechts van ons. Ei
brandt nog niets, het gevaar lijkt niet zoo
groot De kleine rivieren in het dal zijn
ook niet gaan bandjirren, zooals onze
vriend vreesde. Slechts de donkere drei
ging achter ons blijft Maar tenslotte be
reiken we de auto veilig; de chauffeur
is gelukkig als hij het achterwiel in de
palm van zijn hand ziet liggen.
Toch is er in dien tusschentijd iets ge
beurd waarvan we boven geen Ahnung
hadden, want bij de woning van den as-
sistent-wedana komen we een troepje
soldaten tegen, gepakt en gezakt en één
der officieren snelt ons tegemoet met uit-
gestrekten arm, roepend: „Vlucht! de
lahar komt dwars op ons aan. Wanneer
U zich niet haast wordt U ingesloten."
Men heeft zich ernstig ongerust over
ons gemaakt. De kapitein heeft besloten
liet kwartier te ontruimen om zijn com
pagnie niet aan het gevaar bloot te stel
len. De twee gewonden zijn opgeladen,
ae rust is in de heftigste onrust verkeerd,
iylen wacht nog op enkele manschappen
tne ter waarneming zijn uitgezonden
Iegelijk om gewonden te halen en op een
officier die is weg gegaan om poolshoogte
te nemen. De tijd verstrijkt en niemand
komt terug.
II behoeft niet met winterteenen te bll|ven
o ipen. Maar U moet er wat tegen doen.
E i U künt er wat tegen doen. Akker'ï
Kloosterbalsem herstelt dc cellen der
huid, verzacht onmiddellijk de pijn en
voorkomt ernstlgcr'ontsteklngen. Akker'ï