Zaterdag 10 Januari HEEREN- en KINDERKLEEDING HEERENMODEARTIKELEN HERMAN NYPELS 's namiddags 2 uur, i begint onze Speciaal Wintergoederen worden voor zeer lage prijzen uitverkocht ZIE DE ÉTALAGES Ï*T- VRIJE TOEGANG De uitbarsting van den Merapi. Kledingmagazijn HELDER rWinterteenen^y Kloosterbalsem ren misten) =7,'= ES "g&gZS+*SST* Geen goud zoo goed" lring op eeonomisch gebied van de ver schillende Rijken thans uiterst moeilijk te bereiken is. Het protectionisme blijft in het buitenland veld winnen en het ver wondert ons niet, dat er in ons land, ook van de zijde dezer Kamer, de vraag ge richt werd tot de Regeering, of voortzet ting van de huidige handelspolitiek onder deze omstandigheden wel gewettigd is, of dat bescherming van levensvatbare be drijven in ons land dient te geschieden. Spr. geeft een overzicht van hetgeen daarover in het laatste maandschrift van het centraal bureau voor de statistiek staat geschreven. Omtrent de bedrijfsgroepen in dit ge west merkt spr. o.a. op: Grove tuinbouwproducten. Begin 1930 waren er groote voorraden winterkool, uien en wortelen opgeslagen. Helaas moeten wij hieraan direct toevoe gen, dat den goeden verwachtingen de bodem is ingeslagen. De oorzaak daar van is velerlei, doch wel hoofdzakelijk is het treurige resultaat daaraan te wijten, dat in de winter-campagne van begin 1930 de vraag veel te gering geweest is. Vroege aardappelen. Weliswaar hebben deze geen hoogen prijs weten te behalen, doch de handel daarin is niet bepaald ongunstig ge weest. Als ongunstige factor in de aard appelcampagne van het verloopen jaar trad de aardappelziekte op, die door de vele regendagen van den zomer in stexke mate is voorgekomen en voor de onge- rooide voorraden funeste gevolgen had. De vroege zomerkool "mocht zich slechts enkele dagen in bet begin van het seizoen, toen de voorraden nog niet al te groot waren, in een eenigs- zins goeden prijs verheugen, doch al heel spoedig was het daarmede gedaan, naar gelang die voorraden toenamen. Weldra waren de prijzen daarvan zóó laag, dat het niet meer loonde de vroege kool te oogsten. kgelndata bh-o dc en en De voorraden winterkool en uien, thans beschikbaar voor de wintercam- pagne begin 1931, zijn ongeveer een der de minder in hoeveelheid dan die van de overeenkomstige periode in 1930. Tenge volge van de vele regens gaven talrijke velden een slechten oogst, vandaar de ge ringere voorraden. Résumeerende valt over den handel dezer verschillende producten in 1930 al weinig verheugends mede te deelen. De toestand van den landbouw. De finantieele gevoigen van de wereld crisis kwamen in 1930 ook in ons land steeds duidelijker tot uiting. Bij de zuivel door een belangrijke da ling in de prijzen. De daling trof de boter in belangrijker mate dan de kaas, ten gevolge van hoogere invoerrechten. 'loch mag van 1980 voor het veehou- dersbedrijf melkerij niet van een noodtoestand worden gesproken. In het einde van hét jaar daalden ook de kaasprijzen nog eens belangrijk, zoo- .dat de verwachting voor de toekomst somber gestemd is. In den eigenlijken landbouw den graanbouw is de toekomst slecht. Van een behoorlijk bikomen is daar geen sprake, de meesten hebben geen inko men, maar verlies. De wereldproductie laat hier haar invloed geweldig gelden en daardoor staan wij voor een zeer moei lijk vraagstuk. Wel wordt getracht door het „suikerwetje" en het „meng- en maal- gebod" aan den landbouw hulp te bieden, maar het is zeer de vraag of de resulta ten wel zoo gunstig zijn als van land- -bouwerszijde wordt verwacht en of niet zal blijken, dat aan de uitvoering zulke groote moeilijkheden en kosten zijn ver bonden, dat zij praetisch niet zullen be antwoorden, aan het beoogde doel. Om de moeilijkheden te boven te ko men, zal er krachtig samengewerkt en veel gewijzigd moeten worden. De groote moeilijkheid is om de finantieele verhou dingen te wijzigen in overeenstemming met de finantieele gevolgen van de crisis, die den economischen toestand op geheel andere basis brengen. BloembollenkweekerlJ en handel. Spr. behandelt den toestand te Liin- men c.a. Omtrent de cultuur in de overige dee len van ons district zal in het jaarver slag nader worden geschreven. Kaashandel. De vooruitzichten van den kaashandel kunnen niet rooskleurig genoemd wor den! Gecondenseerde melk. De handel in melkproducten had even eens te lijden onder de heerschende ma laise. De vraag naar gecondenseerde melk beweegt zich nog steeds in stijgende lijn. De laatste weken van het afgeloopen jaar toonden een opleving, zoodat het nieuwe jaar met vertrouwen tegemoet kan worden gegaan. Vlschhandel. De NoordzeevisTcherij werd uitsluitend door motorvaartuigen uitgeoefend, on wel voornamelijk door motorbotters, hoewel deze de laatste jaren meer en meer ver vangen worden door krachtiger motor- kotters. De viBchstand in de Noordzee is wat tong, tarbot en schol betreft, weder ach teruitgegaan, hetgeen voor de toekomst voor die vlsscherij geen bemoedigend teeken is. De visecherij met kruisnetten in de zee gaten, op Texelstroom en de Zuiderzee Balans-Uitverkoop In Doekoen en Sroemboeng. Een tocht door Niemandsland. had gelukkig goede uitkomsten. Haring, ansjovis en garnalen waren flink te van gen, de schepen met de krachtigste moto ren konden op de beste vangsten bogen. Over het algemeen geven de totaaibesom- rningen reden tot tevredenheid. Ook de „trèkkers" en „fuikenvisschers" langs het strand van Huisduinen, de zandbank Onrust en aan de Texelsche kust hadden een goede haring- en ansjo visvangst en hebben daardoor tamelijk goede besommingen gemaakt. Geep is er weinig gevangen en de sar- dijnvangst is dit jaar totaal mislukt. Mosselen werden nagenoeg alleen voor eendenvoer of zaadmosselen gevischt, alikruiken en wulken iets minder dan het vorige jaar. Oesters komen slechts spora disch voor. De zeegrasoogst voor gemaaid normaal en gevischt zeegras was in 1930 van min der beteekenis dan gewoonlijk. De vischhandel ondervond den terug slag van den aigemeenen economischen toestand en de scherpe concurrentie. Gar nalen hadden in de eerste maanden voor menschelijk voedsel weinig waarde. In het najaar kwam er meer vraag en kon den de inderdaad goede vangsten vlug opgenomen worden, omdat de vangsten elders weinig beteekenden. De ruime haringvangsten, die het re cord van het vorige jaar nog overtroffen, konden tegen goede prijzen in het sei zoen afgezet worden. De laatste weken van het voorjaarsseizoen liepen de prij zen terug. De groote fuisjovisvaugst vooral deed de prijzen van dit artikel spoedig sterk dalen, maar ook de ongunstige economi sche toestand van onze Oostelijke buren had daarop een ongunstigen invloed. Noordzeevisch, als tong, tarbot en schol vond tegen hooge prijzen gretige koopers. Ook alikruiken en wulken kon den geregeld goqde prijzen bedingen. Vooral wulken waren zeer duur. De zeegrashandel was niet zoo 'vlug als vorige jaren, de prijzen bleven onveran derd. De totaalomzet van den Gemeentelij ken Vischafslag te Den Helder was we derom beduidend hooger dan in het. vori ge jaar, dat reeds een hooger cijfer toonde dan Jn het voorafgaande jaar. Dit zijn be moedigende verschijnselen en kan er toe lëiden, dat dit bedrijf zich verder zal ont wikkelen, temeer nog, daar na afsluiting van de Zuiderzee de kansen nog beter zijn, mits er voor de vaartuigen goede aanleg- en losplaatsen zijn. Bankbedrijf. De groote beurscrisis, die na een lang durig tijdperk van steeds stijgende koer sen in de tweede helft van October van het vorige jaar uitbrak, blijkt een tijd perk van diepe depressie te hebben inge luid met overproductie of onderoonsump- tie op schier elk gebied. Het is onder deze depressie, dat de banken het geheele jaar hebben moeten werken en het jaar 1930 is helaas ge ëindigd zonder dat er verbetering is in getreden. Middenstand. De toestand in de middenstandsbod rij ven was vooral in de laatste maanden van het jaar ongunstig. De St. Nicolaas- drukte viel in het algemeen gelukkig nogal mede, daar de verwachtingen te dien opzichte niet hoog gespannen waren. l)e seizoengoederen werden zeer slecht verkocht, terwijl de natte zomer veel na deel bracht. De betalingen gaan in het algemeen zeer slecht. Bouwbedrijf. Daar de gegevens over de maanden November—December ons nog niet ten dienste staan, is een zuivere vergelij king met de voorafgaande jaren niet mogelijk. De statistische gegevens van de eerste tien maanden van het afgeloopen jaar wijzen erop, dat de wereldcrisis op het aantal uanbestedingen in ons land geen ongunstigen invloed heeft gehad. Het raadplegen van de grafiek doet ons zien, dat er slechts geringe schomme lingen zijn geweest. Het cijfer van de aanbestede werken over de genoemde 10 maanden van 1980 overtreft n.1. het totaal van 1929 en zal vermoedelijk dat van het reoordjaar 1921 evenaren. De Zuiderzeewerken, waaraan einde September G186 arbeiders werkzaam waren, worden met groote voortvarendheid doorgezet. Op 21 Augustus 1930 lag de Wierin^ germeer droog, nadat de bemaling onaf gebroken zes maanden was voortgezet en er in totaal ruim 600 millioen M3. water door de beide gemalen was uitgeslagen. Hoe zeer de techniek ook op dit gebied is voortgeschreden, blijkt wel uit het feit, dat onze voorvaderen, die de kunst van het inpolderen toch ook reeds terdege verstonden,'vier jaren bezig waren om de Haarlemmermeer, die globaal 18 duizend H.A. meet, op 21 Juli 1852 droog te krij gen op het peil van 4 meter beneden A.P., terwijl thans in zes maanden globaal 20 duizend H.A. zijn drooggemalen, waarvan het peil van 5 M. beneden A.P. in de drie diepst gelegen polderafdeelin- gen moest worden bereikt. De Posterijen warén zoo actief om op 1 December 1.1. het eerste poststation „Wieringermeer" in het nieuw verkre gen gebied te openen. De uitvoering van het Westfriesche Kanalen plan vorderde dermate, dat in de vergadering van de Provinciale Staten van 17 Decem ber Werd besloten over te gaan tot den aanleg van de kanalen StolpenSchagen, Schagen -Kolhorn, Alkmaar—Huijgendijk Omval—Huijgendijk, Huijgendijk—Oud karspel en OudkarspelKolhorn en tot verbetering van den vaarweg over het Alkmaardermeer. Het stemt tot groote vreugde, dat de Tweede Kamer den betrokken post goed keurde en dat de Provinciale Staten zon der één enkele stem tegen de voordracht Van Gedeputeerde Staten hebben aange nomen. Minder optimistisch zijn wij gestemd omtrent de tarieven van gas, electriciteit en water, die In ons district geiden. Voor al ih de huidige tijdsomstandigheden drukken deze nog veel te zwaar op het bedrijfsleven en spr. verzoekt de Kamer in het komende jaar te willen medewer ken om te trachten daarvoor gunstiger voorwaarden te verkrijgen. Uit de u bekende enquête, die in hft afgeloopen jaar door onze Kamer is ge houden naar de tarieven van bedrijfs- water, is u o.a. gebleken, dat van de 71 gemeenten buiten ons district, waarvan opgaven werden verkregen, er 68 zijn, die zich in voordeeliger voorwaarden voor de levering van groote hoeveelheden be- drijfswater mogen verheugen dan onze Gemeenten. De wegenverbetering in het District der Kamer hebben wij met belangstelling en waardeering gevolgd. Toch zouden wij, vooral wat de Provinciale wegen betreft, gaarne een belangrijk sneller tempo van uitvoering zien. De verkeerscoinmissie zou spr. willen verzoeken vooral haar aandacht aan het bruggenvraagstuk in ons district te wij den. De klachten, die ons o.a. over de vlotbruggen te Alkmaar, Koedijk en 't Zand bereikten, zijn van dien aard, dat er dringend noodzakelijk naar een af doende verbetering dient te worden ge streefd. Met trots voor het kloeke ondernemen wil spr. hier het invoeren van den 14- daagschen vliegdienst tusschen Neder land en Indië noemen, waardoor het mo gelijk is geworden met de relaties in de koloniën vlotter contact te hebben, het geen ook door de gelegenheid tot het houden van telefoongesprekken met de overzeesche Gewesten ten zeerste is be vorderd. Mijn rede wil 'ik niet besluiten, al vorens de heeren Grunwald, Wagenaar en König, die door ziekte niet aanwezig kunnen zijn, namens u allen van harte een spoedig herstel toe te wenschen. Het Bataviaasch Nieuwsblad van 24 December bevat den eersten brief van een door het blad naar het terrein van de ramp -gezonden redacteur, wiens indruk- ken wij hier gedeeltelijk weergeven: Zaterdagavond, bij aankomst in J°RJa> waren de berichten van dien aard, dat men het belachelijk zou hebben gevon den van een ramp te spreken. Een van mijn collega s, die een tocht gemaakt had naar de dessa Sroemboeng en hooger, vertelde, dat er wel een paar dessa's waren verbrand, waarbij men schen waren omgekomen, maar dat al het geschrijf sterk overdreven was. De regent van Kedoe had er hij de hee ren op aangedrongen het toch vooral niet erger te maken dan het was. De journa listen konden het zoo kleurig maken alp zij wilden, de uitbarsting van 1920 kon daarmee toch niet worden geëvenaard. Zoo ongeveer zou de resident hebben ge sproken; men nam graag aan dat het dit maal niet veel te beteekenen had. We reden dienzelfden avond den kant naar Moentilan uit. De regen had juist de aschlaag van de wegen en de boomen ge spoeld, die viel dus niet meer te consta- teeren. En de Merapi zelf hulde zich in donkere wolken. Lichtflitsen kartelden om zijn kruin en naderend onweer rommelde. Niet lang daarna was het een helsch spectakel boven Jogja, bliksem en don der waren bijna niet van de lucht en het góót een uur lang. De Merapi scheejn zijn werkzaamheid bescheiden te hebben gestaakt. Het aantal vliegen is onrustbarend toe genomen, en ook dat van de muskieten. De vliegen zijn het ergst, omdat die je geen moment rust laten en op alle spijzen zitten. Hoogst onsmakelijk en waarschijn lijk niet zonder besmettingsgevaar. Voorbij Moentilan, dat zelf aan den grooten weg ligt en voorloopig geen ge vaar loopt, vindt men een weg naar Doe koen, waar Zondag 1500 vluchtelingen op den passar waren ondergebracht. afgeknapt en weer van den weg gekapt. Hier en daar hangt een boompje over den weg en dan is het mikken of we er onder door kunnen komen of dat we uit den wagen moeten om het obstakel weg te ruimen. De bui blijft uit. De atmosfeer is druk kend, en wanneer af en toe de wind over ons waait, brengt hij de verstikkende zwaveldamp jnee: De adem van dén dood. Links van ons ligt het groote ravijn waaruit deze dampen bij slierten opstij gen; witte wolken tegen den donkeren hemel. Het loopen wordt moeilijk in deze adem-beklemmende atmosfeer en we be sluiten om een droge sawah over te ste ken, links van ons, teneinde het ravijn vlugger te bereiken. Al spoedig blijkt dat het plan makke lijker opgeworpen dan uitgevoerd is, want diepe, met water gevulde geulen moeten overgesprongen worden .en de kanten zijn verraderlijk glad. Tenslotte belanden we op een kerkhof, dat ligt aan den rand van een ravijn, een weelde van sawalis, nog feestelijk in het groen. Vlak daarachter is de bedreiging van den vul kaan, die het diepere ravijn van den Blonkeng al voor een deel met de verzen gende lahar heeft gevuld. Daar is alles zwart en geschroeid, de verkoolde stammen van enkele boomen steken klagelijk uit het veld van ver schrikking omhoog. Eén van ons waagt den tocht over de smalle sawahpaden met door den regen gladgemaakte randen naar dit verlaten en geteisterde oord, maar de anderen gaan terug, om langs een veiliger pad te trachten het ravijn te bereiken. Zoo komen we op den weg naar Maron terug, en klimmen naar boven. Er loopt een haan over den weg en op een groen veldje staan drie sa pi's die ons met ver wonderde oogen nastaren. Men deed zijn best de vluchtelingeneei,|af van ppn i,nnri nJrom ft- 'N zooveel mogelijk te helpen, was erin ge- dat daar vasttrphmiripnmLanh- slaagd een groote hoeveelheid rijst in een d i gt misschien en veldkeuken te koker- met biibehoo-ren u ilonSerdood veroordeeld is, even- wml dat verstrekt 1 als al het vee dat in de stallen staat en al werci aat versueKt. dagen op voedsel wacht, langzaam ver- Honger behoefden de menschen niet te hnnuert n« i i lijden en onderdak hadden zij ook. Dat aeSen maar er un? r«nerhWat l0S' Ar.„.„„mi, gesneaen, maar er was geen beginnen desondanks de stemming niet vroolijk was, valt te begrijpen als' men bedenkt dat deze vluchtelingen alleen het leven gered hadden, niets van hun have en goed. Er waren mannen die vrouw en kinde- aan. We gaan een desa binnen. Alles wijst op een overhaaste vlucht. De deu ren wijken open, we zien sarongs hangen en theegerei op een tafel staan. De angst is de menschen waarschijnlijk in het NOODLOTTIG TIJGERDRAMA IN HET BANTAMÖCHE. De heer De NUs Bik, op Jacht naar een tijger die een Inlander verscheurde, zelf slachtoffer ge worden. Sernng. Do hoer De Nljs Bik, admini strateur van Tjlkandl Ilir, die Zaterdag ochtend bij Madja op vogeljacht was, ver nam van de bevolking dat een konings tijger een inlander had verscheurd en ging op zoek naar het dier. Nauwelijks in het begroeide terrein, werd hij van achteren door een tijger besprongen; hij kreeg een klauwslag op het achterhoofd waardoor hij werd neergeslagen. Naar het hospitaal te Tjiklni vervoerd, is hij daar Zondagochtend overleden. De ko ningstijger, 21/» M. lang en 90 c.M. hoog is later door veldpolitie neergelegd. niet meer hadden weergezien. Gruwelij ke verhalen werden gedaan. Eén illu streerde de haast, waarmee men wegge trokken was, in overhaaste vlucht, mee grijpend wat men pakken "kon, in de ge jaagdheid wel eens het verkeerde. Een vrouw droeg een kussen op den rug. Toen zij in de missigit van Doekoen dat kussen afbond, stond zij er verwezen naar te kijken en barstte toen in gewee klaag uit. Ze had gemeend haar kind zakelijkste genomen en zijn gevlucht. Het is unheimisch, deze verlatenheid. Onze vriend die zoo graag bij de krant wilde en ons het avontuur benijdde is stil geworden. Op een gegeven oogenblik zien we rechts en links van on3 de damp van de lahar opstijgen, en het ademen Wordt voortdurend moeilijker. Dan verklaart de op-avontuur beluste, dat hij terug wil. Na kort beraad beslui ten we met hem mee te gaan, want er blijft toch altijd de kans dat we op een in de branden" oogenblik worden ingesloten zonder het de dessa achtergebleven.... De déssa's boven Sroemboeng, zooals Maron, waren verlaten en men vond er geen levend wezen. Alleen lijken, ver gast, verbrand. De menschen kunnen niet veel geleden hebben, zij zijn gestikt in de zwaveldampen, daarna verbrand. Men vond enkele gevallen van wonderbare redding. In de garage zagen wij er twee; een oude man die door zijn kinderen in den steek gelaten was, toen de laharstroom aankwam, en die dacht levend te moeten verbranden. Toen hij de woning uitstrom- pelde, lagen zijn kinderen ervóór, gestikt, voorover in de gloeiende lahar, kramp achtig de handen gewrongen, maar het ergste was voorbij, de verstikkende damp hing er niet meer. De oude kreeg alleen wat brandwonden aan de voeten. Naast hem in de garage lag een kind, dat men gevonden had onder een baleh in een dessa, waar zoo goed als niemand het fatum had kunnen ontloopen. Het kind sliep rustig, maar het was niet wak ker te krijgen. Het slieg nog, toen wij het zagen en' ook, toen het uren later opge laden werd bij het overhaast verlaten van de woning van den ass. wedana. Waar over straks. Het zjjn sombere verhalen welke wor den verteld. Massagraven werden gedol ven voor 50 menschen, mannen, vrouwen en kinderen. Men kan zich geen rust gun nen en liet werk moet zoo öpoedtg moge" lijk gebeuren, want reeds verspreiden de li,jken een verpestenden stank. Moeders die hun kinderen omklemmen, mannen en vrouwen die in een lange rij wegren den te laat! Want de zwaveldamp en de allesverzengende hitte gingen den la harstroom vooraf en grepen de menschen in hun vlucht. De adem werd hun eenvoudig afgesne den, zij zijn gevallen in hun vlucht met hun gelaat voorover. En even later kwam de laharstroom en blakerde de lichamep, verminkte ze afzichtelijk. Alle sappen zijn er uit, dat houdt de ontbinding nog tegen. Als ze worden aangeraakt, deze lichamen, dan vallen zij uiteen als een oud horloge, waarvan de kast wordt opengemaakt. Een bange tocht. De lucht is dreigend en er vult til regen Men ontraadt ons den tocht naar boven, want een geweldige bul is op til, en er valt met den regen zooveel modder van dc boomen, dat we ons pakean wel kunnen- afschrijven. Maar er is geen .keus. Willen wil den tocht maken, dan moeten we op weg, onf weer voor het donker terug te zijn. liet lg zeven kilometer voor we het ravijn bereiken, en daarvan kunnen wij, naar het getuigenis van een der officie- ten, er drie niet de auto afleggen. De rest loopen. Het blijkt een smalle weg, kronkelend naar boven, omzoomd door riet, dat is te weten. En terwijl we nog delibereeren hooreu we plotseling een waarschuwend geluid, het donderend gebrul van lahar- stroomen, rechts van ons. Dat is voor onzen ondernemenden vriend het signaal: hij neemt de beenen en loopt terug in een voor zijn omvang bewonderenswaardig tempo. Het gebrul wordt sterker en brengt hem het angst zweet op het voorhoofd. Het helpt niet of we hem aan het verstand willen brengen, dat het geen zin heeft hard te loopen, want dat we daarmee het noodlot niet kunnen ontloopen. Hij rent Hij zweert, dat hij niet in ons journalisten-gilde wenscht te worden opgenomen en de eerst zoo versmade suiker lief te hebben als zyn oogappel. Hij diept een ringgit uit zyn zak en belooft dien den chauffeur als zoenoffer, voor" het geval hij onge deerd de auto weer mag bereiken. We trachten over het riet aan den kant van den weg heen te kijken naar de top pen van de boomen rechts van ons. Ei brandt nog niets, het gevaar lijkt niet zoo groot De kleine rivieren in het dal zijn ook niet gaan bandjirren, zooals onze vriend vreesde. Slechts de donkere drei ging achter ons blijft Maar tenslotte be reiken we de auto veilig; de chauffeur is gelukkig als hij het achterwiel in de palm van zijn hand ziet liggen. Toch is er in dien tusschentijd iets ge beurd waarvan we boven geen Ahnung hadden, want bij de woning van den as- sistent-wedana komen we een troepje soldaten tegen, gepakt en gezakt en één der officieren snelt ons tegemoet met uit- gestrekten arm, roepend: „Vlucht! de lahar komt dwars op ons aan. Wanneer U zich niet haast wordt U ingesloten." Men heeft zich ernstig ongerust over ons gemaakt. De kapitein heeft besloten liet kwartier te ontruimen om zijn com pagnie niet aan het gevaar bloot te stel len. De twee gewonden zijn opgeladen, ae rust is in de heftigste onrust verkeerd, iylen wacht nog op enkele manschappen tne ter waarneming zijn uitgezonden Iegelijk om gewonden te halen en op een officier die is weg gegaan om poolshoogte te nemen. De tijd verstrijkt en niemand komt terug. II behoeft niet met winterteenen te bll|ven o ipen. Maar U moet er wat tegen doen. E i U künt er wat tegen doen. Akker'ï Kloosterbalsem herstelt dc cellen der huid, verzacht onmiddellijk de pijn en voorkomt ernstlgcr'ontsteklngen. Akker'ï

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 2