Huiduitslag-
■«E.'ÏJS
LACH DAN PALJASI
ingang van heden, 28 werklooze arbei
ders uit deze gemeente aan de Zuider
zeewerken te werk gesteld.
VIJF-EN-VEERTIG JAAR GETROUWD
nieuwbouw.
ANNA PAULOWNA.
Burgerlijke Stand van Anna Paulowna.
Van Ewijcksluis.
VAN EEN REIGER EN EEN
KAT.
SCHAGEN
PAASCHTENTOONSTELLING.
EEN AANRIJDING.
BENOEMD.
Hippolytushoef.
CULTIVEERING WIERINGERMEKR-
POLDER.
De regenval in 1930.
Gemeente Purmerend.
I ™if een van de mooiste bevre-
ling omtrent do stlohtlng van de A.V.K.O. k,ndereö on speoiual zieke kim
SinKan zelf drie kinderen thuis en lieve
Ingezonden.
gieteeikenid M. van Manen.
Wij hebben een stukje opgenomen ge-
toetend M. van Manen, dat ons uit Den
Haag werd toegezonden ter plaatsing, en
daar het volledig onderteekend was, heb
ben wij er geen plaatsruimte aan willen
weigeren. Naar aanleiding daarvan heb
ben wij weer eveneens plaatsruimte ver
leend aan den heer Sohoeffelenberger om
bedoeld stuk te weerleggen. Vervolgens is
een stadgenoot, de heer G., gekomen, die
om meer dan een reden bezwaar 'had zijn
timtti te noemen en die wederom tegen het
inzicht van den heer Sch. opponeerde.
Thans zendt deze heer ons nogmaals een
uitvoerig ingezonden stuk als antwoord
op 'dat van den heer G.
Het was geenszins onze bedoeling een
uitvoerige polemiek naar aanleiding hier
van te openen. Bovendien gaat de heer
Sdh. van de verkeerde veronderstelling
uit, dat zich achter de initiaal G. iemand
anders verschuilt dan in werkelijkheid het
geval is. Voor een deel is zijn betoog hier
door beïnvloed, eni aangezien ook overi
gens daarin niets nieuws wordt gezegd,
meenen wij het hierbij te moeten laten en
zullen wij geen verdere discussie omtrent
dit punt opnemen.
WIERINGEN.
Oosterland.
aanbesteding.
OPENBARE VERGADERING DER
VA. RA.
De Fratellini's vertellen.
Onzen oorrespondent gelukte
het met de drie wereldberoem
de clowns Paul, Frangois en
Aldert Fratellini een onder
houd te hebben, waarin zij hem
de volgende vroolijke en treu
rige avonturen uit hun wissel
vallig leven vertelden.
Op mijn vraag wat zijn bitterste erva
ring was, vertelde Paul Fratellini: „U
zult me natuurlijk niet gelooven, dat ons
leven, al wordt het nog zoo vaak door de
zon van den roem beschenen, niet van
wolken verschoond blijft En in het we
reldberoemde lied „Lach dan Paljas" is
veel meer waarheid verscholen, dan een
buitenstaander wel denkt. Met lichaam
en ziel zijn we aan ons beroep verbonden,
maar we zijn toch ook menschen en als
zoodanig leeren wij juist in ons beroep
de wisselvalligheden van hot leven ken
nen.
Ik denk slechts aan een morgen in
Weenen. Wij waren geëngageerd bij het
circus Busch en moesten in een matinóe
optreden. Gedrukt door zorgen kwam ik
in mijn kleedkamer, want mijn jongen
lag doodziek te bed. Maar dienst is dienst
Ik raapte al mijn krachten tezamen en
speelde, speelde, zonder blijk te geven
van mijn verdriet Ik was juist bezig met
afschminken, toen een stalmeester op me
afschoot met het bericht dat het met mijn
jongen afliep. Zooals ik was, holde ik
naar huis en kwam nog juist op tijd, om
niyn jongen de oogen te kunnen drukken.
Wat gaf het dat ik in mijn oostuum en
met masker aan het sterfbed van mijn
jongen stond! Mijn vadersmart bleef
dezelfde.
En met welke gevoelens ik dien avond
optrad, kan men zich voorstellen. Maar
voor ons clowns is er geen reden een
voorstelling af te zeggen, als wij ons zelf
maar eenigszins op de been, kunnen 'hou
den.
Frangois Fratellini vertelde een derge
lyk geval. „In zulke situaties mogen wij
eenvoudig geen hart hebben. Ik herinner
inij nog den sterfdag van onze goede
moeder, waar wij innig veel van hebben
gehouden. Zij was in den vroegen och
tend gestorven en had ons in diepe
treurnis achtergelaten. Desondanks moes
ten wij 's avonds optreden en het was niet
meer dan natuurlijk, dat ons werk nau
welijks boven het middelmatige uitkwam.
Mechanisch draaiden wij onze grappen
af tot een van ons zoogenaamd doodge
schoten en weggedragen zou worden.
Deze scène behoorde in een sketch die
zoo grootsch mogelijk was opgemaakt.
tra lede 'leur, terwijl onze kleine gaston
vrooltfk lachten. Wij vroegen naar de
oorzaak van dat huilen en hoorden, dat
achter die deur kinderen,waren, die aan
een besmettelijke ziekte leden. En wij
zouden voor hen geen zonnetje in hun
bestaan zijn? Alle voorzichtigheid uit het
oog verliezend gaven w« ook voor deze
kleine paiënten een voorstelling. Plotse
ling viel onze blik op een bedje, waarover
de verpleegster juist een laken uitspreid
de en waaronder zich de vormen van een
kinderlijfje afteekenden. De zuster gaf
ois een teeken. Wij begrepen het. Hier
had de dood een offer verlangd maar de
andere kleinen moesten het niet
ken Wij speelden nog een kwartiertje
lang in de doodenkamer en konden ten
minste den levenden nog een genoegen
bereiden. Maar hoe moeilyk dat was bij
de gedachte aan onze eigen kinderen, dat
begreep natuurlijk niemand van de kleine
toeschouwers.
Ook Madrid lacht
Doch zooals in elk menschenleven staan
tegenover zulke donkere dagen ook
feestelijke en vreugdevolle dagen. Albert
Fratellini vertelde vol trots hoe hij in
Madrid de Spanjaarden aan het lachen
had gebracht. „De Spanjaarden zijn het
meest preutsche publiek, wat men zich
kan denken. In het begin van 1914 over
kwam ons daar het volgende. Het huia
was uitverkocht, de aristocratie was tame
lijk voltallig opgekomen en de toeschou-
wersruimte bood een pompeus beeld,
daar het een gala-voorstelling betrof. WIJ
werkten goed, geen bijval. Wij spoorden
onszelf aan, doch het bleef muisstil, alsof
wij voor een panopticum speelden. Plot
seling midden in een onzer nummers ont
staat lawaai, de koning had zijn loge be
treden. Wij verdubbelden onze krachten,
maar iedereen keek naar de koninklijke
loge en niemand naar ons. Doch de ko-
'ning had gelachen, de étiquette gebood
dus mee te lachen. Vanaf dat oogenblik
hadden wij het publiek op onze hand, hot
lachen van den koning drukte een stem
pel op onze verriohtingen en iedereen
gevoelde zioh nu verplicht zijn gemoed
den vrijen loop te laten. Maar ook dat
kan jn Spanje gevaarlijk worden, daar
dan zooveel hoeden, sinaasappelen en
dergelijke smytvoorwerpen rond de ooren
vliegen, dat men er spoedig genoeg van
heeft.
Toen ik tenslotte Paul Fratellini den
heerlijksten dag van zijn leven vroeg,
kreeg ik een antwoord, waarmede ook de
beide anderen instemden, daar het geheel
in hun lijn lag. Hij vertelde: „Als men
de Franschen kent en weet wat de Comé-
die Frangaise voor hen beteekent, dan
kan men de eer op juiste prijs stellen,
welke ons te beurt is gevallen. Zulk een
eer is een clown nog nimmer ten deel na
vallen. De Comédie Frangaise had ona
alle drie uitgenoodigd en ons een feest
bereid, dat niet alleen dank moest uit
spreken voor onze prestaties, maar ook
bedoeld was als uitdrukking van gelijk
berechtiging. Men wijdde ons een gouden
hoek en wanneer wij' deze kostbare gift
aanzien, dan komen ons van trots de
tranen in de oogen, want een grooter eer
bewijs kan ons deze niet bieden."
(Nadruk veifcoden).
Xort verhaal
Van dezelfde dramatische wending is
de geschiedenis, die Robert Fratellini
meedeelde. „Het was in Londèn, in het
KJndeiziekenhuis te Grent, wij gsven een
van ouzo grutls-voorstelllji^en. Dit is
DE LAST.
Zooals vader daar 'zat in zijn stoei aan
de tafel bij het raam, krom en donker,
zoo kon moeder het niet langer aanzien.
Kom, kom, kom, zei ze, terwijl ze haar
man op den schouder klopte, -kom.
Maar verder kwam ze niet, want hü
keek haar zoo diep in de ouwe, grijze
oogen, zoo peilloos diep en ontroerd, dat
ze haar kleine hoofd vallen liet tegen zijn
schouders en zacht begon te snikken tot
dat vader zijn handen over haar haren
streek en ze den troost voelde, die ze zelf
geven wou
En zoo, heel langzaam en heel voorzich
tig, begon ze onder zijn streelen door
woordjes te praten van innigheid, die uit
liepen op Jan..,.
Maar dan, in eens schokte de man op
en zijn liand rukte van haar hoofd weg
en straffe droefheid kwam weer over zijn
donker gezicht...,
Niks Jan, zei hij kwaadaardig als een
getroffen dier, en al de zoetheid van hun
stille intimiteit lag ineens weer aan dig
gelen en het vrouwtje kroop van hem weg
alsof ze scherven er van op ging rapen..
Maar achter haar schort verborg ze de
tranen en ze liep de kamer uit, om in de
keuken effies alleen uit te kunnen snik
ken.
Juist op dien dag belde 's middags de
advocaat bij hen aan en vadler moest luis
teren.
Kijk nou's, zei Mr. van Dingello, kijk
nou's vader,, we moeten 't nou samen eens
over jouw Jan hebben..,.
Niks Jan, probeerde de oudo nog
woer af te weeren. Maar moeders oogen
waren zoo smeeteend langs de zijne ge
gaan en Mr. Dingello had zich zoo rustig
aan tafel gezet, dat er in vader's wil Iets
te wankelen begon.
Ja,zei de advocaat, dat zegt u nou
wel, „Niks Jan", maar daar zita we nJ.et
mee klaar. Jan heeft 't er leelijk bil laten
Liggen. Dat is zoo. En ik zal dó 'laatste
riln om dat goed te praten. Hij heeft van
UI al genoeg op zijn brood gehad hoor.
anmorgen nog, toon Ik hem opzocht.
mm !ïno r? Knou met 'ra- Hoe ziet le er
nou uit? Ze trok aan de jasmouw van
Donderdag 29 Jan. a.s. hopen de heer
G. Kruit en cchtgenoote den dag te her
denken, dat zij vóór 45 jaar in het hu
welijk traden. We wenschen de jubila
rissen veel geluk.
Met den bouw van het zomerhuisje
voor den heer van Andel is dezer dagen
een aanvang gemaakt. Dit zal dan het
derde buitenverblijfje op het duin wor
den. Daar er nog plaats is voor meerdere
optrekjes, is .het te wenschen, dat er
nog eenige aanvragen voor nieuwbouw
komen.
LOOP DER BEVOLKING.
Ingekomen: J. H. Couweobergh,
van Wassenaar; J. de Jonge, van 's-Heer-
Arendskerke; A. Menheere, van 's-Heer-
Arendskerke ;H. Kamstra, van Wymbrit-
seradeel; H. Hoekstra en gezin, van Bar-
singerhorn; Mej. H. Dik, van Emmen; H.
D. Janssen en echtgenoote, van Den Hel
der.
Vertrokken: D. van de Straat,
naar Noordwijk.
Geboren: Dirk, z. v. L. de Groot en
M. Bankert; Jaoobus Anthonius Theo-
dore, z. v. J. M. Jelierse en J. Zwetsloot;
Catharina Johanna, d. v. J. Halfschepel en
A. A. van Gerven; Maarten Herman, z. v.
J. K. Davids en O. van der Wal; Pieter,
z. v. J. M. Rozenbroek en A. M. van Leeu
wen.
Ondertrouwd: S. J. Kroon en J.
E. Leek.
Getrouwd: H. J. Naastepad en M.
van Dalen; J. J. van den Berg en O. Win-
nubst; J. N. van der Plas en O. Schab-
bing.
Overleden: H. Oornelissen, 82 J.,
echtgenoot van J. Orum; O. H. J. Ange-
vare, 6 maanden, z. v. J. Angevare; M. M.
van Dalfsen, 65 j, echtgenoote van J.
Woudenberg.
Voor enkele weken terug werd door
den heer P. K. in den Oosthoek een aan
geschoten reiger opgemerkt, welke enke
le dagen later aan zijn kat ten prooi bleek
te zijn gevallen. Zooals begrijpelijk is,
bleven toen slechts kop, vleugels en poo-
ten over. Later merkte de heer K. echter
dat zich aan den achtergebleven rechter
poot een aluminium ringetje bevond,
waarop de woorden:
Museum Nat Hist
84684
Leiden Holland
waren aangebracht.
Waarschijnlijk is deze reiger er dus een
geweest, door bedeeld Natuur-Historisch-
Museum losgelaten, met het doel de ver
breiding dezer vogels na te gaan.
Het ringetje is nu aan dit Museum op
gezonden ter inlichting.
Op de jaarvergadering van de Ver-
eeniging tot het houden van Jaarlijksohe
Paaschtentoonstellingen van Vee enz. te
Sehagen is besloten dit jaar de tentoon
stelling te houden op Woensdag 25 Maart.
Mededeeling werd gedaan, dat van de
gemeente Sehagen f 150 subsidie is ont
vangen en dat de Koninklijke goedkeuring
is afgekomen.
Tot bestuurleden werden gekozen de
heeren J. B. Wilken, aftredend en her
kiesbaar, N. NiedorpK. Over, Winkel
en O. Francis, Harenkarspel, en tot leden
van de flnancieele commissie de heeren
K. Blaauboer, M. Spaans en O. Kooy
allen te Sehagen. Aangenomen werd het
bestuursvoorstel om wederom in dit na
jaar een Herfsttentoonstelling te houden.
Dinsdagavond had een aanrijding plaats
tusschen de autobus van den dienst Seha
gen—Kolhorn en den postwagen. Eerst
werd de heer D., woonaehtig te Sehagen,
welke naast den besteller liep, door den
bus gegrepen, sohoof langs den postwagen
en werd vervolgens op het trottoir ge
slingerd en bleef tegen het ijzeren hek
liggen, doch bekwam gelukkig geen ander
letsel dan een blessuur aan den vinger.
Hierna volgde de postwagen, welke ook
met veel geraas op het trottoir belandde.
De besteller kwam met den schrik vrij.
De chauffeur verklaarde niets van den
wagen te hebben gezien. Het natte en
mistige weer zal hier wel de oorzaak van
zijn geweest. Het ongeval trok direct veel
belangstelling.
Tot secretaris-penningmeester van den
polder Waard en Groet te Kolhorn is
benoemd de heer A. Wiedijk te Barsin-
gerhorn.
aanbesteding plaats van: het bouwen van
een woonhuis met winkel en bakkerij, te
Oosterland.
Ingeschreven werd, voor timmer- en
metselwerk, door:
J. M. Kooij, Westerland 7900; D. D.
Bakker, Den Oever 7800; H. Juisting,
id. 7290; S. Blaauboer, Westerland
7260; J. G. Klein, Hippolytushoef
7250; P. Ev. Bakker, Den Oever 7150;
P. Jb. Doves, Westerland f 7100; W. Jz.
Herman, Den Oever 7000; Gebr. Hege
man, id. 6985; J. C. de Vries, Hippoly
tushoef 6898; Gebr. Boersen, id. f 6890.
Voor schilderwerk:
A. Kraak, Den Oever 984; N. ETb.
Lont, Hippolytushoef 850; Jb. P. Lont,
id. 825; O. v. d. Wal, id. 785.
Gunning aangehouden.
Raming in massa was 5800.
BIJTIJDS GERLUSCHT.
In een door twee gezinnen bewoonde
boerderij te Westerklief, eigenaar de
heer D. P. L., ontstond j.1. Zaterdag, ty-
dens het stormweer een begin van schoor
steenbrand, welke zich ernstig liet aan
zien. Spoedig werd alarm gemaakt en met
behulp van tal van helpers wist men den
brand, die reeds in de naden der zoldering
kwam, te bhisschen, zoodat een groot on
heil werd: voorkomen.
Gisteren zijn hier pl.m. 85 arbeiders
van elders aangekomen om in den Wi.e-
ringenmeerpoider bij: de cultiveering
werkzaam te zdjn. De menschen zijn bij
verschillende burgers in den kost gegaan.
De directeur der Water- en Lichtbe-
drjjven, de heer J. N. E. Teune, schrijft
ons:
Wanneer men terug denkt aan de vele
verregende zomervacantiedagen in 1930
en aan de groote hoeveelheid regen, die
ten overvloede in het daarop volgende
najaar is gevallen, zou men onwillekeurig
geneigd zijn de gevolgtrekking te maken,
dat 1930 een buitenwoon nat jaar is ge
weest.
Teneinde deze verkeerde meening weg
te nemen, kan het niet van belang ont
bloot zijn een opgave te verstrekken van
de hoeveelheid regen, die in de verschil
lende maanden van 1930 in deze gemeente
is gevallen.
In het vorige jaar is de regenval toch
als volgt geweest
Januari 87.7 mM.
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli.
Augustus
September
October
November
December
7.7
40.2
20.4
84.4
87.8
144.7
82.5
97.6
109.7
104.1
50.2
en bij jeukende of vocht-afscheidcnde uitslag
en eczema bovendien nog wat Pur p
Herhaal dit eiken dag, zoolang het noodig
Totale marktaanvoer in de jaren
1928 1929 1930
stuks stuks stuks
Paarden2066 1801 2290
Runderen 35520 87518 30788
fiMeren 1415 1682 1405
Kafveren (vette) 1955 1603 1667
Kalveren (nuchtere)22598 22496 23590
„„„ntrnml zendorfonds zou bo- kunnen bereiden. Wij
die het eventueel zenderfonds
beMiinheer de Redacteur. Hiermede meen "wTMens onze voorstelling hoor-
deren vreugde te kunnen bereic
Hiermede meen hebben ze voorstelling hoor-
re<±tVgezet en verzoek U deze alsnog in
Uw blad op te nemen.
Hoogachtend,
G. W. Groothof.
Bedoeld «er omvangrijk
werdén g'tUgemaaÏÏ. Voor ^oorlüke
beer Groothof gelegenheid 8®™
rechtzetting van wat tengevolge van schryf
en correctifcfouten onjuist is weergego t
Redactie.
IMitSTT X S S HE HEER SOHOEFFELEOTIERGER
3314
Varkens (vette')
Varkens (magere).
Biggen
Konijnen
Bokken en geiten.
Kippen
9883
2427 8077
9694 11885
7000 7100
1922 1725 2812
—251600 800150
Ganzen.2522 3457 2812
"Ppnrlfin li5760180125
Zwanen*, 146 194 204
mand mand mand
Appelen50 1050 66g3
Peren8050 6550
1928 1929 1930
stapels stapels stapels
Kaas 2813 2001 1450
K.G. K.G. K.G.
8269317 1797722 1341470
Boter68627 78941 83000
stuks stuks
Eieren (markt) 1000000 800000
Eieren)
(veilingsvereeniging.) 10604988 12190218
Als voornaamste oorzaak van den
verminderden aanvoer van runderen,
wordt geconstateerd
ten eerste: het mond- en klauwzeer;
ten tweede de groote hooioogst, zoodat
noodzakelijke verkoop niet direct noodig
is 5
ten derdehet betrekkelijk tekort aan
rundvee (wat wordt beweerd in koopmans
kringen).
CONTRA DEN" HEER G.
had 111 het oafé van den
m Kleln' voor rekening van den
heer T. Terpatra, te Koedijk, de openbare
Totaal 756.5 mM.
Vergelijkt men hiermede de jaren 1915
en 1925 met resp. 841 mM. en 782.4 mM.
regenval, dan blijkt hieruit reeds dadelijk,
dat in 1980 geen abnormaal groote hoe
veelheid regen is gevallen. Wel is het
laatste halfjaar met 588.8 mM. regenval
buitengewoon wat geweest, doch was het
le halfjaar, met sleohts 167.7 mM. regen
val, zeldzaam droog.
Voor een juiste beoordeeling dient ver
meld te worden dat de gemiddelde jaar
lij ksche regenval over de laatste 28 jaren
in onze gemeente 653.7 mM. is geweest
en men zou daaruit onwillekeurig aflei
den dat er in 1980 toch veel regen' zou
zijn gevallen, dooh dient hierbij niet ver
geten te worden dat 1929 met slechts
500.9 mM. regenval, buitengewoon droog
is geweest.
De gemiddelde jaarlyksche regenval
over de jaren 1929 en 1930 is dus slechts
628,7 mM.fgeweest, welk cijfer nog 25 mM.
lager is dan de »normale« jaarlyksche
regenval.
Het spreekt vanzelf dat de regenval
ten nauwste verband houdt met de hoe
veelheid water, die aan hnze Prise d'eau
der Waterleiding kan worden onttrokken
en dit is dan ook de reden, dat de hoe
veelheid gevallen regen lederen dag nauw
keurig wordt opgemeten. Als gevolg van
het buitengewoon droge jaar 1929, waren
de grondwaterstanden in de puttenrijen
van onze Prise d'eau dan ook in 't voor
jaar van 1930 bijzonder laag en het is
maar gelukkig geweest, dat er na 1 Juli
1930 veel regen is gevallen, waardoor de
grondwaterstanden zich weer eenigszins
hebben hersteld. Ware het 2e halfjaar
van 1930 even droog geweest als het le
halfjaar, dan zouden zeker door vele
waterleidingbedrijven in ons land maat
regelen zijn getroffen tot beperking van
het waterverbruik.
Moge het bovenstaande er daarom toe
bijdragen dat men geen verkeerde opti
mistisohe gevolgtrekkingen maakt om
trent de beschikbare hoeveelheid water
ln onze Prise d'eau. De watervoorraad
is. integendeel nog maar even voldoende,
hetgeen ook verklaarbaar is door de
geringe hoeveelheid water, die gedurende
de laatste 2 jaren is gevallen.
Het blijft dus noodzakelijk dat nog
steeds de vereischte zuinigheid wordt
betracht bij het gebruik van drinkwater,
ten einde te voorkomen dat bij een even
tueel intredende droge periode, ingrij
pende maatregelen zouden moeten worden
toegepast gedurende de warme zomer
maanden.
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij naar aanleiding van het
verslag der openbare vergadering van
de V.A.R.A., voorkomende in de H. G.
van 17 Januari j.1. eenige rectificaties aan
te brengen.
Dit is noodig, omdat in dat verslag
eenige onjuistheden voorkomen die, zoo
zij niet verbeterd werden een geheel ver
keerden Indruk bij de lezers zouden ves
tigen.
In het verslag staat: „Namens de
A.V.R O. berichtte mevr. Bottema-Feen-
stra Kuiper verhinderd te zijn
Dit is niet door mij medegedeeld; be
doelde dame deed dit - zonder met het
eomité overleg te plegen - voor zich zelf.
Verder: moet staan: Mevr. Bottema,
tot voor kort medewerkster aan „Vrij
Nederland", welk genootschap en blad
van denzelfden naam, door de A.V.R.O.
als «en gevaar voor de A.V.R.O. is ge
diskwalificeerd.
Het gedeelte aanvangende met: „De
zenderskwestie'' tot en met dat waarbo
ven „De geheimzinnige A.V.R.O.'' staat
behoort te volgen nA dat gedeelte waar
boven „De algemeenheid van de A.V.R.O."
staat.
Verderop staat: „De luistervinken van
de H.D.O. gingen hierin (de manupulaties
met het programmablad. G) vrij uit en
evenals nog altijd, hadden zij ook toen
niets te vertellen;alleen konden zij con-
stateeren dat erietsrotswasin den Radio-
omroep. De V.A.R.A. profiteerde ervan,
doch werd ten zeerste gehandicapt door
gebrek aan zendtijd".
Dit zoo lezende, zou men veronderstellen
dat de V.A.R.A. profiteerde van den rotten
toestand waarin de zaak verkeerde.
Ik heb gezegd, dat toendertijd als ge
volg van dezen toestand vele luisteraars
wakker geschud werden en zich bewust
wordende, dat hun belangen ln handen
waren van menschen die het met de moraal
niet zoo nauw namen, zich'van dezen
Omroep afwendden en zich bij de V.A.H.A.
aansloten.
Even verder laat Uw verslaggever mij
zeggen, dat de V.A.R.A. de 140.000 leden
ia gepasseerd. Ik heb gezegd 103.000,
terwijl Zwertbroek mij toeriep 110.000.
Hoewel in het verslag van de rede van
Zwertbroek ook meerdere onjuistheden
voorkomen, zal ik op een enkele de aan
dacht vestigen.
In het verslag staat o.a.:„Spr. gaat de
oprichting van de A.V.R.O. na, 10 of 11
heeren van de A.V.R.O. en de N.O.V.
kwamen bijeen enz."
Het spreekt vanzelf, dat vóór de op
richting van de A.V.R.O. geen heeren
van de A.V.R.O. bijeen kwamen maar van
de A.N.R.O. welke laatste met de N.O.V.
de A.V.R.O, hebben gesticht.
Verder voor wat het debat betreft, is
het gesprokene van den heer Stam ver
keerd weergegeven.
Deze heer wekte de V.A.R.A.-leden op
om op den avond van 4 Februari, wan
neer het V.A.R.A.-orkest in Casino zal
eonoerteeren, zich niet te gedragen als
de A.V.R.O.-leden op den avond dat Dajos
Bèla in Oasino was. Hij hoopte dat de
luisteraars zich bij die gelegenheid (welke
ook uitgezonden wordt) niet zouden be
hoeven te ergeren aan het helsch kabaal
als waardoor zij den Dinsdag te voren
in hun huiskamer waren opgeschrikt
Voorts vroeg spreker nadere mededee-
UIT HET LEVEN VAN DRIE
GROOTE CLOWNa
Zelfs als de dood grijnst
Wij hullen, rij lachten.
Het gouden boek.
Maar toen het vermeende lijk met een
s rookrans om den hals en met water van
KÏÏfcü besprenkeld, door gemaskerde
lijkdragers werd w™draqen k, nHen
hu den en zuchten zóó
dnï 'w Publiek natuurlijk aannam.
barstte ,on donderend gejuich
,os- Hoe deze jubel onze zielen
vertéllen 011 "woorden niet
u Iiem ffeweest, vroeg het
vrouwtje, met een modderiyke hunkering.