Huiduitslag- ■«E.'ÏJS LACH DAN PALJASI ingang van heden, 28 werklooze arbei ders uit deze gemeente aan de Zuider zeewerken te werk gesteld. VIJF-EN-VEERTIG JAAR GETROUWD nieuwbouw. ANNA PAULOWNA. Burgerlijke Stand van Anna Paulowna. Van Ewijcksluis. VAN EEN REIGER EN EEN KAT. SCHAGEN PAASCHTENTOONSTELLING. EEN AANRIJDING. BENOEMD. Hippolytushoef. CULTIVEERING WIERINGERMEKR- POLDER. De regenval in 1930. Gemeente Purmerend. I ™if een van de mooiste bevre- ling omtrent do stlohtlng van de A.V.K.O. k,ndereö on speoiual zieke kim SinKan zelf drie kinderen thuis en lieve Ingezonden. gieteeikenid M. van Manen. Wij hebben een stukje opgenomen ge- toetend M. van Manen, dat ons uit Den Haag werd toegezonden ter plaatsing, en daar het volledig onderteekend was, heb ben wij er geen plaatsruimte aan willen weigeren. Naar aanleiding daarvan heb ben wij weer eveneens plaatsruimte ver leend aan den heer Sohoeffelenberger om bedoeld stuk te weerleggen. Vervolgens is een stadgenoot, de heer G., gekomen, die om meer dan een reden bezwaar 'had zijn timtti te noemen en die wederom tegen het inzicht van den heer Sch. opponeerde. Thans zendt deze heer ons nogmaals een uitvoerig ingezonden stuk als antwoord op 'dat van den heer G. Het was geenszins onze bedoeling een uitvoerige polemiek naar aanleiding hier van te openen. Bovendien gaat de heer Sdh. van de verkeerde veronderstelling uit, dat zich achter de initiaal G. iemand anders verschuilt dan in werkelijkheid het geval is. Voor een deel is zijn betoog hier door beïnvloed, eni aangezien ook overi gens daarin niets nieuws wordt gezegd, meenen wij het hierbij te moeten laten en zullen wij geen verdere discussie omtrent dit punt opnemen. WIERINGEN. Oosterland. aanbesteding. OPENBARE VERGADERING DER VA. RA. De Fratellini's vertellen. Onzen oorrespondent gelukte het met de drie wereldberoem de clowns Paul, Frangois en Aldert Fratellini een onder houd te hebben, waarin zij hem de volgende vroolijke en treu rige avonturen uit hun wissel vallig leven vertelden. Op mijn vraag wat zijn bitterste erva ring was, vertelde Paul Fratellini: „U zult me natuurlijk niet gelooven, dat ons leven, al wordt het nog zoo vaak door de zon van den roem beschenen, niet van wolken verschoond blijft En in het we reldberoemde lied „Lach dan Paljas" is veel meer waarheid verscholen, dan een buitenstaander wel denkt. Met lichaam en ziel zijn we aan ons beroep verbonden, maar we zijn toch ook menschen en als zoodanig leeren wij juist in ons beroep de wisselvalligheden van hot leven ken nen. Ik denk slechts aan een morgen in Weenen. Wij waren geëngageerd bij het circus Busch en moesten in een matinóe optreden. Gedrukt door zorgen kwam ik in mijn kleedkamer, want mijn jongen lag doodziek te bed. Maar dienst is dienst Ik raapte al mijn krachten tezamen en speelde, speelde, zonder blijk te geven van mijn verdriet Ik was juist bezig met afschminken, toen een stalmeester op me afschoot met het bericht dat het met mijn jongen afliep. Zooals ik was, holde ik naar huis en kwam nog juist op tijd, om niyn jongen de oogen te kunnen drukken. Wat gaf het dat ik in mijn oostuum en met masker aan het sterfbed van mijn jongen stond! Mijn vadersmart bleef dezelfde. En met welke gevoelens ik dien avond optrad, kan men zich voorstellen. Maar voor ons clowns is er geen reden een voorstelling af te zeggen, als wij ons zelf maar eenigszins op de been, kunnen 'hou den. Frangois Fratellini vertelde een derge lyk geval. „In zulke situaties mogen wij eenvoudig geen hart hebben. Ik herinner inij nog den sterfdag van onze goede moeder, waar wij innig veel van hebben gehouden. Zij was in den vroegen och tend gestorven en had ons in diepe treurnis achtergelaten. Desondanks moes ten wij 's avonds optreden en het was niet meer dan natuurlijk, dat ons werk nau welijks boven het middelmatige uitkwam. Mechanisch draaiden wij onze grappen af tot een van ons zoogenaamd doodge schoten en weggedragen zou worden. Deze scène behoorde in een sketch die zoo grootsch mogelijk was opgemaakt. tra lede 'leur, terwijl onze kleine gaston vrooltfk lachten. Wij vroegen naar de oorzaak van dat huilen en hoorden, dat achter die deur kinderen,waren, die aan een besmettelijke ziekte leden. En wij zouden voor hen geen zonnetje in hun bestaan zijn? Alle voorzichtigheid uit het oog verliezend gaven w« ook voor deze kleine paiënten een voorstelling. Plotse ling viel onze blik op een bedje, waarover de verpleegster juist een laken uitspreid de en waaronder zich de vormen van een kinderlijfje afteekenden. De zuster gaf ois een teeken. Wij begrepen het. Hier had de dood een offer verlangd maar de andere kleinen moesten het niet ken Wij speelden nog een kwartiertje lang in de doodenkamer en konden ten minste den levenden nog een genoegen bereiden. Maar hoe moeilyk dat was bij de gedachte aan onze eigen kinderen, dat begreep natuurlijk niemand van de kleine toeschouwers. Ook Madrid lacht Doch zooals in elk menschenleven staan tegenover zulke donkere dagen ook feestelijke en vreugdevolle dagen. Albert Fratellini vertelde vol trots hoe hij in Madrid de Spanjaarden aan het lachen had gebracht. „De Spanjaarden zijn het meest preutsche publiek, wat men zich kan denken. In het begin van 1914 over kwam ons daar het volgende. Het huia was uitverkocht, de aristocratie was tame lijk voltallig opgekomen en de toeschou- wersruimte bood een pompeus beeld, daar het een gala-voorstelling betrof. WIJ werkten goed, geen bijval. Wij spoorden onszelf aan, doch het bleef muisstil, alsof wij voor een panopticum speelden. Plot seling midden in een onzer nummers ont staat lawaai, de koning had zijn loge be treden. Wij verdubbelden onze krachten, maar iedereen keek naar de koninklijke loge en niemand naar ons. Doch de ko- 'ning had gelachen, de étiquette gebood dus mee te lachen. Vanaf dat oogenblik hadden wij het publiek op onze hand, hot lachen van den koning drukte een stem pel op onze verriohtingen en iedereen gevoelde zioh nu verplicht zijn gemoed den vrijen loop te laten. Maar ook dat kan jn Spanje gevaarlijk worden, daar dan zooveel hoeden, sinaasappelen en dergelijke smytvoorwerpen rond de ooren vliegen, dat men er spoedig genoeg van heeft. Toen ik tenslotte Paul Fratellini den heerlijksten dag van zijn leven vroeg, kreeg ik een antwoord, waarmede ook de beide anderen instemden, daar het geheel in hun lijn lag. Hij vertelde: „Als men de Franschen kent en weet wat de Comé- die Frangaise voor hen beteekent, dan kan men de eer op juiste prijs stellen, welke ons te beurt is gevallen. Zulk een eer is een clown nog nimmer ten deel na vallen. De Comédie Frangaise had ona alle drie uitgenoodigd en ons een feest bereid, dat niet alleen dank moest uit spreken voor onze prestaties, maar ook bedoeld was als uitdrukking van gelijk berechtiging. Men wijdde ons een gouden hoek en wanneer wij' deze kostbare gift aanzien, dan komen ons van trots de tranen in de oogen, want een grooter eer bewijs kan ons deze niet bieden." (Nadruk veifcoden). Xort verhaal Van dezelfde dramatische wending is de geschiedenis, die Robert Fratellini meedeelde. „Het was in Londèn, in het KJndeiziekenhuis te Grent, wij gsven een van ouzo grutls-voorstelllji^en. Dit is DE LAST. Zooals vader daar 'zat in zijn stoei aan de tafel bij het raam, krom en donker, zoo kon moeder het niet langer aanzien. Kom, kom, kom, zei ze, terwijl ze haar man op den schouder klopte, -kom. Maar verder kwam ze niet, want hü keek haar zoo diep in de ouwe, grijze oogen, zoo peilloos diep en ontroerd, dat ze haar kleine hoofd vallen liet tegen zijn schouders en zacht begon te snikken tot dat vader zijn handen over haar haren streek en ze den troost voelde, die ze zelf geven wou En zoo, heel langzaam en heel voorzich tig, begon ze onder zijn streelen door woordjes te praten van innigheid, die uit liepen op Jan..,. Maar dan, in eens schokte de man op en zijn liand rukte van haar hoofd weg en straffe droefheid kwam weer over zijn donker gezicht..., Niks Jan, zei hij kwaadaardig als een getroffen dier, en al de zoetheid van hun stille intimiteit lag ineens weer aan dig gelen en het vrouwtje kroop van hem weg alsof ze scherven er van op ging rapen.. Maar achter haar schort verborg ze de tranen en ze liep de kamer uit, om in de keuken effies alleen uit te kunnen snik ken. Juist op dien dag belde 's middags de advocaat bij hen aan en vadler moest luis teren. Kijk nou's, zei Mr. van Dingello, kijk nou's vader,, we moeten 't nou samen eens over jouw Jan hebben..,. Niks Jan, probeerde de oudo nog woer af te weeren. Maar moeders oogen waren zoo smeeteend langs de zijne ge gaan en Mr. Dingello had zich zoo rustig aan tafel gezet, dat er in vader's wil Iets te wankelen begon. Ja,zei de advocaat, dat zegt u nou wel, „Niks Jan", maar daar zita we nJ.et mee klaar. Jan heeft 't er leelijk bil laten Liggen. Dat is zoo. En ik zal dó 'laatste riln om dat goed te praten. Hij heeft van UI al genoeg op zijn brood gehad hoor. anmorgen nog, toon Ik hem opzocht. mm !ïno r? Knou met 'ra- Hoe ziet le er nou uit? Ze trok aan de jasmouw van Donderdag 29 Jan. a.s. hopen de heer G. Kruit en cchtgenoote den dag te her denken, dat zij vóór 45 jaar in het hu welijk traden. We wenschen de jubila rissen veel geluk. Met den bouw van het zomerhuisje voor den heer van Andel is dezer dagen een aanvang gemaakt. Dit zal dan het derde buitenverblijfje op het duin wor den. Daar er nog plaats is voor meerdere optrekjes, is .het te wenschen, dat er nog eenige aanvragen voor nieuwbouw komen. LOOP DER BEVOLKING. Ingekomen: J. H. Couweobergh, van Wassenaar; J. de Jonge, van 's-Heer- Arendskerke; A. Menheere, van 's-Heer- Arendskerke ;H. Kamstra, van Wymbrit- seradeel; H. Hoekstra en gezin, van Bar- singerhorn; Mej. H. Dik, van Emmen; H. D. Janssen en echtgenoote, van Den Hel der. Vertrokken: D. van de Straat, naar Noordwijk. Geboren: Dirk, z. v. L. de Groot en M. Bankert; Jaoobus Anthonius Theo- dore, z. v. J. M. Jelierse en J. Zwetsloot; Catharina Johanna, d. v. J. Halfschepel en A. A. van Gerven; Maarten Herman, z. v. J. K. Davids en O. van der Wal; Pieter, z. v. J. M. Rozenbroek en A. M. van Leeu wen. Ondertrouwd: S. J. Kroon en J. E. Leek. Getrouwd: H. J. Naastepad en M. van Dalen; J. J. van den Berg en O. Win- nubst; J. N. van der Plas en O. Schab- bing. Overleden: H. Oornelissen, 82 J., echtgenoot van J. Orum; O. H. J. Ange- vare, 6 maanden, z. v. J. Angevare; M. M. van Dalfsen, 65 j, echtgenoote van J. Woudenberg. Voor enkele weken terug werd door den heer P. K. in den Oosthoek een aan geschoten reiger opgemerkt, welke enke le dagen later aan zijn kat ten prooi bleek te zijn gevallen. Zooals begrijpelijk is, bleven toen slechts kop, vleugels en poo- ten over. Later merkte de heer K. echter dat zich aan den achtergebleven rechter poot een aluminium ringetje bevond, waarop de woorden: Museum Nat Hist 84684 Leiden Holland waren aangebracht. Waarschijnlijk is deze reiger er dus een geweest, door bedeeld Natuur-Historisch- Museum losgelaten, met het doel de ver breiding dezer vogels na te gaan. Het ringetje is nu aan dit Museum op gezonden ter inlichting. Op de jaarvergadering van de Ver- eeniging tot het houden van Jaarlijksohe Paaschtentoonstellingen van Vee enz. te Sehagen is besloten dit jaar de tentoon stelling te houden op Woensdag 25 Maart. Mededeeling werd gedaan, dat van de gemeente Sehagen f 150 subsidie is ont vangen en dat de Koninklijke goedkeuring is afgekomen. Tot bestuurleden werden gekozen de heeren J. B. Wilken, aftredend en her kiesbaar, N. NiedorpK. Over, Winkel en O. Francis, Harenkarspel, en tot leden van de flnancieele commissie de heeren K. Blaauboer, M. Spaans en O. Kooy allen te Sehagen. Aangenomen werd het bestuursvoorstel om wederom in dit na jaar een Herfsttentoonstelling te houden. Dinsdagavond had een aanrijding plaats tusschen de autobus van den dienst Seha gen—Kolhorn en den postwagen. Eerst werd de heer D., woonaehtig te Sehagen, welke naast den besteller liep, door den bus gegrepen, sohoof langs den postwagen en werd vervolgens op het trottoir ge slingerd en bleef tegen het ijzeren hek liggen, doch bekwam gelukkig geen ander letsel dan een blessuur aan den vinger. Hierna volgde de postwagen, welke ook met veel geraas op het trottoir belandde. De besteller kwam met den schrik vrij. De chauffeur verklaarde niets van den wagen te hebben gezien. Het natte en mistige weer zal hier wel de oorzaak van zijn geweest. Het ongeval trok direct veel belangstelling. Tot secretaris-penningmeester van den polder Waard en Groet te Kolhorn is benoemd de heer A. Wiedijk te Barsin- gerhorn. aanbesteding plaats van: het bouwen van een woonhuis met winkel en bakkerij, te Oosterland. Ingeschreven werd, voor timmer- en metselwerk, door: J. M. Kooij, Westerland 7900; D. D. Bakker, Den Oever 7800; H. Juisting, id. 7290; S. Blaauboer, Westerland 7260; J. G. Klein, Hippolytushoef 7250; P. Ev. Bakker, Den Oever 7150; P. Jb. Doves, Westerland f 7100; W. Jz. Herman, Den Oever 7000; Gebr. Hege man, id. 6985; J. C. de Vries, Hippoly tushoef 6898; Gebr. Boersen, id. f 6890. Voor schilderwerk: A. Kraak, Den Oever 984; N. ETb. Lont, Hippolytushoef 850; Jb. P. Lont, id. 825; O. v. d. Wal, id. 785. Gunning aangehouden. Raming in massa was 5800. BIJTIJDS GERLUSCHT. In een door twee gezinnen bewoonde boerderij te Westerklief, eigenaar de heer D. P. L., ontstond j.1. Zaterdag, ty- dens het stormweer een begin van schoor steenbrand, welke zich ernstig liet aan zien. Spoedig werd alarm gemaakt en met behulp van tal van helpers wist men den brand, die reeds in de naden der zoldering kwam, te bhisschen, zoodat een groot on heil werd: voorkomen. Gisteren zijn hier pl.m. 85 arbeiders van elders aangekomen om in den Wi.e- ringenmeerpoider bij: de cultiveering werkzaam te zdjn. De menschen zijn bij verschillende burgers in den kost gegaan. De directeur der Water- en Lichtbe- drjjven, de heer J. N. E. Teune, schrijft ons: Wanneer men terug denkt aan de vele verregende zomervacantiedagen in 1930 en aan de groote hoeveelheid regen, die ten overvloede in het daarop volgende najaar is gevallen, zou men onwillekeurig geneigd zijn de gevolgtrekking te maken, dat 1930 een buitenwoon nat jaar is ge weest. Teneinde deze verkeerde meening weg te nemen, kan het niet van belang ont bloot zijn een opgave te verstrekken van de hoeveelheid regen, die in de verschil lende maanden van 1930 in deze gemeente is gevallen. In het vorige jaar is de regenval toch als volgt geweest Januari 87.7 mM. Februari Maart April Mei Juni Juli. Augustus September October November December 7.7 40.2 20.4 84.4 87.8 144.7 82.5 97.6 109.7 104.1 50.2 en bij jeukende of vocht-afscheidcnde uitslag en eczema bovendien nog wat Pur p Herhaal dit eiken dag, zoolang het noodig Totale marktaanvoer in de jaren 1928 1929 1930 stuks stuks stuks Paarden2066 1801 2290 Runderen 35520 87518 30788 fiMeren 1415 1682 1405 Kafveren (vette) 1955 1603 1667 Kalveren (nuchtere)22598 22496 23590 „„„ntrnml zendorfonds zou bo- kunnen bereiden. Wij die het eventueel zenderfonds beMiinheer de Redacteur. Hiermede meen "wTMens onze voorstelling hoor- deren vreugde te kunnen bereic Hiermede meen hebben ze voorstelling hoor- re<±tVgezet en verzoek U deze alsnog in Uw blad op te nemen. Hoogachtend, G. W. Groothof. Bedoeld «er omvangrijk werdén g'tUgemaaÏÏ. Voor ^oorlüke beer Groothof gelegenheid 8®™ rechtzetting van wat tengevolge van schryf en correctifcfouten onjuist is weergego t Redactie. IMitSTT X S S HE HEER SOHOEFFELEOTIERGER 3314 Varkens (vette') Varkens (magere). Biggen Konijnen Bokken en geiten. Kippen 9883 2427 8077 9694 11885 7000 7100 1922 1725 2812 —251600 800150 Ganzen.2522 3457 2812 "Ppnrlfin li5760180125 Zwanen*, 146 194 204 mand mand mand Appelen50 1050 66g3 Peren8050 6550 1928 1929 1930 stapels stapels stapels Kaas 2813 2001 1450 K.G. K.G. K.G. 8269317 1797722 1341470 Boter68627 78941 83000 stuks stuks Eieren (markt) 1000000 800000 Eieren) (veilingsvereeniging.) 10604988 12190218 Als voornaamste oorzaak van den verminderden aanvoer van runderen, wordt geconstateerd ten eerste: het mond- en klauwzeer; ten tweede de groote hooioogst, zoodat noodzakelijke verkoop niet direct noodig is 5 ten derdehet betrekkelijk tekort aan rundvee (wat wordt beweerd in koopmans kringen). CONTRA DEN" HEER G. had 111 het oafé van den m Kleln' voor rekening van den heer T. Terpatra, te Koedijk, de openbare Totaal 756.5 mM. Vergelijkt men hiermede de jaren 1915 en 1925 met resp. 841 mM. en 782.4 mM. regenval, dan blijkt hieruit reeds dadelijk, dat in 1980 geen abnormaal groote hoe veelheid regen is gevallen. Wel is het laatste halfjaar met 588.8 mM. regenval buitengewoon wat geweest, doch was het le halfjaar, met sleohts 167.7 mM. regen val, zeldzaam droog. Voor een juiste beoordeeling dient ver meld te worden dat de gemiddelde jaar lij ksche regenval over de laatste 28 jaren in onze gemeente 653.7 mM. is geweest en men zou daaruit onwillekeurig aflei den dat er in 1980 toch veel regen' zou zijn gevallen, dooh dient hierbij niet ver geten te worden dat 1929 met slechts 500.9 mM. regenval, buitengewoon droog is geweest. De gemiddelde jaarlyksche regenval over de jaren 1929 en 1930 is dus slechts 628,7 mM.fgeweest, welk cijfer nog 25 mM. lager is dan de »normale« jaarlyksche regenval. Het spreekt vanzelf dat de regenval ten nauwste verband houdt met de hoe veelheid water, die aan hnze Prise d'eau der Waterleiding kan worden onttrokken en dit is dan ook de reden, dat de hoe veelheid gevallen regen lederen dag nauw keurig wordt opgemeten. Als gevolg van het buitengewoon droge jaar 1929, waren de grondwaterstanden in de puttenrijen van onze Prise d'eau dan ook in 't voor jaar van 1930 bijzonder laag en het is maar gelukkig geweest, dat er na 1 Juli 1930 veel regen is gevallen, waardoor de grondwaterstanden zich weer eenigszins hebben hersteld. Ware het 2e halfjaar van 1930 even droog geweest als het le halfjaar, dan zouden zeker door vele waterleidingbedrijven in ons land maat regelen zijn getroffen tot beperking van het waterverbruik. Moge het bovenstaande er daarom toe bijdragen dat men geen verkeerde opti mistisohe gevolgtrekkingen maakt om trent de beschikbare hoeveelheid water ln onze Prise d'eau. De watervoorraad is. integendeel nog maar even voldoende, hetgeen ook verklaarbaar is door de geringe hoeveelheid water, die gedurende de laatste 2 jaren is gevallen. Het blijft dus noodzakelijk dat nog steeds de vereischte zuinigheid wordt betracht bij het gebruik van drinkwater, ten einde te voorkomen dat bij een even tueel intredende droge periode, ingrij pende maatregelen zouden moeten worden toegepast gedurende de warme zomer maanden. Mijnheer de Redacteur, Vergun mij naar aanleiding van het verslag der openbare vergadering van de V.A.R.A., voorkomende in de H. G. van 17 Januari j.1. eenige rectificaties aan te brengen. Dit is noodig, omdat in dat verslag eenige onjuistheden voorkomen die, zoo zij niet verbeterd werden een geheel ver keerden Indruk bij de lezers zouden ves tigen. In het verslag staat: „Namens de A.V.R O. berichtte mevr. Bottema-Feen- stra Kuiper verhinderd te zijn Dit is niet door mij medegedeeld; be doelde dame deed dit - zonder met het eomité overleg te plegen - voor zich zelf. Verder: moet staan: Mevr. Bottema, tot voor kort medewerkster aan „Vrij Nederland", welk genootschap en blad van denzelfden naam, door de A.V.R.O. als «en gevaar voor de A.V.R.O. is ge diskwalificeerd. Het gedeelte aanvangende met: „De zenderskwestie'' tot en met dat waarbo ven „De geheimzinnige A.V.R.O.'' staat behoort te volgen nA dat gedeelte waar boven „De algemeenheid van de A.V.R.O." staat. Verderop staat: „De luistervinken van de H.D.O. gingen hierin (de manupulaties met het programmablad. G) vrij uit en evenals nog altijd, hadden zij ook toen niets te vertellen;alleen konden zij con- stateeren dat erietsrotswasin den Radio- omroep. De V.A.R.A. profiteerde ervan, doch werd ten zeerste gehandicapt door gebrek aan zendtijd". Dit zoo lezende, zou men veronderstellen dat de V.A.R.A. profiteerde van den rotten toestand waarin de zaak verkeerde. Ik heb gezegd, dat toendertijd als ge volg van dezen toestand vele luisteraars wakker geschud werden en zich bewust wordende, dat hun belangen ln handen waren van menschen die het met de moraal niet zoo nauw namen, zich'van dezen Omroep afwendden en zich bij de V.A.H.A. aansloten. Even verder laat Uw verslaggever mij zeggen, dat de V.A.R.A. de 140.000 leden ia gepasseerd. Ik heb gezegd 103.000, terwijl Zwertbroek mij toeriep 110.000. Hoewel in het verslag van de rede van Zwertbroek ook meerdere onjuistheden voorkomen, zal ik op een enkele de aan dacht vestigen. In het verslag staat o.a.:„Spr. gaat de oprichting van de A.V.R.O. na, 10 of 11 heeren van de A.V.R.O. en de N.O.V. kwamen bijeen enz." Het spreekt vanzelf, dat vóór de op richting van de A.V.R.O. geen heeren van de A.V.R.O. bijeen kwamen maar van de A.N.R.O. welke laatste met de N.O.V. de A.V.R.O, hebben gesticht. Verder voor wat het debat betreft, is het gesprokene van den heer Stam ver keerd weergegeven. Deze heer wekte de V.A.R.A.-leden op om op den avond van 4 Februari, wan neer het V.A.R.A.-orkest in Casino zal eonoerteeren, zich niet te gedragen als de A.V.R.O.-leden op den avond dat Dajos Bèla in Oasino was. Hij hoopte dat de luisteraars zich bij die gelegenheid (welke ook uitgezonden wordt) niet zouden be hoeven te ergeren aan het helsch kabaal als waardoor zij den Dinsdag te voren in hun huiskamer waren opgeschrikt Voorts vroeg spreker nadere mededee- UIT HET LEVEN VAN DRIE GROOTE CLOWNa Zelfs als de dood grijnst Wij hullen, rij lachten. Het gouden boek. Maar toen het vermeende lijk met een s rookrans om den hals en met water van KÏÏfcü besprenkeld, door gemaskerde lijkdragers werd w™draqen k, nHen hu den en zuchten zóó dnï 'w Publiek natuurlijk aannam. barstte ,on donderend gejuich ,os- Hoe deze jubel onze zielen vertéllen 011 "woorden niet u Iiem ffeweest, vroeg het vrouwtje, met een modderiyke hunkering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 14