Swfis s$SsS
Uitgifte In erfpacht, verhuur,
enz. van gronden.
Wegenbelasting.
Beroepskeuze.
Begrooting.
Afschaffing van de kermis.
Algemeene beschouwingen.
In het boetekleed.
Vooral Texel ls gehandicapt.
Electrificatie Balistraat
Afschaffen tol de Kooy.
tijd!, dat dit verkeersobstakel verdwijnt.
Andere zaken.
De outillage van onze haven is
onvoldoende.
Men heeft het goede tijdstip
niet bennt
Nieuwe besprekingen.
Zoo is dit onderwerp op het dbode punt
gekomen.
Onze haven biedt voldoende
ruimte.
Dit houdt de ontwikkeling onzer
vlsscherij-lndustrle tegen.
Noodtoestand in onze haven.
H«t Rfjk moet ln deze helpen.
door mij gestelde vragen zal het afhangen
Gelukkig geen malaise.
De opheffing van de pensioen
aftrek.
De heer v. Dam aan het woord.
De her-taxatie van die gronden
zette alles weer op losse schroe
ven.
ten. De toekomst zal beslissen of de
ezidie en op deze manier komen er allerlei
vereenigingen, die "we dan zouden moe
ten subsideeren.
De heer Van Gessel legt een der
gelijke verklaring ai.
De heer Van Dam merkt op, dat de
Raad verschillende contributies afge
schaft heeft. Spr. zou gaarne vernemen
of deze hier bedoelde vereeniging werkt
ten nutte van de Reinigingsdiensten. Of
is het alleen maar een vergadering, die
nu en dan eens bijeenkomt in onder
onsjes?
De heer VanLoois ook van meening,
dat het eind zoek is als men begint der
gelijke aanvragen in te -willigen. Dan kan
iedere vereeniging van gemeenteraads
leden ook komen met een subsidie-aan
vrage, daar ook raadsleden werkzaam
zijn in het algemeen belang.
De heer Van der Vaart zet het
standpunt der s.-d. fractie uiteen. We
weten in het geheel niets van deze ver
eeniging af. Wij komen met dergelijke
subsidieering op een hellend vlak. Als de
vereeniging is opgericht alleen voor
onderling contract tusschen de directeu
ren, vindt spr. de doelstelling wel wat erg
simpel.
Wethouder Smits, de verschillende
sprekers beantwoordend, betreurt het,
dat de raadsleden niet op de bewuste ver
gadering hier ter stede tegenwoordig
zijn geweest. De doelstelling van den
Rond is geenszins eigen belang. Over
persoonlijke belangen is op de bewuste
vergadering in het geheel niet gespro
ken. De Bond is opgericht met de bedoe
ling enkel en alleen jaarlijksche uitwisse
ling te krijgen van denkbeelden, inzich
ten, enz. Op het gebied der reiniging. Er
waren hier bijvoorbeeld twee afgevaar
digden uit Duitschland aanwezig, die zich
op de hoogte kwamen stellen van de ver
schillende problemen, en die verrast waren
over de wijze waarop wij onze vullverwij-
dering hebben georganiseerd. Naar aan
leiding van het Heldersche systeem van
in zee storten, is uit Havre zelfs een aan
vraag ingekomen om inlichtingen.
Men wil daar een dergelijk vaartuig als
het onze, maar dan op veel en veel grooter
schaal invoeren. Ook B. en W. wisten
aanvankelijk niet wat de bedoeling was
van deze vereeniging. Het bleek iets ge
heel anders te zijn dan wij ons voorstel
den; de discussies aldaar liepen over lou
ter technische kwesties en op de heele
vergadering is geen woord gesproken
over salarissen.
De Voorzitter merkt nog op, dat de
directeuren van reinigingsdiensten in
buitengewone omstandigheden verkee-
ren. Er zijn in ons land niet meer dan 50
of 60 zelfstandige reinigingsdiensten; de
directeuren hiervan geven een vakblad
uit, dat eeni uitstekend geredigeerd orgaan
is. Zonder eenige tegemoetkomingen in
den vorm van subsidies kunnen zij dit
evenwel niet in stand houden.
De heer Monhemius: Het bezwaar
van den heer Eylders was, dat hier een
precedent wordt geschapen. Kan dan het
orgaan niet door middel van een subsidie
worden gesteund?
Na nog eenige discussie stelt de heer
D e B o e r voor dit punt te verdagen ten
einde de zaak nader te kunnen bestudee-
ren.
De heer Van der Vaart heeft na do
toelichting van B. en W. persoonlijk geen
bezwaren meer deze subsidie te verleenen.
Wij mogen toch aannemen, dat de toelich
ting van B. en W. juist is. Wat de heei
De Boer nu wil, beteekent feitelijk eer
diskwalificatie van B. en W.
De heer Smits: Het gaat hier inder
daad om adviezen, voorlichting, enz., die
de Vereeniging in voorkomende gevallen
geeft inzake reiniging. Spr. begrijpt niet
wat er tegen is 25 subsidie te geven.
Geroep: Het gaat niet om die vijf-en-
twintig gulden!
Het voorstel wordt tenslotte aangehou
den.
De volgende voorstellen waren hierom
trent alsnog kort vóór de vergadering in i
gekomen: Erfpachtsaanvrage J. P. van i
Os (een woning in de De la Reystraat).
Minneboo Walboom (aan den Singel
voor 6 woningen), verhuur van tuingron
den aan J. Moljjn en M. Huijsing; erf
pacht aan O. C. Dito en P. Kossen (aan de
Crocusstraat voor tweemaal twee woon
huizen). Hieromtrent worden de voorstel
len betreffende J. P. van Os, Dito en Kos
sen aangehouden, aangezien de vereisch-
te waarborgsommen niet zijn gestorU De
overige aanvragen worden toegestaan.
Behandeld wordt voorts een reclame in
zake de wegenbelasting, liet eerste suppl.
kohier wordt vastgesteld.
Benoemd wordt tot lid (vacature F. B.
A. Meijer) de heer J. B. F. Meijer).
Hiermede is de vooragenda afgewerkt
en wordt een aanvang gemaakt met de
behandeling der begrooting. Medegedeeld
wordt, dat het in de bedoeling ligt van
Woensdag af ook des middags te verga
deren.
De heer V a n D a m verzoekt den Voor
zitter er dan rekening mede te willen
houden, dat in de middagvergaderingen
geen stemmingen plaats hebben, aan welk
verzoek de Voorzitter gaarne zal voldoen.
de a'"T'j factie is ingediend een
schnfi'(Jii°m ^aar de kermis af te
begrSntnt«6nrbn!Ïreffenden P°st uit de
hiervan merkt ie*Voo STtt eTin^t
bedoelde post is geraamd 4 20 000' H?t
thans ingediende voorstel omvat S een
aanwijzing op welke wUze m^ A op
de begrooting ontstaand tekort wil voor
zien, en is dus niet af. Spr. meent goed
te doen hier den Raad uitdrukkelijk op te
wijzen.
De heer Eylders antwoordt opzette
lijk in dit voorstel niet de middelen ter
dekking te hebben aangewezen, en spr. zal
bij de behandeling van het desbetreffende
punt zeggen waarom dit aldus is ge
schied.
Aangevangen wordt alsnu met de
Eerste spreker is de heer Biersteker.
HÜ zal beginnen het boetekleed aan te
trekken, meent dit verplicht te zijn tegen
over B. eni W. en meent ook wel de nioo-
dige tegemoetkoming van dat College te
zullen ontvangen.
Spr. heeft n.1. niet alle sectievergaderin
gen kunnen bijwonen en zal dus mis
schien ten aanzien van enkele kwesties in
'herhalingen vallen van wat daar is be
sproken.
Een tweede verontschuldiging moet spr.
maken tegen den heer v. d. aart, dat hij
(spr.) hoewel niet de oudste fractie, toch
de eerste spreker van hedenavond is.
Spr. trekt nu het boetekleed uit en trekt
het harnas aan. Spr. zal evenwel geen
politieke beschouwingen houden, die wy
niet in het belang achten van de gemeente.
Alleen alg. beschouwingen zijn in' het be
lang der gemeente, indien zij gehouden
worden uit een economischen blik.»
In het harnas. B. en W. en de
late indiening van de begrooting.
Het alg. rapport is vrij sober, ook de
antwoorden van B. en W. en zelfs dikwijls
niet fraai. Spr. had liever gezien dat B.
en W. óók eens het boetekleed aangetrok
ken hadden en niet de schuld wierpen op
den drukker voor te late indiening van de
begrooting. Dat is de schuld afwentelen
op een ander.
19 Oct is het ontwerp al naar den
drukker gegaan, zeggen B. en W., maar
zij vergeten, dat er de kwestie van het ge
schil in den Typ. bond is geweest, waar
door het werk stagneerde, en dat sedert
dien de vellen regelmatig in proef gingen.
Waarom B. en W. niet in het
boetekleed?
Ongepast acht spr. het wat B. en W.
zeggen betreffende het buiten de stad
laten drukken der begrooting. De heele
burgerij zou er tegen opkomen, als dat ge
beurde. Het zou niet fair zijn tegenover
een goed) geoutilleerd bedrijf, dat we bier
hebben en het zou niet goed zijn dat voor
bij te loopen.
De heer v. d. Vaart: Het is voor-
deeliger!
De heer Biersteker: Zoo goed als
de gezellen hebben ook de patroons hun
organisatie.
Het doet spr. genoegen dat den Raad
geen verwijt treft. Wel zou spr. aan B. en
W. willen vragen: laat het nu met die late
indiening uit zijn. Aan de bepaling om
vóór 1 Sept. de begrooting te behandelen
wordt wel nooit voldaan, maar laat ons
dan tenminste vóór Januari klaar zijn.
Langzame afwerking van zaken.
Het afwerken van zaken van de zijde
van B. en W. gaat wel eens erg langzaam.
Er zijn bijlagen, die zijn gedateerd in No
vember en die eerst thans in den Raad
komen. Zouden B. en W. zich niet eens
wat meer willen houden aan het reglement
van orde, dat bepaald dat eenmaal
's maands vergaderd wordt, vraagt spr.
Het geval-Woud In den laat-
sten raad.
Ook wat betreft de onderlinge discus
sies in' den Raad dient gezegd, dat het
vaak moeilijk is voor sommigen zich uit j
te drukken, omdat het voor sommige leden
van den Raad wel eens moeilijk is met j
interrupties enz. den draad niet kwijt te
raken. Niet ieder Raadslid kan er tegen.
Spr. heeft hier het oog op de houding van
den heer Woud in den laatsten raad, die
door 'interrupties in de war gebracht werd.
Onderwijs-opleidtng.
De Raad kan, als het noodig is, wel met
spoed werken. Er ziln zaken, die spoed
verelschen en ook in deze begrooting zijn
er die. Bijv. de kwestie van een kweek
school of normaalschool; zaak die onze
voortdurend© aandacht moet hebben. In
het alg. rapport zeggen B. en W. er niets
meer van te vernemen. Is dan de tijd er
niet om nog eens aan te dringen? De zaak
is van genoegzaam belang. De kop van
Noord-Holland, met een bevolking van
100.000 inwoners, verkeert te dezen op
zichte in een beroerde positie. Vroeger
hadden we hier een bloeiende normaal
school.
Vooral voor een gemeente als Texel is
bet zeer lastig, die kinderen moeten naar
elders onder dak. Spr. dringt er bij het
College op aan, nogmaals werk te maken
van de zaak; er is bij de hoogere onder-
wys-autoritei-ten een strooming naar meer
kweekscholen.
De bewoners in de Balistraat hebben
allang aangedrongen op elektrificatie;
circa 5 maanden geleden is gezegd): de
zaak is voor elkaar, het wachten is op den
kabel.
Geroep: Neen, dat is niet juist!
De heer De N ij s Het komt voor el
kaar is gezegd!
D© heer Biersteker zal gaarne ver
nemen hoe het er mee staat.
Tegenwoordig is er een algemeene actie
voor afschaffen van tollen, en het wordt,
De heer VanDam interrT£ is 'niet
De beer Biersteker: Het is met
over de brug dat ik het heb, eleohts ^ver
de tol. Met genoegen heeft spr. de freat
deeling betreffende het verkeer gehoord.
Laat men dus meewerken die tol op
"'Deneer D e N ijs Wat bent u royaal!
Een tol weg, een kweekschool er by...
De heer Bier steker Wy als Ge
meentebelang staan niet op het standpunt
dat wij, coüte que coüte willen bezuinigen.
Wij willen het geld zoo doelmatig moge
lijk besteden. En als de heer De Nijs zegt
wat bent u royaal, dan is dat omdat ik
een beter economisch inzicht heb dan by.
In het belang van de ontwikkeling onzer
stad is het van belang, dat de tol ver
dwijnt. Wellicht is hier voor het Ryk aan
leiding medewerking te verleenen.
In het Voorlooplg Verslag is gesproken
over het parkeeren van auto's. Spr. vraagt
of althans in de drukke straten het par
keeren aan twee kanten kan worden tegen
gegaan. B. en W. hebben natuurlijk ge
lezen van de plannen betreffende een
dubbel spoor tot Anna Paulowna. Spr. zou
willen zien, dat B. en Wmet spoed aan-1
drongen dat de achterstelling van een be
langrijke gemeente nu eens een einde
neemt. In dit opzicht worden wij toch zeer
ten achtergesteld.
Vlsscherit
Een ander punt vind ik in vraag 9 op
blz. 10 van het rapport. Daar wordt ge
vraagd of het College ook plannen koes
tert om op onze stad de aandacht te ves
tigen als visscherij-centrum.
Het is mij onbekend van wien deze
vraag lsl). Men beschouwe, indien ik
hierover iets in het midden breng, dit niet
als strooperij in een ander's jachtveld. Ik
meen juist goed te doen te laten hooren,
dat dit onderwerp sedert lang reeds in be
spreking en onderzoek is. Waarschijnlijk
zal het lid of de leden van wien deze vraag
afkomstig is, de zaak dan ook anders be
zien. Op den voorgrond wil ik stellen, dat
aan deze zaak veel meer vast zit dan zoo
oppervlakkig schijnt Het is zeer gemak
kelijk zeggen: onze stad is als goed ge
legen visschersplaats dus aantrekkelijk en
geschikt voor de vestiging van vissehers
uit de Zuiderzeeplaatsen. Hierbij mag niet
vergeten worden, dat als men de men
schep hier heen wil halen, men vooraf
moet verzekerd zijn, dat die vissehers hier
hun 'bestaan kunnen vinden, maar vooral
ook of d© inrichting van onze haven zich
daarvoor wel leent.
Bij interruptie deeld© de heer E ij 1-
d e r s mede, dat zij van hem afkomstig is.
Dit laatste punt vooral iS van de groot
ste beteekenis, ja, is zelfs „des Pudels
Kern". Ik kom daarom straks hierop te
rug. Thans mogen enkele 'herinneringen
voorafgaan.
Het is reeds tien jaar geleden dat over
dit onderwerp door de Economische Com
missie meerdere vergaderingen zijn ge
houden. Het was toen, met de uitvoering
van de Zuiderzeewerken nog moest wor
den begonnen, dat d© vraag onder de
oogen werd gezien: of van bet grootsche
Zuiderzeewerk voor onze haven wellicht
opleving was te verwachten, o.m. door
uitbreiding van het visscherybedryf- Men
was toeni nogal optimistisch gestemd en
als gevolg daarvan is het havenplan, be
kend als het plan Boomsma-Wesseling,
ontworpen.
Het is my'n vaste overtuiging, dat als
men toen wat meer actief ware geweest
en de uitvoering van dat plan was bevor
derd, we nu gerust voor alle vissehers met
hun nevenbedrijven als rookerjjen, taan-
deryen, werven, ene. van.' de geheel© Zui
derzee hier voldoende havengelegenheid
met gunstig gelegen industrieterreinen
ter beschikking zouden hebben gehad. Ik
wil, nu hier van het toenmalige dajgelyksch
bestuur onzer gemeente niemand meer
over is, niet met verwijten komen. Alleen
wil ik het feit vastleggen, dat de meest
gunstige gelegenheid om het havenvraag-
stuk tot oplossing te brengen, is voorbij
gegaan, althans wat betreft het plan-
Boomsma.
Vroeger heb ik aan het toenmalige Col-
leg© van B. en W. onomwonden mijn mee
ning gezegd. Wie hier meer van wil weten,
sla uit de vergadering van 11 Januari '27
de notulen, blz. 104/105 en 327/328 maar
eens op.
Ik haal dit een en ander nu op, om te
laten uitkomen, dat door mij reeds bii
meerdere eelegehheden is aangedrongen
op haven/voorziening.
Door d© Economisch© Commissie zyn
ook daarna nog steeds opnieuw bespre
kingen gehouden, vooral ook over de ves
tiging alhier van de vissehers uit de Zui
derzeeplaatsen. Het is daarbij evenwel
gebleken, dat de meeningen hierover zeer
verdeeld zijn. Eensdeels werd d© meening
verkondigd, dat het wenschelyk werd ge
acht-, voor d© vestiging van meerdere vis
sehers de noodige reclame te maken, an
derdeels echter werd d© vrees geuit, diat
bij vestiging van meerdere vissehers al
hier, dit voor de gemeente eer nadeel dan
voordeel zou opleveren, daar het grootste
deel der vissehers een armelijk bestaan
hebben. Als gevolg daarvan wordt ge
vreesd, dat de uitgaven der gemeente voor
womngvoorziening, meerdere schoolruim
ten; uitbreiding van politie, medisch toe
zicht en armenzorg zouden toenemen, ter-
wyl daarentegen de opbrengst der belas-
ÏÏfzjkVO°E de «lachte gering
Thans door de Maatsch. van
Nijverheid.
Het is op 'initiatief van de Maatschappij
kondigd, dat, coüte que coüte, alles geaaaji
moet worden om de visschers va
derzee hierheen te krijgen, ^™lookora
dat men elders, Hartogen, Ootmarsum en
Zoutkamp ook niet stilzit.
In Februari 1930 is toen deze zaak op
nieuw in de Economische Commissie be
sproken en als gevolg daarvan is een sub
commissie gevormd. Deze sub-commissie
nu heeft een hernieuwd onderzoek inge
steld en daarbij de medewerking gekregen
van mensohen uit het vissdherijbedrijif en
van den vischhandiel. Het zou te ver voe
ren hier alle daarover gehouden beraad
slagingen te releveeren. Laat ik mogen
volstaan met d© mededeeling, dat het re
sultaat is geweest de algemeen uitgespro
ken meening, dat voor onze huidige vis-
scheril, die Intusschen in de laatste jaren
al belangrijk ls toegenomen, de haven-
outtilage al onvoldoend© is en- door die toe
nemende behoeften van de Marine meer
havenruimte steeds nijpender wordt.
Onze 'haven is Marinehaven- en dus
zullen de behoeften der Marine aan ha-
veniruimte altijd voor moeten blijven gaan.
Hier moge direct op volgen, dat van de
z;jde der Marine aan de vissehers zooveel
mogelijk hulp wordt verleend en er dus
van onwelwillendheid geen sprake ls.
Evenwel vast staat, dat, hoe tegemoetko
mend de Marine ook is, onze bestaande
visscherij ernstig in het gedrang komt
Voorziening daarvoor is noodzakelijk.
By rapport van 10 Mei 1930 werd door
de Economische Commissie bij B. en W.
aangedrongen om onverwijld pogingen te
doen om in de behoefte van onze visscherij
aan meer havenruimte en betere outillage
te voorzien.
Er is sedert dien al weer een geruime
tijd verloopen en al is het mij niet onbe
kend, dat B. en W. deze zaak in 'behande
ling hebben, meen ik toch niet te mogen
nalaten ernstig aan te dringen om te
trachten onverwijld de noodige medewer
king van de Riiksregeering te verkrijgen
om hierin te voorzien'. Er zijn voor deze
gemeente hierbij groote belangen betrok
ken. De vissohery geeft aan velen een
bestaan en er is dus voor ons alle reden
om waakzaam te zijn en datgene wat we
hebben te behouden.
Het zal, na hetgeen ik hier heb uiteen
gezet, wel niet verbazen, dat ik voor mij
hier de meening uitspreek, dat zoolang
niet meerdere 'havenruimte voor de vis
scherij 'beschikbaar is, het wel niet doen
lijk is om andere vissehers van' de Zuider
zee hierheen te halen. Het komt mij voor,
(ik zal die meening hier nu nog niet na
der uiteenzetten), dat evenwel die vis-
schers en hopelijk ook de nevenhedrijven
vanzelf hierheen zullen komen, zoodra de
outillage hier beter is. Vaststaat, daarover
zijn de deskundigen het wel eens, dat de
visscherjj, vooral die op haring, ansjovis
en geep, na het tot Stand komen van den
afsluitdijk, hier belangrijk zal toenemen.
Bovendien mag worden aangenomen, dat
ook de Noordzeekustvisschery van hieruit
het best kan worden uitgeoefend, zoodat
als het ware vanzelf de vissehers van de
Zuiderzee zich voor een groot gedeelte
hier wel zullen willen vestigen. Zal dit
echter kunnen gebeuren, dan is ook daar
voor betere havenvoorziening noodza
kelijk.
De havenvoorziening is dringend. Het
is nu al zoo urgent voor de bestaande vis-
scherft dat hier gerust kan worden ge
sproken van een noodtoestand. Indien
daarin niet spoedig wordt voorzien, dan is
de kans op uitbreiding der vissohery al
hier al zeer gering, maar wat erger is, ik
wil dit nog eens herhalen, dat onze reeds
aanwezige visscherij in het gedrang komt
en bedreigd wordt met verloop, zoo niet
met vernietiging.
Ik behoef hier wel niet te zeggen, dat
dit voor onze gemeente een ramp zou
worden.
Mijn vraag aan B. eni W. is dan ook:
Wat is er tot heden gedaan en wat is
men voornemens in deze te doen
Het wachten onzer vissehers is nu op
daden!! Men bedenke wel: de visscherij
kan niet wachten.
Juist dezer dagen is gepubliceerd het
plan om de vaargelegenheden van Gro
ningen en Friesland over het IJselmeer
te verbeteren. Daarvoor moeten te Stavo
ren, eventueel Lemmer, nieuwe sluiswer-
ken en diverse vaarten en bruggen wor
den gemaakt. Dit plan is begroot op 35
millioen! Het wordt noodig geacht voor
tendbonw en industrie. Hierbij komt de
vraag naar voren als de regeering 35 mil-
l"ZrZ^ Tl Wil stellen,
nm n w met te veel gevraagd
dmv a ens eenj Paar millioen (ik
f®!'k,dat W11 met een tiende gedeelte wel
g lp-en zullen zijn) te besteden om een
bloeiend visscherybedryf in stand te hou-
u, terwijl bovendien de oplossing voor
de verplaatsing, der visscherybedrijven uit
de Zmderzeeplaatsen hierdoor zou kunnen
worden gevonden.
Maar dan ook, M. de V., ik herhaal dit
nog eens met allen' nadruk, spoed, spoed
en nog eens spoed!! want onze vissehers
kunnen niet wachten.
Van het antwoord van B. en W. op de
of door ons zelf voorstellen zullen worden
Huisduinen omhoog]
Spr brengt een woord van dank aan
B. eni W. en, -den Raad, voor het verleenen
van medewerking om Huisduinen omhoog
te werken en vestigt er de aandacht op,
dat ln de ontwikkeling der badplaats een,
belangrijke economische factor is gelegen
voor den bloei onizer gemeente. Wil moe-
ten Hulsduinen zoo aantrekkelijk moge
lijk maken.
De finantleele toestand.
Spr. onderschrijft wat de Voorz. in zijn
rede zeide, en we zijn dankbaar-dat de
nieuwe financieel© regeling tot stand is
gekomen. Bil meerdere gelegenheden
heeft spr. er op gewezen, dat de finan
cieel© druk hier zwaar was. Dat is wel
verbeterd, maar toch ls de toestand nog
zorgelijk. Niet dat onze finamtiön niet ge
zond zouden- ziln, wil komen nu uit onzen
achterstand, maar we blijven met onze 180
opcenten eni grondbelasting enz. Even
goed de 100 opcenten op de Vermogende-1
lastlng en de Straatbelasting, enz.
Op elk perceel alhier ligt 20 druk aan
belastingen, zooals spr. uiteenzet. Tal van
kleine kapitalistjes hier, die dat kapitaal-
tpe belegd hebben in huizen, zijn al in
zeer ongunstige conditie. Hier ls aanlei
ding dit eens ernstig onder de oogen te
zien.
Gelukkig ls hier geen malaise, ln dat
opzicht mogen we ons gelukkig prijzen.
Wil hebben 'hier ons vaste, regelmatige
Inkomen. Daarom moeiten- wij er rekening
mee houden, dat wij mensohen hebben
van het „Geef ons heden ons dagelijkach
brood".
Het landelijk gedeelte onzer gemeente
geeft al symptomen, dat er wel eens wat
van de malaise wordt gevoeld. En ia het
dan wel goed gezien van het gemeente
bestuur betreffende de afschaffing van
den pensioenaftrek.
Menschkundig en psychologisch acht
spr. dit onjuist.
Wanneer er in verschillende industrieën
loonsverlagingen moeten plaats hebben,
moeten we dat betreuren. Maar juist met
hetoog daarop vraagt spr. of 'het wel' juist
is thans tot deze salarisverhooglng over
te gaan. Het is niet waar, dat hieromtrent
eenig besluit is genomen; alle ende wen-
scheljjkheid is betoogd. Spr. fractie zal
zal met dit voorstel niet meegaan, en zal
er liever de belastingen mee verlagen.
Dat is naar spr. bezuiniging.
Er kan een tijd komen, dat ook wij hier
den druk der malaise zullen ervaren; het
is lang niet zeker, dat onze boeren dezelfde
welvaart zullen 'behouden. Wij moeten dit
onder de oogen Zien.
Spr. eindigt zijn rede met te zeggen, dat
als men in' het belang van de gemeente
iets tot stand meent te kunnen brengen,
men op spr. fractie kan rekenen. Bij elk
onderwerp stellen wij ons de vraag of het
het gemeentebelang is. Wij trachten het
geld zoo economisch mogelijk te besteden.
Als er een economisch offer moet worden
gebracht, zjjn wij bereid dat te brengen.
De heer Eylders merkt op, dat de
s.d. en vxi. fracties in de secties gevraagd
hebben politieke beschouwingen te mogen
houden.
Bij de laatste van de vier begrootingen
welke in de zittingsperiode van dezen
raad zijn afgehandeld, staan we tevens
voor een geheel nieuw begin in onze ge
meente-huishouding.
Dit zal niet zonder invloed zijn op de
strijdpunten welke in den Raad naar
voren zullen komen.
Bjj den ouden toestand is dikwijls zeer
fel gestreden eenerzijds over de te heffen
belastingen, anderzijds over al of niet uit
te geven gelden. De zeer zware belasting
druk hierover zijn we het nu allen
eens dwong zeer sterk om toe te zien
op de uitgaven!
Toch gaf in 1927 reeds de wijziging in
personeele belasting op het eerste gezicht
aanleiding een verandering in de inkom
stenbelasting te brengen waarbij ge
tracht werd een betere verdeeling der
lasten te krijgen.
Door de her-taxatie der huurwaarden
is dat wel wat anders uitgekomen waar
door de Personeele belasting ook nu nog
zeer drukkend is. Ook werden uit de we
genbelasting (ook zeer drukkend), uit
verhooging van legesgelden, keur- en
slachtloonen gelden verkregen ter ver
sterking van de kas! Daarnaast werd dik
wijls vrij scherp gestreden over de uit
gaven-kwesties naast het pensioen
premie-verhaal, in verband met de levens
standaard, kwamen daarbij de kosten
van het Raadsverslag, pensioneering van
wethouders, kosten van drukwerk en van
de vergaderingen van den Raad en veler
lei andere punten naar voren.
De begrootingen werden steeds scher
per opgemaakt en in de vorige raads
periode waren enkele zeer ingrijpende
maatregelen noodig om de kas te stijven,
zooals de herziening van de afschrijvin
gen op de bedrijven.
Tenslotte werd het heele gebouw aan
vankelen gabraeht door het resultaat
W ,le^T,fXa,tie van de gronden van
grondbedrijf, dat op grond van. de
e erordenW groote sommen uit de
^as avam vragen. Ook daar is
tend'mïï VOOr «evonden. die het zl£
g een met onaardig jurist-isch
Efn nZ°*gd,e tegenover Gedeputeerde