het gewicht neemt er door toe en de ze nuwachtigheid vermindert Deze resul taten mogen er echter niet toe leiden, de stWhoofdige huisgenooten er later triom fantelijk op te wijzen, hoe onverstandig zij zijn geweest. Van dat genoegen moet men afstand doen in het belang der goede zaak, want anders bederft men het voor de toekomst, wanneer de opnieuw ziek geworden persoon ialles weigert, omdat hij, er medioijlnen in meent te proeven. Een andere veel gemaakte font is, dat men zichzelf en zijn kinderen plaagt met levertraan. Er zijn tegenwoordig zooveel levertraanpreparaten te krijgen, waar de onaangename smaak aan ontnomen is, dat men slechts die behoort te gebruiken. En dan moet mefl er niet hij zeggen, dat dit nu ook een1 soort levertraan is, want de suggestie speelt in die dingen een grooten rol. Men zai dan zien, dat het middel zonder moeite wordt ingenomen en dan.is de gunstige uitwerking op het Lichaam veel grooter. Coquette hoeden in het midden van het seizoen. sche motieven terug. Ze lijken op een tulband, terwijl ook de héret Tonktoois kans op populariteit heeft. Men ziet trou wens nog altijd de baret, die zeer ^er achterover en een ietsje opzij_ gedragen wordt. Zoo demonstreerde Talbot een baret van rood «ntllopenleer met een rand van grijze veertjes, die deed denken aan Érrosgrain lint. Dö'Zö garne^ring >zal men ook in het komende seizoen veel ORIGINEELE BARETS. ül"che,den' Het gevaarlooze stierengevecht. "+++++++- "+++++++- -+++++++- 4-4-4-4-4-- -4-4-4-4-4-4-4-- - met üs bedekt water Is gevaarlijk, dai> het ijs geleidelijk naar het midden 2 dunner wordt. Is het ijs 10 centimeter dit dan dreigt er geen gevaar meer, zelfs W dien er een groot aantal menschen elkaar op één plek staat. En bij veertig tot vijftien centimeters dikte kunnen reeds verhuiswagens over het ijs rijdiv, Als ei* nu maar ijs komt, dan weet je C De „Nautilus" naar de Noordpool, Wanneer kunnen we op het ijs loopen. II. Nieuwe raadsels. De geheimzinnige spiraal. Op de 4e rij de voetig dier. Op de 6e rij bekleeding voor «en trap. Op de 6e rij iets dat je in iedo e slaap kamer vindt. Op de 7e rij gebruikt men bij i »n regen- Wöterb 8 k Op de 8e rij iets om melk in te doen. Op de 9e rij een boom. Op de 10e rij een medeklinker. Ingezonden door D. erM. S. n. Met vijf letters blijf ik zwa*t hoe bard ik mij ook wasch, keert men mij om dar maak ik een groote plas. Ingezonden door Albert T. Goede oplossingen van beide raadses ontvangen van: 'i H. A.; N. v. B.; A. B.; B. v. iB.;B j] A. v. d. B.; M. de B.; G. B.; J. Bd h' C. C.; G. D.; R. D.; B. v. d. E.; J- *-'<f G.; N. G.; M. la G.; J. G.; H. H.; A. v. A. J.; J. K.; A. E. K.; N. K.; T. K.; H- K. K.; Bi K.; M. K.; S. K.; K. ®'t D. L.; A. v. t: P. L,; M. L.; A. en P> (Koegras); M. M.; O. M.; J. de Md J-/'' C. P.; M. P.; D. P.; J. A. R.; A. S.; A. v. S.; T. S. (Koegras); N. Sd A- K.J;S.;J. S.;S. T.; G. v. TÏ; M. Td£i".| L. V.; C. de V.; H. V.; C. V.; C. en B» 7 W. V.; N. V.; J. en P. W.; H. v. W. v. Z. f Oe prijzen zijn na loting ten deel vallen aan: Henk Aberson, Piet Heinstraat 1. Bé v d. Berg, Fabrieksgracht 80. Greta Dekkers, Goversstraat 34. Jaoob van Zoelen, Dijkstraat 60. Ook midden in bet seizoen komt et nog wel eens wat nieuws uit en vooral nu doet men goed, met de aanwijzingen rekening te houden, omdat het nog on zeker is, welke richting de mode in de toekomst zal inslaan. Op het oogenblik valt vooral de groote verscheidenheid op in de kleine hoeden, die nog altijd vrij sterk achterover gedragen worden. En ook de „kleine" hoeden zijn niet meer zoo klein als hun soortgenooten van ver leden horsthoewel de bol nauw om het hoofd blijft sluiten, zijn' de randen al breeder. Op dat gebied kan men de meest afwijkende dingen zien: randen, die ypn voren smal en van achteren en opzij breed zijn, randen, die links smal en rechts overdreven breed zijn of randen, die den nek geheel bedekken. Daaruit ziet men al, dat er van achte ren geen haar zichtbaar mag zijn; alleen een bos krulletjes mag uitkomen onder den hoed, die dan gewoonlijk een van achter opgeslagen rand' heeft. Op het voorhoofd ziet men daarentegen wel een lok haar en wel bij hoeden van elk mo del. De onflntteuse mode van de kale voorhoofden behoort gelukkig tot het verleden en men ziet zelfs al hoeden, die aan de eene zijde het voorhoofd be dekken, terwijl hetaan de andere zijde bedekt wordt door een haarlok. In de kleine boeden ziet men Ooster- zien- j Vrijwel elke hoed zal trouwens de eene of andere garneering vertoonen en daar door staat het geheel ook meer verzorgd. Er worden kleine toetjes veeren voor ge bruikt, waarvan de kleur gewoonlijk af steekt bij die van den hoed, doch ook de nu reeds gedragen Sbmili-ste entjes 01 banden, strikken en figuren van gros- grain lint, dat ook wel stijf gepasseerd om den bol .gedragen wordt of den rand van een hoed afzet. De kleuren züjn het altijd praktische zwart en verder bruine en blauwe tinten, doch de naderende lente doet zich ai gelden en hier en daar ziet men al hel rood, helblauw, groen, diverse pastel kleuren en geruit materiaal. De Parisien- nes vertoonen daarnaast, ook in hun win terhoeden, een merkwaardige voorliefde voor wit! Men ziet groote hoeden van wit fluw&eil. wit vilten hoeden» met bor- duursel (vooteI rood en zwart), mutsjes van wit bont en baretten van witte che- nillee, die heel stijf gehaakt of geweven zijn, zoodat het den indruk van stroo maakt. Donkere hoeden worden ook dik wijls door wit opgefleurd, b.v. door een witte strik. Marie Ghristlane maakt van alle nieuwe soorten stroo een dankbaar gebruik en ook van materiaal, dat op stroo lijkt. Verder zien wij veel zacht en licht mate riaal van allerlei soorten, o.a. het ruwe synthetische stroo, dat cello-mat genoemd wordt en het Japansche, met de hand ge weven papier, dat toyo heet. Toyo ziet er uit als heel fijn Panama-stroo en wordt voorloonig alleen ln donkere kleuren ge demonstreerd; men verwacht echter, dat dezen zomer de meeste sporthoedjes ervan gemaakt zullen worden. Links zien wij een mutsje, dat geheel gemaakt is van gekartelde over elkaar gelegde reepjes vilt, die een dakpan- effectvormen. Het wordt ver achterover gezet en laat zoowel het voorhoofd als de zijkanten van het gezicht geheel vrij. Rechts een baret, die door zijn spitsen vorm aan een Chineeschen hoed doet denken. Hij is van gerimpeld fluweel, dat op een satijnen lint is bevestigd. Van achteren is een strik van dit lint door het fluweel geregen. Beste jongens en meisjes. Hé, hé, dat is weer gebeurd, de ver loting bedoel ik. Wil jullie wel gelooven dat mijn vrouw en ik er met even groote spanning naar uitzien als jullie. Als "de lootjes gemaakt worden, als we ze flink door elkaar schudden en er dan vier, een voor een, uithalen, dan zitten we ook in spanning te kijken wie de prijzen ge wonnen zullen hebben en wij zijn altijd blij als er dan vriendjes en vriendinnetjes biji zijn, die nog niet eerder een prijs kregen. Natuurlijk vinden wij. het ook fijn als zij, die reeds eerder zoo gelukkig waren een prijs te winnen, er weer een krijgen. En nu vinden jullie hieronder de namen doorgeslagen wooidjes in eeni rijimzin van je zag? Zal ik .het eens zeggen? Nu, dit: „Op school werken de jongens vaak zonder ijver." Dat heb je gemeend en dat is ook zoo. Maar toen dacht je natuurlijk, dat is toch eigenlijk wel een beetje mal als de Kindervriend dat' in t Ju/ttertje zet en toen maakte je er gauw van: „Op school werken de jongens vol ijver". En dat meende je niet en had je dus ook niet mogen schrijven. Zeg maar gerust altijd wat je eerlijk meent, en wat waar is. Want Ik weet heusch wel dat de jongens niet altijd met ijver op school werken. Ik zelf ook niet. Maar het moet wel, hoor, en later heb je er spijt van als je het niet gedaan hebt. Zal is er om denken, altijd eerlijk voor je meening uit te komen, ook al komt het in de krant? Dit briefje schrijf ik nu niet alleen1 van twee vrindinnetjes en vriendjes, die v00r J0U hoor, maar voor alle vriendjes en deze maand de gelukkigen waren. Als ik vriendinnetjes. me niet vergis Zijn er twee bij. die al Cees en Bert Verschoor. Dat Inge- eerder een prijs wonnen en' twee, voor zonden raadsel was zeker van Bert Cees? eers^6 k6er Js- Ik feliciteer want e.r stond tenminste met heek sierlijke jullie, hoor, mede namens de andere letters onder: „B. Verschoor". Deftig hoor vriendjes en vriendinentjes, die natuur- Dina Lugtenbor* Wel wil dL lijk zelf ook wel graag een boek hadden dat is. nou toch ook wat diafhebl willen winnen, maar iullie toch ie ra-Ha „j v aaar heb ->e nu 20° niet benijden, omdat zij een volgenden en dal d^h* nk! e'fnf.maakte raadsel- keer ook z.oo gelukkig kunnen zdin en Omdat ie X Je waarom met? het dan ook zeker niet prettig zouden twee genomen heb^A^dd S^.Ru" and-eren, roest", zijn n.1. twee spTeekwooTden en -dus „«bi, b d" d"™"hCh^ beter 1. h« »i« OP S""X, schijnlijlr de h.lft va» df "L op zouden kunnen lossen, t Is wel jammer, Mon Bonte. Briefjes schrijven toch nogal gemakkelijk, dacht ik, Mon,,tn no« riet zoo lang geleden schreef je ze nog wel. Pro beer het nog maar eens. A g a t h a B o e r d ij k. Jij hebt me nogeens een massa dingen van je geschreven, Agatha, en ik begrijp nu wel dat je niet zooveel tijd hebt, als je je huiswerk van school moet doen en dan nog op pianoles en, Zondagsschool. Maar er blijft toch nog wel een uurtje voor de raadsels over, hé? Nanda Visser. Nou, dat was net een raar antwoord, dat je uit de som had, Nanda, en het was ook niet goed,, hoor, En zie voor de oplossing van het spreekwoord maar eens hieronder. Henk Verheul. Hoera, jij bent geluk kig weer beter en ik denk wel -d'at je nu met de kou en de sneeuw nog niet naar buiten mag, maar weet je wat je dan doen moet, dan ga je met je neus vlak voor de ram'en staan en dan kijk je naar de fladderende vlokken en dan moet je eens kijken wat een leuk gezicht dat is, dat nog veel mooier dan wanneer je er buiten in loopt. En als het straks lente wordt en de zon gaat weer heer lijk warm schijnen, dan mag je weer buiten en dan wordt je misschien wel sterk. Fijn, hé? Het was jammer, Henk, dat je niet bij de goede oplossers stond, dat was een vergissing. Je hebt wel meegedaan bij de verloting, hoor. Hoe ben je er achter gekomen wie ik ben? Lena Vermeulen. Nee, Lena, daarin vergis je je toch heusch, denk je werkelijk dat ik de raadsels de laatste week moeilijker zou maken, in de hoop dat er dan een massa vriendjes en vriendinnetjes ze niet zouden kun nen oplossen? Nee, hoor, dat zou niet aardig zijn. Ik vind het veel te fijn als jullie allemaal trouw inzenden. En de raadsels waren ook niet zoo moeilijk, kijk maar eens wat Mien Pieter9 schreef en die zal toch waarlijk niet zooveel ouder zijn dan jij. Je hebt wel weer flink je best gedaan met het schrijven van een brief. Dat was prachtig. Laurens Timmermans. Dat was een zetfout, Laurens, jouw oplossingen wa ren goed en dat was ook aangeteekend, hoor. Henk K i 1 j a n. Mooi, Henk, dat je woord gehouden hebt. Ik begrijp wel dat je geen tijd hebt om me een uitvoerig verslag van dien feestavond te sturen. Maar zoo was het ook best. Manua Ligteringnen, Dat was een aardig raadsel, Manus, en zal zeker geplaatst worden, zoodra het aan de beurt is. Agatha Koelemeij. Ja, die ingezon den raadsels van jou zijn ook erg aardig, Agatha, en zal je ook ^wel eens in 't Juttertje vinden. Sjouke Troost. Je spreekwoord zal ik wel eens plaatsen, Sjoukje, maar niet onder „het Kinderhoekje Nannle Grande. Ook jouw eigenge maakte raadsels waren aardig, Nannle. Klaas Stadtman. Jouw vraag had ik niet begrepen, Klaas. Ja, als je het graag wil weten, ik heb jou toen die bonnen gegeven en hoe ik dacht dat je vader bij de Marine was, dat kan ik je ook gauw vertellen, Je hadt al eens eerder geschreven dat jullie gauw naar lndië zouden gaan, dus toen kon ik makkelijk nagaan dat je vader bij de Marine moest zijn. En wil ik nu nog een9 wat zeggen?.... jij hid je naam onder je raad9els vergeten. Dat had je zeker nooit van jezelf gedacht, hé? Dat plaatje had je heel aardig gekleurd, Klaa9. Annie Jansen. Ja, je raadsels waren dezen keer goed, Annie, en je hebt ook met de verloting meegedaan, maar zooals je hier onder ziet zijn de prijzen aan anderen ten deel gevallen. Niets erg, hé? Zoo, vond je het nieuwe gezelschapsspel aardig. Vind je het ook heerlijk om 's winters spelletjes te doen. Ik denk van wel en vandaag vind je weer een spelletje in 't Juttertje. Probeer dat ook maar eens. Dag, hoor. Kindervriend. Leo ging naar den f o n t e in, En at daar zijn koekjes op, Hij riep: „Klaas, kom ook bij mijn, Hier zwemt een visch zonder kop." En waaratjes, onder den grooten den, Bij den kom, Daar zag ik hem, Het was een wonder wat daar zwom. Wie het niet gelooven wil, Gaat dan maar op dak, En zit niet stil, Zooals een slak. Na lijden komt verblijden, En nu ga ik er mee uitscheiden, De maand is om en kan de Kindervriend ons weer verblijden. KLAAS STADTMAN. Beste Mijnheer. Hier zijn de raadsels weer. TTet eerste 3s fontcm, «mfc II heb er ta ook heel wet «eek e.» «eh.d, harry horsman, 2e Vroonstr. 17. Den Helder- Mijnheer. Ik ben Oor Morien, Niet groot en niet klein, Daarom zend ik u mijnheer, Het raadsel op rijm. De f van flcsch, De o van viouiw, De n van niet, De t van mast, De e van ezel, De i van brief, en De n van neus. Mijnheer ik raad het heusch, Daarom zeg ik ook fontein. Mijnheer het is 't eerste Raadsel van mij wat ik rijm. cornelis morien, Willem Beukeiszoonstraat 7. José Vorodostez, de beroemde toreador, zou weer optreden. Doch toen hij de arena betrad zag hij tot zijn verbazing, dat zijn vrienden de neele arena door kleine schuttinkjes ln vierkanten hadden ver deeld. Hij liet zich echter niet ontmoedi gen en ging binnen, nadat hij vanaf de verhoogde arena-muren had gezien, dat ieder hokje 4 deuren, bezat waardoor hij in de omringende hokjes kon komen. „Het moest mogelijk zijn", redeneerde hij, „om van het eene hokje door het andere naar den stier te komen, die aan het tegen overgestelde einde van de arena stond." vinden, als hun de prijs door mag ik het zeggenmisgund werd. i i i i r -ra jpZ i11 t 1 i tenminste. Jules Verne en de werkelijk^, Jules Verne, de beroemde Franse^ schrijver was de man, die in zijn boeken steeds de voor dien tijd meest fantastisch» luchtkasteelen opbouwde. Ook tegenwo<,r. dig worden zijn boeken door de jeugdige romantisch-aangeiegde lezertjes nog stee*! veel gelezen. Dan kunnen we ons wei in. denken; hoe zijn boeken insloegen, toen er nog geen sprake was van duikbooten vliegtuigen, raketten, radio en lucht schepen. Zelfs tegenwoordig bezitten zfo boeken nog een sprookjesachtigen Inhoud hoewel wij toch wel gewend zijn aan dé vorderingen der techniek. Jules Verne zal het wel nooit gedroomd hebben, dat zijn hersenproducten nog eens werkelijk, heid zouden worden. En nu, binnen enkele weken, gaat tjf ertoe over, één der meest bekende schep pingen van Jules Verne te verwezen]! ken. Jn een tijd, toen er nog geen dnl}^, ten bestonden, schreef deze Fransotaj zijn „20.000 mijlen onder zee", vflBH kapitein Nemo, de heerscher van de.Jfu tilus", de ongekroonde koning der overal ter wereld rondreist. En nu zaU«j eschiedenls werkelijkheid worden.... Op een Amerlkaansche werf wordt ie. duikboot gebouwd, waarmede Sir Geer# Hubert Wilkins naar de Noordpoo) at varen De commandant van het schip, li'1 Amerikaansche Marineofficier Sloan Th menhaven is naar Frankrijk gegaan, nat de kleinzoon van wijlen Jules Veme 0 heeft hem uitgenoodigd, om naar Ameh ka te komen en daar de onderzeeër mij den naam „Nautilus" te doopen. De klei» zoon van den schrijver heeft de uitnood] ging aangenomen en zal bovendien reis naar de Noordpool medemaken, zof dat dus de kleinzoon zal medi'mak jn, yn de fantasie van den grootvader heeft y» schapen. RAADSELS. Goede oplossingen van de oude randsll Hij doorliep leder hokje éénmaal en kwam tenslotte aan het tegenoverliggende einde van de arena, maar.... de stier was er nietl De stier was namelijk op wt naar José gegaan en had briesend van woede teder hokje éénmaal doorloopen en tenslotte gekomen aan het punt van waar uit José was vertrokken. Beide, de stie renvechter en zijn slachtoffer waren dus het geheele veld door geweest en hadden elkaar niet getroffen. Welke wegen heb ben zij afgelegd? De stierenvechter mag Slechts een nokje verder gaan, nadat de stier ook een hokje verder is gegaan en zoo verder om de beurt. Ieder jaar gebeuren er talrijke ongeluk ken met kinderen, die door het Ijs zakken en levenloos worden opgehaald. Dat komt, omdat we allemaal tenslotte nieuwsgierig zijn om eens te kijken of het ijs al sterk genoeg is om erop te kunnen loopen. Daarom kan het geen kwaad eens te be spreken, welke dikte het ijs moet hebben om ons te kunnen dragen. Voor een kind van ongeveer 12 jaar is een dikte van drie centimeter dikwijls al genoeg. Het is echter beter, dat zij nog een beetje wachten, voordat zij de schaatsen onder binden. Middelmatig zware volwassenen kunnen bij een dikte van 4 centimeter op het ijs loopen. Erg zware menschen moe ten wachten totdat het ijs een dikte van 5 centimeter heeft gekregen. Bij dikten van 4 tot 6 centimeter moet men er toch steeds op blijven letten, dat er op een bepaalde ijs-oppervlakte niet te veel men schen staan. Reeds meerdere malen is het voor gekomen, dat een ijslaag, die op zich zelf de verelschte dikte had, doorbrak, omdat de belasting op een bepaalde plaats te groot was. Vooral het midden van een I. I. Fontein. Na lijden komt verblijden. Leo, koek, kom, den, dak. Op do krulles- lijnen het gevaagde woord, iets dl da gelijks bij jothuli gebruikt worlt. Op de 2e rij de hoofdstad vill een land in Eur-pa. Op de 8' rg een vrucht. kop van ea) vier- arxmiddavóór rijfuur n.atwirlijk je ops™ niet judst. Enfin! den Kewo°n schrijfpapier knipt men een kleine spiraal en hangt deze spiraal boeken op"kantoor afhalen. J beter"lnhcuden en een volgenden keer hoed1& R Ce,n stukJe «zerd.raad of een breipen. Ook een boeken op kantoor afhalen. beter. En nu gaan we weer een nieuwe maand 1 in, een heel korte maand, die gauw voor bij! zal zijn, en dan zullen er weer vier prijzen, vier mooie boeken, verloot wor den en daaraan doen alle kinderen mee, die deze maand hun raadsels goed inzen den. Alle kinderen, van abonnó's mogen meedoen en dezen Woensdag verwacht, ik nog meer oplosingen dan de vorige maand. En ik geloof beslist dat ik me niet vergis, gelooven jullie ook niet? En nu de beantwoording van jullie briefjes nog. Mien P 1 e t e r s. Jij bent bepaald knappe raadseloplosster, Mien, want laat ilc je dat me j^ me toch een h T bent' in vertrouwen vertellen, dat verscheidene kin- er ^0 speurend X r"' hebt deren jui.t schreven dat ze de raadsels niet je eerst aan kantoor hït l t UltKef°n'd'en- die zoo gemakkelijk vonden, cn jij schrijft me dat M 1 en t ie Pa ar H v r Je ze heelemaal niet moeilijk vond. Knap, hoor! rijmnie Ja, nL h t d m° P C dat Joop Kemna. Van ion ;i 1 Jmpje was niet bekend, Maentje, en in zoo- aardiger rijmpje ontvangei T„ot, T* w, JC duS "str0P" ie niet ia 'n rijmstemming' Weet ie'Ja+W£S 7 S ef. (.dat ,lsJanders «een mooi woord voor 8 weet je wat ik van de een meas-je, vind je wel?) Maar weet je wat ik geloof, Mientje, dat 'dat rijmpje eigenlijk te ÜedhYPriel(VS nat"Urlijk g0ed" ^oud deze papieren slang nu boven een lamp" Annie v. d. Brink, Amersfoort. Of is vpif d ^ts anders, dat veel warmte uitstraalt dan begint de spiraal van' het nu alweer Den Helder? Ben je aWr (•Ut'hlhh* ™SChi)™el verklaren door het feit, dat de warm e oP- terug, Annae, of zit je nog ln ae bossohen? frdfL nrriW Wf 'T"? al'en Wel eenS °P het grasveld gezien) en lar gs de Kom het ons maar eens gauw vertellen. Je P omhoog gaat, zoodat deze vanzelf in een draaiende beweging komt zal er zeker van opkijken hoe groot broertje al is geworden. Hij kan nu al heele stukjes losloopen, waggelt dan wel vaak als een oud heertje en tuimelt ook wel eens op den grond maar dat ontmoedigt hem niet, en telkené loopt hij grootere stukken. Leuk, dat je neefje die som opgelost heeft. N lesje V; B 1 ij den s t'e i'n. Je hebt het geraden, lesje, maar ik snap eerlijk niet hoe XXX'XXXXXX x x x X X X X - X Eigengemaakte raadsels ontvangen vi1- N. ti.; A. K.; S. L.; M. L.; M. P-'. A*' S .T. en B. V. Baas boven baas. 1 wee reporters trachtten elkaai do het verhaal van de vlugge wijze w. zij werkten te overbluffen. V01 Het beste bewijs, dat ik den n1' Minister het eerst heb geïntervie^- een' 's wel de omstandigheid, du Excellentie nog te bed lag, toen w sP',ak. ton Met je verlof", sprak de ai]delX'T) B) ik een onderhoud met hem had, 8. nog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 8