pluimveeteelt.
De bedrijfsleider in de kleinere
Noordholiandsche zuivelfabriek.
bescherming te Verzekeren. De kostbare
eerste minuten gaan immers verloren,
omdat het in dien regel toch wel een kwar
tier zal duren vóór de autospuit op het
terrein van den brand verschenen zal zijn.
B. en W. achten zich dan ook niet ver
antwoord in den beetaanden toestand te
berusten en zijn de*- meening toegedaan,
dat ook te Den Oever een spuit behoort te
worden gestationmeerd. Indien de Raad
dit standpunt deelt, adviseeren zij tot de
«Rusohiaffing over te gaan van een twee
wielige motorspuit Het komt B. en W.
nJL voor, dat waar de-spuit, in tegenstel
ling met die te Hlppolytushoef, vrijwel
uitsluitend te Den Oever dienst moet doen,
het niet noodig is voor dit doel een auto-
mobielspuit te 'kiezen, al ligt het wel in e
bedoeling de aan te koopen spuit geseni
te maken voor aankoppeiimg achter e
auto.
De firma H. T. A. H. van Bergen Jr.
te Heiiigerlee, heeft op verzoek van B. en
W. een aanbieding gedaan voor de leve
ring van een motorspuit op twee wielen,
als door hen bedoeld; deze wordt overge
legd De keus dient h-i. te vallen op de
spuit type B., waarvan- de prijs, met inbe
grip van 6 meter zuigslang, zuigmand,
drijver, 3 straalpijpen met diverse mond
stukken en sp roeime ndstukalsmede slan
genbergplaats, gereedschapskist, lantaarn,
verdeelstuk en gereedschap, bedraagt
1800. Deze spuit is uitgerust met z.g.
enkel verwarmde centrifugaalpomp. Het
is gewenscht 6 meter zuigslang meer aan
te schaffen en bovendien 300 meter pers-
slang en een z.g. verloopstuk voor aan
sluiting op- de waterleiding, terwijl toe
passing van massieve rubberbanden mede
aanbeveling verdient. De totale kosten
zullen daardoor ongeveer 2400 bedragen.
B. en W. stellen voor een motorspuit
te Den Oever te statóonneeren en te be
sluiten tot aankoop van een tweewielige
motorspuit, als -hiervoren is omschreven.
De heer Lub is er niet epg voor. De
bezwaren, die worden Ingebracht, zijn zi.
te ondervangen, door 't personeel te voor
zien van een brandschel. Er wordt verder
gesproken, dat bet een kwartier duurt,
voordat de spuit ter plaatse is, dóch zoo
lang duurt het te Hlppolytushoef ook. Als
het werkelijk noodig 'is, is het een andere
zaak, maar spr. meent, dat de moeilijk
heden op een andere manier -kunnen wor
den opgelost
Steun aan werklöozcr fu der
winter 1930—183L
Na de aanhouding in de laatste raads
vergadering van het voorstel der Soc.-
Dem. fractie betreffende de steunrege
ling vóór werkloozen in den loopenden
winter, hebben B. en W. den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
om toezending verzocht van de ter sprake
gebrachte Rijkssteunregeling.
Uit het ontvangen stuk, hetwelk ter
kennisneming is overgelegd, blijkt dat
deze steunregeling uitsluitend geldt voor
crisiswerkloosheid, dus alleen voor steun -
verleening aan personen, die werkzaam
waren in door de huidige economische
crisis getroffen bedrijven. Van toepasse
lijkheid dier regeling op de hier voor
komende „normale" -winterwerkloosheid
is dus geen sprake.
Onder deze omstandigheden meenen B.
en W. te moeten handhaven.het in het
prae-advies van 13 dezer No. 28 gegeven
advies om het genoemde voorstel thans
niet aan te nemen, daaraan intusschen
verbindende de toezegging dat, zoodra de
omstandigheden daartoe aanleiding gevep,
een voorstel tot steun door hen zal worden
ingediend.
De heer Oden wil hierop nog eens
terugkomen. Dit voorstel van zijn fractie
is de vorige keer ingediend om een be
hoorlijke steunregeling te krijgen. Ook zij
hebben wel opgemerkt, dat het hier niet
als crisiswerkloosheid wordt beschouwd.
Spr.'a fractie wil het voorstel van B. en
W., zooals dat in 1928 was, wel over
nemen en weer in toepassing brengen,
da. een toeslag op de uitkeeringen van de
georganiseerden van 2.voor gehuw
den met een kwartje voor ieder kind en
1.voor ongehuwden, tot een maxi
mum van 15.per week. Vooral nu we
aan den vooravond van een werkloos
heidsperiode kunnen komen, acht spr. een
steunregeling dringend gewenscht.
moe3 beer ^n- Lont merkt op, dat in
1928 de uitkeeringstermjjn van 6 weken
was verloopen en de Minister toen ver
lenging van steun had toegestaan. Op
grond daarvan heeft de gemeente toen
ty e?n re®e|l*n£ aangenomen.
i u. «er 0den dat de menschen
slechts 3 weken trekken.
?e^Lu ,b vraaKt of het prae-advies
wat betreft punt 2 wel juist is. Heeft de
Raad over de steunregeling van uitge
trokken georganiseerde niets te vertel
len?
De heer Oden zegt nog eens wat zijn
voorstel behelst. De bedoeling is de toe
slag voor de georganiseerden te brengen
op de bedragen van 1928. De uitgetrokke-
nen 10.— per week met een toeslag van
1.per kind met een maximum van
15.per week. De steun voor ongeor
ganiseerden is door B. en W. ingevolge
de Armenwet bepaald op 6.met 1.
toeslag per kind, eveneens met een maxi
mum van 15.per week.
Het voorstel van den heer Oden wordt
hierna in stemming gebracht en met de
stem van den heer Jn. Kooij tegen, aan
genomen.
De regeling zal Maandag 9 dezer ingaan
tot uiterlijk 1 Maart a.s.
De Voorzitter merkt nog op, dat het
verschil in uitkeerlng tusschen georgani
seerden en ongeorganiseerden nogal
groot is.
De heeren Kaan en Oden keuren dit
-echter juist goed, daar de georganiseer
den ook zeLf er voor bijdragen.
Commissie van toezicht op het
lager onderwijs.
Wegens periodieke aftreding op 1 Jan.
1931 van den heer IL K. van Kaltsbeok
als lid der Oommissie van toezicht op het
lager onderwijs, hebben B. en W. ter ver
vulling van deze vacature, na gepleegd
overleg met de Oommissie, de volgende
aanbeveling doen toekomen:
De heer P. Kooij gelooft, dat het ook
voor Stroe en Westerland wel een kwartier
zal duren, voordat de spuit- er is. Ook spr.
is voor een alarmeersysteem en eventueel
voor aanschaffing van meerdere brand
slangen, indien daaraan behoefte blijkt te
Ij C 0wflKUDb
De heer Bakker zegt, dat Den Oever
tegenwoordig dicht bevolkt is.
De heer Oden brengt in herinnering,
dat enkele jaren geleden is overgegaan tot
aankoop van de autóbrandspuit. Dit is
toen gedaan omdat het andere materieel
mdnderwaard!ig was en door aanschaffing
van de autospuit tot opruiming daarvan
kon worden overgegaan. En nu blijkt dit
weer niet voldoende te zijn. De organisatie
is onvoldoende. Bij een behoorlijk alarm
systeem was de zaak in orde.
Voorzitter zegt, dat bij den brand
bij Spaander de behoefte aan een spuit te
Den Oever wel is gebleken. B. en W. ach
ten zich niet verantwoord. Naar een schei-
installatie, waarover al meer is gesproken,
is een onderzoek ingesteld en het bleek,
dat de kosten daarvan voor het eerste jaar
wel 600 en in het vervolg 300 of 400
zullen bedragen. B. en W. meenen daar
om, dat de beste oplossing voor deze dicht
bevolkte buurt kan worden gevonden door
aanschaffing van een dergelijke motor
spuit. Dan zijn wij verantwoord. De heer
Lub sprak* er van dat het een kwartier
duurt, voordat de spuit van Hlppolytus
hoef ter plaatse is, doch dit wordt voor
Den Oever wel een half uur.
De heer Kaan meent, dat een eenvou
dig alarmsysteem niet het door den Voor
zitter genoemd bedrag zal kosten. Als men
dat b.v. Berkhout zou laten doeh door in
ieder huis een schel te laten aanbrengen,
dan krijgt men alleen de kosten daarvan,
van het draad en een sterke batterij. In
ieder geval komt die jaarlijksche bijdrage
die men heeft bü telefonische aansluiting,
niet terug. Ook -spr. meent, dat er thans
wel wat aan de organisatie hapert. Laatst
met den brand van een hooischelf te Oos-
terklief, moest de spuit wachten, tot de
branmeester er was en deze eerst zijn jas
nog had gehaald.
Na nog eenige discussie wordt het voor
stel tot aanschaffing van een kleini type
motorspuit van de firma Van Bergen met
7 tegen 3 stemmen) aangenomen. Tegen
stemmen de heeren: Lub; P. Kooij ón
Oden.
De heer Kaan vraagt nog of nu ook
wordt gezorgd voor een betere organisatie.
Spr. vindt het wenschcljjk, dat ieder, die
bij de spuit betrokken is, een kaartje
krijgt, waarop de brandkranen zijn aan
gegeven.
Voorzitter zegt, dat zij dit nu al
hebben.
Regeling uren van openstel
ling voor het bureau van den
burgerlijken stand.
B. en W. stellen voor een wijziging aan
te brengen in de verordening, bepalende
de uren, waarop het bureau van dien bur
gerlijken stand dagelijks voor het publiek
geopend zal zijn, welke wijziging in hoofd
zaak ten doel heeft te komen tot afschaf
fing van de huwelijksvoltrekking op
Zondag en de daarmede volgens de wet
gelijkgestelde dagen. Reeds lang beklagen
de ambtenaren van den burgerlijken stand
er zich volgens B. en W. terecht over, dat
deze verouderde bepaling ook op derge
lijke dagen op hun tijd beslag legt In ver
reweg de meeste gemeenten is dan ook,
als gevolg van de wijziging, welke in 1913
in art 149 der Gemeentewet is aange
bracht, het bureau van den burgerlijken
stand op deze dagen als regel gesloten
zonder dat dit ooit tot bezwaren heeft aan
leiding gegeven. Het komt B. en W. dan
ook alleszins billijk voor, dat aan het ver
langen der betrokken ambtenaren, die met
het voltrekken van de huwelijken zijn be
last en deze werkzaamheden zonder be-
loomïig verrichten, wordt tegemoet ge
komen.
Een nieuw voorgesteld art. 3 laat inmid
dels de gelegenheid open in bijzondere
gevallen het publiek ook op andere dan de
normale uren van dienst te zijn B. en W.
zijn er zeker van, dat deze bepaling met
vrijgevigheid zal worden toegepast
Op grond van het vorenstaande stellen
zij voor de overgelegde ontwerpverorde
ning vast te stellen.
Het voorstel wordt aangenomen
1. de heer W. Jansen,
2. de heer L. Geusebroek.
Aangezien voor het te benoemen lid
een keus zal moeten worden gedaan uit
de categorie ouders van op eene bijzon
dere lagere school ingeschreven leerlin
gen, is de heer Van Kalsbeek niet her
kiesbaar.
De heer Geusebroek wordt met alge-
meene stemmen benoemd.
Rondvraag.
De heer Lub komt nog eens terug op
ge°T?n besluit inzake werkloo-
.ensteun. Het is de bedoeling den steun
deni)ennK +rden Uit te betalen door
Zn irK6™ ^an de ^erkloozen-
rfft v.wr f f ar nu bericht van?
De Voorzitter antwoordt bevesti
gend.
De heer Lub brengt verder onder de
aandacht den toestand van Geertje Dekker
en acht ingrijpen dringend gewenscht
De Voorzitter zegt, dat hij er zelf
is geweest. Er zijn meer voetangels. Het
kerkbestuur gaat hierover. t
De heer Lub vraagt nog naar het sub
sidie voor den weg.
Is nog niets over te vermelden.
De heer M. K oo if klaagt over het kou
de lokuul, waarin vergaderd wordt. Hierin
moet voorzien worden. Er is tegenwoor
dig warmte genoeg in de wereld, zegt spr.
De heer M. Koojji Jdnagij vorder over
de slechte controlè over de straatverlich
ting. Geregeld zijn er lampen stuk en
worden niet gerepareerd.
De Voorzitter zegt, dat betrokke
nen reeds meerdere malen zijn aange
schreven.
Wethouder B o s k e r zegt, dat het werk
dan maar aan een ander moet worden op
gedragen.
De heer Kaan stelt voor het steegje
bij het kerkhof te verbreeden door een
strook van het kerkhof af te nemen. Het
kan gemakkelijk.
Zal worden nagegaan.
De heer Kaan vraagt nog naar de uit
komsten van het onderzoek omtrent het
verlagen van den rentestandaard van en
kele geldleeningen.
De Voorzitter zegt dat hieraan ge
werkt wordt. Die heide leeningen van 5V<
pet. zijn echter al naar heneden.
De heer P. Kooij heeft in de vorige
vergadering op zijn vraag naar het vast
stellen van rooilijnen het antwoord ge
kregen, dat de gemeenteopzichter het te
druk heeft. Hij heeft hierover den op
zichter gesproken en deze antwoordde
hem, dat hij hiertoe nooit een opdracht
heeft gekregen.
De heer P. K o o ij heeft het verder over
den ketenbouw. Sommigen bouwen maar
raak en hooren .er nooit iets van en
iemand als Besseling krijgt geen vergun
ning. Met gewone gebouwen gaat het
precies eender. Spr. noemt verschillende
gevallen, waarin gebouwd Is zonder ver
gunning en er wordt blijkbaar maar niets
van gezegd. Spr. zegt, dat- de verordenin
gen er zijn om nageleefd te worden. Als
het Rijk ook zoo deed, zou er van de
grondbelasting niet veel terecht komen.
De Voorzitter zegt, dat het ook B.
en W. Is opgevallen, dat dikwijls reeds
begonnen wordt met bouwen zonder dat de
vereischte vergunning is verkregen. Het
is geen werk dat zoo maar gebouwd woidt
en B. en W. hebben den aannemers dan
ook geschreven, dat in het vervolg tot af
braak zal worden overgegaan, als het
weer mocht voorkomen. Dit Is de eenige
afdoende maatregel.
Hierna sluiting.
In 1901 heeft de Vereeniging tot Ont
wikkeling van den Landbouw in Hollands
Noorderkwartier een verslag gepubli
ceerd, waarin de toestand van het zuivel
bedrijf in Noordholland in die dagen
wordt uiteengezet.
Wij zijn nu 30 jaren verder en veel is
er in dien tijd anders geworden en toch
is hetgeen in dat verslag staat, nog niet
alléén een historische bijzonderheid, die
geheel losstaat van het heden.
Ei- zijn b.v. nog bedrijfsleiders van
zuivelfabrieken, z.g.n. directeuren, die
feitelijk voorzitters van de Vereenigingen
zjjn en de feitelijke toestand is n o g soms
deze, dat de leiding van het bedrijf wordt
overgenomen door een kaasmaker met
verantwoordelijkheid aan en onder toe
zicht van den voorzitter (directeur) en het
bestuur. Net zooals in dat verslag ver
meld wordt
We kunnen de coöperatief werkende
zuivelfabrieken in Noordholland met het
oog op do bedrijfsleiding in 3 rubrieken
indeelen. Bij een gedeelte, de z.gji. groote
fabrieken is een bedrijfsleider, gevormd
in de praktijk en de Rijkszuivelschool te
Bolsward onmisbaar. Ook zjjn er thans
kleine kaas- en boterfabrieken en kaas-
fabriekjes van het oude type, waar geen
sprake kan zijn van de aanstelling van
zoo'n directeur. Dan blijven over de tfEs-
schen liggende gevallen. De tijdelijke om
standigheden zullen hier van grooten in
vloed zijn, welken kant men uitgaat In
die twijfelachtige gevallen gevoel ik er het
meest voor dat de bedrijfsleiding in han
den is van een geschoold directeur, voor
wien het een beroep en geen bijzaak is.
Maar het doel der bespreking is de lei
ding in de fabrieken, waar geen beroeps-
directeur is, waar men heeft een der be
stuursleden, tevens melkleverancier als
directeur en den kaasmaker met zjjn per
soneel.
Wanneer we de beschouwingen in het
veralag van 1901 lezen, dan merken we
op, dat de kwestie altijd nog bestaat, maar
in die verloopen jaren is ook heel wat
veranderd, zoowel wat den directeur als
den kaasmaker betreft en ook de techniek
zelf van het bedrijf. Ben kaasmaker, die
met de leiding is belast moet thans heel
wat meer vakkennis bezitten dan een
30-tal jaren geleden.
Voorheen brachten de leveranoiers hem
de geroomde avondmelk en de volle mor-
genmelk, welke hij in een of meer bakken
liet loopen om er Edammers van te maken
welke voor een prijs, zoo dicht mogelijk
bij! de hoogste markt verkocht moesten
kunnen woiden. De werkwijze in de fa
brieken liep wel uiteen, d kaasmakers
hadden wel hun eigen methode, doch de
verschillen betroffen meer bijkomstige
zaken, er werd gewerkt ter bereiking
van één zelfde doel: een „hoogste niarkt"-
kaas. Wel werd er gelet op de hoeveelheid
K.G. melk, welke men voor één Edammer
van 4 pond noodig had, doch de kwaliteit
der kaas was nummer één.
Vakkennis was zeer zeker noodig, maar
deze bestond vooral in kennis, die men
door langdurige ervaring bij eigen on
dervinding, of proflteerende van de erva
ring van collega's, zich verwierf. Kennis
van de gronden, waarop het vak berust,
was er maar matig; het voornaamste was
toen, dat de kaasmaker wist, h oe hij zijn
product moest maken en dat hij met toe
wijding zijn taak verrichte, hetgeen in het
?5n?ee11? bet geval was.
Met zijn directeur kon hij in het alge-
wS ii eoe£ overieg plegen, want die
('0 langdurige ervaring als kaas
maker op de boerderij, en die kennis was
van groote waurde bü de slechts gewü-
xigdo bereidingswijze iu do fnbrioJr..
De leiding van een kleine zuivelfabriek
van dezen tijd eischt heel wat meer dan
die van een dertig jaren geleden. De
meeste fabrieken zjjn niet alleen kaasfa-
briek, doch tevens boterfabriek gewor
den. De kaasmaker moet nu ook zorgen
voor een bepaald vetgehalte in de water-
vrije kaas, niet te laag en ook niet te
hoog. Hij moet zorgen voor een vooral
niet te laag vochtgehalte in de kaas ter
wille van de hoeveelheid, welke kan wor
den afgeleverd Dit moet weer niet zoo
hoog zijn, dat de kaas te slap wordt, of
andere gebreken krijgt, welke het be
oogde voordeel omzetten in schade. Hij
moet soms tusschen klippen kunnen door
zeilen.
Hij moet bekend zijn met de bereiding
van het zuursel. Allerlei dure toestellen,
als molkpompen, waterpompen, melkkoe-
Iers, centrifuge enz. zijn in de fabriek
verschenen en de bedrijfsleider draagt
daarvoor de verantwoordelijkheid. De
kazen moeten behoorlijk van een rijks-
merk voorzien de fabriek verlaten on ook
voor deze zaak moet hjj technisch en ad
ministratief zorg dragen. Hij heeft de
dagelij'ksche werkzaamheden- door het
grootere personeel te verrichten te leiden,
en moet zorgen, dat deze klaar komen in
den volgens de Arbeidswet toeges lanen
tijd. Ook al is er iemand speciaal ais
botermaker werkzaam, toch moet één per
soon met de leiding 'belast zijn en dat is
de kaasmaker.
Met den kaasmaker, die in het oude
kaasfabriekje op zijn plaats was, kan de
kleine kaas- en boterfabriek van thans
het niet meer redden.
Als er behoefte komt aan een bepaalde
zaak of aan personen van bepaalden aan
leg, dan wordt daarin voorzien. Zoo is
het ook hier geschied.
De leiding gevende kaasmaker is in de
praktijk gevormd en heeft de thans on
misbare theoretische vakkennis op een
vakcursus geleerd. Het doel van zoo'n
cursus is hem de grondslagen van zijn vak
bij te brengen, niet alleen kennis van fev
ten, en hoe hij doen moet, maar ook waar
om hij zoo doen moet.
De bekende Ford heeft zich met het oog
op de scholen voor zijn werklieden eens
als volgt uitgesproken:
„Het doel van alle opvoeding moet niet
zijn de hersenen met feiten te vullen,
maar den jongen menschen te leeren de
hersenen te gebruiken."
Wie geleerd heeft goed waar te nemen,
en logisch gevolgtrekkingen te maken,
die kan zich later bruikbare kennis ver
werven, hetzij om uit moeilijkheden te ge
raken, of om het bedrijf te verbeteren.
.Meten is weten" heeft een groot natuur
kundige gezegd. Bij de tegenwoordige
kaasbereiding komt het veel meer dan
vroeger aan op het in acht nemen van in
cijfers vastgestelde waarden voor ver-
schillende bewerkingen.
Het volgen van vakcursussen is tevens
bevorderlijk aan de algemeene ontwikke
ling. Een gewoon verschijnsel is het, dat
i zij, die eenmaal begonnen zijn met het
volgen van een cursus, na hem afgeloo-
pen te hebben, doorgaan met de voor
hen bereikbare studiegelegenheid, zoodat
men kaasmakers heeft, die ook het diplo
ma van melkoontroleur, botermaker en
boekhouder hebben behaald.
Wanneer nu dergelijke kaasmakers
practisch en theoretisch goed ontwikkeld,
ook nog de persoonlijke eigenschap bé
zitten goede leiding te kunnen geven aan
het onder hen staande personeel bü het
werk, zoodat in de werkuren rustig zon
der verspilling van krachten zooveel mo
gelijk en zoo goed mogelijk werk wordt
geleverd, dan kan de technische leiding
van de kleine zuivelfabriek heel goed aan
I hen worden opgedragen. Hieruit volgt al
I dadelijk, dat het bezit .van een diploma
als kaasmaker iemand nog niet geschikt
maakt om bedrijfsleider te zijn, maar er
zijn geschikte krachten onder de gediplo
meerden te vinden.
Voor een 30 jaren geleden waren kaas
maker en directeur beiden, wat het kaas
maken betreft, ter zake kundig. Sedert
dien heeft de kaasmaker zich aangepast
aan de eischen, die de gewijzigde om
standigheden hem stolde. Hij heeft zijn
technische kennis van het vak vermeer
derd.
Met de directeuren van did kleinere
fabrieken is het niet zoo gegaan. De oude
ren zijn veelal vervangen door jongeren,
die nooit aan de kaastobbe hebben ge
staan, en niet in het bezit zijn van de
technische kennis van het vak. Zij kun
nen heel goede voorzitters der vereeni
ging züu, doch de leiding van het bedrijf
kunnen ze niet voeren. Het is een ver
schijnsel, dat zoons van boeren, die lid
zijn oenor kleinere zuivelfabriek on die
wellicht later in aanmerking zullen komen
om deel uit te maken, van het bestuur van
hun coöperatieve fabriek, zoo weinig be
lang stellen in het vak zuivelbereiding,
wanneer ze de landbouwwiriterschool be
zoeken, waar zijt wat algemeene kennis
van het zuivelvak kunnen opdoen. Van
hen is niet te verwachten, dat zü met toe
wijding en kennis van zaken het bedrijf
technisch zullen kunnen leiden.
Welke lijn moet er nu gevolgd worden
voor do toekomst? De kaasfabriekjes heb
ben hun tijd gehad en zijn voor een groot
deel verdwenen of zullen verdwijnen,
(doch er zullen voorloopig nog heel wat
j kleinere kaas- en boterfabrieken in
i Noord-Holland blijven, zonder een ge-
schoolden beroepsdirecteur. Wie moet
daar de technische leiding hebben?
Daarvoor zijn run.ra. aangewezen de
i fllnken onder do kausmakers, die zich in
I de practijk als goede vaklui onderschei
den, zich op vakcursussen nuttige kennis
hebben verworven, en daar blijk hebben
gegeven van het bezitten van hersenen,
die goed kurirum donken en die leiding
kunnen geven. Maar dan moeten zü als
bedrijfsleider ook hun krachten kunnen
ontplooien ln hot belang van de zaak.
De voorzitter en hot bestuur der Ver
eeniging hebhon natuurlijk de algemeene
'eidiiig en er moet een geregelde, goede
yoriaug 4in van hen met den bc-
uri.lï;-<loiiiv).r. ÜtJLana wocdii CE&I dó yatibit
gehoord van den kaasmaker, met de lei-
dinTbelast, dat hü zoo weinig van het
bïïtau? «SU kan krijgen, wanneerr M
verbeteringen wil aanbrengen. Dat werk.
op hem ontmoedigend en verlammen
Ook dwingt het bestuur den kaasmaker
wel, om wijzigingen in de bereidings
wijze aan te brengen, welke van met vol
doend1 deskundige zijde komen.
Ik heb mij in vergaderingen van zui
velfabrieken wel eens verbaasd over ae
vrijmoedigheid van sommige ieden, on,
over technische zaken, waarvan zy
weten, meespreken en beslissen. De deel
nemers der kleinere fabrieken moeten
meer Inzien, dat de kaac- en boterfabriek
van heden een ander bedrijf is, dan het
kaasfabriekje van een 80 jaren geleden,
waarheen ziji zelf 's morgens de meik
brachten, en meehielpen bij het lossen
en zelf hun wei oppompen in hun melk
bussen. Zij' moeten in het belang der zaak,
dus in hun eigen belang, wat meer over
laten aan den kundigen bedrijfsleider, die
te rade kan gaan bij daarvoor aangewezen
personen, als den technicus van den Bond
van Zuivelfabrieken en den Rykszuivel-
consulent.
In de groote fabrieken is de beslissing
over technische kwesties van zelf spre
kend bij den directeur; zoo noodig, wan
neer het grootere uitgaven betreft, treedt
hij in overleg met het bestuur. Die rege
ling is goed en de kleine fabrieken
moesten ook wat meer in die richting gaan
t.o.v. den bedrijfsleider en zijn adviseurs.
Een bedrijfsleider moet tijd hebben om
het bedrijf te leiden en niet gedurende
al de werkuren gebonden zijn door han
denarbeid.
Hij moet eens kunnen rondloopen om
zijn oog en gedachten over de werkzaam
heden van het personeel te laten gaan.
Ook hierin is op sommige fabrieken wat
te verbeteren.
We ontleenden het bovenstaand aan een
lezing van Dr. L. T. O. Scheü voor den
Nieuwen Bond van Zuivelfabrieken in
Noord-Holland.
EIERENVEILINQ.
Wij moeten onze (beschrijving van1 de le»s-
horns even onder brei .en, maar zullen deze
zeker vervolgen.
Er is nu echter iets wat urgenter la en wat
nu belicht moet worden, omdat het staat in
het midden van de belangstelling van alle
pluimveemenschen in Hollands noordpunt,
vooral van Wderingen.
De voorzitter van de Heldersche Eieren-
veiling heeft te Wieringen gesproken en de
locale pers uit den omtrek, de Wieringer Cou
rant, Polderbode, de Schager Courant en
vooral ons blad hebben er verslagen van op
genomen en nu meenen wij er ook nog wat
van te moeten zeggen.
Wie eenig begrip heeft van economie zal
ons direct toegeven dat het onzinnig Is om
eieren van Wieringen eerst naar Pui-merend of
een andere veiling te zenden en dóe dan weer
door Heldersche kooplieden terug te doen
voeren naar Den Helder. De vracht heen en
terug van de eieren, reiskosten van de Helder
sche kooplui en werkverzuim niet anders dan
verlies.
Maa het is ook voor het artikel niet bevor
derlijk; dat deze wijze van doen wordt gevolgd-
Een consumptie ei moet versch zijn. Hoe kor
ter de weg Is van het el van den kippenhouder
naar den consument, hoe korter de tijd, hoe
beter voor bet ei, voor den consument en voor
den kippenhouder Een ei is een verzegeld
pakje krachtvoedsel en een delicatesse. No
wordt het echter meer aangezien als lekkernij
dan als krachtvoedsel. Dit staat echter vast,
dat hoe verscher het ei is, hoe lekkerder het ia.
We weten, dat als de prijs van het ei op een
bepaald niveau komt, het meer algemeen ge
bruikt wordt, maar we weten ook, dat er hed
veel menschen zijn, die vooral 's morgens een
slechte eetlust hebben en toch graag wat eten
willen, omdat een drukke dagtaak hen wacht.
Deze kijken er niet op of een ei een hal ven
cent duurder kost, als het maar smakelijk is
en zij het maar binnen kunnen krijgen. Maar
als het niet lokker is, zal het de weerzin naar
voedsel nog vffhoogen en zou zoo iemand geen
ei meer bij het ontbijt willen. Het algemeen
verbruik van eieren kan hooger worden, moet
hoogcr worden, dat is het belang Van den
pluimveehouder, daarom moet hij zorgen een
ei van prima kwaliteit te produceeren en dit
in den kortst mogelijk en tijd bij den verbrui-
kef te brengt».
Als dus de pluimveehouder te Wieringen
woont en zijn belang begrijpt, zendt hij zijn
eieren direct naar Den Helder en laat zc niet
eerst een. reis door Noord-Holland maken.
Niet alleen dat het ei daardoor ouder, minder
versch wordt, maar ook dait reizen en sjouwen
met die elereni vermindert de kwaliteit, wat
bewezen wordt door broedeieren, welke eed
reis hebben gemaakt. De pluimveehouder moet
zich goed in het hoofd' prenten: „aan een d
mag niets mankeeren".
En het Is een concurrentenpraatje, dat de
veiling in Den Helder gauw overvoerd zou
zijn. Men schijnt geen flauw begrip te hebben
van de hoeveelheid eieren, die ln een stad als
Den Helder wordt gebruikt. In de openbare
vergadering te Wieringen is het getal 100,000
genoemd en dat zal zoo'n spreker niet zeggen
als hij daar geen gegevens voor heeft. Maar
bovendien, als de aanvoer tot dat getal is op
gevoerd dan zullen hier ook de export-kooplui
komien, want het Is dwaasheid te beweren
dat die niet in Den Helder komen, terwijl zc'
wel wekelijks Den Helder doortrekken om
naar Texel te gaan,
Maar komen of niet komen kunnen wli
vooreerst laten rusten, want duizenden elcrr.
worden er no® wekelijks door <fc HeftterS
wieriop m4cTe ™rkt™ ^rrr
t ten, oJ.™
dat het ln het heiw? IIe? 13 *uo lo^
ders uit den omtrek maJ" ,pltl,mvcoho^
gen .-fat ze lJl -T' r vooraI Wieria-
JuW voxkSaLr 011 -1