De beteekenis der beurzen
voor het economisch leven.
Iets over belastingen.
Radio-Programma.
zondag 8 MAART.
Uitri, NCRV-uitsrcwaJn*.
dinsdag iq maart.
Udtsl. AVRO-uitxendin»,
6.30~-ir45V<rr^^!dRirwïrtisrtjër
dooï
Dra. J. A. COLTOE
vul
Spoculeeron.
In do laatste der voorgaande beschou
wingen hebben we kennis gemaakt met
de vormen waaronder de speculatie op de
beurs kan worden bedreven. De besohrij-
ving van deze uiterlijk 'waarneembare
zakenvormen komt ongeveer overeen met
de wijze waarop men in het dagelijksch
leven de eene persoon aan den andere
voorstelt. Ook hier is het gevolg, dat men
elkaar allereerst van den buitenkant leert
kennen, en al zegt men ook vaak het
woord „aangenaam", dit wil nog geens
zins zeggen, dat deze uiting slaat op de
Innerlijke qualiteiten van den nieuwen
bekende, die immers meestal nog vol
komen onbekend is. Zoo is het ook met
vele economische vraagstukken gesteld en
niet in het minst met de beursspeculatie.
Evenals iemand met weinig menschen-
kennis zich licht zal vergissen in de eigen
schappen, die hij een ande» naar zijn
uiterlijk zou' toekennen, evenzoo is h.et
mogelijk en bij de ingewikkeldheid dqr
economische verhoudingen ook zeer be
grijpelijk, dat de toeschouwer de vorm
voor het eigenlijke wezen der zaak gaat
aan zien. Hij zou de kasaffaires direct als
uiterst soliede zaken kenmerken, terwijl
de termijnzaken natuurlijk zijn uitgespro
ken afkeer zouden hebben. En al zou het
oordeel over deze typen van overeenkom
sten juist zijn, dan nog zou hij hieruit den
invloed, dien de speculatie op het maat
schappelijk organisme oefent, niet kun
nen afleiden. Het heeft dus wel zijn nut
hierop wat dieper in te gaan.
Onder speculatie kan worden verstaan
de totaliteit van handelingen en over
wegingen, die tot doel hebben het ge
bruik maken van de door die koersschom
melingen ontstaande prijsverschillen van
eenzelfde zaak op verschillende tijdstip
pen. Terwijl de manieren, waarop dit ge
schiedt reeds onze aandacht hadden, moet
nog worden gewezen op het verschil, dat
valt waar te nemen met andere affaires,
die schijnbaar dezelfde kenteekenen heb
ben. Want ook de fabrikant die op een
bepaald tijdstip grondstoffen, machines,
arbeidskracht etc. tegen een zekeren prijs
inkoopt, doet dit alleen maar om deze ge
zamenlijk, zij het dan ook in veranderden
vorm, later weer te verkoopen tegen een
hoogere opbrengst, dan waarvoor hij ze
moest aanschaffen. En ook de tusschen-
handelaar en de detailverkooper vormen
enkel hun voorraad, die immers min of
meer belangrijke kapitaalinvesteeringen
vereisoht, op grond van de verwaohtin-
gen, dat zij deze in de toekomst met winst
kunnen afeetten. Ook hierbij is dus het
eenigste en hoofdzakelijke doel de prjjs-
verBohillen zoo goed mogelijk te benutten.
Ook hier heeft de betreffende afweging
tusschen huidigen inkoops- en toekomati-
gen verkoopsprijs betrekking op precies
dezelfde goederen en op verschillende tijd
stippen. En naar deze meening zou dus
ook iedere winkelier tot een verstokt spe
culant worden gestempeld. De werkelijk
heid is intussehen anders. De besproken
producenten en kooplieden koopen op een
markt, waar zij, met een veelheid hunner
collega's de „vraag" vertegenwoordigen,
van een groep ondernemingen, die hei
benoodigde te koop bieden en dus als
„het aanbod" kunnen worden gequalifi-
ceeid. De koopers schaffen zich de goede
ren aan en verhandelen die op een markt
waar zjj nu op hun beurt „het aanbod"
vertegenwoordigen. De koopers zijn een
groep van producenten en handelaars, dig
de waren in den nu geboden vorm voor
hunne bedrijven noodig hebben. Ook zij
zijn hier de vragers en bij afeet van het
gevraagde zullen zjj ook de rol van aan
bieders vervullen. Dit kan men zich door
denken tot de detailmarkt toe, waar de
consumenten de vragers zijn, die het ge
kochte niet me3r zullen verderverkoopen.
Maar datgene wat in deze opsomming in
het kader van ons artikel belangrijk is,
ligt in het feit, dat de bedoelde onder
nemingen eri personen steeds op een an
dere markt koopen, dan waar zij verkoo
pen. Laten wij ze koop- en verlcoopmarkt
noemen. Tusschen deze twee markten is
een verschil, dat technisch is doordat de
techniek van het marktwezen er veelal
verschillend is, en ook dat de geografi
sche plaatsen andere zijn, naarmate men
met goederen te doen heeft die speciaal
in een bepaalde landstreek voorkomen.
Maar economisch is het onderscheid, dat
tusschen de koop- en verkoopmarkt juist
het bedrijf zelve Is gevestigd, met al zijn
kosten, die het vervoeren, opslaan, ver
werken en samenvoegen van het gekochte
nu eenmaal vereischt en waarvoor dus op
de verkoopsmarkt een vergoeding in den
prijs moet worden gevonden. Bezien we
hiertegenover de speculatie dan valt on
middellijk op, dat men hier nooit op een
andere markt verkoopt dan die waarop
men ook de stukken kocht. Koop- en ver
koopmarkt vallen hier samen. Men benut
dus de verschillen op de markt, die men
aldaar als kooper in de koopsom en als
verkooper in de opbrengst van zijn stuk
ken ervaart en is men dus kooper en ver
kooper op dezelfde markt. En de specula
tieve tactiek ontstaat nu daardoor, door
dat men door zijn koop- en verkoopshan-
dilingea, ook het prijs ver loop op die
I markt belangrijk beïnvloedt. Hierin ligt
|dan ook de algemeen economische betee
kenis van de speculatie.
I De verwachtingen, op grond van welke
men wil speculeeren. verschillen, ver
wacht men een stijgende prijs, dan specu
leert men la hausse". Hierbij koopt
men nu om later te verkoopen en men
heeft hiertoe dus geld noodig, dat men,
zoo men er zelf niet de beschikking over
heeft op effectenonderpand kan verkrij
gen, Ziet men een dalende prijs vooruit,
dan speculeert men la baisse" en men
heeft hiertoe goederen of effecten noo
dig. Door de termijnaffaires wordt nu een
band gelegd tusschen hausse- en balsse-
speculatie, doordat een koop steeds weer
met een verkoop samenvalt. Maar ook kan
door deze zaken de speculatie worden uit
gesloten. Dit was b.v. het geval toen men
in den tijd van zeer groote fluctuaties in
do geldkoersen te Amsterdam een termijn-
markt voor deze vreemde valuta schiep.
Had iemand een partij goederen in Enge
land gekocht met overeengekomen beta
ling over drie maanden, dan was het best
mogelijk, dat bij betaling tengevolge
van gestegen geldkoersen de goederen
hem veel meer kostten dan hij bij aan
koop vermoedde. Zijn calculatie wordt
zoodoende volkomen illusoir, zijn winst
kansen totaal onberekenbaar en zijn be-
drijfspolitiok komt meer en meer op losse
schroeven te staan. Om dit tegen te gaan
heeft men het nu mogelijk gemaakt op het
tijdstip van aankoop de benoodigde geld
middelen aan te schaffen, met levering
op het tijdstip dat men deze middelen voor
schulddelging noodig heeft, tegen een nu
vast te stellen prijs, waarop men dus ook
zijn calculatie kan baseeren. Door dit
soort van speculatieve zaken wordt dus de
bedirjjfsstabllttelt ln hooge mate ver
sterkt.
In 't algemeen zoekt de speculatie' vast
te stellen, hoe ln de toekomst de verhou
ding tusschen de behoefte aan kapitaal en
die tot kapitaalbelegging zich quantitatief
tot elkaar zullen verhouden. Wordt een
koersstijging verwacht, dan belegt hij zijn
geld door aankoop van een aantal waar
depapieren en bevredigt daarmee tevens
de op dat oogenbllk bestaande kapitaal
behoefte. Hij rekent er als spdoulant in
tussehen op, dat bij gezien de in de toe
komst verwachte behoefte aan belegging,
dan zijn stukken weer van de hand kan
doen. Verwacht hij daarentegen een koers
daling, zoo zal lui zoo veel mogelijk trach
ten aan de huidige behoeften tot beleg
ging te voldoen door het verkoopen zijner
stukken om later weer te koopen, waar
mee hij dan tevens de dan ontstaande ka
pitaalbehoefte hoopt te bevredigen. Ten
gevolge hiervan ontstaat nu de karak
teristieke inwerking op de prijsvorming
die zoowel nadeelig als ook let wel, gij
die u tegen alle speculatie hebt gekant
voordeelig kan zijn.
Zijn de prijzen laag, dan kunnen zeer
vele behoeften worden bevredigd. Stijgen
zij echter plotseling, dan kunnen enkel
nog maar de meest dringende kapitaal
behoeften worden bevredigd en vele be
hoeften komen niet tot voldoening. Er ont
staat dus zoo een sterke prijsschomme-
ling, die een sterke schommeling in de
mogelijkheid der behoeftebevrediging met
zich brengt met alle nadeelen van on
zekere bedrijfsstabilitelt en minder goede
psychologische invloeden. De speculatie
heeft hier de werking, dat zij de prjjs-
schommelingen vermindert. Want zijn de
koersen laag, dan zal de drang ontstaan
tot speculatie la hausse, men wil stuk
ken koopen en een prijsstijging ontstaat.
Nu komt het prijsniveau dus iets hooger
te liggen. Worden de verwachtingen van
de opgaande koers bevredigd, dan wordt
het voordeelig de stukken te verkoopen.
Hierdoor ontstaat dus een grooter aan
bod en daardoor een tendenz tot prijsda
ling. Dan komt het prijsniveau iets lager
te liggen. Gezien over het geheele tijdvak
blijkt dus dat bij lage koersen de specula
tie deze iets verhoogt, terwijl bij hooge
koersen deze door de transacties der spe
culanten een weinig lager worden, waar
door dus de ruimte, waarbinnen de prij
zen knnnen schommelen, nauwer wordt en
de prijsschommelhigen dus kleiner. Dit
zal het geval zijn wanneer na een door
de speculatie verwachte daling of stijging
deze prijsbeweging ook in werkelijkheid
plaats vindt, omdat zij ook op deze nog
onzekere gebeurtenissen haar handelin
gen baseert; Met andere woorden, specu
latie heeft uitsluitend de vermelde gun
stige uitwerking wanneer zij deskundig
geschiedt. De praktijk heeft intussehen
wel geleerd dat hiertoe een uitermate
scherpe kijk op het beursverloop nood
zakelijk is en ook dat vele deskundigen
meer dan eens worden geplaagd door
buleu van mindere deskundigheid.
Anders is het echter gesteld, "wanneer
de speoulanten het verloop der beursstem-
ming niet nauwkeurig vermogen te sohat-
ten. Zij zullen dan niet koopen wanneer
het laagste punt is bereikt of verkoopen
wanneer de prijzen het hoogst zijn. Op het
tijdstip dat de koersen reeds een relatief
hoog peil hebben bereikt, komt men eerst
ter markt om te koopen, waardoor het
niveau gaat stijgen. De verwachte voort
gaande stijging vertoont zich echter niet
of blijft langer uit dan men tevoren ge
dacht had en zoo Is men dus vaak genood
zaakt zijn stukken van de hand te doen
wanneer de koersen zijn gedaald, waar
door de daling dus nog wordt versterkt.
Het hooge niveau komt nog hooger en het
lage gaat nog meer naar beneden met het
gevolg, dat de ruimte tusschen welke de
prijzen kunnen schommelen zich uit
breiden en die prijsfluctuaties zelve ook
grooter worden.
Alles samenvattende, kan dus worden
gezegd, dat in het eene geval de specula
tie meewerkt aan een juiste prijsbepaling
doordat zij het prijsniveau gezien over
een langer tijdsverloop min of meer
vermag te vervlakken. Verder helpt zij
door haar affairesproductie en -handel bij
de verkrijging van kapitaal, terwijl zij
ook voor de Naamlooze Vennootschap het
reservoir vormt en vergroot, waarin een
steeds' doorgaande eigendomsverandering
dar aandeolen ea obligatie» buiten het
medeweten der onderneming tot stand kan
komen. In het tegenovergestelde geval
resulteert rij in een hoeveelheid affaires,
die gezien de economische omstandig
heden zeer vaak als illegitiem kunnen
worden gekenmerkt, en tengevolge waar
van ook de prijsscbommelingen grooter
en scherper worden, met alle nadeel en
ongemak, die dit voor handel en industrie
be teekent.
Hierbij spelen ook vele psyohologlsche
omstandigheden een voorname rol. Im
mers een werkelijk streven naar even
wicht tusschen beleggings- en kapitaal
behoeften Is alleen aanwezig wanneer de
aanbieders van kapitaal met voldoende
onderscheidingsvermogen en gevoel voor
marktverhoudingen zijn toegerust. Op
het eerste gezicht lijkt dit ook zeer wel
aanwezig, daar men mag aannemen, dat
ook hier doorwerkt de bekende statisti
sche grondwet van do groote getallen, vol
gens welke bij een zeer groot aantal
waarnemingen de Invloed der toevallig
heden bij het eindresultaat wordt uitge
schakeld, wijl hun werking Immers geen
beteekenis overhoudt tegenover de veel
heid der overige waargenomen feiten. Bij
de beursspeculatie wordt deze werking
echter geremd, doordat op de markt ont
staat een massapsychose, tengevolge
waarvan men allereorst slechts belegt in
ondernemingen, waarvan men enkel heel
ln 't algemeen#weet, dat ze „goed gaan",
zonder daarvoor ook maar eenig ander
bewijs te hebben dan de meening van an
deren. Verder koopen de „outsiders" dik
wijls wanneer en omdat zij anderen zien
koopen, en zij verkoopen wanneer een
tendenz tot verkoopen bemerkbaar wordt.
De gezonde redeneering blijft hierbij dus
achterwege.
Voorts kan men waarnemen wanneer
men de beursberichten volgt, dat ook door
andere dan economische factoren de prijs
wordt beïnvloed. Zoo kon men o.a. bij; vele
fondsen op de Parijsche beurs een koers
daling registreeren, toen de Nationaal-
Socialisten in den Duitechen Rijksdag een
achteraf weinigzeggende meerder
heid wisten te behalen. Men anticipeert
hierbij op een reëel toekomstig gebeuren,
waarvan men dus de economische draag
wijdte reeds min of meer onbewust voor
voelt. De psychologische factor bij de
speculatie vormt echter het feit, dat men
steeds moet rekenen met een verwachting,
en het is wel duidelijk dat hierbij ook de
persoonlijke gesteldheid der speculanten
evenals hun verschil ln handigheid tot
gebruik van de algemeen© beursopinie
hierbij een belangrijke rol spelen. Toch
ls deze verwachting weer niet geheel en
al te schatten naar haar psychologische
werking, omdat ieder der deelnemers toch
steeds een verband voor oogen heeft,
waarvan men verneemt, dat het adnwezlg
is tussohen bepaalde (vaak bulten econo-
sche) gebeurtenisseji en de koers van hel
speculatieobject. De juiste schatting van
dit verband ls de uitermate Ingewikkelde
en moeilijke taak van den speoulant, wil
de uiteindelijke uitwerking der speculatie
een gunstige zijn.
(Wordt) vervolgd).
DB KLASSE-INDEELING DER
GEMEENTE VOOR DE PERSL
BELASTING.
Het heeft voorzeker zijn belang eens na
to gaan welken invloed de classificatie
der gemeente van inwoning op de ver
schuldigde Personeel© belasting heeft
De klasse-indeeling is gebaseerd op ar
tikel 6 der Wet op de Personeele belas
ting, luidende:
„1 1. Voor de heffing der belasting
naar de eerste twee grondslagen (<Li.
huurwaarde en mobilair) worden de ge
meenten van het Rijk verdeeld in 9 klas
sen.
2. Bij gemeente-verordening kan
worden bepaald in welke van de klasgen
de gemeente wordt ingedeeld. De classi
ficatie kan voor verschillende gedeelten
eener gemeente verschillend zijn.
De verordening blijft van kracht tot
dat zij vervangen is door een andere, die
in werking is getreden."
Deze classificatie-regeling vindt haar
oorsprong hierin, dat de wetgever door
de gemeenten in verschillende klassen in
te deelen over 't geheele Rijk een zekere
gelijkheid van belastingdruk poogde te
bereiken. De huurwaarden toch van ge
lijksoortige woningen, en van woningen
bewoond door personen van vrijwel gelij
ke draagkracht loopen van elke gemeente
uiteen. Wanneer men nu bij dezelfde
huurwaarde overal eenzelfde percentage
aan belasting zou heffen, zou het gevolg
hiervan zijn, dat personen met vrijwel ge
lijke draagkracht verschillend bedrag
aan deze belasting verschuldigd zouden
zijn. Vandaar het stelsel van klasse-in
deeling, waardoor men kan bereiken, dat
deze verschillen in belastingdruk geni
velleerd kunnen worden, troals we hier
onder zullen zien.
Vóór 1 Januari 1981 had de wetgever
het zelf in de hand om te zorgen, dat de
bedoeling der klasse-indeeling ook over
het geheele Rijk behoorlijk tot haar recht
kwam. De Personeele belasting was toen
n.1. nog een rijksheffing, waarbij het Rijk
zelf voor elke gemeente de classificatie
vaststelde.
ihans, na 1 Januari 1931, kan elke ge
meente voor zichzelf uitmaken in welke
klasse zij gerangschikt zal zijn. Nu de
klasse-indeeling voortaan niet meer van
uit één centraal punt voor het geheele
Rijk beoordeeld wordt, is het niet uitge
sloten dat t.z.t. in meerdere gemeenten
bij onderlinge vergelijking niets meeer
van des wetgevers oorspronkelijke „nivel-
leer-bedoeling" van dit instituut valt te
bespeuren.
In dit verband zal de belangstellende
lezer wellicht vragen op welke wijze
vroeger het Rijk zijn gemeenten voor de
klasse-indeeling beoordeelde. Men ging
hierbij toen uit van de vraag hoeveel de
huurwaarde in elie gemeente bedroeg
van woningen, bewoond door hen, die ge
acht konden worden nog een kleine bijj-
drage aan personeele belasting te kunnen
betalen. Al naar gelang dit bedrag in een
bepaalde gemeente hooger was, weid ook
die gemeente in een hoogere klasse ge
rangschikt. Het behoeft geen commen
taar, dat het niet aitljd gemakkelijk was
te bepalen, of een gemeente in de klasse
dan wel in de naast hoogere of naast
lagere was te brengen. Naast het huur-
prijzenpeil en don levensstandaard, was
het vooral zaak om er op te letten bty
welke huurwaarde nu eigenlijk belasting
heffing redelijkerwijze zou moeten be
ginnen, ln welke gemeente men bij
dezelfde huurwaarde nog wel een klei
nigheid aan deze belasting kan betalen
en waar niet.
Zooals uit het hierboven aangehaald
wetsartikel blijkt, heeft de klasse-indee-
llng alleen invloed op de hoegrootheid
der verschuldigde belasting naar de
grondslagen huurwaarde en mobilair.
Welke deze invloed ls, zullen we succes
sievelijk bespreken. Men kan op zijn aan
slagbiljet lezen in welke klasse zijn eigen
gemeente ls gerangschikt. Tor verduld»-
lijking van het volgende zullen we tel
kens het verschil ln belasting tusschen
een gemeente der 2e klasse (A.) en een
der 8e klasse (B.) aanwijzen.
Vooreerst dan maakt het verschil ln
welke klasse een gemeente is gerang
schikt ten aanzien van de laagst belast
bare huurwaarde. We lezen hieromtrent
ln ark 12 der wet: De belasting naar den
eersten grondslag wordt niet geheven,
wanneer de belastbare huurwaarde van
het perceel in gemeenten behoorenda
tot de:
le klasse niet meer bedraagt dan 260.—
2e n 225.
3e mm 200.
4e MM M M M 116.
Be 160. -
6e MM M MM 12Ö. 1
M M M M l> M 100.——
8® M M M M M 16-
M M M M M 60,—
In de gemeente A. betaalt men bij een
huurwaarde van f 225.— of minder dus
geen personeele belasting naar dezen
grondslag, terwijl in de gemeente B. de
belastingheffing reed» begint bij huur
waarde boven 75.Het maximum der
onbelastbare huurwaarde voor de ver
schillende categorieën van gemeenten
verschilt naar gelang van den hoogsten
huurprijs, die in den regel moet worden
besteed door hen, van -wie in redelijkheid
nog geen bijdrage ln deze belasting kan
worden gevorderd,
In do tweede plaats openbaart de
klasse-lndeeling haar invloed ten op
zichte van de verschuldigde belasting
voor hen, die wel worden aangeslagen,
zulks vanwege het bepaalde bij art 18
der wet, luidende:
1. De belastbare huurwaarde van
elk perceel wordt voor de berekening van
de belasting verminderd in geine#nt«*
beboorende tot de:
le klasse met 246.—
2e 220.—
8e 195.-
4e 170.—
Se „146.-
Oe 120.—
7e 9S.—
8e »m 70.—
9e n hm 46.
8 2. De belasting bedraagt Jaarlijks
tien ten honderd van de belastbar» huur
waarde verminderd volgens 1,
Alzoo betaalt iemand, die te A. een huls
bewoont met een huurwaarde van f 6001
in hoofdsom naar dezen grondslag 10 pot
van 600—220 of 88, terwijl hij, die te
B. een dergelijk huis bewoont, ln hoofd
som betaalt 10 pet van f 6Q0—70 of
68. Dat in de verschillende gemeenten
verschillende bedragen worden afgetrok
ken, past in hei kader dezer wet De per
soneel© belasting 1» immers een ver
teringsbelasting. De vertering wegens
woning ad 600.— per jaar te in B. groo
ter dan in A., zoodat het in de lijn ligt
om eenzelfde vertering in B. zwaarder te
belasten dan in A.
Waar op het aanslagbiljet niet met
zooveel woorden wordt medegedeeld voor
welke huurwaarde men wordt aangesla
gen, kan men deze op den voet van het
vorenstaande zelf gemakkelijk berekenen.
Woont men, blijkens de mededeeling op
bet biljet ió een gemeente der 6e klasse
en ls de gevorderde huurwaarde-belasting
in hoofdsom 28, dan ls de huurwaarde
dus gesteld op 10 X 28 14Ö of f 428.
In de 8e plaats betreft de werking der
klasslfioatle de heffing van belasting
naar do waarde van het mobilair. Hierom
trent bepaalt art. 18 der wot, dat de be
lasting naar de waarde der stoffeering
niet wordt geheven, als de belastbare
huurwaarde van het perooel in gemeenten
behoorénde tot de:
le klasse niet meer bedraagt dan 280.
2» 255.-
)f ^80.
?e h 205-
M MM M M 180.
6e n 165.
M M M M M H 130.—
e MM M M M 105.
90 m M M 80,—
In de gemeente A. la men dus vrijge
steld van mobilairbelasting, als men in
een huls met een belastbare huurwaarde
van 256.— of minder woont, ln B. als
deze huurwaarde 105.— of minder be
draagt De bedoeling van dit artikel is,
om, waar de mobilairbelasting begint bij
een waarde van 200.— of meer, geen
bijdrage te vragen daar, waar alleen het
hoogst noodige aanwezig is.
yie^1e en laatet0 plaats .komt het
erschil ui klasse tot uitdrukking bij den
kinderaftrek, welke op het belastingbe-
i !la^naar^eiirlen en 2611 grondslag ver
leend wordt. Het percentage van den af
trek verschilt naarmate men in een huis
niet een hoogere of lagere huurwaarde
w oont In oen bepaalde klasse van gemeen
te. De belangstellende lezer wordt naar
e hiervoor gegeven tabel verwezen, wel-
K6 18 opgenomen in art 7 der wet
KN^wuaii 1875 M,
8.5010.00 VARA, 70.30 VPRO. J2.oo-s.oo
AVRO, 5.00—8.00 VARA» 8,OO~.J».pd AVRO,
8.50 Voetbalnieuws.
8.58 S. S. La-ntinj^a: „Vaste Plasten1".
9-35 Orgelspel Joh. Jong.
10.30 Kerkdienst uit dien N.P.B, W Bloetnett-
daal oJ.v. Dr, J. C. A. Fetter.
12,00—13.30 L. h J-ordaan: „De Klankfllnr".
1230—3.00 Concert AVRO-oct«t oJ.v. L.
Schmidt.
a/x)3.30 Boekenhalfnurtje.
а.30—4.00 Aansl. Concertgebouw te A'dam.
400—8.30 Dr. C. H. Sluiter: „William Her
schel, de ontdekker van Uranus".
4.30—5.00 Grammofoonpl. en Vaz Dia»,
5.00—6.00 Kinderaurtje.
б.00 Concert VARA-orkcst o.l.v. H. de Groot,
M.m.v. W. van Cappellen (voordracht),
8.00 Vaz Dias.
8.15—9.15 Concert Omroeporkest oJ.V. N.
Treep, M.m.v. Henr. Sala (sopraan).
9.159.35 Vioolduetten A. Pot en S. Swaap.
Vleugel: E. Veen.
9.3510.00 Felix Tlnwnennana leest uit eigen
werk.
1000—11.00 Concert Omroeporkest o.l.v. N.
Treep.
i:.oo—<12.00 GrammofoonpL
Huizen, 298 M.
8.30—9.30 KRO, 9-35 NCRV, 12.055.00
KRO, 5.20—7.45 NCRV. Daarna KRO.
8.309.30 Morgenwijding daar Pater Eyke-
mans.
9.35 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk te
Sliedreoht.
12.001.30 Concert KRO-sextet O.I.V. P. Lus-
tenhouwer.
I.30e.00 Godsdienstonderricht voor ouderen.
2.00—2.30 A. A. Paap: „Hoe de Spoorwegen
delegatie de gastvrijheidi van Sovjet-Rusland
genoot".
2.304.00 Concert KRO-Salon-orkest o.l.v.
M. v. 't Wouid.
4joo5.00 Zlekenlof.
5.20 Kerkdienst uit de Noordertterfc te Zeist.
Ds. W. Verhoef Nz. Orgel: C. Schoneveld.
7.45—8.10 Dr. J. Haest: „De stoffelijke aal
moes".
8.10—8.15 Voetbaluitslagen.
8.:510.4a Concert KRO-orkest o.lv. Joh.
Gerritsen,
ca. 9-00 Vaz Dias.
10.40 Epiloog door het klein Koor oi.v. Jos.
H. Pickers.
MAANDAG 9 MAART.
Hilversum, 1875 M.
Algemeen Programma. Verzorgd doof de
VARA.
9.00 Grammofoonpl.
10.00 Morgenwijding (VPRO).
10.15 Voordracht Frits Bouwmeester.
10.30 Ziekenuurtje.
n.30 Grammofoonpl.
12.00 Poldtieber.
12.15 Concert VARA-septet oi.V, Ifl. Eyl. en
grammofoonpl.
2.15 GrammofoonpL
2,30 Roel Hottwink spreekt ever Jac. V. Looy.
а.55 Loulg Biloen (viool), CoT do Groot
(piano)
3.10 Vervolg Causerie Houwink.
340 Piano-soli door C. de Groot
3.45 P. J. Kers: „Vegetarische Keuken".
4.1» Vervolg piano en viool,
4.3O Vervolg Piano-soli.
4.45 Piet Begeer leest uit eigen Werk,
5.30 Concert VARA-orkest o.l.v. R. de 0tooot.
б.00 Toespraak door P. de Boer.
6.45 Concert. Utr. Sted. Orkest o.l.Y, Dr, Ad.
Kienzl. Inleiding Piet Tiggers.
7.45 Ir. R. Ai, Gorter: „De organisatie def vei-
llgheid''.
8.to Vervolg orkestcöncert
9.00 Graadt Van Roggen; .Nederland Jjtar-
heur»".
9jw Opera „Carmen" (Granimiofoonpl.)
H.0012.00 Grammofoonpl,
Huizen» «98 M,
8.CO—<8.15 Schriftlezing.
Al5—9.30 Morgenconcert.
10.30—.11.00 Zieke «dienst.
II.00—11.30 Lezen van Chr. lectuttt.
11.30—12.30 Grammofoonpl.
12.30—45 Orgelspel door Jan Ztfztt
I-45-2.00 C-rammofoonpi.
a.00a.3j Schoolzang oJ.v. J. G. Venhui».
2.353.15 A- J. Herwig: „Selzoerabor-ders en
de mooiste planten voor de voorjaarsborder."
3. li3.45 Knipcursus.
4.00—5.00 Ziekenuurtje.
B-oo5.45 Handenarbeid voof 3e Jeugd. H. J.
Ste invoort,
75» Concert Mej. A. Henmes (alt), G. Beths
(viool) en P. Halsema (piano).
7-00—7.30 Halfuurtje door bet Kristlik Frysk
Selddp.
7.30—8.00 GrammofoonpL
B.oo8.30 Dr. W. Lodder: „Paulüs en de Va-1-
«che broeders".
8.30-10.45 Concert Cbx. Radio-orkest o.Lv.
G. Stam.
10.00 Vaz Dias.
ip.45 Grammofoonpl.
Hilversum, 1875 M.
8.00—9.50 Grammofoonpl.
ia.0010.15 Morgenwijding.
10.30—12.00 Concert AVRO-kwintet o.l.Y. F-
Lupgens.
W.30—2.0a Concert Rembrandt-orkest o.l.v.
David Hartogs.
а.00—2.30 Grammofoonpl.
3.00—<4.00 Knipcursus.
4.00—4.30 Grammofoonpl.
4.30—5.30 Kinderuurtje.
5.306.00 Orgelconcert Pierre Palla.
б.00—6.13 Grammofoonpl.
6.15—6.45 Onderwijsfonds Binnenvaart.
6.4S75» Grammofoonpl.
7.007.30 Engelsch door Fred Fry.
7-458.15 Radio Volksuniversiteit.
8159.00 Concert Omroeporkest o.l.V. N.
Treep.
pioo—9.20 Ir. J. H. Hinze: „Teerwegen".
9.2010.00 De „Schola Cantorum" o.l.v, H.
Cuijpers,
10.00 Vaz Dias.
10.15u.00 Concert Kovacs La jos ea zijn
orkest.
11.00—12.00 Grammofoonpl.
Huizen, 398 M.
8.009.15 Grammofoonpl.
11.0011.30 Grammofoonpl.
11.30—ia.00 Godsd. halfuurtje.
11.30—12.00 Godsd. halfuurtje Pastoor Perquln
ia.00—1.30 Concert KRO-trio oi.v. P. Luaten-
houwer.
140—2.00 Grammofoonpl.
a.00—3.00 Vrouwenuurtje.
340—3.30 Knipcursus.
4.30—6.30 GummoiooftpL
6-457.15 Schriftvertieteringscursus.
7.157.45 Past. v. Beukeriuig: „Liturgie van
het huwelijk (II)".
7-458.00 Grammofoonpl.
8.009.30 Lijdensmeditatie döor Pastoor H-.
A. Bots. M.m.v. R.K. Zangkoor A.M.DX3.
o.-l.v. P. Ravcnsloot. Orgel: C. v. Stejjn.
9.30—9,40 Vaz Dias.
9.40n.io Concert KRO-orkest o.l.v, J. Ger
ritsen. M.m.v. Fr. Schneider (causerie).
10.10—12.qp GrannBofoonpl.