HET KIMDEII5IH!@iKJ[ Hoe bouw Sik zelf een Stoomschip De twee mannetjes. Beste jongens en meisjesI Dat was een fijne verrassing van <-9 week, hél Een heerlijk dik pe c sneeuw. Yan die echte sneeuw waar je sneeuw ballen mee kan gooien, waar je verrukke- iijik© giljjbaneni op kon maken, waar je op kon bo bsleeën en nog veel meer heerigke dingen mee kon doen. Eh nu ga ik me door die rijstebrijberg 0» p»o a Ons kinderverhaal, het aangekTS nSt wet en één zonder voet. De mannetjes (Nadruk verboden). Het schot uit de steengroeve. (Een verhaal voor jongens). Het was winter. De sneeuw viel in groot© vlokken neer en bedekte het dak van een boerderij In Schotland. Op een donkeren avond zat de gelheeie familie bijeen in die eenzame boerderij. Terwijl het bulten stormde, was hot in de keuken warm en gezellig. Jan zat te lezen In ©en boek, dat vader voor 'hem uit de stad had meegebracht. Het wareü verhalen van roovers, ilie rei- ziigers gevangen namen, op eenzame we gen. enfin, jullie begrijpt: zo waren niet erg zachtzinnig 1 Jan. nu was volkomen verdiept In z'n lectuur, zóó verdiept zelfs, dat hij niet eens hoorde, dat zijn moeder tot hem sprak. Toen z'n vader hem echter aan stootte, keek hij eindelijk op: „Je moet even1 de poney zadelen," zei vader, „efi naar het dorp gaan. Moeder bemerkt daarnet, dat ze geen gist In huis heeft on dat heeft ze morgen natuurlek noodig voor het brood." Het is in Schotland op de boerderijen n.1. gewoonte, om het brood nog zelf te bakken. Jan aarzelde niet, alhoewel hij graag z'n boek uitgelezen zou hebben. Hij ging naar de stal en zadelde zijn poney. „Een groot© flesch gist", riep moeder hem nog na. De poney ging In galop. Hit kende den weg naar het dorp van bulten, zoodat Jan niet behoefde te mennen. En dat was eigenlijk maar goed ook. Want Jan was niet op zijn gemak. De griezelige verhalen begonnen een beetjo na te werken. Bij keek huiverend om zich heen.Wat was 't donker.en wat stil. hè niets prettig.Daar was het boschwat een rare boomen. 't leken wel spoken... Bevend zat Jan te paard en reed door hot bosch. Hij niaderdo nu een oude steen groeve, die sinds jaren) was verlaten. Als dóór. als daar nu eens roovers waren.'t Was een ideale plaats.Zo zouden vanuit het donker op hem af kun nen springen.of op hem kunnen schie ten huuuuuWeer huiverde Jan. Bij; hield het hoofd rechtop en de ooren wijd open, opdat hem toch maar geen ge luid zou ontsinapponzelfs het geritsel van een koniijin deed hem schrikken. Gelukkig, nu was hij de gevaarlijke plaats gepasseerd. Voor hem waren de lichten van het dorp. Een heerlijk, veilig igev'Oel wias dat. Vlug reed Jan nu naar den winkel, waar hij! wezen moest. Hij kocht zijn flesch gist en stopte deze in den1 'binnen zak van zijn jas. 'Zoolang Mj de lichten van het dorp bil de vele koeren dat hij, omkeek kon zien, ging alles goed. Maar zoodra was hij1 weer alleen' ln het donkere bosch of de 'angst kwam terug. Weer was Mj het meest bevreesd voor de oud© steengroeveNatuurlijk zat daar de een of andere roover verborgen.,., en als zij) hem hier vonden ln het donkere bosch?. er zou igeen haan naar kraaien.... Niemand zou zijn hulpge schreeuw hooren.waarom liet zijn va- der hem ooik ülleen igiaian.als er wa.t gebeurde. Hij was nu weer vlak Mj! do steengroeve gekomen. Sidderend van angst gaf Mj' het paard de sporen. nog 5 Meter.nog 3- nog 1... Knal! Eon slag als een Kanonskogel. en tegelijkertijd voelde Jan hoe een lauw nat langs zijn zijde liep. „l 'aar heb je het al. daar heb je het tt'Ij, ®U]S(*e Het door zijn hoofd. ben gneKfte?r6n den uitr0ep,: steeoaaer 7'yn kleerenl !'os- Plotseling steng er een daverend gelach on Tm onente^' ;;V eV'a& <*at de flesch gist ©ruit geloiS 6611 hwl'e straal waa Een kleine stoomboot kan men op de volgende manier gemakkelijk zelf maken: Eterst zien wie een klein bootje van blik op te scharrelen. In een speelgoedwinkel, op de markt, in een oudroestzaakje ligt er ailtijd wel zooiets. Het biootje moet van boven open zijn. Op don bodem ervan bevestigen wij1 een, kleine spirituslamp, liefst zoo'n lamp met twee vlammen, zoo- als men wel gebruikt om krul tangen te verwarmen, als mon op reis is. Hleroyer heen bevestigen wij eon kleine, biikfcon bus, waaraan eon klein buisje gesoldeerd is. Wij' kunnen daarvoor b.v. een stukje loodkabel gebruiken, zooals Mi' electrisehe geleidingen dikwijls worden gebruikt. De Joodgieter zorgt wel voor do rest Een ander buisje, waarvan de diameter ie-ta grooter is. wordt zoodanig in de boot be vestigd, dat het een e einde dadelijk tegenover bet buisje uitmondt, terwijl het don' bodem van de boot m det wate^ stookt (O). Wij vullen nu don stoomketel namelijk de kleine blikken bus, ongeroer voor de helft mot water, en steken de spirituslamp1 aan; dan zien wo het vol. gendo gebeuren: do door de verwarming van het. water ontstane stroom wordt door het buisje bij A geperst on drijft via het buisje B het scheepje vooruit. Hot borra. len van het door don stroom bewerk^ water zal achter de boot een zog vormen dat de illusie nog verhoogt. „Door het schudden is do kurk er afge sprongen dat was de knal begrijp je! zei vader, toen Jan alles had verteld. Maar dat „ik ben getroffen" heeft hJJ nog vaak moeten hooren 1 Het Meeuweneiland. Het „Meeuweneiland'" ls een klein el- landje in het Miehiganmeer ln Noord- Amerika, waar een groot aantal meeuwen hulst, zooals de naam al aangeeft. ZIJ woonden er ongestoord, want de enkele keer, dat een visscher het eiland aandood, werd hem het genoegen daarvan al gauw vergald door het gekrijsoh van de groot© zwermen meeuwen, die tegen hem opvlo gen en hem ornringdon. Twee jaren gele den werd het eilandje echter aangekocht door een rijkon Amerikaan, die door de bekoorlijke ligging ervan werd aange trokken en er een zomerverblijf wild© bouwon. De werklieden ondervonden veel overlast van de meeuwen, die hun eiland tot eiken prijs schonen te willen verdedi gen en de mensohen haast zenuwziek maakten door bun onophoudelijk gekrijsch en gefladder. De eigenaar van het eilandje wist echter zijn plannen door te zottep, want een oude matroos had hem verze kerd, dat de meeuwen het eilandje zouden verlaten, wanneer het huis maar eenmaal bmvoond was dat was zoo hun ge woonte. Dat kwam echter anders uit. De vogels bleven op hun eiland on maakten het den eigenaar van het huis zóó lastig, dat Ml besloot het veld voor hen te ruimen. Wat had Mi aan het mooie uitzicht, wanneer Mi er niets van kon zien, door de zwer men meeuwen, die om zijn ramen fladde ren? Hij zou maar weggaan en in het vol gende voorjaar opnieuw probeeren zijn intrek ln het huis te nemen. Hij zorgde ervoor, dat het huis bewoond was, voor dat de meeuwen terugkwamen, doch hij had niet gerekend op de volharding der dieren. Zij kwamen in nog grooter ge tale terug. Een verzoek om maatregelen tegen de dieren te mogen nemen, werd hem geweigerd, omdat in Amerika het dooden van een meeuw Ml de wet verbo den ls on zwaar gestraft wordt. Hij kon dus niets anders doen, dan zijn huis ont ruimen en de meeuwen de alleenheer schappij terug te geven op hun laatste toevluchtsoord ln Noord-Michlgan. Goed zoo! Nieuwe raadsels. I. Welk spreekwoord van 7 woordep mrogiisetonddeftheeongdondniujödn. lngea. door T. S. (Koegrag), II. Mijn eerste zweeft hoog boven in fc luoht, met mijn tweede hebt ge op school kennis gemaakt bij het rekomen, mijn geheel 1» een nutuur-varsohijüHel, dut vaak groote schade aanricht. Digezoiaden door P. K. RAADSELS. I. Dieven, deken, David, laken. II. b bergendal plaNten baOen k At l A. b'; M 5; B T ,T x' -0, K-; H. L* A. V L M UA. R.WTa'IV O vLJ-1 v. dl. S (Tffitfliv' r'-t <a 'tt A v i i' 0111 J- S.; n' r, k* (Koegras)* N R P' M. S.; L. T.; O. T.; G. v. TM F S. F J. v. V.; L. V.; W. V.; H V 0 V.; J. en P. W.; G. v. Z.; G. Z.; J. v'.'z j EEN ZWARE TOCHT. Ernst Hückel, do bekende geleerde, maakte in 1869 een sledetocht over den Gotthard. Uit zijn beschrijving citoewn wtj: Na een heerlyko reis per stoomboot, van Luzern over het Vierwaldstütter- meer, zett© ik t» Fluolen de reis voort ln do postal ode. Ofschoon er bijna geen plaats moe® was, kroop eon Oostenrijksch officier, waar ik onderweg mee kennis gemankj had, ook nog in het vehikel. De pret duurde echter niet laug, wnvt aan het eerstvolgende station werden mijn makker en lk in eon stoet van zes sleden opgenomen, mH het gevolg, dat wflj niet meer bij elkander konden zitten. Tot aan de oorden warmpjes Ingepakt, kon ik naar hartelust genieten van de prach tige sneeuwwereld. Reeds ln Altdorf waarschuwde de posthouder, dai de reis ver van gemakkelijk zou zijn, hij had reeds sinds twee dagen geen post meer gezien. Reeds aan den voet van den machtigen Bristenstock, waar de eigenlijke Gothard- straat hoe lunger hoe steiler wordt, had de sneeuw, die aanvankelijk twee h drie voet hoog lag, reeds een dikte van vier voet bereikt, met het gevolg, dat onze paarden slechts zeer langzaam vooruit kwamen. Ongeveer een uurtje voorbij Wassen stonden wij eonsklaps voor een sneeuw- borg,, dio den weg totaal afsneed. OM bleef niets anders over dan ons er zoo goed mogelijk doorheen te werken. De passagiers stapten uit. klauterden over den hoogen sneeuwberg en stampten met de voeten zoo hard wil maar konden om een stevig pad voor de paarden te krij gen. Toen de passage vrij hard was, pro beerden wjj eerst de slede er over te krijgen, wat ons ten slotte gelukte. Minder fortuinlijk waren wij met num- raero twee. Het paard hield al dadelijk te veel zijwaarts, waardoor het heeloinaal m de losse sneeuw wegzonk, zoodat alleen nog maar een kop en een gedeelte van ij ru^ zichtbaar waren. Met de vijfde slede beleefden wij nog erger dingen, die viel op bet hoogste punt ondersteboven. Gelukkig kon het paard zich staande houden en bevatte do slede alleen mak1 bagage. Wij moesten ons nog ettelijke koeren door de sneeuw heenwerken. Onze kartt- vaan bracht het den eersten dag tot An* derm'att. Tot overmaat van rainp zakten' wij tel kens als wij: maar even vian het pad af raakten totaain de heupen in de sneeuw wit was inderdaad bet ergste van alieS» want terwijl onze beenen, ondanks de vel© warme bedekkingen, totaal verstijf den door de hevige koude, transpireerde net bovenlichaam tengevolge van de ia- spanning. Bij alle ellende kwam nog een heVi#0 sneeuwstorm, die het -landschap in <!®n droefgeestig licht hulde. Niet lang dmirdö ,-:J?nzo eoniige gidsen ln de sneeuW- waren dl0 telegraafpalen. n,vr .0n(lon namelijk geen: hand voor 1 gen zien en mochten werkelijk v:a,n g!®" luk spreken dat wij eindelijk, na zes uur oo L öf0"',' Velu» on woil ln' dö herberg Fon V!f iottbard aankwamen. j 'toolit om nooit te vergeten. Jullie hebt natuurlijk allemaal flink je beat gedaan met sneeuwballen gooien. Toen ik tenminste Woensdagmiddag naar huis ging ben ik heel wat sneeuwballende jongens voorbijgekomen en ze hebben ine niet gespaard) ook. Dat kwam natuurlijk vanwege m'n hoed.. Er waren jongens die je zoo pardoes een sneeuwbal in je gezicht gooiden en dan soms hardie ballen hadden gemaakt, maar er waren er ook, die me vroegen: „Meneer, mag 't van een af standje?" En die kregen natuurlijk per missie. En nu is de sneeuwpret weer voorbij en de schaatsen kan je wel weer opbergen en nu gaan we weer opnieuw verlangen naar de lente, zooals we een paar weken geleden ook dleden. Weet je dat nog? Want de lente komt, ik heb al crocusjes gezien en veel meer andere dingen die het zeggen, dat we eenj fijnen tijd tegemoet gaan. van briefjes heenwerkem. M i e t j e Breeuwer. Als jij maar niet te veel pret hebt met Lena Vermeulen op handwerkles en teekenen, Mientje, want dan zal er wel niet veel van je lessen terecht ko men. Maar daar zorg je dpnk ik wel voor, Dat geheimpje, dat je me vertelde, zal ik maar niet in de krant zetten, anders weten anideren1 het ook en dat wil je natuurlijk liever niet. M o n Bonte. Op één woordje na was je tweede raadsel ook goed, Mon, en dus heb ik het maar goed gerekend. Ik kan me begrijpen dat je door de sneeuwpret bijna geen tijd had' wn me een briefje te schrijven. Agatha Boerdijik. Hoeveel dubbeltjes heb jij nu van de week dn de sneeuw verdiend, Agatha? Dat moet je me volgende week eens schrijven, want je bent toch wel eens een keertje getuimeld, met baantje glijden? Itxa B o e 1 s. Zal ik je nu eens vertellen wat ik van jqu weet. Niet erg verwonderd kij ken, hoor, want je denkt natuurlijk dat het niets is. Luister dan maar eens. Ik weet je naam, ik weet dat je een vriendinnetje hebt, eh dat je zoo verstandig geweest bent om een goede raad van dat vriendinnetje op te volgen, dat je veel van lezen houdt en dat je graag een boek wilt winnen. Is dat niet allemaal waar? S i m a'O D u i n k e r, Hippolytu&hoef (W.). Je rijmpje op de raadsels staat er vandaag in, Simon, het andere heb ik nog even bewaard. Je moet me eerst eens schrijven hoe je daar aan komt, ik vdinid het erg aardig. Dat doe je dus de volgende week. Greta Muller, 't Is geloof ik maar goed dat het ijs nu weg is, Greta, want ik zie wel dat meisjes al net zoo onvoorzichtig zijn als jongens en als je te vroeg op het ijs gaat, dan kunnen er wel eenis akelige dingen gebeuren. Ik zal maar niet schrijven wat. Nannie Grande. Zoo, heb jij „Storm- vogeltje" uitgezocht als prijs, Nannie? Ja, ik weet wel dat dat een heel mooi boek is. Fijn w,as het, hè, dat je een prijs gewonnen hi.d? Corrie Portegijs. Dat scheelt maar een paar lettertjes, Corrie. Je hebt het bijina geraden. Ik weet er niet van dat ik je wel eienis gezien heb. Maar als Ik je nog eens tegen kom, zal je me het dan zeggen, dat jij Corrie Portegijs bent? Antje Ruiten. Ja, daar kan ik ook over mee praten, Antje, over kleine kinderen die leven maken. Want als ik 's middags thuis kom juicht broertje zoo hard', dat jie hem ge loof ik wel tien huizen ver kan hooren en dan moiet ik met hem spelen en komt er na tuurlijk niets van lezen en werken. Dus ik kan me best begrijpen dat jij ook je gedachte niet erg goed bij je rijmpje kon houden, toen je broertjes zoo'n herrie maakten. Maar als ik plaats heb, komt bet toch nog in 't Juttertje en anders een vodgienden keer maar eens, hè. Dan rijm je misschien ook beter. Nelli,e v. d. Slikke, Oosterland (T.). Dus je vond' jie boek mooi, Nellie? Ben juf frouw van kantoor heeft het voor je uitge zocht, want die weet natuurlijk beter wat een mooi meisjesboek is, dlan ik. En heb je heer lijk Bchaatsengereden? 't Ijs was op Texel zeker sterker dan in Den Helder, diat jullie vrij van school kregen. Annie Jansen. Nee, je kan niet iedere week een even grooten brief schrijven, Anniie, en ik weet nu al, dat wanneer .het straks war mer wordt, de briefjes van jullie kleiner wow den en dan ga ik misschien zelf ook minder schrijven. N e 11 i e S d r a c h. Jij bent vast een vrien- dinmetje van Corrie Portegijs,Nettle; En hoe denk je nu dat ik dat weet? Omdat jullie alle twee mijn naam op dezelfde manier fout ge schreven hebben Dus was dat nogal gemakke lijk te radens hè? A1 i Smit, De Kooy, Koegras. Wil je er om denken, Ali. dat je in -het vervolg niet meer vergeet om op de envelop, waarin je raadsels zitten, in den linkerbovenhoek te zetten „Raald- sels". Dit is een verzoek, dat alle raadsel- Vriendjes en vriendinnetjes van buiten de stad1 geldt. Jaap S i n n i g e. Dat is heel goed moge lijk, Jaap, dat je een paar maal je naam voluit onder je raadsels geschreven had, maar je moet het niet een paar maal doen, maar iedere week. Ik heb meer dan honderd) vriendjes en vrien dinnetjes en ik kan heusch niet alle voornamen uit mijn hoofd1 onthouden. Jan v. Vessem. Voortaan beter op je papieren passen, Jan. Nu ls het deze week nog voor goed gerekend. Henk Verheul. Ja,- dat is wel mogelijk, Hienk, dat je me van d'e week voor de deur gezien hebt,, maar Ik heb jou nieit gezien. De vorige week ben ik je wel tegengekomen en toen zag jij mij niet. Die voorspelling van jou, dat het Dinsdagavond weer zou sneeuwen, ls uitgekomen. Is je teekening al klaar. Ik kan me begrijpen dat het moeilijk is om' gezichten te teekenen. Annie v. d. Brink. Jij' bent Woensdag jarig geweest, Annie, en nu kom ik je nog gauw even feliciteeren. Als het Woensdag niet zulk slecht weer was geweest, was broertje misschien wel even gekomen, maar nu kon het niiet. Héb j'e een prettigen verjaardag gehad'? Natuurlijk wel, hè? Schrijf je me er eens wat over? En nu is je vader ook weer thuis: Wat een b'lije dingen deze week voor jou. Geertje v. Zaïtdw ij k. Dat ls een ver standig besluit geweest van jou, Geertje, om nu eindelijk ook eens mee te doen. Je zal er vast geen berouw van hebben. Beppy Zwierstra. Weet je hoeveel jij deze week voor je schrijven van mij gehad zou hebben, als ik onderwijzer was? Wat denk je? Een vijf, meer beslist niet. Wat een slordig briefje wa9 dat. In het vervolg moet het er netter ui.zien hoor? G r e t h a Moor. Jij bent net gelukkig geweest, Gretha, voor den eersten keer mee doen en dan meteen' een prijs 'winnen. Maar ik weet zeker dat de anderen je .het van harte gunnen' 't Wa,s fijn voor je. Reindert Dirks. Dat is erg jammer, Reindert, dat je zoo je best hebt ged'aan om het tweede raadsel te vinden, en dat je er niet op kon komen, 't Was toch niet zoo heel moeilijk, er waren tenminste veel goede oplos singen. Ma rietje Wiggerts. Je raadsels zijn te laat ingestuurd, Marietje. In het vervolg er dus om denken. Deze week kon je niet mee doen. Maartjev. d. Blink. Je moet eerst nog maar eens wat andere rijmpjes lezen, Maartje, b.v. dat vandaag in 'it Jutterje staat, dan zal jezelf het verschil wel zien en wat er nog aan jouw rijmpje ontbreekt. En als je er dan ge noeg gelezen hebt en je denkt dat je het kent, dan probeer je bet nog eens. Afgesproken? Nu moet ik nog even wat aan. d'e vriendjes en vriendinnetjes schrijven, die me eigenge maakte raadsels gezonden hebben, en dan ein dig ik mijn brief aan jullie weer. Klaas S t ad t rn au. Maar daar heb ik heusch geen tijd voor, Klaas, o'm dat raadsel van jou zelf op te gaan lossen. Ik zal het dus bewaren tot de volgende week. Lena Vermeulen. Jou raadsels waren aardig, Lena. Je zal ze wei eens in 't Jutertje vinden. S j o u k j e Troost. Zo'oal's je d'at spreekwoord opgaf, kan het niet geplaatst' worden, Sjoukje. Je moet zelf opgeven, hoe je het opgenomen wilit hebben en er dus een raadsel va,n m.afeen. C o rii. Tol. Dat raadsel was niet volledig, Cor, je had d'e nummers v.an de woorden op moeten geven. Dus nog maar eens over doen. Dina Lugtenborg. Nu was je raadisel goed, Dina. Gerda Karnen. Ook jouw raadsel komt voor plaatsing in aanmerking. D o r 1 s P i e t e r s. En het jouwe ook, Doris. Mi en Piet ar s. Het eerste raadsel ts te be kend, Mien, het tweede ls goed. Corne - Claus. Aan dat raadsel heb j-e heel wat werk gehad', öoorrie, maar het ia niet tevergeefs ge weest, wamt het wordt opgenomen. •Mijnheer de Kindervriend. Ik zal maar weer beginnen, Met een rijmpje tie verzinnen. Dieven zijn heel slechte menischen, Een deken op 't bed, wie zou dat niet wenschen? Een oude koning ia D'avdd, Een laken lis vaak helder wit. Een divankleed is het geheel, En nu begin ik aan het tweedie deel. De eerste letter is een B, Het is de tweede letter van het a, b, c. Het tweede is een hen, Een vogel, die ik heel goed ken. Een plaatsje in Gelderland is Horst, Het As terdege aan. de worst. In de venen vindt men plaggen, Dat is heusch waar, je moet er niet om lachen. Het gevraagde woord is Berg en Dal, Op één April .houdt men vaak iemand voor den mal. Planten ziet men bij den bloemist, Baden doet men als 't warm ls. Een huisdier is een kat, Die vangt ook wel eens een rat. Ten slotte komt nog die letter 1, En hiermede eindig ik mijn rijmerspel. SIMON DUYNKER, Hippolytushoef, Wieringcn. F4*» 7 doelen wan het .hieronder .af gebeelde vierkant, die men vooraf nauw- kenr1K m°et uitknippen, moeten Zm mannetjes gevormd worden zooals do moeten één voor één' gemaakt worden. Voor elk mannetje moeten alle deel tjes van den vierhoek gebruikt worden. Het schijnt eerst een onmogelijkheid, en toen kan heit. Probeer bet maar! Half bewusteloos zat Mj' op het paard, dat ook opgeschrikt door den knal, ra zend voortrende. En weldra waren zij thuis. Jan tuimelde van zijn paard strompelde naar de deur en viel als een' Doodelijk verschrikt sprongen zijn ouders op. Ze bogen zich over hem heen hier? Oplossingen der vorige raadsels: Divankleed. h En s t r o e plaGgen Goede oplossingen van helde raadsels ontvangen van J. B.; A. B M B pp t'o'hW ut. u Ofiti

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 12