HET KIMDEII5IH!@iKJ[
Hoe bouw Sik zelf een Stoomschip
De twee mannetjes.
Beste jongens en meisjesI
Dat was een fijne verrassing van <-9
week, hél Een heerlijk dik pe c sneeuw.
Yan die echte sneeuw waar je sneeuw
ballen mee kan gooien, waar je verrukke-
iijik© giljjbaneni op kon maken, waar je op
kon bo bsleeën en nog veel meer heerigke
dingen mee kon doen.
Eh nu ga ik me door die rijstebrijberg
0»
p»o a
Ons kinderverhaal,
het aangekTS nSt
wet en één zonder voet. De mannetjes
(Nadruk verboden).
Het schot uit de steengroeve.
(Een verhaal voor jongens).
Het was winter. De sneeuw viel in
groot© vlokken neer en bedekte het dak
van een boerderij In Schotland. Op een
donkeren avond zat de gelheeie familie
bijeen in die eenzame boerderij. Terwijl
het bulten stormde, was hot in de keuken
warm en gezellig.
Jan zat te lezen In ©en boek, dat vader
voor 'hem uit de stad had meegebracht.
Het wareü verhalen van roovers, ilie rei-
ziigers gevangen namen, op eenzame we
gen. enfin, jullie begrijpt: zo waren niet
erg zachtzinnig 1
Jan. nu was volkomen verdiept In z'n
lectuur, zóó verdiept zelfs, dat hij niet
eens hoorde, dat zijn moeder tot hem
sprak. Toen z'n vader hem echter aan
stootte, keek hij eindelijk op: „Je moet
even1 de poney zadelen," zei vader, „efi
naar het dorp gaan. Moeder bemerkt
daarnet, dat ze geen gist In huis heeft on
dat heeft ze morgen natuurlek noodig
voor het brood."
Het is in Schotland op de boerderijen
n.1. gewoonte, om het brood nog zelf te
bakken.
Jan aarzelde niet, alhoewel hij graag
z'n boek uitgelezen zou hebben. Hij ging
naar de stal en zadelde zijn poney.
„Een groot© flesch gist", riep moeder
hem nog na.
De poney ging In galop. Hit kende den
weg naar het dorp van bulten, zoodat Jan
niet behoefde te mennen.
En dat was eigenlijk maar goed ook.
Want Jan was niet op zijn gemak. De
griezelige verhalen begonnen een beetjo
na te werken. Bij keek huiverend om
zich heen.Wat was 't donker.en
wat stil. hè niets prettig.Daar was
het boschwat een rare boomen.
't leken wel spoken...
Bevend zat Jan te paard en reed door
hot bosch. Hij niaderdo nu een oude steen
groeve, die sinds jaren) was verlaten.
Als dóór. als daar nu eens roovers
waren.'t Was een ideale plaats.Zo
zouden vanuit het donker op hem af kun
nen springen.of op hem kunnen schie
ten huuuuuWeer huiverde Jan.
Bij; hield het hoofd rechtop en de ooren
wijd open, opdat hem toch maar geen ge
luid zou ontsinapponzelfs het geritsel
van een koniijin deed hem schrikken.
Gelukkig, nu was hij de gevaarlijke
plaats gepasseerd. Voor hem waren de
lichten van het dorp. Een heerlijk, veilig
igev'Oel wias dat.
Vlug reed Jan nu naar den winkel,
waar hij! wezen moest. Hij kocht zijn
flesch gist en stopte deze in den1 'binnen
zak van zijn jas.
'Zoolang Mj de lichten van het dorp bil
de vele koeren dat hij, omkeek kon zien,
ging alles goed. Maar zoodra was hij1 weer
alleen' ln het donkere bosch of de 'angst
kwam terug.
Weer was Mj het meest bevreesd voor
de oud© steengroeveNatuurlijk zat
daar de een of andere roover verborgen.,.,
en als zij) hem hier vonden ln het donkere
bosch?. er zou igeen haan naar
kraaien.... Niemand zou zijn hulpge
schreeuw hooren.waarom liet zijn va-
der hem ooik ülleen igiaian.als er wa.t
gebeurde.
Hij was nu weer vlak Mj! do steengroeve
gekomen. Sidderend van angst gaf Mj' het
paard de sporen. nog 5 Meter.nog
3- nog 1... Knal! Eon slag als een
Kanonskogel. en tegelijkertijd voelde
Jan hoe een lauw nat langs zijn zijde liep.
„l 'aar heb je het al. daar heb je het
tt'Ij, ®U]S(*e Het door zijn hoofd.
ben gneKfte?r6n den uitr0ep,:
steeoaaer 7'yn kleerenl !'os- Plotseling
steng er een daverend gelach on Tm
onente^' ;;V eV'a& <*at de flesch gist
©ruit geloiS 6611 hwl'e straal waa
Een kleine stoomboot kan men op de
volgende manier gemakkelijk zelf maken:
Eterst zien wie een klein bootje van blik
op te scharrelen. In een speelgoedwinkel,
op de markt, in een oudroestzaakje ligt
er ailtijd wel zooiets. Het biootje moet van
boven open zijn. Op don bodem ervan
bevestigen wij1 een, kleine spirituslamp,
liefst zoo'n lamp met twee vlammen, zoo-
als men wel gebruikt om krul tangen te
verwarmen, als mon op reis is. Hleroyer
heen bevestigen wij eon kleine, biikfcon
bus, waaraan eon klein buisje gesoldeerd
is. Wij' kunnen daarvoor b.v. een stukje
loodkabel gebruiken, zooals Mi' electrisehe
geleidingen dikwijls worden gebruikt. De
Joodgieter zorgt wel voor do rest Een
ander buisje, waarvan de diameter ie-ta
grooter is. wordt zoodanig in de boot
be vestigd, dat het een e einde dadelijk
tegenover bet buisje uitmondt, terwijl het
don' bodem van de boot m det wate^
stookt (O). Wij vullen nu don stoomketel
namelijk de kleine blikken bus, ongeroer
voor de helft mot water, en steken de
spirituslamp1 aan; dan zien wo het vol.
gendo gebeuren: do door de verwarming
van het. water ontstane stroom wordt door
het buisje bij A geperst on drijft via het
buisje B het scheepje vooruit. Hot borra.
len van het door don stroom bewerk^
water zal achter de boot een zog vormen
dat de illusie nog verhoogt.
„Door het schudden is do kurk er afge
sprongen dat was de knal begrijp je!
zei vader, toen Jan alles had verteld.
Maar dat „ik ben getroffen" heeft hJJ
nog vaak moeten hooren 1
Het Meeuweneiland.
Het „Meeuweneiland'" ls een klein el-
landje in het Miehiganmeer ln Noord-
Amerika, waar een groot aantal meeuwen
hulst, zooals de naam al aangeeft. ZIJ
woonden er ongestoord, want de enkele
keer, dat een visscher het eiland aandood,
werd hem het genoegen daarvan al gauw
vergald door het gekrijsoh van de groot©
zwermen meeuwen, die tegen hem opvlo
gen en hem ornringdon. Twee jaren gele
den werd het eilandje echter aangekocht
door een rijkon Amerikaan, die door de
bekoorlijke ligging ervan werd aange
trokken en er een zomerverblijf wild©
bouwon. De werklieden ondervonden veel
overlast van de meeuwen, die hun eiland
tot eiken prijs schonen te willen verdedi
gen en de mensohen haast zenuwziek
maakten door bun onophoudelijk gekrijsch
en gefladder. De eigenaar van het eilandje
wist echter zijn plannen door te zottep,
want een oude matroos had hem verze
kerd, dat de meeuwen het eilandje zouden
verlaten, wanneer het huis maar eenmaal
bmvoond was dat was zoo hun ge
woonte.
Dat kwam echter anders uit. De vogels
bleven op hun eiland on maakten het den
eigenaar van het huis zóó lastig, dat Ml
besloot het veld voor hen te ruimen. Wat
had Mi aan het mooie uitzicht, wanneer
Mi er niets van kon zien, door de zwer
men meeuwen, die om zijn ramen fladde
ren? Hij zou maar weggaan en in het vol
gende voorjaar opnieuw probeeren zijn
intrek ln het huis te nemen. Hij zorgde
ervoor, dat het huis bewoond was, voor
dat de meeuwen terugkwamen, doch hij
had niet gerekend op de volharding der
dieren. Zij kwamen in nog grooter ge
tale terug. Een verzoek om maatregelen
tegen de dieren te mogen nemen, werd
hem geweigerd, omdat in Amerika het
dooden van een meeuw Ml de wet verbo
den ls on zwaar gestraft wordt. Hij kon
dus niets anders doen, dan zijn huis ont
ruimen en de meeuwen de alleenheer
schappij terug te geven op hun laatste
toevluchtsoord ln Noord-Michlgan. Goed
zoo!
Nieuwe raadsels.
I.
Welk spreekwoord van 7 woordep
mrogiisetonddeftheeongdondniujödn.
lngea. door T. S. (Koegrag),
II.
Mijn eerste zweeft hoog boven in fc
luoht, met mijn tweede hebt ge op school
kennis gemaakt bij het rekomen, mijn
geheel 1» een nutuur-varsohijüHel, dut
vaak groote schade aanricht.
Digezoiaden door P. K.
RAADSELS.
I.
Dieven, deken, David, laken.
II.
b
bergendal
plaNten
baOen
k At
l
A. b'; M 5; B
T ,T x' -0, K-; H. L* A. V L M
UA. R.WTa'IV O vLJ-1
v. dl. S (Tffitfliv' r'-t <a 'tt
A v i i' 0111 J- S.;
n' r, k* (Koegras)* N R
P' M. S.; L. T.; O. T.; G. v. TM F
S. F J. v. V.; L. V.; W. V.; H V 0
V.; J. en P. W.; G. v. Z.; G. Z.; J. v'.'z j
EEN ZWARE TOCHT.
Ernst Hückel, do bekende geleerde,
maakte in 1869 een sledetocht over den
Gotthard. Uit zijn beschrijving citoewn
wtj:
Na een heerlyko reis per stoomboot,
van Luzern over het Vierwaldstütter-
meer, zett© ik t» Fluolen de reis voort ln
do postal ode.
Ofschoon er bijna geen plaats moe®
was, kroop eon Oostenrijksch officier,
waar ik onderweg mee kennis gemankj
had, ook nog in het vehikel.
De pret duurde echter niet laug, wnvt
aan het eerstvolgende station werden
mijn makker en lk in eon stoet van zes
sleden opgenomen, mH het gevolg, dat
wflj niet meer bij elkander konden zitten.
Tot aan de oorden warmpjes Ingepakt, kon
ik naar hartelust genieten van de prach
tige sneeuwwereld. Reeds ln Altdorf
waarschuwde de posthouder, dai de reis
ver van gemakkelijk zou zijn, hij had
reeds sinds twee dagen geen post meer
gezien.
Reeds aan den voet van den machtigen
Bristenstock, waar de eigenlijke Gothard-
straat hoe lunger hoe steiler wordt, had
de sneeuw, die aanvankelijk twee h drie
voet hoog lag, reeds een dikte van vier
voet bereikt, met het gevolg, dat onze
paarden slechts zeer langzaam vooruit
kwamen.
Ongeveer een uurtje voorbij Wassen
stonden wij eonsklaps voor een sneeuw-
borg,, dio den weg totaal afsneed. OM
bleef niets anders over dan ons er zoo
goed mogelijk doorheen te werken. De
passagiers stapten uit. klauterden over
den hoogen sneeuwberg en stampten met
de voeten zoo hard wil maar konden om
een stevig pad voor de paarden te krij
gen. Toen de passage vrij hard was, pro
beerden wjj eerst de slede er over te
krijgen, wat ons ten slotte gelukte.
Minder fortuinlijk waren wij met num-
raero twee. Het paard hield al dadelijk
te veel zijwaarts, waardoor het heeloinaal
m de losse sneeuw wegzonk, zoodat alleen
nog maar een kop en een gedeelte van
ij ru^ zichtbaar waren. Met de vijfde
slede beleefden wij nog erger dingen, die
viel op bet hoogste punt ondersteboven.
Gelukkig kon het paard zich staande
houden en bevatte do slede alleen mak1
bagage.
Wij moesten ons nog ettelijke koeren
door de sneeuw heenwerken. Onze kartt-
vaan bracht het den eersten dag tot An*
derm'att.
Tot overmaat van rainp zakten' wij tel
kens als wij: maar even vian het pad af
raakten totaain de heupen in de sneeuw
wit was inderdaad bet ergste van alieS»
want terwijl onze beenen, ondanks de
vel© warme bedekkingen, totaal verstijf
den door de hevige koude, transpireerde
net bovenlichaam tengevolge van de ia-
spanning.
Bij alle ellende kwam nog een heVi#0
sneeuwstorm, die het -landschap in <!®n
droefgeestig licht hulde. Niet lang dmirdö
,-:J?nzo eoniige gidsen ln de sneeuW-
waren dl0 telegraafpalen.
n,vr .0n(lon namelijk geen: hand voor
1 gen zien en mochten werkelijk v:a,n g!®"
luk spreken dat wij eindelijk, na zes uur
oo L öf0"',' Velu» on woil ln' dö herberg
Fon V!f iottbard aankwamen.
j 'toolit om nooit te vergeten.
Jullie hebt natuurlijk allemaal flink je
beat gedaan met sneeuwballen gooien.
Toen ik tenminste Woensdagmiddag naar
huis ging ben ik heel wat sneeuwballende
jongens voorbijgekomen en ze hebben ine
niet gespaard) ook. Dat kwam natuurlijk
vanwege m'n hoed.. Er waren jongens die
je zoo pardoes een sneeuwbal in je gezicht
gooiden en dan soms hardie ballen hadden
gemaakt, maar er waren er ook, die me
vroegen: „Meneer, mag 't van een af
standje?" En die kregen natuurlijk per
missie.
En nu is de sneeuwpret weer voorbij en
de schaatsen kan je wel weer opbergen
en nu gaan we weer opnieuw verlangen
naar de lente, zooals we een paar weken
geleden ook dleden. Weet je dat nog?
Want de lente komt, ik heb al crocusjes
gezien en veel meer andere dingen die het
zeggen, dat we eenj fijnen tijd tegemoet
gaan.
van briefjes heenwerkem.
M i e t j e Breeuwer. Als jij maar niet
te veel pret hebt met Lena Vermeulen op
handwerkles en teekenen, Mientje, want dan
zal er wel niet veel van je lessen terecht ko
men. Maar daar zorg je dpnk ik wel voor,
Dat geheimpje, dat je me vertelde, zal ik maar
niet in de krant zetten, anders weten anideren1
het ook en dat wil je natuurlijk liever niet.
M o n Bonte. Op één woordje na was je
tweede raadsel ook goed, Mon, en dus heb ik
het maar goed gerekend. Ik kan me begrijpen
dat je door de sneeuwpret bijna geen tijd had'
wn me een briefje te schrijven.
Agatha Boerdijik. Hoeveel dubbeltjes
heb jij nu van de week dn de sneeuw verdiend,
Agatha? Dat moet je me volgende week eens
schrijven, want je bent toch wel eens een
keertje getuimeld, met baantje glijden?
Itxa B o e 1 s. Zal ik je nu eens vertellen
wat ik van jqu weet. Niet erg verwonderd kij
ken, hoor, want je denkt natuurlijk dat het
niets is. Luister dan maar eens. Ik weet je
naam, ik weet dat je een vriendinnetje hebt,
eh dat je zoo verstandig geweest bent om een
goede raad van dat vriendinnetje op te volgen,
dat je veel van lezen houdt en dat je graag
een boek wilt winnen. Is dat niet allemaal
waar?
S i m a'O D u i n k e r, Hippolytu&hoef (W.).
Je rijmpje op de raadsels staat er vandaag in,
Simon, het andere heb ik nog even bewaard.
Je moet me eerst eens schrijven hoe je daar
aan komt, ik vdinid het erg aardig. Dat doe je
dus de volgende week.
Greta Muller, 't Is geloof ik maar goed
dat het ijs nu weg is, Greta, want ik zie wel
dat meisjes al net zoo onvoorzichtig zijn als
jongens en als je te vroeg op het ijs gaat, dan
kunnen er wel eenis akelige dingen gebeuren.
Ik zal maar niet schrijven wat.
Nannie Grande. Zoo, heb jij „Storm-
vogeltje" uitgezocht als prijs, Nannie? Ja, ik
weet wel dat dat een heel mooi boek is. Fijn
w,as het, hè, dat je een prijs gewonnen hi.d?
Corrie Portegijs. Dat scheelt maar
een paar lettertjes, Corrie. Je hebt het bijina
geraden. Ik weet er niet van dat ik je wel
eienis gezien heb. Maar als Ik je nog eens tegen
kom, zal je me het dan zeggen, dat jij Corrie
Portegijs bent?
Antje Ruiten. Ja, daar kan ik ook over
mee praten, Antje, over kleine kinderen die
leven maken. Want als ik 's middags thuis
kom juicht broertje zoo hard', dat jie hem ge
loof ik wel tien huizen ver kan hooren en
dan moiet ik met hem spelen en komt er na
tuurlijk niets van lezen en werken. Dus ik
kan me best begrijpen dat jij ook je gedachte
niet erg goed bij je rijmpje kon houden, toen
je broertjes zoo'n herrie maakten. Maar als ik
plaats heb, komt bet toch nog in 't Juttertje
en anders een vodgienden keer maar eens, hè.
Dan rijm je misschien ook beter.
Nelli,e v. d. Slikke, Oosterland (T.).
Dus je vond' jie boek mooi, Nellie? Ben juf
frouw van kantoor heeft het voor je uitge
zocht, want die weet natuurlijk beter wat een
mooi meisjesboek is, dlan ik. En heb je heer
lijk Bchaatsengereden? 't Ijs was op Texel zeker
sterker dan in Den Helder, diat jullie vrij van
school kregen.
Annie Jansen. Nee, je kan niet iedere
week een even grooten brief schrijven, Anniie,
en ik weet nu al, dat wanneer .het straks war
mer wordt, de briefjes van jullie kleiner wow
den en dan ga ik misschien zelf ook minder
schrijven.
N e 11 i e S d r a c h. Jij bent vast een vrien-
dinmetje van Corrie Portegijs,Nettle; En hoe
denk je nu dat ik dat weet? Omdat jullie alle
twee mijn naam op dezelfde manier fout ge
schreven hebben Dus was dat nogal gemakke
lijk te radens hè?
A1 i Smit, De Kooy, Koegras. Wil je er
om denken, Ali. dat je in -het vervolg niet meer
vergeet om op de envelop, waarin je raadsels
zitten, in den linkerbovenhoek te zetten „Raald-
sels". Dit is een verzoek, dat alle raadsel-
Vriendjes en vriendinnetjes van buiten de
stad1 geldt.
Jaap S i n n i g e. Dat is heel goed moge
lijk, Jaap, dat je een paar maal je naam voluit
onder je raadsels geschreven had, maar je moet
het niet een paar maal doen, maar iedere week.
Ik heb meer dan honderd) vriendjes en vrien
dinnetjes en ik kan heusch niet alle voornamen
uit mijn hoofd1 onthouden.
Jan v. Vessem. Voortaan beter op je
papieren passen, Jan. Nu ls het deze week
nog voor goed gerekend.
Henk Verheul. Ja,- dat is wel mogelijk,
Hienk, dat je me van d'e week voor de deur
gezien hebt,, maar Ik heb jou nieit gezien. De
vorige week ben ik je wel tegengekomen en
toen zag jij mij niet. Die voorspelling van jou,
dat het Dinsdagavond weer zou sneeuwen, ls
uitgekomen. Is je teekening al klaar. Ik kan
me begrijpen dat het moeilijk is om' gezichten
te teekenen.
Annie v. d. Brink. Jij' bent Woensdag
jarig geweest, Annie, en nu kom ik je nog
gauw even feliciteeren. Als het Woensdag niet
zulk slecht weer was geweest, was broertje
misschien wel even gekomen, maar nu kon het
niiet. Héb j'e een prettigen verjaardag gehad'?
Natuurlijk wel, hè? Schrijf je me er eens wat
over? En nu is je vader ook weer thuis:
Wat een b'lije dingen deze week voor jou.
Geertje v. Zaïtdw ij k. Dat ls een ver
standig besluit geweest van jou, Geertje, om
nu eindelijk ook eens mee te doen. Je zal er
vast geen berouw van hebben.
Beppy Zwierstra. Weet je hoeveel jij
deze week voor je schrijven van mij gehad zou
hebben, als ik onderwijzer was? Wat denk je?
Een vijf, meer beslist niet. Wat een slordig
briefje wa9 dat. In het vervolg moet het er
netter ui.zien hoor?
G r e t h a Moor. Jij bent net gelukkig
geweest, Gretha, voor den eersten keer mee
doen en dan meteen' een prijs 'winnen. Maar
ik weet zeker dat de anderen je .het van harte
gunnen' 't Wa,s fijn voor je.
Reindert Dirks. Dat is erg jammer,
Reindert, dat je zoo je best hebt ged'aan om
het tweede raadsel te vinden, en dat je er niet
op kon komen, 't Was toch niet zoo heel
moeilijk, er waren tenminste veel goede oplos
singen.
Ma rietje Wiggerts. Je raadsels zijn
te laat ingestuurd, Marietje. In het vervolg
er dus om denken. Deze week kon je niet mee
doen.
Maartjev. d. Blink. Je moet eerst nog
maar eens wat andere rijmpjes lezen, Maartje,
b.v. dat vandaag in 'it Jutterje staat, dan zal
jezelf het verschil wel zien en wat er nog aan
jouw rijmpje ontbreekt. En als je er dan ge
noeg gelezen hebt en je denkt dat je het kent,
dan probeer je bet nog eens. Afgesproken?
Nu moet ik nog even wat aan. d'e vriendjes
en vriendinnetjes schrijven, die me eigenge
maakte raadsels gezonden hebben, en dan ein
dig ik mijn brief aan jullie weer. Klaas
S t ad t rn au. Maar daar heb ik heusch geen
tijd voor, Klaas, o'm dat raadsel van jou zelf
op te gaan lossen. Ik zal het dus bewaren tot
de volgende week. Lena Vermeulen.
Jou raadsels waren aardig, Lena. Je zal ze
wei eens in 't Jutertje vinden. S j o u k j e
Troost. Zo'oal's je d'at spreekwoord opgaf,
kan het niet geplaatst' worden, Sjoukje. Je
moet zelf opgeven, hoe je het opgenomen wilit
hebben en er dus een raadsel va,n m.afeen.
C o rii. Tol. Dat raadsel was niet volledig,
Cor, je had d'e nummers v.an de woorden op
moeten geven. Dus nog maar eens over doen.
Dina Lugtenborg. Nu was je raadisel
goed, Dina. Gerda Karnen. Ook jouw
raadsel komt voor plaatsing in aanmerking.
D o r 1 s P i e t e r s. En het jouwe ook, Doris.
Mi en Piet ar s. Het eerste raadsel ts te be
kend, Mien, het tweede ls goed. Corne -
Claus. Aan dat raadsel heb j-e heel wat werk
gehad', öoorrie, maar het ia niet tevergeefs ge
weest, wamt het wordt opgenomen.
•Mijnheer de Kindervriend.
Ik zal maar weer beginnen,
Met een rijmpje tie verzinnen.
Dieven zijn heel slechte menischen,
Een deken op 't bed, wie zou dat niet
wenschen?
Een oude koning ia D'avdd,
Een laken lis vaak helder wit.
Een divankleed is het geheel,
En nu begin ik aan het tweedie deel.
De eerste letter is een B,
Het is de tweede letter van het a, b, c.
Het tweede is een hen,
Een vogel, die ik heel goed ken.
Een plaatsje in Gelderland is Horst,
Het As terdege aan. de worst.
In de venen vindt men plaggen,
Dat is heusch waar, je moet er niet om lachen.
Het gevraagde woord is Berg en Dal,
Op één April .houdt men vaak iemand voor
den mal.
Planten ziet men bij den bloemist,
Baden doet men als 't warm ls.
Een huisdier is een kat,
Die vangt ook wel eens een rat.
Ten slotte komt nog die letter 1,
En hiermede eindig ik mijn rijmerspel.
SIMON DUYNKER,
Hippolytushoef, Wieringcn.
F4*» 7 doelen wan het .hieronder .af
gebeelde vierkant, die men vooraf nauw-
kenr1K m°et uitknippen, moeten Zm
mannetjes gevormd worden zooals do
moeten één voor één' gemaakt worden.
Voor elk mannetje moeten alle deel
tjes van den vierhoek gebruikt worden.
Het schijnt eerst een onmogelijkheid, en
toen kan heit. Probeer bet maar!
Half bewusteloos zat Mj' op het paard,
dat ook opgeschrikt door den knal, ra
zend voortrende. En weldra waren zij
thuis. Jan tuimelde van zijn paard
strompelde naar de deur en viel als een'
Doodelijk verschrikt sprongen zijn
ouders op. Ze bogen zich over hem heen
hier?
Oplossingen der vorige raadsels:
Divankleed.
h En
s t r o e
plaGgen
Goede oplossingen van helde raadsels
ontvangen van J. B.; A. B M B pp
t'o'hW ut. u Ofiti