TOBRALCO VERTELT HAAR GESCHIEDENIS GRATIS UMHSElSk wSSrtïfïrtS&lESift!!: Iets over belastingen. De beteekenis der beurzen voor het economisch leven. ZOOEVEN VERSCHENEN: Gemeentelijke Ziekenhuisverpleging. Dit aardige geïl lustreerde boekje op aanvraag krijgbaar ver- Inkomstenbelasting. Kunnen de kosten v»n onderhoud van den tuin afgetrokken warden? In het arrest van den Hoogen Raad, op genomen onder nummer 4135 van het werk: „Beslissingen in belastingzaken", wordt de vraag behandeld, of belangheb bende van de op 3800 geschatte huur waarde van het bij hem in eigen gebruik zijnde perceel in mindering mocht bren gen het jaarloon ad 1240 van een knecht, die hij noodig heeft om den tuin in dus- danigen staat te houden, dat de huur waarde van 3800 voor het geheele per ceel kan worden bedongen. De Minister meende, dat aftrek niet ge oorloofd was, uit overweging, dat kosten, welke aan het onderhoud van den tuin worden besteed, gemaakt moeten worden door den bewoner of gebruiker, onver schillig of hij als eigenaar, dan als huur der het perceel bewoont; dat die kosten noch voor huurder noch voor eigenaar als kosten tot behoud van de opbrengst kunnen worden aangemerkt, daar, in dien de eigenaar een aanvankelijk door bestrijding der voor zijn bedrijf belemme- j rende bepalingen, enz., door andere par- I tijen voorgestaan, het best geschiedde door de partij, waaraan hij zijn bijdrage had gegeven, zoodat het in het belang van zijn bedrijf was, dat die partij zoo sterk mogelijk vertegenwoordigd werd. De Raad van Beroep te Zwolle achtte een dergelijken aftrekpost niet toelaat ba (Beslissing no. 4103). De bedoelde bij drage beschouwde deze Raad niet als bijdrage noodig voor de uitoefening v het bedrijf en evenmin als een uitgave, welke geacht kan worden rechtstreeks daarop betrekking te hebben, al moge ook tusschen het geven van die bydiage en het bedrijf een verband bestaan. Hoe moet men wachtgeld, waar van het bedrag zich wijzigt, aan geven? Geschil bestond omtrent de toepassing der bronnentheorie ten aanzi en ivan wachtgelden. Beschouwt men het recht op wachtgeld als de bron, dan moet telkens op 1 Mei worden aangegeven het wacht geld. over het afgeloopen kalenderjaar ge noten. Is daarentegen 4® J ken het recht op wachtgelld tot een be naald bedrag, dan moeten, als dit bearag verandering beeft ondergaan, (hetgeen by wachtgeld meermalen het geval is), en ei oü 1 Mei sedert die verandering nog geen vol kalenderjaar verstreken is, gege ven worden de dan te schatten jaar ij - sche inkomsten uit dat wachtgeld naa den toestand op 1 Mei. De Hooge Raad besliste bij arrest op genomen in Beslissing no. 4141 in eerst- bedoelden zin. Eén wachtgelder heeft dus steeds het door hem over het aan 1 Mei voorafgaand kalenderjaar genoten wacht- geld aan te geven, onverschillig of het be drag zelf wijziging heeft ondergaan. Was hij op 1 Mei nog geen vol kalenderjaar wachtgelder, dan moet hij natuurlijk, evenals bij ander» bronnen, schatten. Kan de belasting-administratie specificatie van het effectenbezit vragen? Bij arrest opgenomen In Beslissing 4169, overwoog de H. R., dat de inspec teur, indien hij nadere inlichtingen noo dig acht, den aangever daartoe in de ge legenheid kan stellen; dat deze toelichting ook betrekking kan hebben op het aan gegeven effectenbezit; zoodat het niet is uitgesloten, dat de inspecteur, indien de aangifte daartoe aanleiding geeft, den aangever verzoekt schriftelijk op te ge ven, welke effecten hij heeft aangegeven en welke waarde hij daaraan heeft toege kend; dat indien aan een zoodanig ver zoek niet wordt voldaan, de inspecteur van zijn bevoegdheid kan gebruik maken om eeni aanslag met afwijking van de aan gifte, indien deze hem te laag voorkomt, op te leggen; dat wanneer de belasting schuldige daarna een bezwaarschrift tegen den aanslag indient, hij desgevraagd ge houden is den inspecteur inzage te ver- leenen van boeken of andere bescheiden, die tot staving zijner beweringen kunnen dienen, zelfs al beeft de inspecteur op ön- juisten grond den aanslag naar een hoo- ger bedrag dan de aangifte geregeld; dat belanghebbende, die inzage heeft gewei gerd, daardoor niet voldaan heeft aan aannam, niet alleenmaar SüSuS".teïïïïêr wet onvereenig. baar is. hem verhuurde woning in eigen gebruik I zÜn wettelijke verplichtingen tot inzage, omdat hij, daar hij beweerde, dat de aan slag te hoog was en volhield, dat bet effec tenbezit juist was aangegeven, deze be weringen uitteraard door boeken of andere bescheiden kon staven; dat de Raad van Beroep alzoo terecht den aanslag heeft ge handhaafd, nu hem niet was gebleken, dat de aanslag te hoog was; dat belangheb bende weliswaar heeft aangevoerd, dat hij geen boeken of andere bescheiden heeft, doch dat hij dit niet aannemelijk heeft ge maakt, zoodat hij geacht moet worden de boeken of andere bescheiden wèl te heb ben; dat belanghebbende tenslotte klaagt, dat de Raad zijn aanbod om zijn aangifte te beëindigen is voorbijgegaan, doch dat de Raad geenszins verplicht is om op dit aanbod in te gaan. neemt, de opbrengst (de huurwaarde) ge lijk blijft, waaruit volgt, dat het dan te zijnen laste komende onderhoud van den tuin niet strekt om de opbrengst te be houden. Ons hoogste rechtscollege verwierp evenwel deze meening. Artikel 5 der wet bepaalt, aldus dit ooilege, dat als op brengst van onroerend goed in eigen ge bruik voor woning beschouwd wordt de huurwaarde van dat onroerend goed, ter wijl art. 10 voorschrijft, dat de opbrengst van een bron van inkomen verminderd wordt ter berekening van baar zuiver be drag met de kosten tot behoud der op brengst. Onder .huurwaarde" moet, zoo vervolgt de H. R., worden verstaan het bedrag, dat onder normale omstandighe den ais huursom voor zulk een onroerend goed kan worden bedongen, terwijl de kosten, welke men noodzakelijk moet aan wenden, om een bij een huis behoorenden tuin in goeden staat te behouden, behoo- ren tot de kosten tot behoud van de op brengst van bet onroerend goed, daar, wanneer deze niet worden gemaakt de tuin in verval zal geraken, tengevolge waar van de huurwaarde, dat is de opbrengst, van het onroerend goed zal verminderen. Derhalve moet ter berekening van het zui ver bedrag van de opbrengst van een on roerend goed in eigen gebruik voor wo ning of huishoudelijke doeleinden de huurwaarde van dat goed verminderd worden met de noodzakelijke kosten van onderhoud van den tuin. De H. R. merkt hierbij nog op, dat af trek van aeze kosten alleen mogelijk is voor den eigenaar en niet voor den huur der, omdat voor den huurder het onroe rend goed geen bron van inkomen is, zoo dat aftrek van kosten van de opbrengst van het goed voor dezen is uitgesloten. Voor zooveel noodig deelen wij nog mede, dat het vorenstaande alleen te pas komt ten aanzien van slertuinen. Kosten tot verwerving van de producten van den moestuin zijn niet voor aftrek vatbaar. Want voor de wet op de inkomstenbelas ting geldt als opbrengst van een moestuin niet de waarde van de daarin verbouwde producten, doch de huurwaarde, zoodat kosten tot verwerving dezer producten niet dienen tot verwerving van de brengst in den zin der wet. op- Zfln bijdragen voor politieke verkiezingen bedrijïsonkosten? Iemand wenschte de bijdragen, die hij „f van z«n bedrijf verstrekt had nartil^ ir,SleZ1.ngsfonds eener Politieke P ij. in mindering van de opbrengst van Kan men bezwaarschriften bln nen den gestelden termijn In dienen door Dra. J. A. OOLTOF. IX. beurs is Bonden. een private behooreu hoofdzakelijk tot twee groote ten aannemen en ^voeien w en private Per^Lrtanïen De jobbers, een soort van makelaars °"een TelArK toM!» Iemand ontving een aanslagbiljet voor de inkomstenbelasting, gedagteekend 26 April 1927. Op dienzelfden dag diende hij een bezwaarschrift tegen dezen aanslag in. De inspecteur gaf hierop op 15 Mei 1927 eene beschikking. Belanghebbende diende vervolgens op 27 Mei 1927 opnieuw een bezwaarschrift tegen gemelden aan slag in, alzoo binnen den wettelijken ter mijn van twee maanden na de dagteeke- ning van het aanslagbiljet. De inspecteur verklaarde hem evenwel daarin niet on- vankelijk. Ook de Raad van Beroep hul digde deze opvatting, overwegende, dat de wetgever beeft bedoeld, dat tegen iederen aanslag rechtsgeldig één bezwaarschrift kan worden ingediend, daar in hooger be roep nog nieuwe bezwaren tegen den aan slag kunnen worden ingebracht, terwijl een ander stelsel tot de niet te aanvaarden ongerijmdheid zou voeren, dat hij, die den termijn van hooger beroep tegen een uit spraak van dien inspecteur heeft laten ver- loopen, nog door 'n nieuw bezwaarschrift, mits binnen kien voorgeschreven termijn, bij dieru inspecttur in te dienen, in de gele genheid zou zijn om alsnog een uitspraak van den Raad v. Beroep en vervolgens van den Hoogen Raad te verkrijgen. De H R bevestigde bij het arrest in Beslissing 422o, de bestreden uitspraak. De overwe gingen, waarop ons hoogste rechtscollege zijn uitspraak steunt, luiden als volgt: O. dat de administratieve behandeling van den aanslag, welke door indiening van het bezwaarschrift wordt geopend, ein digt, zoodra de inspecteur hierop zijne be schikking heeft gegeven, daar de wet er zijn bedrijf "ti'bran Jen T ^an u^tgaiat' dat een belanghebbende ver bij deze bijdragen te 200 ze e v6r slechts door middel van beroep zijn ut M» w»Sül™L86lyken waren .bezwaren kan doen gelden; y »«wUn da1 O. dat trouw#»», indien iet» ander# Bultonlandscho beurzen. Nadat wij in onze vorige beschouwingen den beurshandel en zijn beteekenis heb ben geschetst, zullen wij thans overgaan tot het geven van een vluchtig overzicht van enkele der voornaamste buitenland sche beurzen, waarna wij in ons komend artikel de Amsterdamsche, die zich na den Xg tot een financieel centrum van internationale beteekenis heeft opgewerkt, iets uitvoeriger zullen behandelen. New-York. In New-York zijn een aantal effecten beurzen, waarvan de voornaamste is de officieele groote „New-York Stock Ex- cbange", welks gebouw is gelegen in Wall Street, zoodat men, wanneer men de New-Yorksche of Amerikaansche beurs- gebeurtenissen bespreekt, het meestpl over „Wall Street" heeft. Naast deze kent men o.a. de „Consolidated Exchange waarvan het lidmaatschap gemakkelijker te verwerven is dan van de bovengenoem de, en waar meestal ook kleinere stukken worden verhandeld. Voorts is daar nog de zg „Curb Market" (woordelijk vertaald: trottoir markt), die haar naam dankt aan het feit, dat zij in 1921 uit veelvuldige samenscholingen op straat is ontstaan. Zij neemt den laatsten tijd nog steeds in be lang toe, wijl bij haar worden verhandeld de waardepapieren der pas opgerichte maatschappijen tot het tijdstip dat zij door Wall Street worden opgenomen en ook doordat het aantal buitenlandsche effec ten, dat er wordt verhandeld nog steeds grooter wordt. In het algemeen echter is de New-York- sche beurs bijzonder belangrijk, omdat zij weerspiegelt de bedeggings- en kapitaal behoeften en tevens de speculatieve gees tesgesteldheid van den rijksten staat der wereld. En zoo is het dan ook niet te ver wonderen, dat men op de andere beurzen steeds rekening houdt met de stemming te New-York, die min of meer tot een richtsnoer voor de beursbezoekers wordt, betgeen andersom echter niet mag zeg gen, dat het verloop aan welke beurs dan ook, enkel neerkomt op een slaafsche na volging der te New-York waargenomen tendenzen. Ontegenzeggelijk heeft dit financieel-) centrum in de na-oorlog9che periode ech ter een -belangrijke toename van zijn be teekenis ervaren, die intusschen ook pa rallel gaat met de phenomenale ontwik keling der Vereenigde Staten zelf, di< haar machtige hulpbronnen in een steeds stijgende mate en met immer toenemende doelmatigheid wisten uit te buiten. Maar daarnaast treedt ook een factor van meer internationale beteekenis. Terwijl immers, vóór den wereldoorlog het beursverkeer zich hoofdzakelijk beiperkte tot in Amerik* uitgegeven effecten, worden nu in toene mende mate buitenlandsche waarden ge emitt8erd. Zoo is het beeld te New-York even internationaal als dat te Londen welk centrum intusschen door New-York in beteekenis verre is overvleugeld. Ame rika is immers van positie veranderd. Was het voor den oorlog nog een staat, die bij vele andere in het krijt stond, na 1918 is dit totaal gewijzigd en is het zelf de mach tige schuldeischer van Europa geworden Zoo werd New-York wereldbankier. Ooi sedert de emissie der reparatieleening ir 1924 tot een bedrag van 800 mülioer goudmark, heeft ook Duitschland zich tot de Amerikaansche kapitaalmarkt gewend en tot het eind van 1929 werd daar voor 5 milliard mark aan Duitsche leeningen opgenomen. Steeds meer dringt men er van Amerikaansche zijde op aan dat ook aandeelen van buitenlandsche onder nemingen te New-York zullen worden ge noteera en verhandeld, waaraan men ook langzamerhand heeft toegegeven. De handel geschiedt voor een groot deel niet met de effecten zelf maar met daar voor in de plaats afgegeven certificaten, die daarbij vaak het gemak hebben, dat zij tot kleinere bedragen worden uitge- geven dan de oorspronkelijke stukken, waardoor ze gemakkelijker te verhande len zijn. De noteering te New-York is doorloo pend, m dier voege, dat voor elke trans actie een koers wordt gemeld. Deze koers, tezamen met de telkens verhandelde hoe- ve,j j „d.,en soort der stukken wordt on middellijk gepubliceerd door middel van de z.g. „t i c k e r". Dit is een apparaat, waarmee op heel groote afstanden deze ieiten kan aangeven, zóó dat het direct leesbaar is. Het is zoodoende mogelijk de resultaten en cijfers door de geheele. stad, ja over het land bekend te maken bij de banken, de restaurants, die tot dit doel veelal een aparte zaal beschikbaar heb- aowmawi00k bij dejl barbier en andere gelegenheden, waar zich op beurstiiden HifliJ)nenangSt/i1flelnden plegen te bevinden. Hierdoor wordt bereikt dat iedereen de af- Ja,n- eigen or<Iers kan waar- I+am zoodat ln het algemeen de belang- bStnSnwVmiek door d6ze vinding oeiangnjk is toegenomen. Voor zoover sterdam6^ Carlton Hotel te Am- waa? me2 6otnii!f sPlaats in Nederland, waaromen ook kt# dargsüiks kan aan- het verschil tusschen in- en yerkoopspUI - De S. taak, die <le hop steeds vervult, is de kapitaalve vau h.ï geheele Britache EniPf»™; Dienovereenkomstig nemen de Zuld-AIri kaansche waarden, oliën en rubber een be- lanSke plaats ln het beursverkeer ln. Wat Engeland zelf betreft worden vooia de lndustrieele en mljnaandeelen voriian- deld. Het valt bier op, dat de belangrijke textielindustrie van Lancashire met- van af de Londensche beurs wordt gefinan cierd. Dit vindt zijn verklaring ln het feit, dat de spinnerijen hun kapitaal met put ten uit aandeelen of obligaties, zooals dat overal elders te doen gebruikelijk Is, n\aa^ uit deposito's, die voor het overgroote deel door de arbeiders en verder door de om wonenden en dus indirect by deze bediij- ven belanghebbende bevolking worden verschaft. Het feit, dat het voor deze ondernemin gen mogelijk is, om haar middelen uit deze bron te krijgen, berust op de locale eenheid, waarbij de spinnerij allerwege als d e welvaartsbron wordt erkend. Meer nog dan New-York heeft Lon den, doordat het de flnancleele bron voor het gansche keizerrijk vormt, internatio nale betrekkingen. Maar na den oorlog heeft het op het gebied der emissie# zijn beteekenis zien verminderen wat betreft de buitenlandsche leeningen. Daarentegen heeft New-York steeds meer deze rol van Londen overgenomen, zoodat zelfs Eiigel- sche staatsleeningen aan de New-York- sche beurs worden geïntroduceerd. De no- teering der koersen van staatsleeningen en obligaties geschiedt in procenten van de nominale waarde. De waarde der aan deelen wordt ln ponden sterling (pl.m. 12.10) en shillings 0.60) aangegeven. De aandeelen zijn meestal op naam ge steld, zoodat verhandeling enkel zou kun nen plaats vinden door overschrijving. Om dezen omslag te vermijden zijn tege» deze stukken certificaten uitgegeven, die onpersoonlijk zijn en bij verhandeling dus geen administratieve moeilijkheden op leveren. De handel is bijna uitsluitend ter mij nhandel. Pa rijs. Voor den oorlog had deze beurs een groot belang voor de verhandeling van Russische waarden, hetgeen in den oorlog intusschen met de waarde der stukken zelve is verdwenen. Maar ook na 1918 ver toont de beurs daar een levendig verkeer. Dit ia het gevolg van den bekenden grooten kapitaalrijkdom van Frankrijk, waardoor ook een krachtige speculatie wordt bedre ven. In den trijd der Inflatie van dein Fran- schen franc hebben de binnenlandsche ef fecten van banken en lndustrieele onder nemingen voor deze beurs een nog grooter beteekenis gekregen dan tevoren het ge val was, omdat toen de verhandeling aan buitenlandsche beurzen alleen verliezen kon opleveren tengevolge van den lagen frankenkoers. In de laatste jaren wordt ook van Duitsche zijde weer aan het Pa- rjjsche beursverkeer deelgenomen. Zooals wjj al eerder schreven bestaat de Parijsche beurs uit twee deelen. De eerste is do offi cieele markt of het „parquet". De make laars die hier hun bedrijf uitoef ener, vor men een van staatswege erkende vereeni- ging, welker ledental tot 70 is beperkt. Het lidmaatschap is zeer duur. Het andere deel is de „coulisse", die vroeger steeds uit twee afdeelingen bestond, die juist eenige weken geleden ttft één geheel zijn samengevoegd dat den naam zal dragen van „Syndicat Général des Banquiers en Valeurs prés de la Bourse de Paris". Door den grooten kapitaalrijkdom in Frankrijk, wordt het kapitaalverkeer dus ook sterk door renteniers beïnvloed. De staatslee ningen hebben tengevolge hiervan een grootere beteekenis dan elders en hun no teering vertoont dan ook enkele eigen aardigheden die deze beteekenis volledig tot hun recht doen komen. Men noteert n.1. niet naar de nominale waarde, maar op grond van de rente, die de leening geeft. Bij een 8 procents-leening is zij dus als volgt: 3 pet. jaarlijksche renteop brengst kost fr. 88.75 om te koopen. Prao- tisch beteekent dit precies hetzelfde als de noteering der koerswaarde in procen ten, maar dat juist deze methode hiervoor wordt gekozen demonstreert duidelijk het karakter van het beleggend publiek. Een ander punt bij de noteering wijst op pre cies hetzelfde feit, n.1. dat de koers dezer leeningen steeds inclusief de coupon woidt genoteerd. Op den dag dat de coupon is vervallen, wordt achter het koerscijfer van het stuk een kruisje afgedrukt. wanneer do betreffende onderneming nlet minstens 1 jaar bestaat. De door banken of particulieren te plnatseneffectenorde^ worden uitgevoerd door de zg. makier", die op voorstel van de beursamb. tenaren door de regeermg worden be. noemd, met de bedoeling dat zy ook med 1 werken aan do vaststelling der koersen Aan elke twee van deze makelaars woivn door bet boursbostuur eeri bepaald aantak papieren toegewezen, voor welke zij omzet en de koersen moeten vaststellen (in vakterm: het Skontro moeten voeren) Tegenover deze koersmakelaars staan dé vrije makelaars, die hun bemiddeling, bezigheid uitoefenen onafhankelijk van de vaststelling dor koersen. In den inflatietijd werd de nominale waarde van alle stukken, die op papley, marken luidden en die een vaste rente af. wierpen, volkomen waardeloos. Hierdoor dreigde een belangrijke verarming Van o-roote bevolkingsklassen te ontstaan. Om deze gevolgen eenlgszins te verzachten heeft de Rijksdag getracht een wettelijke vergoeding hiertegenover te stellen. Eerst in 1925 kwamen de 2 betreffende wetten tot stand, waarbij o.m. werd bepaald dat voor elke 1000 papiermark ln vroegere leening, kon worden deelgenomen in de z.g. aflossingsleening tot een bedrag van 25 mark. Een rentevergoeding of een del. ging der nieuwe schuld kan echter niet worden geëischt voor het voldoen aan alle na-oorlogsche reparatie-verplichtingen. Na Berlijn volgt wat het belang voor het effectenverkeer betreft de beurs te Frankfort, die reeds veel vroeger dan Ber. lijn een middelpunt van het Internationale handels- en bankverkeer vormde. Daarna komt Hamburg, welks beur# vooral haar beteekenis ontleent aan de leidende plaats, die deze stad ln het overzeesche verkeer der Duitsche Republiek inneemt eemerzljd# en anderzijds door den ster- ken band waardoor de goederen- en ef. feotenbeur# aldaar worden verbonden. (Wordt vervolgd). Berlijn.. De leiding der beurs bestaat hier uit 50 beursleden, waarvan 12 door de Ber- lynsche Handelskamer en de overige 38 kozen l"1 be™ kamer door de Handels- doïï dP hpnLh i1Öar Plaats' tenvÜ! die blijft Hetepoi°e+ke? 3 '1aar van kra<*t de ReViKn?ielataat onder toezicht van zich W6 Handelskamer sinds zij Kaufmam^wï£öu le >'Korp°ration der van df. hï heift vereenigd. De zalen voor hp.t rifff i reeds eenigen tijd oor het officieele begin der zaken po pSos nadeZof5!yVe? di1t ?ok nog een korte poos na de officieele sluiting. In dezen tiM ^mden nog vele omzetten plaats die hoofdzakelijk speculatieve waarden betref w a:r SS WH oen beurshandel worden toegelaten Regelen, ln acht te nomen voor opname van Gemeente- Patiënten, ln de Zleken-lnrlch» tingen ln de Gemeente D»n Helder. Tot de bemoeiing der gemeente behoort o.a. de ziekenhuisverpleging. Dit mag al gemeen bekend worden geacht. Doch wat die bemoeiing omvat, wie van de gemeen telijke ziekenhuisverpleging kunnen profi- teeren en wat men daarbij in acht heeft te nemen, is blijkbaar niet algemeen bekend. Het is althans in den laatsten tijd herhaaldelijk voorgekomen, dat personen, die vanwege de gemeente ziekenhuisver pleging konden genieten, door onbekend heid met de op dit stuk bestaande bepa lingen, zich meer kosten hebben moeux getroosten, dan bij gebruikmaking van dt gemeentlijke ziekenhuisverpleging het ge val, had behoeven te zijn. Het komt ons daarom niet ondienstig voor eens een uiteenzetting ter zake te geven. 1. Wat is gemeentelijke ziekenhuisoet- pleging? Gemeentelijke ziekenhuisverpleging ls: a. verpleging en geneeskundige behan deling van ingezetenen dezer gemeente in de Gemeente-afdeelingen van het Marine-Hospitaal; b. verpleging en geneeskundige behan deling van uitsluitend R.-K. ingezetenen dezer gemeente in de R.-K. Ziekenverple ging „St. Lidwina", een en ander voor zoover van gemeentewege de opname wordt gevraagd. Onder gemeentelijke ziekenhuisverple ging is voorts begrepen eventueel noodige operatieve of andere specialistische behan deling, alsmede opname in de gemeente- afdeelingen van de barak voor besmette lijke ziekten van het Marine-Hospitaal. 2. Wie betaalt de kosten? De gemeente. Zij heeft met de onder la en lb genoemde ziekeninrichtingen contracten afgesloten. 3. Wie kan gemeentelijke ziekenhuis' verpleging genieten? Als regel ieder, wiens inkomen minder bedraagt dan 3000 per jaar. 4. Wat betalen de van gemeentewege verpleegd wordende patiënten? De hier bedoelde patiënten betalen aan de verpleeginrichtingen niets. Tenzij de patiënten, blijkens door het Burgerlijk Armbestuur afgegeven verkla- "n9. geheel onvermogend zijn. in welk geval zij van eenigerlei betaling zijn vrij gesteld, moeten de patiënten een bijdrage in de verpleegkosten betalen aan de ge meente, volgens een vastgesteld tarief, telkens 14 dagen vooruit. Bij beëindiging der verpleging wordt het eventueel teveel betaalde gerestitueerd. Hoe groot die bijdrage is, hangt af van het inkomen en de grootte van het gezin. De bijdrage varieert van 0.25 per dag tot en met 3 per dag, welk laatste be drag verschuldigd is bij een inkomen van 2500 tot beneden 3000. Personen met een inkomen van 3000 en hooger, kun nen wel van de gemeentelijke ziekenhuis' verpleging gebruik maken, doch moeten dan alle kosten, die de gemeente voor hun maakt, aan haar terugbetalen. Voor deze personen is het dus in verreweg meeste gevallen voordeeliger zich klasse-patiënt te doen verplegen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 6