EEN OLIFANTEN JACHT NIET HINDERNISSEN Een nieuw spel Ons kinderverhaal. De stille wachter. mm i nn'o" Beste jongens en meisjes! En.wat zeggen jullie nu wel van t Juttertje? Ziet het er niet veel ge zelliger uit en is „Ons Kinderhoekje" zoo niet veel aardiger? En dat is nu niet alleen voor vandaag, maar zoo kijkt het Kinderhoekje je nu iedere week aan. Leuk hè? Nu wordt deze pagina iedere week voor jullie „gere serveerd", dat is nu wel een heel def tig woord maar het beteekent niet an ders, dan dat er nu iedere week niet minder dan een heele pagina voor jullie in 't Juttertje staat en dan gana we natuurlijk probeeren om die zoo gezellig mogelijk te maken, zoodat je iedere week met ver langen naar je eigen blaadje grijpt, om gauw te lezen wat er voor je in staat. Ik ben alleen voor een ding een klein beetje bang, en dat is, dat er nu in plaats van ruim 100 kinderen, straks tweehonderd en nog meer mee gaan doen om dit hoekje te vullen. En als ik daar maar tijd voor heb. Maar, enfin, ik wil toch graag dat alle kin- leren meedoen en als ik dan niet zoo- eel tijd heb, dan schrijf ik jullie maar en beetje minder, en een volgenden eer halen we dan de schade weer in n krijgen jullie een grooten brief van ie. Ik kan anders al best merken dat ie lente in het land is. En dat niet illeen aan het open raam hier op kan toor, waardoor de zon zoo lekker warm naar binnen schijnt, maar ook aan het aantal inzendingen van mijn raadsel- vriendjes en vriendinnetjes. Want er waren er van de maand al weer min der dan de vorige maand, al was het aantal dan ook niet zoo heel erg ge slonken. En er blijven me nog altijd toch een heele massa vriendjes en vriendinnetjes trouw. En nu ga ik gauw jullie briefjes be antwoorden, anders zou dat er b;j in schieten en dat zouden jullie denk ik niet aardig vinden. Nettie Sirach. Je ziet wel, Nettie, dat ik heel goed raden kan, ik raadde zoo maar dat jij en Corrie Portegijs vriendin netjes waren. Maar jij hebt het leelijk mis, dat je me vaak bij voetballen gezien hebt, want daar kom ik nooit. Jij toch zeker ook' met? Ik vind voetballen heelemaal geen spel voor kleine meisjes. Daar zijn veel fijnere dingen voor dan op een voetbal veld te staan. N e 11 i e v. d. S1 i k k e, Oosterend (T.) Nu, dat kan ik goed zien, hoor, dat jij den duim van je rechterhand had verwond. Je letters sprongen net zoo mal op het papier als lammetjes in de weide. Die maand Maart is voor jou een feestelijke maand, Nellie, drie verjaardagen, 't is geen kleinig heid. Ik wensch je veel plezier. Annie v. d. Brink. Jij valt ook van het eene feest in het andere, Annie. De vorige week twee en nu deze week weer twee. Wat zal je me volgende week een massa te schrijven hebben. Annie Jansen. Zoo gauw ben ik niet boos hoor, Annie. Ik kan me best be grijpen, dat je niet iedere week een groo ten brief kunt schrijven en dat is ook niet noodig. Deze week heb jij anders flink je best gedaan. Twee schriftvelletjes vol, 't is goen kleinigheid. Dat had je goed geraden, dat ik geen enkel briefje kreeg, waarin geschreven werd dat de raadsels moeilijk waren. Cornelia Tol. Hier is het briefje dat je deze week graag wilde hebben. Je hebt er eerlijk recht op, want jij hebt mij ook flink geschreven- Ja, dat was erg aardig van dien meneer van kantoor, om jou zoo'n mooi spelboek te geven en ik vind het fijn dat je er zooveel plezier mee hebt gehad. Mon Bonte. Nou, nou, Mon, wat heeft jou oom je heerlijk verrast, toen hij uit Indië kwam, en je broertje ook. Dat is mooi en nuttig werk, boetseeren, en ik denk wel dat je er heel wat uurtjes zoet mee bent. Dat is meteen fijn voor je moeder, of ben je niet zoo'n drukteschop- per? I n a B o e 1 s. Dat was geen grapje van den zetter, Ina, dat die omgekeerd was, maar 't was heusch een zetfout. Gelukkig dat alle kinderen er toch uitgekomen zijn. Je mag je papier wel aan twee kanten be schrijven, hoor. Als je een eigengemaakt versje heb, zal ik dat graag van je ontvan gen, en als het leuk is, het opnemen. Meta Sinnige. Nu sta je deze week dan toch wel in 't Juttertje, Meta. Kijk nu niet met zulke groote oogen, dat ze uit je hoofd vallen, want dat zou jammer zijn. Weet je wat nog meer jammer is? Ik kan je eigengemaakt raadsel niet plaatsen, het is een veel te onbekend spreekwoord. Corie Gieling. Nauurlijk mag je zusje ook mee doen, Corrie, dat heb ik al zoo vaak geschreven dat alle kinderen mo gen meedoen, dat ze het allemaal wel kun nen droomen. Beppie Zwierstra. Ja, nu was je briefje heel wat netter geschreven, Beppie, k geloof dat je nu een zeven van me gekre gen zou hebben. Je gaat dus vooruit, maar 't kan nog beter. Antje Ruiten. Als ik je nu op straat tegen kom, denk ik wel dat ik je ken, Antje, nadat ik van de week je raadsels aangenomen heb. Je rijmpje was ook deze week weer niet zoo goed als ik wel van je gehad heb. Dus dat moet nog weer beter worden. Dat is leuk, Antje, dat je drie broertjes een maand na elkaar jarig zijn. Mien Piet e rs. Dat was zeker het eerste eigengemaakte raadsel dat je inzondt, Mien? Nu het spijt me dat ik je het schrij-. ven moet, maar dat is ook het eerste dat niet geplaatst zal worden. Want.'t is veel te gemakkelijk. Geertje van Zandwijk. Nu is er deze week weer een briefje voor je in 't Juttertje, Geertje. Fijn, hé? Ga je al de briefjes, die ik je schrijf, in een kistje be waren? Als je dan maar zorgt dat er geen muizen in dat kistje komen, anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat al je briefjes opgegeten waren door Snuffelgraag en Knagelijntje. Simon Duynker, Hippolytushoef (W.). Dat versje van de vorige week zal ik nog een tijdje bewaren, Simon, en als ik dan eens ruimte over heb, zal ik het op nemen, want het was wel aardig, maar wat groot. Je rijmpje van deze week vindt je hieronder. Dina Lugtenborg. Dat was een vergissing, Dina, dat Suus den vorigen keer niet bij de goede oplossingen stond. Ze staat wel op de lijst vermeld, hoor. Doris Pieters. Wat er de vorige week achter je naam stond beteekende dat ook jouw raadsel goed was en geplaatst zal worden, Doris. Dus uu is je hart ge rust gesteld. C o b i O x. Wat ik aan Corrie Gieling schreef, geldt ook voor jou, Cobi, lees dat dus maar eens. Hetty London. Jij wilde natuurlijk graag een briefje van mij terug hebben op den brief dien je aan mij schreef. Nu, hier is hij en meer kan ik je niet schrijven, want je hebt me eigenlijk niets van jezelf verteld, dus dat doe je dan een volgenden keer eens. Ali Smit, De Kooij (Koegras). Nu denk ik bijna niet meer over sneeuw, Ali, nu de zon zoo warm brandt. Ik heb ook nog sleetje gereden met broertje. Die vond het heerlijk, dat kan je begrijpen. Jouw school tijd wordt erg kort, hé, als je er over twee weken voor goed afgaat. En wat ga je dan doen? Corrie Portegijs. Je hebt het lek ker misgeraden, Corrie, ik woon niet in de Keizerstraat, hoor. Je komt er vast nooit achter. Probeer het maar niet, want je bent erg ver uit de buurt. Mi entje Paardenkooper. Nu zou ik het deze maand maar geen enkelen keer vergeten, Mientje, om je raadsels in te sturen, want dan doe je niet mee bij de ver loting en kan je dus ook geen prijs winnen. Henk Verhen!. Dus jij hebt de vo rige week ook wel heel veel plezier gehad, met de sneeuw. Dat kan ik me best be grijpen, vooral omdat je een tijdje ziek was geweest was de vreugde dubbel groot. Want dan ben je weer veel blijer dat je buiten mag spelen en toen die paar heer lijke dagen met sneeuw, dat was een fijne verrassing voor je. Marietje Wiggerts. 't Spijt me erg voor je Marietje, maar dat gaat niet. Je moet je raadsels op tijd inzenden. Er doen te veel kinderen mee, dat ik daar een uit zondering op zou kunnen maken. In het vervolg dus beter oppassen. D. en M. Schot. Als jullie trouw blij ven inzenden is de kans dat je een prijs wint net even groot als van de andere kin deren. Je eigengemaakte raadsels waren goed. T o o sj e M o r i e n. Je eigengemaakte raadsel was goed, Toosje, maar ik denk niet dat veel kinderen dat dorpje kennen. Maar enfin, misschien wordt het toch nog wel geplaatst. Het rijmen gaat je nog niet zoo goed af, dat moet je later nog maar eens over doen. Antje T ij deman. Ja, dan had je maar niet op het ijs moeten gaan, Antje. 't Was lang niet sterk genoeg en dan is het geen wonder dat je er door zakt en dat je daar ziek van wordt. Nu moest je voor je straf thuis blijven. Dat was lang niet prettig en ik denk dat je een volgenden keer wel niet meer zoo gauw op het ijs zal gaan. Nu, jongens en meisjes, ik groet jullie en tot een volgende week. Kindervriend. De 'spelers er kunnen ook meerderen tegelijk meedoen bewapenen zich allemaal met een potlood, een pen, of een ander puntig voorwerp! Nu kan het spel beginnen! Volgens hun beurt plaatsen de spelers hun potlood, of wat zij anders hebben, op de punt tegenover de monding van de geweerloop en volgen nu de lijnen, tot dat zij bij een olifant komen. Al naar gelang van bet getal, dat op de olifant te lezen staat, krijgt hij nu punten op zijn lijst. Wie bij de olifant met een komt, krijgt 5 punten, enz. Wie de meesten pun ten heeft, nadat hij vijf maal isgeweest, blijft winnaar. (Nadruk verboden) Mijnheer de Kindervriend. Ik leg mijn leerboeken aan den kant En neem het raadselrijm ter hand Het eerste raadsel dat nu komt Is: „De morgenstond heeft gou<i jn defl Het tweede raadsel was heel leuk 't Was een natuurverschijnsel, een'wolk En nu leg ik mijn pen ter neer, ')reuk, En wacht tot den volgenden keer. SIMON DUIJNKER Hippolytushoef (W.) De morgenstond heeft goud in Dat zag ik al terstond. mond, De wolk zweeft hoog in de lucht, Dat is heusch geen rare klucht. Een breuk kan soms heel moeilijk z" Maar als hij niet komt, vind ik het fijn. BEPPIE ZWIERSTR^ door BART IN 'T HOUT. Zeggen jullie nu zelf eens: zouden jullie het prettig vinden, wanneer het je plotseling verboden werd om in een heerlijke spiegelblanke veenput te zwemmen, waarin je tot nu toe zoo vrij als een visohje had rondgezwommen? Neen nietwaar. Nou de club van vijf vond het evenmin pleizierig, ja zy wa ren zelfs stiernijdig, omdat volgens hun meening deze strenge straf vree- selijk onrechtvaardig was. Moeten jul lie hooren wat er gebeurd was. In het dorpje A. was, misschien is zij er nog wel, een prachtige veenput, waarin het water altijd zoo helder was, dat het overdag bijna lichtblauw ge kleurd was door den hemel en 's avonds het maanlicht er als een breede baan van zilver in weerspiegelde. Dit zwem paradijs behoorde aan boer Tjerko, maar deze verhuurde het altijd onder ling aan verschillende jagers, die er hun hart op konden halen met jagen m visschen. Doch kort geleden had een rijke meneer uit de stad, Baron van Zus-Tot-Zoo werd hij een beetje spot tend door de dorpelingen genoemd, de put alleen gehuurd en wat jaren lang door de huurders was goed gevonden, vond hij plotseling geheel uit den booze. Zijn eerste maatregel was, om een bordje „Verboden Zwemmen" neer te zetten en toen de jongens zich hier aan in den beginne bitter weinig stoorden, kwam hij op een zekeren avond, juist toen zjj het water in wil den stappen, plotseling uit het voeder huisje te voorschijn en dreigde ze met een stevige bekeuring en een dito pak slaag, wanneer zü niet binnen drie tellen maakten, dat rij van zijn eigen dom afkwamen. Van dat oogenblik af heerschte er een verbitterde stemming onder de dorpsche zwemlustigen, en speciaal bij de club van vijf, die niets heerlijker vond dan een heelen middag in het water rond te spartelen en wa ter krijgertje te spelen. Na deze ver maning hadden zij het nog wel eens een keertje geprobeerd, maar de laat ste expeditie was met een overhaaste vlucht besloten, toen de baron plotse ling vanuit zijn schuilhoek te voor schijn trad. Hierna hadden zij het niet meer gewaagd en stelden zich nijdig tevreden met de dorpsvaart, die hen echter maar matig kon bekoren. En daar hadden ze zich nu al dien tijd, dat rij al in den punt zwommen, zoo braaf voor gedragen door nooit eieren uit de nesten van de broedende eenden weg te nemen of zelfs maar een po ging te doen om een vischje te ver schalken. Het was wel diep treurig hoor! Maar zoo dacht de broer van Jan Thysse er in het geheel niet over. „Ik 'heb er altijd gezwommen," zei hij min achtend. „en niemand zal mij beletten om er nou nog te zwemmen". Deze gedenkwaaridge zin werd op een warmen Juliavond, toen volgens zeggen van Huib van Dam dien dag de visschen met zuurstof gevoerd had den moeten worden om in het leven te kunnen blijven, uitgesproken en de club van vijf, die zich om Klaas Thysse geschaard had, keek vol bewondering naar den dappere, die dat zoo maar durfde zeggen. ..Jullie hebt dus je zwembroek bij je?" informeerde Klaas.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 13