DE INNEMENDE UNDLn SINKSEN ik n NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. 6343 EERSTE BLAD DINSDAG 31 MAART 1931. Het oordeel in Duitschlad over het Handelsverdrag met Oostenrijk. - Briand spreekt er zijn afkeuring pver uit in de Fransche Senaat. - De indruk in Vol kenbondskringen. - De fortenplannen der Belgische regeering. - Het Britsch-Indische congres geopend. Australische moeilijkheden. De onrust in Spanje. OOST-IN DIE. De bezuinigingen op de begrooting voor 1931. Zoo gemakkelijk te wasschen Zoo moeilijk te verslijten Kleur-, wasch- en zon-echt ~NÊÏÏC£NS lÜSTMf\ öisie jHMi'WANfa COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.; fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER J... Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412. Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres: Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Het handelsverdrag tusschen Duitsch- land en Oostenrijk heeft al heel wat stof doen opwaaien en het is nog niet te voor zien tot welke onaangename staatkundige verwikkelingen het aanleiding kan geven. Men kent het verdrag. Duitsehland heeft met Oostenrijk een handelsverdrag geslo ten, waarbij in groote lijnen bepaald is, dat de douanegrens tusschen Oosten rijk en Duitsehland zal verdwijnen en de invoerrechten van Duitsehland en Oos tenrijk, ten opzichte van derde staten in overeenstemming gebracht zullen worden. Duitsehland en Oostenrijk zullen dus in het vervolg als een economische eenheid te beschouwen zijn, als ten minste de verdere onderhandelingen geen moeilijk heden opleveren. Dat het verdrag in Duitsehland geen onverdeelde instemming heeft gevonden, bewijst hetgeen een medewerker van de Nw. Rott. Crt. in Duitsehland, aan zijn blad schrijft, waaraan wij het volgende ontleenen. Enkele industrieelen, die juist om de vroegere douanegrens van Oostenrijk te kunnen vermijden, eigen bedrijven in Oostenrijk hebben gevestigd, staan nu plotseling voor het feit, dat deze bedrijven en het daarin belegde geld waardeloos zijn geworden en zü zullen zeer snel tot liqui datie overgaan. Een nadeel dus voor Oos tenrijk en eveneens voor de Duitsche in dustrieelen, daar deze liquidatie natuur- tjjk niet zonder kosten kan geschieden. Maar afgezien van incidenteele gevallen als deze, blijft het veel grootere gevaar voor alle in aanmerking komende bedrij ven, dat de grondige verandering der ta rieven, die tot nu toe bestonden, directen invloed heeft op de eigenlijke basis, waar op deze bedrijven zoowel in Duitsehland als in Oostenrijk werkten. Het gevolg zal zijn. dat de betrokken industrieën en vooral de in vereenigingen aaneengeslo ten groepen, zeer snel de nadeelen zullen ondervinden, welke het nieuwe verdrag voor hen ten gevolge zal hebben en inder daad gaan er nu reeds overal stemmen op, die minder gunstig oordeelen dan in het begin van deze week. Verschillende kringen in Duitsehland zijn dus niet enthousiast over het tolver bond. En dat men dat buiten Duitsehland allesbehalve is, laat zich verstaan. Briand heeft er in den Franschen Senaat het woord over gevoerd. Indien er iemand is, die een onaangename ondervinding heeft opgedaan, na de jongste diplomatieke ge beurtenis, dan ben ik dat wel. Ik heb, zei de minister, steeds alle noo- dige voorzorgsmaatregelen voor de ver dediging van het land gesteund. Frank rijk weet zijn recht te vinden in een juiste discussie. Eenige jaren geleden, vervolgde Briand, stonden we voor een politieke aanslui tingspoging en niet voor een tolverbond. Dat was een ernstig gevaar en ik heb daarover te Genève in tegenwoordigheid van den Duitschen rijkskanselier gespro ken. Toen heb ik gezegd: Als ge zoover gaat, beteekent het oorlog. Men heeft mij gerust gesteld. De propaganda is opge houden en er is-ontspanning ingetreden. Wij hebben Oostenrijk toentertijd de middelen gegeven om verder te leven, omdat we daar belang bij hadden. Men THE DARK OHAPTER doo» E. J. RATH. kan de jongste gebeurtenis dus niet als iets beschouwen, wat niet van te voren voorzien zou zijn. Het ernstigste is de wijze, waarop ge handeld is. Die is niet goed, die is ver ontrustend. Zij is in tegenspraak met wat afgesproken is en zij is in tegenspraak met de voorwaarden voor Europeesche samenwerking Zakelijk gesproken, ben ik niet geheel zeker of er ook in Frank rijk niet menschen zijn, die een geheime bewondering voor deze wijze van hande len hebben. Ik prefereer echter de hou ding van Frankrijk. Ik vind, dat vrije discussie te Genève beter is. Frankrijk heeft 48 uur voor andere landen van de zaak geweten. Dadelijk heb ik onze vertegenwoordigers te Ber lijn en Weenen opdracht gegeven, onze opvatting mede te deelen. Wij hebben Oostenrijk verklaard, dat het niet het recht heeft te handelen in formeelen strijd met de verdragen en de overeenkomst van 1922. Wij hebben van andere landen dezelfde stappen gevraagd. Zij zijn uitgevoerd. Zeker zal, dat wat nu gebeurd is, een stilstand in onze betrek kingen met Duitsehland meebrengen. Met Oostenrijk hebben wij handelsverdragen gesloten, die rekening houden met zijn oeconomischen toestand. Als deze veran dert, moet de kwestie opnieuw op het ta pijt gebracht worden. Deze gebeurtenis heeft in de wereld gc».n sympathie verwekt. Zij wordt zelfs in Duitsehland veroordeeld. De beschou wingen, die geuit worden, zullen beide landen er toe brengen, een deel te laten vallen, dat verkeerd is, maar zij zullen de Europeesche samenwerking niet laten vallen. De rede van Briand werd met groote belangstelling gevolgd. Zij had bij de meerderheid van den Senaat grooten bij val. In toonaangevende kringen van den Volkenbond wordt het sluiten van een Duitsch-Oostenrijksche tol-unie, in tegen stelling met de Fransche en Engelsche openbare meening, heel kalm beoordeeld. Algemeen is men van opinie, dat na het blijkbare mislukken van de jarenlange pogingen van den Volkenbond om tot een algemeene oeconomische verzoening van de Europeesche Staten en een verlaging van de Europeesche tarieven te komen, het Duitsch-Oostenrijksch accoord een veelbeteekenende stap is in de richting van de door de Europeesche commissie en vooral door haar voorzitter Briand met grooten nadruk aanbevolen rechtstreek- sche overeenstemming en regionale ver dragen tusschen de afzonderlijke staten. Na onderzoek der situatie is men hier tot de opvatting gekomen dat geen juri dische gronden aanwezig zjjn voor een politieke behandeling van het Duitsch- Oostenrijksche accoord voor den Raad van den Volkenbond. De fortenplannen der Belgische regee ring. Naar de correspondent van de Nw Rott. Ort. te Brussel -meldt, heeft de par lementaire commissie voor de Landsver dediging, geenszins overtuigd van de degelijkheid van het fortenplan der re geering, in hare jongste vergadering be sloten zich, binnenkort, naar Luik en het Oostelijk deel der provincies Luik en Luxemburg te begeven, ten einde ter plaatse het defensievraagstuk te gaan be- studeeren. De liberale parlementsleden zjjn het, op verre na, niet eens met den generalen staf, die van geen ernstige ver dediging der grensstreek aldaar wil weten, en in geval van oorlog, het legér op de Maaslinie wenscht te concentreeren. Naar hunne meening mogen de provin ciën Luik en Luxemburg niet aan eén nieuwen inval worden blootgesteld te meer daar de Ardennen met een minimum van troepen kunnen worden verdedigd en niets belet dieper in het land nog andere 1 defensielinies in het leven te roepen. Met de behandeling in de Kamer van het fortenplan of, juister, van de met dit doel door de regeering gevraagde cre- dietenzal trouwens, zeer waarschijnlijk, niet vóór over een paar maanden een be gin kunnen worden gemaakt. 2) „Is ze dik, met wit haar?" vroeg hij. De conducteur keek hem achterdochtig ®an. „Wat is dat voor een vraag „Ik stel mijn theorie op do proef." „Neen, zoo is ze niet. Theorie naar de maan?" „O neen, nog niet," zei de lange man onverstoorbaar. „Maken ze krijtteekens op haar hek?" „Wie?" „De landloopers." „U springt van den hak op den tak," beklaagde zich de conducteur. „Hoe wil ik dat weten? Ik heb haar hek nog nooit gezien. En bovendien, waarom zouden ze er met krijt op teekenen?" De reiziger haalde de schouders op, keek naar buiten en haalde het spoor boekje weer te voorschijn. „We rijden de drie volgende stations voorbij," hielp hem de conducteur en stond weer op. „Dat zie ik. Heeft ze er ooit meer dan één te gelijk?" De conducteur keek hem onderzoekend aan. „Neem me niet kwalijk, maar u hebt een rare manier van converseeren," zei hij. „Ik houd al haar landloopers niet bij. pat kan haar man niet eens, geloof ik. Ik heb geen wetenschappelijke studie van ze gemaakt, ik weet alleen, hoe ze er uitzien en dat is de hoofdzaak." „Van een mijl afstand zeker." „Wel twee mijl," zei de conducteur. „Dat lieg je," zei de reiziger kalm. Maar dit hoorde de conducteur niet Hij stond al in het gangetje. Het was ook niet de bedoeling, dat hij het zou hooren. De trein reed de drie volgende stations voorbij, zooals de conducteur gezegd had. Hij reed genoeglijk voort door een groen landschap en bleef de rivier volgen. De reiziger in den rookcoupé zat ruim een half uur rustig alleen. Het uitzicht scheen hem aangenaam bezig te houden. Toen ze het derde station voorbij reden, raadpleegde hjj nog eens zijn spoor boekje en berekende den afstand. „Ver genoeg," zei hij. Even later werkten de remmen weer. De lange man pakte een oud-lederen tasch op. Hjj stond op het baloon, toen de trein knarsend stopte. Bij gebrek aan een behulpzamen kruier, opende hjj zelf de deur en stapte uit. De conducteur zag hem. „Hél Dit is uw station niet. U moet mee tot het eind." „Geen denken aan," zei de lange man minzaam. „Maar uw kaartje „Zeg, laat zij ze haar heg snoeien?" De trein zette zich weer in beweging en de conducteur sprong er op. „Weet ik het," riep hjj nijdig. „Mis schien snoeien ze de centen van den baas wel. Hoe kan ik dat weten?" De reiziger wuifde hem vaarwel en be gaf zich naar de wachtkamer. II. Geheel in overeenstemming met de verwachting van den jongen man, volgde de weg de rivier, wel niet zoo precies als de rails, die bang schenen te zijn te zul Het Indische congres geopend. Zon dagmiddag is de eerste algemeene zitting van het Indisch Nationalistisch Congres geopend. Vallbhai Patel is dit jaar tot voorzitter gekozen. Zaterdag heeft Gandhi een volledige overwinning behaald toen de resolutie tot ratificatie van de overeenkomst tusschen hem en den ondei'koning vrijwel eenstem mig werd aangenomen. Slechts twee gede legeerden van de ruim 300 stemden tegen. De resolutie moet nu nog onderworpen worden aan de goedkeuring van de ple naire zitting van het congres, doch er be staat niet de geringste twijfel of het con gres zal volgen, nu de commissie de reso lutie heeft aangenomen. De merkwaardige groei van Gandhi's invloed blijkt het beste uit het feit, dat verleden jaar op het congres te Lahore de resolutie waarin Gandhi „purno Swaraj" als het einddoel van het congres defi nieerde, met slechts 114 tegen 77 stemmen werd aangenomen, terwijl Gandhi den dag daarna zelfs een nederlaag leed op twee resoluties, waarin de congrespolitiek ver der uiteen werd gezet. In zijn openingsrede gaf Patel een over zicht van de eischen der nationalisten en Gandhi gaf een nadere definitie van purna swarai als einddoel van het congres, welke elk compromis afwees. „Onze eisch inzake volledige onafhan kelijkheid bl4jft.-_..gehandhaafd", zeide Gandhi. „Er is een tijd geweest, dat ik voor dominion-status was, maar thans ge voel ik, dat dominion-status betrekkingen zou medebrengen met de andere leden van het Britsohe rijk, waarmede Indië geener lei ras-, kleur- of taalgemeenschap heeft. Wij eischen een vrijwillig deelgenoot schap, hetgeen beteekent, dat wij ons ver band met het Britsche rijk, op elk ge- wenscht oogenblik zullen kunnen verbre ken. Dit beteekent, dat de huidige status van Indië, waarin wij tot Engeland in de verhouding staan van knecht tot meester, plaats zal maken voor een verhouding als tusschen geallieerden". Wat de vertegenwoordiging van het congres op de tweede ronde-tafel-confe rentie aangaat, stelde Gandhi voor, een krachtige delegatie te benoemen met vol ledige volmacht, behoudens de ratificatie der eindovereenkomst door het congres zelf. „Dit zal", zoo zeide Gandhi, „het risico medebrengen, dat de delegatie op de ronde-tafel-conferentie een standpunt zal innemen, waarmede enkele congres leden het niet eens zullen zijn. Dit risico moet men echter aanvaarden". Er is in Australië een merkwaardige moeilijkheid gerezen schrijft de „Nw. Rott. Crt." De regeering van Nieuw Zuid Wales weigert met 1 April den interest te betalen, die dien dag van de Nieuw Zuid len verdwalen, als ze één oogenblik den waterkant verlieten, maar toch kon men telkens de rivier zien, als een betrouw baren gids. Dit beviel den wandelaar. Hij hield er van naar de rivier te kijken. Het liefst keek hij er op neer van den hoogen, stei- len oever af, als hij het water onder zich zag glinsteren in het felle zonlicht. Hij nam groote stappen, als was hij gewend aan het afleggen van groote af standen. Om zoo te zien, haastte hij zich heelemaal niet, maar als we getracht had den met hem mee te loopen, zouden we al gauw gemerkt hebben, dat we hem on mogelijk konden bijhouden, tenzij onze beenen even lang waren als de zijne. Een paar mijl lang hield hij den hoed in de hand, want hij hield ervan den wind en de zon op zijn haar te voelen. Toen, als drong plotseling het nuttelooze hier van tot hem door, wierp hij den noed over een steen en muurt je heen, het veld in. Hjj scheen er pleizier in te hebben, want hij lachte, toen hij hem uit het gezicht zag verdwijnen; geen oogenblik liep hij lang zamer; keek zelfs niet om naar de plaats, waar de hoed verdwenen was. Nu had hij beide handen vrij. De oude leeren tasch, die hem in den trein verge zeld had, was achtergebleven in de garde robe van het station. Hjj bekeek het regu eens, half en half van plan het denzelfden weg op te sturen als den hoed, maar stak het weer in den zak. Hjj kon nog niet alle schepen achter zich verbranden. Het was wel niet veel, maar toch vormde de oude, leeren tasch een band met het ver- l(xlen« „Ik ben echt nieuwsgierig", peinsde hij. „Eigenlijk een geluk, dat ze niet dik is en geen wit haar heeft. Het was heel begrij pelijk, dat ik me haar zoo voorstelde, maar als het uitgekomen was, was er heelemaal Welsche leeningen vervalt. Lang, de ex tremistische premier van dezen staat heeft dazer dagen z'n besluit dienaangaande aan de bondsregeering van het gemeenebest meegedeeld. Deze dreigt hierdoor in groote moeilijkheden te komen, daar er eenige jaren geleden een Australischen Leening- raad is opgericht, die het centraal beheer veert over alle leeningen, zoowel van den bond als van de staten en er sindsdien be paald is, dat het gemeenebest van 1 Juli 1929 af voor al deze schulden aansprake lijk is. De staten zijn dan voor hun eigen schulden weer aansprakelijk jegens het gemeenebest. Dat komt dus hierop neer, dat de centrale regeering zou moeten zor gen, dat het bedrag voor de rentebetaling aanwezig is en dat zij dan maar zien moet den onwilligen staat te dwingen tot het betalen van zijn aandeel. Dit aandeel be draagt 729.251 pond sterling, die te Lon den en 125.377 pond sterling, die te New- York moeten worden betaald. Het eigen aardige van het geval is, dat de heer Lang dit laatste bedrag wel schijnt te willen voldoen, doch niet de 729.251 pond. De heer Lang, een verwoed anti-kapitalist, schijnt dus het Amerikaansche kapitalis me meer te ontzien dan het Engelsche. In Londen stelt men groot belang in de zaak, niet alleen omdat zij een belangrijk onderdeel van het Britsche Rijk betreft en omdat zij zulke merkwaardige politieke kanten heeft, maar ook om het recht- streeksche financieele belang der Engel sche beleggers dat erbij betrokken is. De totale Australische schuld te Londen be loopt 't geweldige bedrag van 525.785.830 pond en meer dan 300.000 Engelschen heb ben een deel van hun vermogen in Austra lische stukken belegd. De schuld van Nieuw-Zuid-Wales alleen bedraagt over de 150 millioen pond. LOONCONFLICT BIJ DE ANTWERPSCHE WERVEN. Op 31 Maart loopt het contract tusschen de Antwerp Ship Repairers Federation en de vakvereenigingen der arbeiders ten einde. Door de patroons wordt voorge steld met ingang van 1 April de loonen met 5 pet. te verlagen en den arbeidsduur per week van 48 op 45 uren te brengen. De patroons zouden evenwel het trans port van de arbeiders naar en van de wer ven voor hun rekening nemen. Zij blij ken vast besloten, wat ook het antwoord der arbeiders moge zijn, verder geen toe zeggingen te doen. DE STRIJD TEGEN HET RADICALISME IN DUITSCHLAND. Een verordening van Hinden burg. Minister Wirth heeft een telegram aan de ministers van binnenlandsche zaken van de bondsstaten gericht, waarin hij zegt, dat president Hindenburg, op grond van art. 78 G. W. een verordening heeft uitgevaardigd ter bestrijding van politieke onlusten. Volgens deze verordening kun nen de communistische anti-Paschen-be- toogingen, welke zeer kwetsend voor het christelijk gevoel zijn, verboden worden. In het bijzonder wijst dr. Wirth op het politieke belang om deze communistische betoogingen te verbieden. Deze verordening schept een regeling nopens „politieke uitspattingen". De bevoegdheid van de autoriteiten in zake het recht van vergadering en het uitgeven van politieke geschriften wordt op een aantal punten uitgebreid. Zij gaat veel verder dan de vorige noodverordeningen. De verordening van den rijkspresident welke 48 uur, nadat de Rijksdag op recès is gegaan, in werking is getreden, stelt zeven bepalingen van de grondwet tijde lijk buiten werking. De'staatsrechterlijke strekking van deze verordening gaat die van alle vorige noodverordeningen verre te boven. Voor het eerst wordt het recht van vergaderen en vereeniging beperkt; demonstraties en tochten met vrachtauto- mobielen door politieke partijen kunnen worden verboden. De bepalingen tot het ongeoorloofd dragen van wapens en eveneens die omtrent het dragen van po litieke uniformen en insignes worden ver scherpt. Tenslotte wordt het recht der re- geeringsinstanties tot het verbieden van dagbladen en geschriften in sterke mate uitgebreid. Een manifest van den Spaan- schen luit-generaal Burquete. quette. Luitenant-generaal Burquete, de oud ste generaal van het Spaansche leger, heeft een manifest gepubliceerd, waarin hij de huidige troebelen in Spanje toe schrijft aan het feit, dat er geen stap pen zijn gedaan om een einde te maken aan het onrecht, begaan onder de dicta tuur van wijlen Primo de Rivera. Hij zegt, dat in Spanje nooit weer een der gelijke dictatuur zou kunnen worden in gesteld. Wanneer ooit een generaal een poging tot het instellen van een dicta tuur zou wagen, zou hij, luitenant-gene raal Burquete, orders geven om dien ge neraal te arresteeren. Een later bericht meldt: Het manifest van luitenant-generaal Burquete wordt beschouwd als een ern stig vergrijp tegen de discipline. Het is nog niet bekend of generaal Berenguer maatregelen hiertegen zal nemen De voorzitter van den oppersten leger en marineraad, generaal Burquete, is uit zijn ambt ontheven. Dit is een gevolg van de verklaring van Burquete, dat de raad onverbiddelijk maatregelen zou nemen, indien een generaal een poging zou doen, zich tot dictator te proclameeeren. geên verrassing aan geweest. Dan was alle aardigheid er af. Ik hoop, dat het huis breed is; het dak zag er wel naar uit. Vermijd hooge, smalle huizen, want daar wonen altijd kleingeestige menschen. ik houd van breede, plompe huizen, die je goed ziet en die ook gezien willen wor den." Uit het dak, zooals hij zich dat herin nerde, probeerde hij zich het huis voor te stellen en dat hield hem een paar mijl be zig. Afstanden en vermoeienis kende hij niet. Af en toe nam hij een voetpad, even wijdig aan den rijweg, maar meestal liep hij midden op den weg. Daar was het stoffiger en hij had een reden om in het stof te willen loopen. Hij kwam door twee dorpen, waarvan één zoo nederig en zoo klein was, dat het geen aanspraak durfde maken op een sta tion. In een winkeltje kocht hij een pakje goedkoope sigaretten en een doogje luci fers, waarvoor hij een halve dollar wissel de. Hij lachte vergenoegd, toen de enkele munten, die hij terug kreeg, rinkelend in zjjn zak gleden. „Van nu af aan, zal ik zuinig worden," beloofde hij zich zelf. „In ieder geval zal ik geen geld verknoeien aan eten." Toen het begon te schemeren, keek hij ais bij intuïtie uit naar een boerderij, maar zonder succes. De weg liep door bosschen en velden en moerassig kreu pelhout. Als er huizen in de buurt wraren, lagen zij verborgen achter het groen. Den hcelen middag waren hem auto's voorbij gesnord, maar niet één had hem aangebo den een eindje mee te rijden. Het speet hem niet, maar hij dacht erover als over een sociologisch vraagstuk; hij was niet van plan per auto te reizen en begreep, dat het gemis aan een hoed de reden was, dat men hem aan zijn lot overliet. Toen het donker was, kwam hij tot de Bijna 13 millioen bezuinigd op den gewonen dienst, 151/ï mil lioen op den buitengewonen dienst. Bij den Volksraad zijn ingekomen me- dedeelingen van de regeering nopens uit voering van de begrooting voor 1931. De regeering zal over de verlaging van de sa larissen, amfetstoelagen en verlofsbezoldi gingen een afzonderlijke mededeeling aan den Volksraad zenden. De maatregelen, waarvoor gelden zijn toegestaan op de begrooting voor het dienstjaar 1931, doch welke niet zullen worden uitgevoerd, beloopen in totaal f 12.850.705 gewoon en 15.504.891 bui tengewoon. De bezuinigingen zijn depar- tementsgewijze als volgt: Justitie 997.360 nihil Financiën 396.635 250.000 Binn. Bestuur 3.461.000 3.540.191 Onderwijs 1.756.245 nihil Volksgezondh. 765.000 355.000 Landbouw 370.000 642.200 BX).W. 2.097.950 2.415.000 Gouv.bedrijven 56.255 7.690.500 Oorlog pro mem. pro mem. marine 2.950.260 630.000 Justitie. De grootste post. bij Justitie betreft den gebouwenpost, totaal 695.000. overtuiging, dat het nutteloos was verder na te denken over zijn eetlust. De rivier had zijn dorst gelescht en morgen kon hij altijd nog eten; hij liep dus het bosch in, baande zich een weg tot hij midden in de struiken was en maakte zich een bed van bladeren. „Dat kon niet beter", zei hij, terwijl hij i zich neerlegde. „Ik zal hier een uurtje naar de sterren liggen kijken. Dat kan nooit kwaad en dan kan ik meteen na denken over het huis op den heuvel en de mevrouw, die zich nooit laat ontmoe digen." Hij zag de sterren maar heel even, want toen hij wakker werd zag hij de zon boven zich. Nu heb ik tenminste iets om vandaag over te denken", troostte hij zich, toen hij opstond om verder te gaan. „Ik ben blij, dat ik gisteravond niet alles uitgedacht heb. Maar voor alles moet een mensch eten!" Eindelijk kwam hij langs een huis. Een vrouw, die bezig was met kippen voeren, keek hem onderzoekend van terzijde aan. „Waar is je hoed?" vroeg ze en toen wist hij zeker, dat het loopen zonder hoed een onfeilbare manier was om achterdocht od te wekken. Hij vond het niet de moeite waard een uitleg te geven over zijn hoed, maar vroeg naar een ontbijt, al was het alleen maar de quaestie of het klaar was of dat hij er op zou moeten wachten. „Wil je er voor werken?" vroeg ze. „Ik kan in ieder geval niet werken zon der eten", antwoordde hij. Ze liep het huis om en hij volgde haar naar de keuken. „My'n man is daar in de schuur", legde ze uit, met een gebaar. «Hij kan me hoo ren, als ik schreeuw". Groote sorteering, in effen en gewerkt, 75 cent per el. Verkrijgbaar bij Let op naam op den zelfkant Vraagt onze stalen-collectle Oorlog. Ten aanzien van Oorlog wordt medege deeld, dat het in de bedoeling ligt de totaal-begrooting voor 1932 te verlagen met ruim 4Yi millioen, excl. de salariskor ting. De regeering droeg den legercom mandant op reeds voor 1931 een zoo groot mogelijk deel dezer verlaging aan te bren gen, doch het bedrag is nog niet op te geven. Marine. Bij Marine o. a.: aanschaffing en uit zending van vliegtuigen totaal 1.507.750, gesp.: 3 gr. verkenners 586.750, reserve- deelen 500.000, Ind. mil. marine, o. a. bommen 352.300, brandstoffen Ned. es kader (minder varen) 130.000, le termijn kleinen mijnlegger ter vervanging van „Hercules" 200.000, onderhoud herstel schepen, le termijn bouw mijnenmagazijn Balikpapan en Tarakan enz. 337.500, aanschaffing vaartuigen tot instandhou ding der vloot van gewest, vaartuigen 100.000, kap. uitgaven Marine-etabl. bui tengewoon 560.000. Wilt gij U weer frisch en opgewekt voelen, vrij van slechte spijsvertering, verstopping en de daaruit voortvloeiende lusteloos heid, gebruik dan Foster's Maagpilllen. 0.65 per flacon. I n I Toen gaf ze hem te eten met zooveel gulheid, dat hjj haar gedachtengang be greep. Het was duidelijk, dat ze ver wachtte, dat hij een paar uur flink de handen uit de mouwen zou steken. Hij vroeg zich af, wat ze hem zou laten doen. Hij hoopte, dat ze hem niet zou vragen den tuin te wieden, want dat leek hem wanhopig vervelend; maar het deed er niet veel toe, wat ze hem zou opdragen, want hij wist precies, wat hij zou doen. Toen ze even iets van boven haalde bracht hjj zonder aarzelen, maar ook zon der haast zijn plan ten uitvoer. Hij liep de keuken uit, het huis om en naar den weg terug. „Ik bied haar mijn oprechte veront schuldigingen aan", zei hij, terwijl hij vroolijk op stap ging. „Het ontbijt was goed, hoewel ze geen eerste qualiteit koffie koopt; maar werken is tegen mijn principe. Bovendien nadert het doel van m;jn tocht. Aha!" Hij spitste de ooren zonder om te zien. „Neen!" zei hij vastberaden. „Ik kijk niet om. Het geeft niets of we er over redeneeren. Het is een best mensch, maar ze verdwijnt nu uit mijn leven." Weldra kon hij haar niet meer hooren en even later maakte de weg een bocht. Hij ging iets sneller loopen, wat niet in stryd was met zijn waardigheid, nu nie mand hem zag. Het werd middag, namiddag, schemer donker. Hij ging aan den kant van den weg zitten, veegde zijn voorhoofd af en voelde dat hij werkelijk moe was. (Wordt vorvolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1