mm
Wat blinden,zien.
RAADSELS.
Hl
8AMBO EN JOCKO VAN EEN LEEUW EN EEpTAAP
Mj
Voorloopig deed zich dit nog in geen
enkelen vorm voor. De koeien graas
den vredig aan weerszijden, wanneer
de twee kleine jongetjes passeerden
lichtten zij even de koppen op en ter-
wij de kaken machinaal doorwerkten,
wierpen zij een nieuwsgierigen blik op
Hansje en Fransje.
Soms stak Hansje zijn hand uit,
wreef-een koe een oogenblik op de
kruin tusschen de horens en mom
pelde een liefkoozend naampje, 'l'oen
Sik, die aan een ketting gebonden was
en zijn buikje rond graasde, zijn jeug
dige speelkameraadjes in 't oog kreeg,
begon hij te bierken van vreugde, maar
Hansje en Fransje lieten Sik aan de
ketting en slenterden nog altijd voort.
Tot zü zich een eind verder aan den
slootkant neer lieten glijden en gras
sprietjes kauwend onverschillig in het
moddèrzwarte water keken. In het
gouden zonlicht schoten watervlugge
torretjes als diamanten knopjes heen
en weer en een slanke lybelle voer sta
tig als een blauw schip langs de roer-
looze waterplanten. Wanneer een kik-
vorsch een plotselinge beweging maak
te, schoot er een luchtbel omhoog, die
als een zilveren blaasje in het zonlicht
uiteensprong.
Van de sloot dwaalden hun blikken
naar de overzij, naar het land van boer
Theunisz. Enplotseling vlamde er
een lichttje in hun oogen, het lichtje
van avontuur. Op hetzelfde oogenblik
koken zij elkaar aan, grinnikten zelf
voldaan en rezen tegelijkertijd omhoog.
Wat zij nog nimmer hadden gedaan,
wilden zij thans gaan volbrengen,
maar.... hoe aan den overkant te ko
men. Aha, alsof het geluk op hun hand
was, vonden zij aan den kant een plank
liggen, die juist van pas was. Zij zet
ten hem eerst loodrecht en lieten daar
na het eene einde op de overzijde neer
ploffen. De plank zwiepte wel een
beetje door, doch zij bereikten met
droge kleeren het land van boer
Theunisz.
Ze spiedden eerst voorzichtig in het
rond. Geen onraad. Toen liepen zij met
de handen in de zakken naar het var
kenshok, waar een groote zeug zwaar
te ronken lag. Op de teenen slopen zij
naderbij, maar hoe voorzichtig zij ook
waren, de zeug schrok knorrend wak
ker en keek kippig met zijn kleine
oogjes in de richting van «Hansje en
Fransje, die plotseling stil bleven staan
en opeens vol aandacht waren voor iets
dat niet in de lucht aanwezig was.
Toen keken zij heel schuw naar het
hok van de zeug en bemerkten tot hun
geruststelling dat zij zich weer behaag
lijk had neergevleid om het middag
tukje te hervatten. Doch nauwelijks
hadden zij een stap naderbij gedaan of
de zeug schrok weer wakker. Na de
twee kleine jongens met een blik vol
wantrouwen gemonsterd te hebben,
heesch zij zich moeizaam op en kuier
de al knorrend het land in, spijtig na
gestaard door de twee broertjes.
Dat is jammer, mompelde Hansje,
maar wij kunnen er heel voorzichtig
achter aan gaan.
Fransje knikte en net alsof het heel
toevallig was, slenterden zij achter het
logge beest aan dat gezellig voort-
kuierde.
Een beetje vlugger, zei Fransje,
doch toen zij er een stapje oplegden,
achtte de zeug het eveneens raadzaam
haar pas te versnellen en zoo bleef de
afstand, die hen scheidde nog even
groot. Lang kon dit echter niet meer
duren, want de zeug zou dadelijk den
weg worden afgesneden door een zij-
sloot.
Hansje en Fransje maakten den
afstand tusschen hen zelf grooter en
zij spreidden de armen uit alsof zij
een kudde varkens tegen moesten hou
den. De zeug had nu het eindpunt be
reikt en keerde zich om, om de wan
deling in tegenovergestelde richting
voort te zetten.
Even aarzelde zij, toen ze de twee
kleine jongetjes met uitgestrekte ar
men voor zich zag, doch toen deze naar
haar zin al te dichtbij kwamen, schud
de zij driftig den kop en zette het op
een loopen.
Nu of nooit, schreeuwde Hansje,
toen de zeug in zijn onmiddellijke na
bijheid was gekomen en alsof hü een
duik nam in het zwemwater, wierp hij
zich voorover om zich om den hals van
de zeug te werpen. Deze maakte een
scherpe zwenking en Hansje dook in
een. hier niet nader te noemen
kleverig papje.
Fransje bespeurde een mislukten
aanval van zijn broer, hij rende het
varken achterna en evenals een kee
per naar een hoekbal springt, nam hij
een zwaai naar het varken, dat echter,
hoe log het ook leek, buitengewoon
snel was in zwenkingen.
Nu begon een wilde jacht. Hansje,
zijn blouse besmeurd met een kleverig
goedje en vol wraakgedachten, Fransje
met een gat in zijn rechter kous, ten
gevolge van een val, liepen alsof hun
leven ervan afhing, zü zouden van
daag op dit varken rijden, al moesten
zij tot vanavond loopen. Herhaaldelijk
hielden zij hun hoop gevestigd op een
hoek, waar een sloot den weg versper
de, maar de zeug wist iederen keer te
ontsnappen. Toen Hansje haar een
keer bij een der lapooren greep om
haar tegen te houden, slaakte zij een
verschrikt gilletje en schudde zoo
driftig met den kop, dat Hansje weer
los moest laten en de wilde jacht be
gon opnieuw. Op en nepr. Op en neer.
Keer op keer, sjonge, sjonge wat werd
dat een warm karweitje. Het zweet
liep hen tappelings langs het gelaat
en alles plakte hen aan het lijf. Doch
zij waren te koppig en te volhoudend
om de jacht op te geven en de zeug had
te veel uithoudingsvermogen om zich
over te geven.
Plotseling bleven Hansje en Fransje
stokstijf staan. Wie kwam daar met
dreigend korte passen aangeloopen?
Boer Theunisz in eigen persoon.
Sjonge, nou beenen maken en wel ge
zwind. Boer Theunisz was, wanneer hij
zqn handen begon te gebruiken om
den drommel niet voor de poes.
Naar de plank, hijgde Fransje en
tegelü'kertüd stormden ze naar de
plaats waar de plank had gelegen.
Te laat. Boer Theunisz was hen
reeds voor geweest en had de plank
weggetrokken. Wat nu? Schichtig ke
ken zij in het rond, als ratten in een
val en boer Theunisz kwam razend en
tierend al dichter bij, al dichter bü-
Loopen! schreeuwde Fransje en
zij stoven beiden een anderen kant op.
Doch nu begon hetzelfde spelletje van
daarstraks, alleen met dt verschil, dat
Hansje, bij den slootkant gekomen,
niet aan de vlugge handen van boer
Theunisz kon ontglippen. Het volgen
de oogenblik lag hij over de knie en
daar ging het van een, twee, drie.
Ik zal jou leeren mijn varkens na
te zitten, hijgde boer Theunisz, die in
een roffeltempo het broekje van Hansje
met zijn beëdte handen bewerkte.
Hansje sprongen de tranen in de
oogen, doch hij was toch te trotsch om
om genade te smeeken. Daarna kwam
Fransje, die wanhopig naar een uitweg
had gezocht, aan de beurt en.... twee
kleine jongetjes, met smerige blouses
en een vuil bestoft gelaat aanvaardden
strompelend den terugweg, onderwijl
plechtig de belofte uitsprekend, dat zü
nooit in hun leven meer pogingen zou
den doen om op een varken te gaan
rijden
Of ze die belofte hebben gehouden?
Ik weet het niet, gelooven jullie van ja?
ALBERT V. RIJN.
(Nadruk verboden.)
Haast zooveel als ieder ander!
Iemand die zelf blind geworden was,
vertelde o.a. van Helen Keiler, de we
reld-beroemd geworden Amerikaan-
sche, die behalve blind bovendien nog
doof is, en geniet van muziek, doordat
haar vingertoppen de geluidsgolven
kunnen verwerken.
Ik moet er aan toevoegen, dat ik_£s-
twü'fel of zij op deze wijze het verscnil
zal voelen tusschen Beethoven, Bach of
Lehar.
In relief uitgevoerde kunstwerken,
kunnen blinden uit den aard der zaak
genot verschaffen; een goedgeslaagde
titelbladversiering in onze blinden-
boeken, een exlibris en andere decora
ties, mooi nagemaakte bloemen of ar
tistieke beeldjes.
Verder figuren of ander beeldhouw
werk op stoelleuningen, op hoeken van
kasten, en vooral ook op ouderwetsche
commodes en latafels. Ook genieten
zü intens van dier- en plant-afdruk-
ken in papier of gips zooals men die op
scholen gebruikt.
Het meest indrukwekkend is voor
den blinde datgene, wat op natuurhjke
wüze wordt weergegeven, zooals b.v.
de waslagen op de reusachtige groote,
draaibare globe, die bü de aardrijks
kundeles wordt gebruikt; zü ontwikkelt
het voorstellingsvermogen en daardoor
kan de blinde zich een beter begrip
vormen van de strepen en üjnen op de
landkaart.
In vele blinden-instituten moeten al
len, dus ook zü die niet den minsten aan
leg bezitten, deelnemen aan het teeken-
onderwijs. De lessen worden gegeven
met behulp van een in een lijst gespan
nen doek. Het elastiek, dat er over-
heengespannen is en met spelden wordt
vastgestoken, geeft de lijnen aan.
De vogels, bloemen en groote vlin
ders, die ontstaan, hebben slechts zel
den ronde, meestal echter zeer hoekige
lqnen en zien er daardoor min of meer
„griezelig" uit.
En toch.... als wij deze prestaties
vergelüken met de stumperige figuren
der beginnelingen, zien wü duidelijk
dat er op den duur heel wat kan wor
den bereikt. Trouwens, de Fransche
beeldhouwer Vidal heeft wel zeer dui-
delü'k bewezen, dat men ook zonder
oogen alles kan zien en weergeven.
Toen hij twee-en-twintig jaar oud,
zq'n gezichtsvermogen verloor, had dit
absoluut geen invloed op zijn werk en
zq'n succes. Vidal's studie-materiaal be
stond in hoofdzaak uit uitgesneden foto-
graphieën; ook nam hij wel doode of
opgezette dieren tot model, soms ook be
tastte hü levende dieren om hun spie
ren nauwkeurig te kunnen weergeven.
Toen hij eens op een tentoonstelling
een prüs behaalde, wilde de jury niet
gelooven, dat hü werkelük de ingezon
den stukken zélf gewrocht had en eerst
nadat de leden hem in zün atelier had
den bezocht, waren zü ten volle over
tuigd.
B.
De dokter zei, dat hij me binnen
twee weken op de been zou brengen.
En is dat gelukt?
En of! Ik heb mijn auto moeten
verknopen om zijn rekening te kunnen
betalen!.
Oplossingen der vorige raadsels.
L
Vele varkens maken de spoeling dun
IL
ZONNESCHIJN
Oldenboorn
Negentig
Nerveus
Eerlük
Schol
Cake
Hen
IJs
N
Nieuwe raadsels.
L
Zoek uit de gespatieërde woorden, de
letters van een bekend plantje, welks
naam ook wel voor kinderen wordt
gebruikt.
MÜ'n eerste letter staat in k a a r-t,
Mün tweede in 't woordje raad.
Nummer drie vindt gü in u i L
En vier in 't woordje vuil
In dames staat nummer vijf.
Zes vindt gü in tüdverdrüf-
De ezel zocht meneer Pimpelmans.
De r staat niet in gans.
O p a is een oude heer.
Val je, dan doe je je vaak zeer.
Een r a vindt men op een schip.
En melk krijgen we niet van een kip,
Eé n is maar alleen.
Als ik ja zeg, is het geen neen,
Izaak is een jongensnaam.
Straks zullen wü weer eten gaan»
En dan krijg ik een kopje thee.
(Ingez. door S» L.)
Welk spreekwoord staat hier
D. a..e. v.1. n.e. v
v d b
(Ingez. door A. S.0
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van:
B. v. d. B.; M. B.; J. B.; O. B.; B. Bu
A. B.; M. v. d. B.; G. B.; A. v. d. B.;
G. D.; R. D.; D. D.; N. D.; B. v. d. E.;
J. F.; C. de G.; M. G.; N. G.; A. E. K.;
J. K.; H. K.; N. K.; S. K.; H. L. (Texel);
A. v. L.; D. en S. L.; G. M.; J. O.;
C. P.; M. P.; M. v. P.; J. A. R.; L. v. S.;
N. C. v. S.; A. v. S.; S. T.; A. T,;
G. v. T.; H. V.; W. V.; C. V.; T. W.;
A. W.; R. v. d. W.; G. Z.; B. Z.; M. de A
door G. Th. ROTMAN.
r,| 49»
regent, ja het hagelt diender»!
of je 't al of niet gelooft,
schieten elk, precies op 't rijtje,
n een stuk waschgoed met hun hoofd!
en hemd, een rok, een broek, een vest,
11 a®es past hun even best!
"fflll" .1,1
SO.
Door "t Waschgoed is hun val gebroken,
Ze zijn dus gauw weer op de been,
En stromp'len, half verdoofd door 't valled,
Versuft de bleek uit, één voor één.
De stakkers snappen zeker niet,
Dat elk hen uitlacht, die hen ziet!
5-L
Saai vliegt terwijl met groote sproogen
Gelijk een Fokker door de lucht,
De beide dienders met een lasso
Meesleepend in zijn woeste vlucht;
Helaas! Hij neemt zijn sprong te bost.
Zoodat hij naar beneden stort!
52.
Juist kijkt vriend Meier uit zijn
Nieuwsgierig wat er tooh geschied
PEj komt het gauw genoeg te weten.
Gelijk men op dit plaatje ziet!
Iipn hevig luchtgevecht ontstaat
■Stegen Semsbo en zijn waai.
t
..mai ion. i imCKPii f.mrffltl even en 7olt« vim HSiivrt van i ...in wnnm novon." zei ïvia