i
X
X
X
12
X
.3
X
X
i
X
X
X
1
23 4
1
1
X
X
X
X
X
X
0
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
y
EEN OUD SPEL, DAT STEEDS NIEUW BLIJFT.
ra
Beste jongens en meisjes!
Deze brief had ik de vorige week al
aan jullie geschreven, dus wat ik over
de lichtweek schreef, is nu al wat oud,
maar dat kon ik niet veranderen. (Jok
de briefjes zijn wat verouderd, maar ik
denk dat jullie het toch wel aardig
zouden vinden ze nog te lezen. Hier
volgt dus alles.
Wat een leuk raadsel was dat van
Suus Lugtenburg, hè? Nu weten jullie
allemaal wat de Boltha is, ]e
hebt het raadsel tenminste allemaal
opgelost. Of jullie allemaal al naar de
Boltha zijn geweest, weet ik niet. Maar
als dat niet zoo is, dan moet je toch
bepaald gauw heengaan, want het is er
erg mooi en zoo heerlijk dicht bij Den
Helder, dat je met heel mooi weer er
wel heen kunt loopen, als je geen fiets
hebt. En dan moeten jullie me volgen
de week eens schrijven hoe je de ten
toonstelling vond en volgende week is
er ook feest in Den Helder, dat heb
ben jullie natuurlijk al gezien aan al
de zuilen die in de straat zijn opge
richt Je zal eens zien hoe prachtig
alles wordt en ik denk wel dat jullie
eens een avond langer op mogen blij
ven om een wandeling door de stad te
mogen maken.
Henk Verheul. Natuurlijk is het
eerste briefje van de week voor jou, Henk.
Je moeder schreef me, dat je ziek was, dat
vh>d ik erg jammer voor je, want je bent
van den winter ook al eens ziek geweest
en het is niet prettig tweemaal zoo kort
achter elkaar huisarrest te hebben. Maar
je moeder schreef me nog meer, n.1. dat de
zomer gauw komt en dat beteekent dat de
zon dan den heelen dag schijnt, van
's morgens heel vroeg tot 's avonds laat en
dat is zoo heerlijk en gezond dat dan bijna
alle zieke kinderen beter worden. Jij dus
ook wel, o, misschien al heel gauw en dan
zal je je, denk ik, verder den heelen zo
mer prettig voelen. Kijk maar eens goed
uit naar de zon en als je 's morgens vroeg
wakker bent, dan moet je maar eens zien
hoe licht het al is. Nu, het beste hoor en
spoedige beterschap.
Corn. Tol. Of ik wel eens in 'de „Don
kere duinen" ben geweest, vraag je? Ja,
hoor! Ik heb er zelfs een week lang ge
kampeerd en was dan iederen dag bij den
vijver. Wat fijn. Als je grooter bent moet
je ook maar eens aan je vader en moeder
vragen of je met een clubje mag kampee
ren. Dat is gezond en vrij. Maar je moet
er tegen kunnen om op een beetje stroo te
slapen, zoo maar op den grond en je moet
ook niet bang zijn van spinnen en muizen
en andere beesten, die 's nachts wel eens
in je tent komen.
Jacobajetje Ox. t)at wordt dus
volgende week voor jou ook een feestweek,
Coba? Ik kan me best indenken dat je gym
nastiek zoo fijn vindt en het is ook erg ge
zond. En je geniet ook veel van je fiets, hè.
Een massa blije dingen heb jij in de wereld,
hoor.
Willy Boon stop pel. Dat had ik
dus goed geraden, dat je moeder de raad
sels voor je had geschreven? Maar ik weet
nu wat de oorzaak is en hoop dat ik ze in
het vervolg van jezelf ontvang.
Bepp.v Zwiestra. Jij bent het twee
de vriendinnetje dat me vraagt naar een
zanguitvoering te gaan en hoe graag ik zou
willen, ik denk dat er niets van kan komen.
Heusch, ik heb 's avonds zoo weinig tijd,
dat ik niet uit kan gaan. Maar als ik dien
avond vrij mocht hebben, dan beloof ik pre
sent te zijn.
Corrie Gieling. Het verhaaltje, dat
ye zelf gemaakt hebt, en dat ik aardig
vind is vandaag in 't Juttertje geplaatst. Je
eigengemaakte raadsels zullen* niet worden
opgenomen. Ik heb al zooveel spreekwoor
den, dat ik nu eerst weer eens wat andere
raadsels wil hebben.
^Antje Tijdeman. Is dat je broertje
die hard met de krant wegliep, die nu mee
wil doen met de raadsels, Antje? Hij mag,
hoor, t is het aardigse als hij zelf oplost
en inzendt. Natuurlijk mogen jullie het ook
samen doen. Zie maar eens.
Beppie K e ij z e r. Je brief vond ik
juist erg aardig, Beppie, en heelemaal niet
„raar^zooals je dacht. Dat is zeker ook
de uitvoering van „Morgenrood" waar jij
heengaat? O ja, gisteren ben je jarig ge
weest, hè? Nu nog wel gefeticiteerd, hoor.
Schrijf me de volgende week maar eens wat
je voor je verjaardag
hebt gehad.
Annie v. d. Brink.
Een aardig versje heb
jij over de Boltha ge
maakt, Annie. Het was
in geen tijd gebeurd dat
er een rijmpje van jou
was gekomen.
Gretha Moor. Dat
weet ik waarlijk niet, Gretha, waarom jij
de vorige week niet bij de goede oplossin
gen stond, als je de raadsels op tijd hebt
ingezonden. Maar ik zal je naam nog no-
teeren, hoor.
La u ri e Hagen. En heb je veel dot
terbloemen en kikkerrit gevonden, Laurie?
Was je meester er blij mee,, met zoo'n ver
rassing?
C o r r ie P o r t e g ij s. Nou, nou, dat
klinkt erg geleerd, hoor, Corrie „Boman
tagon! Gis revido!" Ik weet waarlijk niet
wat het beteekent, dat is zeker Esperanto?
Schrijf het me de volgende week maar eens
in je moeders taal.
Agatha de Bie. Dus je woont liever
in IJmuiden dan in Den Helder, Agatha,
omdat je zoo dicht bij de duinen en het
bosch woont. Nu, dat kan ik me begrijpen.
Maar vergeet niet dat wij hier ook duinen
hebben, en wat een mooie en ook heel veel
dennen in de donkere duinen, waar de
Boltha-tentoonstelling wordt gehouden.
Annie Jansen. Jij bent dus vaak in
den theetuin geweest, Annie. En dan heb je
natuurlijk ook vaak op de wip gezeten en
op den schommel. Of wordt je daar ook
zoo duizelig van, net als ik. Dan zal je er
wel niet te vaak op gaan, denk ik. Het is er
anders fijn, hè?
Cornelia Claus. Dat gang nogal
met dat kleine briefje van jou, Cor
nelia, een heel schriftkantje vol. Ik zou wel
eens willen weten wat je eigenlijk een groot
briefje noemt. Zeker een schrift vol, hè?
Dan hoop ik maar dat je me nooit een
grooten brief stuurt, want ik zou geen tijd
hebben om hem door te lezen.
I n a B o e 1 s. Jij bent dus in Amsterdam
geweest met de Paaschvacantie, Ina. Wat
een mooie stad, hè, en 's avonds vooral als
al die duizenden lichten branden en de
lichtreclames en de verlichte trams. Heb je
's avonds wel eens met je oom en tante
door de stad gewandeld, of lag je dan al
in bed. Dan moet je het toch qgns een vol
genden keer, als je weer in Amsterdam
bent, vragen. Ik had niet gedacht dat je
me ontrouw was geworden, hoor. Met de
Paaschvacantie hebben er veel meer vriend
jes en vriendinnetjes niet ingezonden.
Nu, dag hoor, allemaal, tot volgende
week.
Kindervriend.
Het versje van de Boltha was mooi
bedacht,
Want dat daar zulke prachtige bloemen
zijn, hadden niet veel verwacht,
't Is heerlijk om te zien; al die verschil-
lende kleuren,
En ze verspreiden ook nog de zoetste
geuren.
Om die bloemenpracht te zien, zoo tus-
schen 't dennengroen,
Nou, al was het eens zoo ver! je aou het
over doen.
Maar allen kunnen er van profiteeren.
want kun je niet zoo ver loon
Ga dan naar Koningsbruggen een kaartje*0'
voor de autobus koope*
Hoog de Heldersche duinen, met bloemen
en vijver erin
Als men daar vertoeft heeft, is een ieder
vast naar zijn zj„
Want ze worden genoemd en geroemd
Daarom driewerf hoemvlr 'and
„B.O.L.T.H.A." in ons Juttersland,
e v. d. Brink.
Kindervriend, ik laat u weten,
Dat ik mijn naam had vergeten.
Hoe ik aan mijn versje kwam,
Of ik daarvoor hulp aannam?
't Versje heb ik zelf gedaan,
Maar 't rijmen wou niet gaan,
'k Heb toen aan Pa gevraagd,
Die heeft 't toen pasklaar gezaagd.
Nu Den Helder heeft ook bloemen,
't Had al duinen, strand en zee,
Zal ik nog wat meer gaan noemen,
't Heeft ook visschers, visschen, vloot en
vee
Ook heeft het pension tehuizen,
Waar je goedkoop kan terecht,
Denk erom niet laat bestellen,
Anders wordt het een gevecht.
Vreemdeling, kom naar Den Helder,
Nu je uit dit versje weet,
Dat ge hier heusch kunt genieten,
Want Den Helder is compleet.
Annie Wal boom.
Beukenkarnpstraat 36.
X
X
i
1
X
Het spel, dat wij bier zullen verkla
ren, is een gewijzigde vorm van een
heel oud spelletje, waarmede reeds
onze bet-overgrootouders zich bezig
hielden en den tijd. verdreven totdat de
diligence weer in het stadje zou aanko
men. En daar alles, wat oud is, meestal
buitengewoon goed is, gelooven wij, dat
dit spel jullie allen wel heel goed zal
bevallen.
Het is uiterst eenvoudig. De beide
spelers nemen ieder een potlood, gaan
tegenover elkaar aan tafel zitten met
een stuk blanco papier voor zich en
een van hen teekent hierop een vier
kant, dat hü in 16 vierkantjes onder
verdeelt, door de zijden in vieren te
deelen en dan lijnen te «rekken. Als
men nu nog erom dobbelt, wie mag be
ginnen, kan het spel een :unvang
nemen!
De eerste speler neemt zijn potlood
en teekent nu zooveel kruisjes op een
horizontale 6f verticale rij. als hij kan,
maar niet meer dan drie! Hij kan dus,
als hij op de horizontale lijn wil blijven,
een van de drie in figuur A voorge
stelde mogelijkheden nemen, of als
I hij de verticale rij verkiest een van
de in figuur B weergegeven mooelijk-
1 heden. Men mag bü iedere beurt slechts
van één bepaalde rij gebruik maken en
1 hierin dus, wij herhalen dit ter verdui
delijking, slechts hoogstens 3 en min
stens 1 kruis plaatsen. En nu komt het:
Men mag nooit een van de horizon
tale of verticale rijen invullen! Met
andere woorden: men mag nooit een
vierde kruis plaatsen op een rij, waar
men zelf reeds drie kruisjes heeft ge
zet! (Neemt daarom liever gekleurd pot
lood). Men moet echter zijn tegenstan
der dwingen een vakje in te vullen, dat
het vierde op die rij is. Dan heeft hij
het verloren. Als in fi"uur C degeen,
die aan beurt is op de meest rechtsche
rij (vert.) het tweede vakje van boven
invult, heeft zijn partner verloren. Op
alle_ rijen staan dan drie kruisjes, hetzij
horizontaal, hetzij verticaal. De partner
kan dus slechts een vierde vakje in
vullen en verliest.
Practisch wisselt zich het spel op de
volgende manier af. Nadat de eerste
speler zijn kruisjes heeft geplaatst,
komt de tweede aan de beurt. Ook hij
mag weer in een der rijen, naar verkie
zing in een horizontale of verticale, 1
rot 3 kruisjes zetten. Hü moet daarbij
in de eerste plaats er op letten, dat hü
deze rij niet geheel aanvult. Daarna
komt weer de eerste sneler, en zoo
voorts. Om dus het in figuur A aange
geven spel verder te kunnen spelen,
ontstaat b.v. ten laatste de stand zooals
aangegeven in figuur B. Hier bevindt
zich het spel op een beslissend punt
want als de speler, die nu aan de beurt
komt op het juiste punt een kruisje
zet (in figuur D voor de duidelijkheid
met een O aangegeven), dan heeft ziju
tegenstander verloren. Want waar M
zjjn potlood ook plaatst, hü zal noch op
de horizontale, noch op de verticale
rijen meer een plaatsje vinden, waar
hü zijn kruis kan plaatsen en daarniew
zooals wij reeds opmerkten, verliest M
het spel, zonder een rij geheel te vuil®11.
Opgemerkt zij, dat dit spel
grapje is; men kan het slecht, midder
matig en goed spelen. Er behoort ee
goede hoeveelheid gezond verstand
kalm overleg bii, om op de goede pi®8
een kruis te plaatsen. I
Van deskundige zijde beweert
dat de beide eerste kruisjes het SP*
eigenlük beslissen. Degeen, die w
beginnen en goed begint zal volg®»
deze deskundigen dus winnaar woiw
Doch dit mag voor een idealen spe*
geldig zijn, voor den doorsnee-8P«g
geldt het zeker niet. Jullie zult
spoedig bemerken, dat of je nuzelf
gint of niet, de eene maal door de a
gewonnen wordt en de andere
door jezelf. Tenslotte wordt hü
die Let beste speelt. j
(Nadruk vertiodonj.