SHHKHliBUVll
1 'steen PÜRtë» I
HUIIIIEU Sin
TOBRALCO
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Bui&dnlandsch overzichi
Sprg^fen komen vroeg in
Spaansche reisindrukken.
SpruDl. Bij alle Drogisten.
BINNENLAND.
mn zin^
No. 6962 EERSTE BLAD
WOENSDAG 13 MEI 1931.
59ste JAARGANG
De strijd om het presidentschap in Frankrijk. -
Engeland en de ontwapenings-conferentie. - Reorga
nisatieplannen voor de defensie van Noorwegen -
Rusland en de ontwapening.
GELAATSMASSAGE.
FE UILLETON
„O!"
Tjonge, daar zit spirit in!
Deze tabak/lts werkelijk waar.
Qook ik liever nog dan n sigaar
„DRAGON-
Zoo gemakkelijk te wasschen
Zoo moeilijk te verslijten
Kleur-, wasch- en zon-echt
RA
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersch» Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65binnen
land f 2.Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.60, f 0.<0, f 0.i0,
f1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse noe. 4 ct.f r. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag,
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Je.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 160M.
AD VERTENTIËN
20 ot. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
De strijd om het presidentschap m
Frankrijk is ontbrand.. De strijd zal ge
streden worden tusschen Briand en Dou-
mer, waarbij ongetwijfeld de populaire
minister van buitenlandscht zaken,
Briand, die meeste kans maakt, tenzij een
meerderheid hem niet wil missen voor
buitenlandsohe zaken. Verscheidene mi
nisters en hooggeplaatste personen heb
ben reeds bezoeken bij Briand afgelegd
en hem hun steun toegezegd.
Het Kamerlid Thomson heeft, toen hij
zich met andere vrienden van Briand bij
dezen bevond, uiteengezet, dat het bij de
candidatuur Briand met terzijdestelling
van elke partij- of persoonlijke overwe
ging er om te doen was een nationale
daad te vervullen. Het vraagstuk van de
candidatuur Briand heeft sinds eenige
dagen wegens de aanvallen op liem een
heel ander aanzicht gekregen. De aanval
len op zijn persoon hebben weinig te be-
teekenen, maar zij zijn ook gericht tegen
de politiek, die Briand voorstaat, en daar
dit de politiek van Frankrijk is, dat sinds
de zes jaar van Briands ministerschap een
vredespolitiek volgt, dient zij beschermd
te worden. De presidentsverkiezing zal
daarom moeten toonen, dat de volksverte
genwoordiging deze politiek wenscht.
Op deze uiteenzetting heeft Briand ge
antwoord, dat hij zich na die interpretatie
niet langer gerechtigd achtte den aan
drang, op hem uitgeoefend, af te slaan en
het zijn plicht achtte zich ter beschikking
van zijn vrienden te stellen.
Doumer heeft het handhaven van zijn
candidatuur aan de parlementaire dele
gatie gemotiveerd met de opmerking, dat
Brianid naar zijn meening meer op zijn
plaats is aan buitenlandsche zaken om het
gewichtige werk, dat hij al zoovele jaren
geleid heeft, voort te zetten. Daarom hand
haaft Doumer zijn candidatuur, opdat de
juezers (d.w.z. de leden van de Kamer en
Senaat) uitspraak zullen doen.
Engeland en de ontwapeningsconfe
rentie. In het Lagerhuis heeft Mac-
Donald Maandag op de vraag, of het de
bedoeling der regeering was om met een
door alle drie politieke partijen goedge
keurd programma naar Genève te gaan
voor de ontwapeningsconferentie, geant
woord, dat de regeering in overeenstem
ming met het gebruik voor een confe
rentie, bij welker welslagen het geheele
volk betrokken was, ook een delegatie zou
samenstellen, die zooveel mogelijk de ge
heele openbare meening vertegenwoor
digde.
Tot dat doel had de regeering conser
vatieven en liberalen uitgenoodigd tot
aanwijzing van gedelegeerden in de com
missie van Rijks-defensie, waar het pro
gram van Genève opgesteld en ontwikkeld
zou worden. Dit nam echter niet weg, dat
de regeering ten slotte alleen verantwoor
delijk zou zijn voor de te volgen politiek
en de te nemen besluiten. De medewer
king der andere partijen was dus vooral
van adviseerenden aard.
Reorganisatieplannen voor de Noorsche
regeering. Mowinckel heeft Zaterdag
van de gelegenheid, dat er nog geen ka
binet was gevormd, gebruik gemaakt om
nog even een wetsvoorstel tot reorgani
satie van de defensie bij het Storting in
te dienen.
De defensie-regeling van 1927 eischt
jaarlijks een uitgave van 46 millioen kro
nen. Daar deze uitgave te groot wordt ge
acht, heeft de regeering nu een nieuwe
regeling ontworpen, die zoodanig is, dat
het parlement het daarvoor benoodigde
geld weT zal toestaan. Volgens deze nieu
we regeling zouden er jaarlijks 32 millioen
kronen noodig zijn, namelijk 17 millioen
voor het leger en 15 millioen voor de vloot
en voor de kustbewaking. Deze besparing
kan berekit worden door een ver doorge
voerde rationalizeering en door inkrim
ping van het beroepskader. De algeaneene
dienstplicht wordt behouden.
ledig was, zonder dubbelzinnigheid.
Maar in Frankrijk waren, wel wat laat,
vragen gerezen. Hij voegde er aan toe:
Het heeft van onze zijde niet ontbroken
aan het toonen van goeden wil, die noo
dig is om den vooruitgang der ontwape
ning te verzekeren. Maar er kan geen
succes verkregen worden, wanneer de
goede wil altijd van één land moet uit
gaan.
Altijd een mooie en getonde huid door een
of twee maal per week des avonds tegen het
naar bed gaan, het gelaat een paar minuten met
Purol te masseeren, waarna men de niet in de
huid gedrongen Purol met een droog doekje kan
afvegen. De door massage in de huid gedrongen
Purol zal dan gedurende den nacht een ver
zachtende en reinigende werking op de huid
weefsels uitoefenen en bij eenigszins regelmatige
toepassing der hierboven aangegeven eenvoudige
behandeling, aan de huid een bijzonder zachte
en mooie teint geven.
Sowjet Rusland en de ontwapening.
De Sowjetregeering heeft in antwoord op
de uitnoodiging om mededeelingen te ver
strekken omtrent den tegenwooröigen
stand der wapening in de verschillende
landen de opmerking gemaakt, dat de
Sowjet-regeering van meening is, dat het
verzamelen van zulke inlichtingen het ka
der van de technische voorbereiding van
de ontwapeningsconferentie overschrijdt
en een kwestie van politieke beteekenis is.
Intusschen is de Sowjet-regeering uit
de overtuiging, dat het van groot belang
is voor de ontwapeningsconferentie, om
zoo nauwkeurig mogelijk omtrent den
stand der wapening in de verschillende
landen tijdig te worden ingelicht, in dit
geval bereid aan de vraag van den secre
taris-generaal van den Volkenbond te vol
doen, zoodat de regeering bij baar ant
woord de gevraagde gegevens omtrent
den stand harer wapening heeft ingezon
den. De Sowjet-regeering heeft tot Sir
Eric Drummond het verzoek gericht deze
gegevens aan de andere regeeringen te
doen toekomen en omgekeerd de inlich
tingen te mogen ontvangen, die andere
regeeringen aan den Volkenbond reeds
verstrekt hebben. Sir Eric Drummond
heeft deze mededeelingen van de Sowjet
regeering beantwoord met een bericht van
goede ontvangst, terwijl hij verklaart, de
gegevens op het oogenblik te moeten be
waren, totdat de Volkenbondsraad een be
slissing heeft genomen over de kwestie,
hoe en of deze gegevens moeten worden
gepubliceerd.
STOPZETTING BOUW
LUCHTSCHEPEN.
Als maatregel van bezuiniging.
De politieke correspondent van de
„Evening News" verneemt, dat de regee
ring Donderdag in het Lagerhuis de stop
zetting zal hekentd maken van allen ver
deren aanbouw van en proefnemingen met
luchtschepen, daar de bezuinigingscom
missie der regeering haar meening heeft
te kennen gegeven, dat alle uitgaven voor
luchtschepen dienen te worden gestaakt.
DE ENGELSCHE MINISTER VAN
MARINE OVER DE
VLOOTONDERHANDELINGEN.
j* Sheffield, 8 Mei. (Reuter). Alexander
het voorjar, koop tijdig een pot de eerste ^rd
Pot 9ct-) Tube 50 ct. Zeep 60 ct.
THE DARK CHAPTER
door
E. J. RATH.
20
„Wel, allemenschen, waar zie je me voor
aan?"
„Rosa is een knap meisje," zei Rawlins
kalm.
„Knap? En al is ze knap? Wat heeft
dat er mee te maken?"
„Meestal alles, mijnheer."
Kane was even ontsteld als boos.
„Alle menschen!" riep hij uit. „Maar ze
is een meid".
„Maar ze gebruikt ook zulke haarspel
den."
„Dat doet iedere blondine! Ik.
Kane bleef van woede steken.
„Ongetwijfeld, mijnheer, maar uw zus
ter denkt, dat zij van Rosa is en daar wil
ik niets mee te maken hebben."
Rawlins sprak heelemaal niet als
iemand, die in zijn wiek geschoten is,
niaar veeleer als ware hij bezorgd voor
zijn goeden naam.
„Maar allemenschen, zü is heelemaal
niet van Rosa!" barstte Kane uit.
„Ik heb nooit met haar gereden."
van de admiraliteit, heeft
hedenavond over de vlootonderhandelin-
gen gesproken en gezegd, dat hij van mee
ning was, dat de vlootovereenkomst vol-
IV.
Ten allen tijde heeft men in Spanje de
tegenstelling van monarchaal en republi-
keinsch gekend. Er hebben ten allen tijde
republikeinen in den Cortez zitting ge
nomen. Maar de ontevredenheid over de
dictatuur, het persoonlijk aandeel, dat
men den Koning daarin toeschreef, heeft
geleid tot een geweldige uitbreiding van
het republikeinsche kamp. Nog niet zoo
heel lang geleden, toen Koning Alfons
XIII pogingen ondernam tot vorming
van een soort parlementair kabinet, moest
de conservatieve minister Sanchez Guer-
ra zich naar de centrale gevangenis van
Madrid begeven om daar te spreken met
de achter kerkertralies aanwezige poli
tieke leiders. Men stelle zich overigens
die straf niet al te erg voor, want Alcala
Zamora, die nu hoofd van de Republiek
is, ontving er eiken dag de tal van aan
hangers, die hem wilden komen bezoe
ken. Met Fernando de los Rios, bekend
rechts-philosoof en publicist die even
eens in de gevangenis vertoefde en thans
het ministerie van Justitie beheerscht,
was het al niet anders. En in de onmid
dellijke nabijheid vertoefde Cabalero, een
der leiders van de socialisten, die er ook
eiken dag deputaties ontving. Van groot
belang was het, dat de verschillende lin
kerpartijen zich vereenigden; dat het
anti-dynastiek gevoel socialisten en repu
blikeinen bij elkander bracht. Want zij,
die ontevreden waren en het land aan
zich verplicht hebben door aan de onte
vreden beweging leiding te geven, zijn
toch wel vogels van zeer diverse pluima
ge. Zamora en Miguel Maura vormden
nog niet lang geleden de republikeinsch-
rechtsch-liberale partij, terwijl Ortega en
Gasset behoorden tot de republikeinsch
radicaal-socialistische partij, en Alexan
der Lerroux de ziel was van de radicaal-
ex-republikeinsehe partij. Vermoedelijk
hebben zich in den boezem dezer partijen
veranderingen voltrokken reeds gedu
rende het bewind van Primo de Rivera,
maar dat kwam zoo niet naar buiten. Het
overgangstijdperk van Generaal Beren-
guer heeft in elk geval dit voordeel ge
had, dat de öpgekropte ontevredenheid
een uitweg vond in politieke demonstra
ties, al moet ook daarvan de verwonder
lijke kalmte worden gewaardeerd.
Zijn er dan, zoo is men geneigd in
deze dagen te vragen, in Spanje geen
monarchale partijen meer? Niets is min
der juist, maar deze partijen, de democra
tische, de liberale en de conservatieve,
hebben zich als een bond der constitutio-
nalisten vereenigd. Deze telden een de
mocraat als Alvarez naast den conserva
tief Sanchez Guerra en naast den liberaal
Villanueva tot leiders. Zij allen streden
voor een geheel vrije verkiezing van den
nieuwen Cortez; vormden oppositie tegen
de gedachte van Berenguer om als het
ware onder zijn leiding geheel een Cortez
te doen verkiezen en stilzwijgend aan te
nemen, dat deze de monarchale gedachte
zouhandhaven. Men kan zonder vrees
voor tegenspraak aannemen, dat de con-
srtitutionalisten eigenlijk de beteekenis
van dit eigen optreden hebben onder
schat. Zij zijn te veel aan de monarchale
gedachte verbonden om te kunnen aan
nemen, dat zij de bon coeur aan het ten
tooneele verschijnen van het republi
keinsch regime hebben medegewerkt.
Neen, zij hebben begrepen, dat in de ge-
Rawlins luisterde eerbiedig.
„Ze is een meid!"
„Maar knap," peinsde Rawlins.
„Zie je me voor idioot aan? Ik zeg je,
dat het Rosa niet was."
„Wie was het dan, mijnheer?"
Kane sloeg verlegen met zijn racket
tegen een paar grassprieten.
„Dat gaat je niets aan," zei hy stug.
„Ik geloof van wel."
„Ben je van plan me geld af te persen?"
„Neen. daar had ik niet aan gedacht.
Dat zou ik ook niet kunnen doen, maar ik
bekeek de zaak van een ander standpunt.
Zoolang ik de verantwoordelijkheid op
me neem, heb ik het recht te weten, wat
er aan vast zit. Als het Rosa geweest was,
had ik geweten waaraan me te houden.
Als het Rosa niet is, verandert de quaes-
tie weer."
„Het was Rosa niet," herhaalde Kane,
„maar ik ben niet van plan je te vertellen,
wie het wèl was."
Rawlins dacht na.
„Hebt u er iets tegen, als ik me tot
haar zelf wend?"
„Tot Rosa?" riep Kane, doodelijk ver
schrikt. „Of ik er iets tegen heb? Het is
onmogelijk, Rawlins. Ik verzeker je, dat
ze er niets mee te maken heeft. Ik heb het
kind nog nooit aangekeken."
Plotseling wierp hij de haarspeld weg,
als brandde deze in zijn vingers.
„Luister eens, Rawlins, gebruik je ver
stand.. Ik verzeker je op mijn eerewoord,
dat het Rosa niet was. Geloof je me?"
Rawlins streek zich over de kin en keek
hem aan.
„Het was iemand anders", vervolgde
Kane langzaam. „Ik ik kan niet zeggen
geven omstandigheden niets anders viel
te doen dan er zich bij neer te leggen.
Maar zoo straks zal de verkiezingsstrijd
aanvangen, en wat er dan van de een
heid, die in het negatieve is getoond, zal
overblijven, moet worden afgewacht.
Dat is zeker, het is niet waarschijnlijk,
dat het zoo zal blijven. De nieuwe regee
ring is meer socialistisch dan uitsluitend
republikeinsch, en vele harer manifesten
dragen dit kenmerk. Nu loopt zij reeds
dadelijk het gevaar, dat zij te veel in ex
tremistische richting zal afzakken, en
men hoort hier en daar al de vrees uiten,
dat Moskou zich niet onbetüigd zal laten.
Tot dusverre heette het altijd, dat de
Communisten geen voet aan den grond in
Spanje zouden kunnen krijgen, en hoe
wonderlijk het schijnt, dit lijkt voor wie
Spanje kent, juist. Want Spanje is een
arm land, maar geen ongelukkig, geen
ontevreden land. Hl de van elke welvaart
verstoken dorpen, die wij hier doorgaan,
zien wij meer zon op het gelaat dan in de
meest welvarende dorpen bij ons ten plat-
telande. De Spanjaard vraagt weinig van
het leven, weinig althans in materieelen
zin; hij is ook weinig gewend. Bij zulk
een volk vindt het communisme niet
spoedig ingang, en de industrie is in
Spanje niet ontwikkeld genoeg om dit
voedingsbodem te verschaffen. Maar toch,
wanneer men eenmaal zekere democra
tische tendenzen heeft vooropgesteld, en
men gaat niet steeds in die richting voort,
krijgt het uiterste vat, al moet men bij
Spanje oppassen met vergelijkingen met
Westelijk Europa, waarin het op niets
gelijkt. De andere moeilijkheid, die dreigt
is deze, dat Spanje ook niets minder be
hoeft dan in de vroegere fouten der po
litieke leiders te vervallen. Men heeft zoo
getoornd tegen de dictatuur van Primo,
maar heeft men wel eens nagegaan wat
deze om hals bracht? Een verpolitiekt
stelsel zonder weerga, waarin de claque
ten plattelande onbeperkt heer en mees
ter was. Primo toornde wellicht tegen de
politieke leiders, wijl zij den verderen
veldtocht in Marokko tegenhielden, maar
hij kon terecht ook tegen ze toornen om
dat ze door hun onderlinge tweespalt ver
beteringen uitstelden, en liberalen en de
mocraten en conservatieven elkander om
beurten dien bal toewierpen. Wanneer
het z.g.n. nieuwe geluid te spoedig zou
vervagen en zou vervallen in de oude
fouten, zou het waarlijk de moeite van de
verandering niet waard zijn geweest.
In elk geval, wat er zal gebeuren, ligt
in de toekomst. De Spanjaard, hoezeer
ook voor politiek geïnteresseerd, maakt
I zich niet al te druk om den dag van mor
gen. Hij wacht af, rustig, naar het uiter
lijk bijkans onbewogen. Zoowacht men
blijkbaar nu in Madrid en wacht men el
ders, en men leest inmiddels het mani
fest, dat de Koning heeft verspreid en de
proclamaties van de nieuwe regeering.
Het is op straat vol als anders; er wordt
geflaneerd als anders, en toen de eerste
twee drukke dagen voorbij waren, her
kreeg het Spaansche beeld bijkans zijn
gewone aanzien. Misschien, dat het Zon-
1 dag, wanneer men zich naar de graven
der vroegere leiders zal begeven, wat an
ders zal worden.
Bijkans tegenover het Prado staat het
Cortezgebouw. Het was enkele jaren ge
sloten en werd in 1928 voor de Nationale
Vergadering heropend. Maar deze zittin
gen leveren weinig interessants op. Nu
zal er spoedig een nieuwe Cortez komen;
dit moet wel het eerste programpunt van
de nieuwe regeering zijn. Welke kleur
zal zij hebben, welke daden zal zij ver
richten? Spanje weet het niet, noch de
Koning, die is heengegaan, noch het
voorloopig bewind, dat is gekomen, kan
nu antwoord geven. En wij, vreemdelin
gen in Madrid en in geheel Spanje, wij
kunnen slechts er naar gissen en het bes
te hopen voor zoo'n mooi, zoo'n sym
pathiek land.
M.
wie. Je kent haar toch niet. We hebben
niets verkeerds gedaan. Die haarspeld
heeft niets te bettekenen» Dat kan ieder
meisje overkomen. Goede help, Rawlins,
je bént zelf ook geen Puritein. Jij kwam
later thuis dan
Rawlins legde hem met een kalm gebaar
het zwijgen op.
„Daar zullen we niet over spreken,
mijnheer."
„Dan zie ik niet in, waarom we wel over
nujn aangelegenheden zouden spreken",
zei Kane. „En ik zeg er verder ook geen
woord over".
„De quaestie is, dat het mijn aangele
genheden zijn geworden. De juffrouw
„Eu stel, dat ze het denkt; is het zoo
een misdaad voor een chauffeur om uit
rijden te gaan met een dienstmeisje?
„U vergeet misschien, dat ik op proef
ben."
„Kom, wees mensohelijk, Rawlins. Je
begrijpt toch wel, hoe zooiets gaat. Ik
kon toch niet om haar auto vragen en
zeg. ben je van plan me te verklappen?"
Rawlins wendde voor te aarzelen.
„Ik zal je zeggen, wat ik zal doen", zei
Kane. „Laat jy <je zaak nu maar kalm loo-
pen, dan zal ik zorgen, dat je er geen
schade van lijdt. Heusch, zoodra ik van
vader geld kan loskrygen."
Wat Rosa l>etreft, was Rawlins al ge
rustgesteld. Hij dacht alleen aan Hilda
Kilbourne en hoe die er over dacht.
„Beloof nu, dat je niets zult zeggen",
zei Kane overredend, „dan krijg je tien
dollar misschien wel twintig."
„Dank u."
„Is het afgesproken?"
„Als het later noodig mocht blijken, dat
ik iets meer te weten kom van de jonge
dame, dan
„Als het noodig is, zal ik het je ver
tellen."
Rawlins knikte. Kane slaakte een zucht
van verlichting.
„Ik zal je zeker wel twintig kunnen
géven", zei hij.
„Dank u." Rawlins boog. Hjj werd lang
zamerhand een meester in het buigen.
„En zoudt u er als het u blieft niets van
willen zeggen aan juffrouw Marian?"
„Marian? Waarom zou ik het niet aan
Marian vertellen?" vroeg Kane.
Maar Rawlins verdween al in de rich
ting van de garage. Hij wilde er niet op
betrapt worden te glimlachen.
XIII.
Rawlins zat geruimen tijd op de bank
naast de deur van de garage zich behage-
lijk te koesteren in de warme ochtendzon.
Hij haalde zich al wat gebeurd was nog
eens voor den geest en peinsde over de
toekomst.
Hij begon bij het begin, namelijk het
verhaal van den conducteur en ging alles
na tot aan de belooning, die Kane hem
beloofd had. Hij vergat zelfs niet de
vrouw, wier ontbijt hem nieuwe kracht
had gegeven, noch de tien cents, die hij
in de rivier had geworpen; geen enkele
kleinigheid vergat hij, want juist die klei
nigheden schenen hoofdzaak te zijn. Over
het geheel was hij tevreden tot nu toe.
Al het gebeurde na te gaan, was een
voudig genoeg. Het vereischte slechts ge
duld en aandacht, maar de vizioenen, die
WIJZIGING WET STEUN-
VERLEENING MOBILISATIE-
INVALIDEN.
In antwoord op een vraag van het Twee
de Kamerlid Ter Laan betreffende het
stadium van voorbereiding en de behan
deling van de toegezegde wijziging van de
wet tot steunverleening aan mobilisatie
invaliden, heeft de minister van Defensie
meegedeeld, dat een wetsontwerp tot wij
ziging van de wet van 13 Mei 1927 (Staats
blad no. 161) zijn departement heeft ver
laten. Tot medewerking aan een zoo spoe
dig mogelijke behandeling is de minister
gaarne bereid.
TARWEVOORRAAD OOGST 1931.
In totaal nog 47 a 48.000 ton
aanwezig.
De inventarisatie van tarwe van den
ouden oogst is nu beëindigd. Men is tot
de slotsom gekdmen, dat in ons land nog
aanwezig is 47 a 48.000 ton, n.1.:
In Groningen ruim 10.000 ton
in Zeeland 15.000
in N.- en Z.-Holland 19.000
in de overige prov. 3.000
De totale oogst 1930 kan geschat worden
op pl. m. 180.000 ton, zoodat nog ruim een
kwart aanwezig zal zijn.
HET WERKTIJDENBESLUIT VOOR
WINKELS IN VERBAND MET
HEMELVAARTSDAG.
Het Bureau van den Kon. Nederl.
Middenstandsbond brengt onder de aan
dacht van belanghebbenden, dat inge
volge het bepaalde in artikel 5, eerste lid
onder b van het Winkelwerktijdenbe
sluit, een man of een vrouw op den dag,
voorafgaande aan Hemelvaartsdag (13
Mei a.s.), gedurende ten hoogste elf uren
arbeid mag verrichten, onder voorwaar
de, dat in den winkel op Hemelvaarts
dag niet wordt gewerkt.
Art. 24 van genoemd besluit maakt het
den werkgever mogelijk om de afwijking
van de geldende arbeids- en rusttijden-
regeling, door deze werktijdverlenging
noodzakelijk geworden, te vermelden op
een door hem onderteekend geschrift,
dat naast de arbeidslijst wordt opgehan
gen. De arbeidslijst kan dus ongewijzigd
blijven. Uit het geschrift moet echter
duidelijk blijken (b.v. door het aangeven
van de namen) voor welke arbeiders de
daarop vermelde regeling geldt.
Jeugdige personen (beneden 18 jaar)
vallen niet onder deze uitzonderingsre
geling.
Tenslotte wordt nog de aandacht ge
vestigd op de mogelijkheid om don we-
kelijkschen vrijen halven dag, te geven
in de week van 10 tot en met 16 Mei e.k.,
te stellen op Hemelvaartsdag (14 Mei),
waarop de meeste winkels toch gesloten
zijn.
Waarschijnlijk zal hiervoor en voor
den Tweeden Pinksterdag wel de facili
teit, dat men deze wijziging op een ge
schrift, op te hangen naast de arbeids
lijst, kan vermelden, worden toegestaan.
Dit is althans door den Kon. Nederl. Mid
denstandsbond te bevoegder plaatse ver
zocht.
PURE VIRGIMIÖ SHAG
Goedkoop door haar
lartgzamen brand.
Pittig en toch niet zwaai
Hoor pijp of cigaret.
1ÖBUNO - ÖROnlIGLh
ZUIDERZEESTEUNWET.
Mededeelingen van de gene
rale commissie.
Aan de mededeelingen der generale
commissie, bedoeld in art. 3 der Zuider-
zeesteunwet, over het eerste kwartaal van
1931 ontleenen wij het volgende:
Acht en zestig personen, die allen door
de organen der openbare arbeidsbemid
deling als werkzoekenden waren inge
schreven, hadden in het afgeloopen kwar
taal aanvragen om hulp ter verkrijging
van werk bij de generale commissie in
gediend. Hiervan werden 28 aanvragen
buiten behandeling gelaten.
Op 31 Maart 1931 bedroeg het aantal
tewerkgestelden, aan wie de commissie
hulp ter verkrijging van werk had ver
leend, tezamen met het aantal belang
hebbenden, waarvan aan de commissie
bekend is, dat zij plratsing gevonden heb
ben buiten de Zuiderzeevisscherij, in
totaal 857.
voor zijn geestesoog opdoemden, zoodra
hij over de toekomst dacht, waren minder
duidelijk. Soms waren ze zelfs verwar
rend. Hij kon ze niet met elkaar in over
eenstemming brengen. Ze begonnen alle
maal op hetzelfde punt, maar liepen dan
plotseling uiteen.
„Ik weet het niet", gaf hii toe. „Ik kan
niet zien, hoe dit alles moet afloopen. De
quaestie is, dat ik het probeer te berede
neeren en dat is niet de manier. Ik zou
helderziend moeten zijn en dat ben ik
niet."
Hij werd in zijn overpeinzingen ge
stoord door Hilda Kilbourne, wier auto
niet buiten, vóór de garage stilhield, maar
kalm naar binnen reed en verdween. Hij
stond op en volgde haar, verwonderd, dat
ze hem niet van huis uit had opgebeld.
Als ze begon over die haarspeld, zou hii
haar teleurstellen.
Toen hij op haar toetrad, stond ze al
naast de auto en keek die onderzoekend
aan. Hii begreep onmiddellijk, dat ze niet
dacht aan de haarspeld. Er was iets in
haar houding, in haar heele manier van
doen, dat verried, dat er iets belangrijkere
op til was dan eenige flauwe vermoedens
omtrent Rosa.
„Je moet iets voor me doen, Rawlins,"
zei ze nadenkend.
„Met genoegen, juffrouw."
„Maar je mag het aan niemand ver
tellen."
„Zeker, juffrouw."
„Ik zal je ruimschoots beloonen."
Hij betuigde zijn dank met een buiging.
Ze schenen allemaal te betalen, behalve
Marian, die inzamelde.
Toch voelde hij zich verplicht te zeggen:
Groote sorteering,
in effen en gewerkt,
75 cent per el.
Verkrijgbaar bij:
Letop naam op den zelfkant
Vraagt onze stalen-collectie
„Dat is niet noodig, juffrouw".
„O, ik zal betalen," zei ze vastberaden.
„Dat doe ik veel liever. Is de groote wa
gen klaar om uit te rijden?"
Hij knikte.
„Ik heb hem noodig, maar je moet eerst
thuis iets voor me halen."
Zij zweeg en keek hem nog een aan
dachtig aan, als was ze het niet met zich
zelf eens. Daarna haalde ze een sleutel
te voorschijn uit haar sportmantel en gal
dien aan hem.
„Ga door de achterdeur naar binnen",
zei ze. „Ben je ooit in huis geweest, be
halve om te eten?"
Hij schudde ontkennend bet hoofd.
„Er is een deur bij den achteringang,
waardoor je in een gang komt. Loop die
door. Zij buigt links af en komt dan in
de groote hall uit. Onder de trap is ecu
kast, waar we jassen en hoeden en golf
clubs bewaren. De deur is op slot en ik
heb je net de sleutel gegeven. Vlak ach
ter de deur op den grond staan twee tas-
schen. Die moet je hier brengen."
„En de kast weer op slot doen?"
vroeg hij.
„Neen, het is niet noodig, als de tasschen
er eenmaal uit zijn."
„En als ik iemand tegenkom, juffrouw?"
„Je moet zorgen, dat dat niet gebeurt,
Rawlins."
Hii knikte, dat hij haar volkomen be
greep.
„Gebeurt het toch, bedenk dan een of
andere uitvlucht, maar vertel in geen ge
val aan iemand, dat ik je gestuurd heb.
In geen geval, begrepen?"
(Wordt vervolgd)