SHHKHliBUVll 1 'steen PÜRtë» I HUIIIIEU Sin TOBRALCO NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Bui&dnlandsch overzichi Sprg^fen komen vroeg in Spaansche reisindrukken. SpruDl. Bij alle Drogisten. BINNENLAND. mn zin^ No. 6962 EERSTE BLAD WOENSDAG 13 MEI 1931. 59ste JAARGANG De strijd om het presidentschap in Frankrijk. - Engeland en de ontwapenings-conferentie. - Reorga nisatieplannen voor de defensie van Noorwegen - Rusland en de ontwapening. GELAATSMASSAGE. FE UILLETON „O!" Tjonge, daar zit spirit in! Deze tabak/lts werkelijk waar. Qook ik liever nog dan n sigaar „DRAGON- Zoo gemakkelijk te wasschen Zoo moeilijk te verslijten Kleur-, wasch- en zon-echt RA Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersch» Courant f 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65binnen land f 2.Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.60, f 0.<0, f 0.i0, f1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse noe. 4 ct.f r. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag, Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Je. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 160M. AD VERTENTIËN 20 ot. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. De strijd om het presidentschap m Frankrijk is ontbrand.. De strijd zal ge streden worden tusschen Briand en Dou- mer, waarbij ongetwijfeld de populaire minister van buitenlandscht zaken, Briand, die meeste kans maakt, tenzij een meerderheid hem niet wil missen voor buitenlandsohe zaken. Verscheidene mi nisters en hooggeplaatste personen heb ben reeds bezoeken bij Briand afgelegd en hem hun steun toegezegd. Het Kamerlid Thomson heeft, toen hij zich met andere vrienden van Briand bij dezen bevond, uiteengezet, dat het bij de candidatuur Briand met terzijdestelling van elke partij- of persoonlijke overwe ging er om te doen was een nationale daad te vervullen. Het vraagstuk van de candidatuur Briand heeft sinds eenige dagen wegens de aanvallen op liem een heel ander aanzicht gekregen. De aanval len op zijn persoon hebben weinig te be- teekenen, maar zij zijn ook gericht tegen de politiek, die Briand voorstaat, en daar dit de politiek van Frankrijk is, dat sinds de zes jaar van Briands ministerschap een vredespolitiek volgt, dient zij beschermd te worden. De presidentsverkiezing zal daarom moeten toonen, dat de volksverte genwoordiging deze politiek wenscht. Op deze uiteenzetting heeft Briand ge antwoord, dat hij zich na die interpretatie niet langer gerechtigd achtte den aan drang, op hem uitgeoefend, af te slaan en het zijn plicht achtte zich ter beschikking van zijn vrienden te stellen. Doumer heeft het handhaven van zijn candidatuur aan de parlementaire dele gatie gemotiveerd met de opmerking, dat Brianid naar zijn meening meer op zijn plaats is aan buitenlandsche zaken om het gewichtige werk, dat hij al zoovele jaren geleid heeft, voort te zetten. Daarom hand haaft Doumer zijn candidatuur, opdat de juezers (d.w.z. de leden van de Kamer en Senaat) uitspraak zullen doen. Engeland en de ontwapeningsconfe rentie. In het Lagerhuis heeft Mac- Donald Maandag op de vraag, of het de bedoeling der regeering was om met een door alle drie politieke partijen goedge keurd programma naar Genève te gaan voor de ontwapeningsconferentie, geant woord, dat de regeering in overeenstem ming met het gebruik voor een confe rentie, bij welker welslagen het geheele volk betrokken was, ook een delegatie zou samenstellen, die zooveel mogelijk de ge heele openbare meening vertegenwoor digde. Tot dat doel had de regeering conser vatieven en liberalen uitgenoodigd tot aanwijzing van gedelegeerden in de com missie van Rijks-defensie, waar het pro gram van Genève opgesteld en ontwikkeld zou worden. Dit nam echter niet weg, dat de regeering ten slotte alleen verantwoor delijk zou zijn voor de te volgen politiek en de te nemen besluiten. De medewer king der andere partijen was dus vooral van adviseerenden aard. Reorganisatieplannen voor de Noorsche regeering. Mowinckel heeft Zaterdag van de gelegenheid, dat er nog geen ka binet was gevormd, gebruik gemaakt om nog even een wetsvoorstel tot reorgani satie van de defensie bij het Storting in te dienen. De defensie-regeling van 1927 eischt jaarlijks een uitgave van 46 millioen kro nen. Daar deze uitgave te groot wordt ge acht, heeft de regeering nu een nieuwe regeling ontworpen, die zoodanig is, dat het parlement het daarvoor benoodigde geld weT zal toestaan. Volgens deze nieu we regeling zouden er jaarlijks 32 millioen kronen noodig zijn, namelijk 17 millioen voor het leger en 15 millioen voor de vloot en voor de kustbewaking. Deze besparing kan berekit worden door een ver doorge voerde rationalizeering en door inkrim ping van het beroepskader. De algeaneene dienstplicht wordt behouden. ledig was, zonder dubbelzinnigheid. Maar in Frankrijk waren, wel wat laat, vragen gerezen. Hij voegde er aan toe: Het heeft van onze zijde niet ontbroken aan het toonen van goeden wil, die noo dig is om den vooruitgang der ontwape ning te verzekeren. Maar er kan geen succes verkregen worden, wanneer de goede wil altijd van één land moet uit gaan. Altijd een mooie en getonde huid door een of twee maal per week des avonds tegen het naar bed gaan, het gelaat een paar minuten met Purol te masseeren, waarna men de niet in de huid gedrongen Purol met een droog doekje kan afvegen. De door massage in de huid gedrongen Purol zal dan gedurende den nacht een ver zachtende en reinigende werking op de huid weefsels uitoefenen en bij eenigszins regelmatige toepassing der hierboven aangegeven eenvoudige behandeling, aan de huid een bijzonder zachte en mooie teint geven. Sowjet Rusland en de ontwapening. De Sowjetregeering heeft in antwoord op de uitnoodiging om mededeelingen te ver strekken omtrent den tegenwooröigen stand der wapening in de verschillende landen de opmerking gemaakt, dat de Sowjet-regeering van meening is, dat het verzamelen van zulke inlichtingen het ka der van de technische voorbereiding van de ontwapeningsconferentie overschrijdt en een kwestie van politieke beteekenis is. Intusschen is de Sowjet-regeering uit de overtuiging, dat het van groot belang is voor de ontwapeningsconferentie, om zoo nauwkeurig mogelijk omtrent den stand der wapening in de verschillende landen tijdig te worden ingelicht, in dit geval bereid aan de vraag van den secre taris-generaal van den Volkenbond te vol doen, zoodat de regeering bij baar ant woord de gevraagde gegevens omtrent den stand harer wapening heeft ingezon den. De Sowjet-regeering heeft tot Sir Eric Drummond het verzoek gericht deze gegevens aan de andere regeeringen te doen toekomen en omgekeerd de inlich tingen te mogen ontvangen, die andere regeeringen aan den Volkenbond reeds verstrekt hebben. Sir Eric Drummond heeft deze mededeelingen van de Sowjet regeering beantwoord met een bericht van goede ontvangst, terwijl hij verklaart, de gegevens op het oogenblik te moeten be waren, totdat de Volkenbondsraad een be slissing heeft genomen over de kwestie, hoe en of deze gegevens moeten worden gepubliceerd. STOPZETTING BOUW LUCHTSCHEPEN. Als maatregel van bezuiniging. De politieke correspondent van de „Evening News" verneemt, dat de regee ring Donderdag in het Lagerhuis de stop zetting zal hekentd maken van allen ver deren aanbouw van en proefnemingen met luchtschepen, daar de bezuinigingscom missie der regeering haar meening heeft te kennen gegeven, dat alle uitgaven voor luchtschepen dienen te worden gestaakt. DE ENGELSCHE MINISTER VAN MARINE OVER DE VLOOTONDERHANDELINGEN. j* Sheffield, 8 Mei. (Reuter). Alexander het voorjar, koop tijdig een pot de eerste ^rd Pot 9ct-) Tube 50 ct. Zeep 60 ct. THE DARK CHAPTER door E. J. RATH. 20 „Wel, allemenschen, waar zie je me voor aan?" „Rosa is een knap meisje," zei Rawlins kalm. „Knap? En al is ze knap? Wat heeft dat er mee te maken?" „Meestal alles, mijnheer." Kane was even ontsteld als boos. „Alle menschen!" riep hij uit. „Maar ze is een meid". „Maar ze gebruikt ook zulke haarspel den." „Dat doet iedere blondine! Ik. Kane bleef van woede steken. „Ongetwijfeld, mijnheer, maar uw zus ter denkt, dat zij van Rosa is en daar wil ik niets mee te maken hebben." Rawlins sprak heelemaal niet als iemand, die in zijn wiek geschoten is, niaar veeleer als ware hij bezorgd voor zijn goeden naam. „Maar allemenschen, zü is heelemaal niet van Rosa!" barstte Kane uit. „Ik heb nooit met haar gereden." van de admiraliteit, heeft hedenavond over de vlootonderhandelin- gen gesproken en gezegd, dat hij van mee ning was, dat de vlootovereenkomst vol- IV. Ten allen tijde heeft men in Spanje de tegenstelling van monarchaal en republi- keinsch gekend. Er hebben ten allen tijde republikeinen in den Cortez zitting ge nomen. Maar de ontevredenheid over de dictatuur, het persoonlijk aandeel, dat men den Koning daarin toeschreef, heeft geleid tot een geweldige uitbreiding van het republikeinsche kamp. Nog niet zoo heel lang geleden, toen Koning Alfons XIII pogingen ondernam tot vorming van een soort parlementair kabinet, moest de conservatieve minister Sanchez Guer- ra zich naar de centrale gevangenis van Madrid begeven om daar te spreken met de achter kerkertralies aanwezige poli tieke leiders. Men stelle zich overigens die straf niet al te erg voor, want Alcala Zamora, die nu hoofd van de Republiek is, ontving er eiken dag de tal van aan hangers, die hem wilden komen bezoe ken. Met Fernando de los Rios, bekend rechts-philosoof en publicist die even eens in de gevangenis vertoefde en thans het ministerie van Justitie beheerscht, was het al niet anders. En in de onmid dellijke nabijheid vertoefde Cabalero, een der leiders van de socialisten, die er ook eiken dag deputaties ontving. Van groot belang was het, dat de verschillende lin kerpartijen zich vereenigden; dat het anti-dynastiek gevoel socialisten en repu blikeinen bij elkander bracht. Want zij, die ontevreden waren en het land aan zich verplicht hebben door aan de onte vreden beweging leiding te geven, zijn toch wel vogels van zeer diverse pluima ge. Zamora en Miguel Maura vormden nog niet lang geleden de republikeinsch- rechtsch-liberale partij, terwijl Ortega en Gasset behoorden tot de republikeinsch radicaal-socialistische partij, en Alexan der Lerroux de ziel was van de radicaal- ex-republikeinsehe partij. Vermoedelijk hebben zich in den boezem dezer partijen veranderingen voltrokken reeds gedu rende het bewind van Primo de Rivera, maar dat kwam zoo niet naar buiten. Het overgangstijdperk van Generaal Beren- guer heeft in elk geval dit voordeel ge had, dat de öpgekropte ontevredenheid een uitweg vond in politieke demonstra ties, al moet ook daarvan de verwonder lijke kalmte worden gewaardeerd. Zijn er dan, zoo is men geneigd in deze dagen te vragen, in Spanje geen monarchale partijen meer? Niets is min der juist, maar deze partijen, de democra tische, de liberale en de conservatieve, hebben zich als een bond der constitutio- nalisten vereenigd. Deze telden een de mocraat als Alvarez naast den conserva tief Sanchez Guerra en naast den liberaal Villanueva tot leiders. Zij allen streden voor een geheel vrije verkiezing van den nieuwen Cortez; vormden oppositie tegen de gedachte van Berenguer om als het ware onder zijn leiding geheel een Cortez te doen verkiezen en stilzwijgend aan te nemen, dat deze de monarchale gedachte zouhandhaven. Men kan zonder vrees voor tegenspraak aannemen, dat de con- srtitutionalisten eigenlijk de beteekenis van dit eigen optreden hebben onder schat. Zij zijn te veel aan de monarchale gedachte verbonden om te kunnen aan nemen, dat zij de bon coeur aan het ten tooneele verschijnen van het republi keinsch regime hebben medegewerkt. Neen, zij hebben begrepen, dat in de ge- Rawlins luisterde eerbiedig. „Ze is een meid!" „Maar knap," peinsde Rawlins. „Zie je me voor idioot aan? Ik zeg je, dat het Rosa niet was." „Wie was het dan, mijnheer?" Kane sloeg verlegen met zijn racket tegen een paar grassprieten. „Dat gaat je niets aan," zei hy stug. „Ik geloof van wel." „Ben je van plan me geld af te persen?" „Neen. daar had ik niet aan gedacht. Dat zou ik ook niet kunnen doen, maar ik bekeek de zaak van een ander standpunt. Zoolang ik de verantwoordelijkheid op me neem, heb ik het recht te weten, wat er aan vast zit. Als het Rosa geweest was, had ik geweten waaraan me te houden. Als het Rosa niet is, verandert de quaes- tie weer." „Het was Rosa niet," herhaalde Kane, „maar ik ben niet van plan je te vertellen, wie het wèl was." Rawlins dacht na. „Hebt u er iets tegen, als ik me tot haar zelf wend?" „Tot Rosa?" riep Kane, doodelijk ver schrikt. „Of ik er iets tegen heb? Het is onmogelijk, Rawlins. Ik verzeker je, dat ze er niets mee te maken heeft. Ik heb het kind nog nooit aangekeken." Plotseling wierp hij de haarspeld weg, als brandde deze in zijn vingers. „Luister eens, Rawlins, gebruik je ver stand.. Ik verzeker je op mijn eerewoord, dat het Rosa niet was. Geloof je me?" Rawlins streek zich over de kin en keek hem aan. „Het was iemand anders", vervolgde Kane langzaam. „Ik ik kan niet zeggen geven omstandigheden niets anders viel te doen dan er zich bij neer te leggen. Maar zoo straks zal de verkiezingsstrijd aanvangen, en wat er dan van de een heid, die in het negatieve is getoond, zal overblijven, moet worden afgewacht. Dat is zeker, het is niet waarschijnlijk, dat het zoo zal blijven. De nieuwe regee ring is meer socialistisch dan uitsluitend republikeinsch, en vele harer manifesten dragen dit kenmerk. Nu loopt zij reeds dadelijk het gevaar, dat zij te veel in ex tremistische richting zal afzakken, en men hoort hier en daar al de vrees uiten, dat Moskou zich niet onbetüigd zal laten. Tot dusverre heette het altijd, dat de Communisten geen voet aan den grond in Spanje zouden kunnen krijgen, en hoe wonderlijk het schijnt, dit lijkt voor wie Spanje kent, juist. Want Spanje is een arm land, maar geen ongelukkig, geen ontevreden land. Hl de van elke welvaart verstoken dorpen, die wij hier doorgaan, zien wij meer zon op het gelaat dan in de meest welvarende dorpen bij ons ten plat- telande. De Spanjaard vraagt weinig van het leven, weinig althans in materieelen zin; hij is ook weinig gewend. Bij zulk een volk vindt het communisme niet spoedig ingang, en de industrie is in Spanje niet ontwikkeld genoeg om dit voedingsbodem te verschaffen. Maar toch, wanneer men eenmaal zekere democra tische tendenzen heeft vooropgesteld, en men gaat niet steeds in die richting voort, krijgt het uiterste vat, al moet men bij Spanje oppassen met vergelijkingen met Westelijk Europa, waarin het op niets gelijkt. De andere moeilijkheid, die dreigt is deze, dat Spanje ook niets minder be hoeft dan in de vroegere fouten der po litieke leiders te vervallen. Men heeft zoo getoornd tegen de dictatuur van Primo, maar heeft men wel eens nagegaan wat deze om hals bracht? Een verpolitiekt stelsel zonder weerga, waarin de claque ten plattelande onbeperkt heer en mees ter was. Primo toornde wellicht tegen de politieke leiders, wijl zij den verderen veldtocht in Marokko tegenhielden, maar hij kon terecht ook tegen ze toornen om dat ze door hun onderlinge tweespalt ver beteringen uitstelden, en liberalen en de mocraten en conservatieven elkander om beurten dien bal toewierpen. Wanneer het z.g.n. nieuwe geluid te spoedig zou vervagen en zou vervallen in de oude fouten, zou het waarlijk de moeite van de verandering niet waard zijn geweest. In elk geval, wat er zal gebeuren, ligt in de toekomst. De Spanjaard, hoezeer ook voor politiek geïnteresseerd, maakt I zich niet al te druk om den dag van mor gen. Hij wacht af, rustig, naar het uiter lijk bijkans onbewogen. Zoowacht men blijkbaar nu in Madrid en wacht men el ders, en men leest inmiddels het mani fest, dat de Koning heeft verspreid en de proclamaties van de nieuwe regeering. Het is op straat vol als anders; er wordt geflaneerd als anders, en toen de eerste twee drukke dagen voorbij waren, her kreeg het Spaansche beeld bijkans zijn gewone aanzien. Misschien, dat het Zon- 1 dag, wanneer men zich naar de graven der vroegere leiders zal begeven, wat an ders zal worden. Bijkans tegenover het Prado staat het Cortezgebouw. Het was enkele jaren ge sloten en werd in 1928 voor de Nationale Vergadering heropend. Maar deze zittin gen leveren weinig interessants op. Nu zal er spoedig een nieuwe Cortez komen; dit moet wel het eerste programpunt van de nieuwe regeering zijn. Welke kleur zal zij hebben, welke daden zal zij ver richten? Spanje weet het niet, noch de Koning, die is heengegaan, noch het voorloopig bewind, dat is gekomen, kan nu antwoord geven. En wij, vreemdelin gen in Madrid en in geheel Spanje, wij kunnen slechts er naar gissen en het bes te hopen voor zoo'n mooi, zoo'n sym pathiek land. M. wie. Je kent haar toch niet. We hebben niets verkeerds gedaan. Die haarspeld heeft niets te bettekenen» Dat kan ieder meisje overkomen. Goede help, Rawlins, je bént zelf ook geen Puritein. Jij kwam later thuis dan Rawlins legde hem met een kalm gebaar het zwijgen op. „Daar zullen we niet over spreken, mijnheer." „Dan zie ik niet in, waarom we wel over nujn aangelegenheden zouden spreken", zei Kane. „En ik zeg er verder ook geen woord over". „De quaestie is, dat het mijn aangele genheden zijn geworden. De juffrouw „Eu stel, dat ze het denkt; is het zoo een misdaad voor een chauffeur om uit rijden te gaan met een dienstmeisje? „U vergeet misschien, dat ik op proef ben." „Kom, wees mensohelijk, Rawlins. Je begrijpt toch wel, hoe zooiets gaat. Ik kon toch niet om haar auto vragen en zeg. ben je van plan me te verklappen?" Rawlins wendde voor te aarzelen. „Ik zal je zeggen, wat ik zal doen", zei Kane. „Laat jy <je zaak nu maar kalm loo- pen, dan zal ik zorgen, dat je er geen schade van lijdt. Heusch, zoodra ik van vader geld kan loskrygen." Wat Rosa l>etreft, was Rawlins al ge rustgesteld. Hij dacht alleen aan Hilda Kilbourne en hoe die er over dacht. „Beloof nu, dat je niets zult zeggen", zei Kane overredend, „dan krijg je tien dollar misschien wel twintig." „Dank u." „Is het afgesproken?" „Als het later noodig mocht blijken, dat ik iets meer te weten kom van de jonge dame, dan „Als het noodig is, zal ik het je ver tellen." Rawlins knikte. Kane slaakte een zucht van verlichting. „Ik zal je zeker wel twintig kunnen géven", zei hij. „Dank u." Rawlins boog. Hjj werd lang zamerhand een meester in het buigen. „En zoudt u er als het u blieft niets van willen zeggen aan juffrouw Marian?" „Marian? Waarom zou ik het niet aan Marian vertellen?" vroeg Kane. Maar Rawlins verdween al in de rich ting van de garage. Hij wilde er niet op betrapt worden te glimlachen. XIII. Rawlins zat geruimen tijd op de bank naast de deur van de garage zich behage- lijk te koesteren in de warme ochtendzon. Hij haalde zich al wat gebeurd was nog eens voor den geest en peinsde over de toekomst. Hij begon bij het begin, namelijk het verhaal van den conducteur en ging alles na tot aan de belooning, die Kane hem beloofd had. Hij vergat zelfs niet de vrouw, wier ontbijt hem nieuwe kracht had gegeven, noch de tien cents, die hij in de rivier had geworpen; geen enkele kleinigheid vergat hij, want juist die klei nigheden schenen hoofdzaak te zijn. Over het geheel was hij tevreden tot nu toe. Al het gebeurde na te gaan, was een voudig genoeg. Het vereischte slechts ge duld en aandacht, maar de vizioenen, die WIJZIGING WET STEUN- VERLEENING MOBILISATIE- INVALIDEN. In antwoord op een vraag van het Twee de Kamerlid Ter Laan betreffende het stadium van voorbereiding en de behan deling van de toegezegde wijziging van de wet tot steunverleening aan mobilisatie invaliden, heeft de minister van Defensie meegedeeld, dat een wetsontwerp tot wij ziging van de wet van 13 Mei 1927 (Staats blad no. 161) zijn departement heeft ver laten. Tot medewerking aan een zoo spoe dig mogelijke behandeling is de minister gaarne bereid. TARWEVOORRAAD OOGST 1931. In totaal nog 47 a 48.000 ton aanwezig. De inventarisatie van tarwe van den ouden oogst is nu beëindigd. Men is tot de slotsom gekdmen, dat in ons land nog aanwezig is 47 a 48.000 ton, n.1.: In Groningen ruim 10.000 ton in Zeeland 15.000 in N.- en Z.-Holland 19.000 in de overige prov. 3.000 De totale oogst 1930 kan geschat worden op pl. m. 180.000 ton, zoodat nog ruim een kwart aanwezig zal zijn. HET WERKTIJDENBESLUIT VOOR WINKELS IN VERBAND MET HEMELVAARTSDAG. Het Bureau van den Kon. Nederl. Middenstandsbond brengt onder de aan dacht van belanghebbenden, dat inge volge het bepaalde in artikel 5, eerste lid onder b van het Winkelwerktijdenbe sluit, een man of een vrouw op den dag, voorafgaande aan Hemelvaartsdag (13 Mei a.s.), gedurende ten hoogste elf uren arbeid mag verrichten, onder voorwaar de, dat in den winkel op Hemelvaarts dag niet wordt gewerkt. Art. 24 van genoemd besluit maakt het den werkgever mogelijk om de afwijking van de geldende arbeids- en rusttijden- regeling, door deze werktijdverlenging noodzakelijk geworden, te vermelden op een door hem onderteekend geschrift, dat naast de arbeidslijst wordt opgehan gen. De arbeidslijst kan dus ongewijzigd blijven. Uit het geschrift moet echter duidelijk blijken (b.v. door het aangeven van de namen) voor welke arbeiders de daarop vermelde regeling geldt. Jeugdige personen (beneden 18 jaar) vallen niet onder deze uitzonderingsre geling. Tenslotte wordt nog de aandacht ge vestigd op de mogelijkheid om don we- kelijkschen vrijen halven dag, te geven in de week van 10 tot en met 16 Mei e.k., te stellen op Hemelvaartsdag (14 Mei), waarop de meeste winkels toch gesloten zijn. Waarschijnlijk zal hiervoor en voor den Tweeden Pinksterdag wel de facili teit, dat men deze wijziging op een ge schrift, op te hangen naast de arbeids lijst, kan vermelden, worden toegestaan. Dit is althans door den Kon. Nederl. Mid denstandsbond te bevoegder plaatse ver zocht. PURE VIRGIMIÖ SHAG Goedkoop door haar lartgzamen brand. Pittig en toch niet zwaai Hoor pijp of cigaret. 1ÖBUNO - ÖROnlIGLh ZUIDERZEESTEUNWET. Mededeelingen van de gene rale commissie. Aan de mededeelingen der generale commissie, bedoeld in art. 3 der Zuider- zeesteunwet, over het eerste kwartaal van 1931 ontleenen wij het volgende: Acht en zestig personen, die allen door de organen der openbare arbeidsbemid deling als werkzoekenden waren inge schreven, hadden in het afgeloopen kwar taal aanvragen om hulp ter verkrijging van werk bij de generale commissie in gediend. Hiervan werden 28 aanvragen buiten behandeling gelaten. Op 31 Maart 1931 bedroeg het aantal tewerkgestelden, aan wie de commissie hulp ter verkrijging van werk had ver leend, tezamen met het aantal belang hebbenden, waarvan aan de commissie bekend is, dat zij plratsing gevonden heb ben buiten de Zuiderzeevisscherij, in totaal 857. voor zijn geestesoog opdoemden, zoodra hij over de toekomst dacht, waren minder duidelijk. Soms waren ze zelfs verwar rend. Hij kon ze niet met elkaar in over eenstemming brengen. Ze begonnen alle maal op hetzelfde punt, maar liepen dan plotseling uiteen. „Ik weet het niet", gaf hii toe. „Ik kan niet zien, hoe dit alles moet afloopen. De quaestie is, dat ik het probeer te berede neeren en dat is niet de manier. Ik zou helderziend moeten zijn en dat ben ik niet." Hij werd in zijn overpeinzingen ge stoord door Hilda Kilbourne, wier auto niet buiten, vóór de garage stilhield, maar kalm naar binnen reed en verdween. Hij stond op en volgde haar, verwonderd, dat ze hem niet van huis uit had opgebeld. Als ze begon over die haarspeld, zou hii haar teleurstellen. Toen hij op haar toetrad, stond ze al naast de auto en keek die onderzoekend aan. Hii begreep onmiddellijk, dat ze niet dacht aan de haarspeld. Er was iets in haar houding, in haar heele manier van doen, dat verried, dat er iets belangrijkere op til was dan eenige flauwe vermoedens omtrent Rosa. „Je moet iets voor me doen, Rawlins," zei ze nadenkend. „Met genoegen, juffrouw." „Maar je mag het aan niemand ver tellen." „Zeker, juffrouw." „Ik zal je ruimschoots beloonen." Hij betuigde zijn dank met een buiging. Ze schenen allemaal te betalen, behalve Marian, die inzamelde. Toch voelde hij zich verplicht te zeggen: Groote sorteering, in effen en gewerkt, 75 cent per el. Verkrijgbaar bij: Letop naam op den zelfkant Vraagt onze stalen-collectie „Dat is niet noodig, juffrouw". „O, ik zal betalen," zei ze vastberaden. „Dat doe ik veel liever. Is de groote wa gen klaar om uit te rijden?" Hij knikte. „Ik heb hem noodig, maar je moet eerst thuis iets voor me halen." Zij zweeg en keek hem nog een aan dachtig aan, als was ze het niet met zich zelf eens. Daarna haalde ze een sleutel te voorschijn uit haar sportmantel en gal dien aan hem. „Ga door de achterdeur naar binnen", zei ze. „Ben je ooit in huis geweest, be halve om te eten?" Hij schudde ontkennend bet hoofd. „Er is een deur bij den achteringang, waardoor je in een gang komt. Loop die door. Zij buigt links af en komt dan in de groote hall uit. Onder de trap is ecu kast, waar we jassen en hoeden en golf clubs bewaren. De deur is op slot en ik heb je net de sleutel gegeven. Vlak ach ter de deur op den grond staan twee tas- schen. Die moet je hier brengen." „En de kast weer op slot doen?" vroeg hij. „Neen, het is niet noodig, als de tasschen er eenmaal uit zijn." „En als ik iemand tegenkom, juffrouw?" „Je moet zorgen, dat dat niet gebeurt, Rawlins." Hii knikte, dat hij haar volkomen be greep. „Gebeurt het toch, bedenk dan een of andere uitvlucht, maar vertel in geen ge val aan iemand, dat ik je gestuurd heb. In geen geval, begrepen?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1