De machine doodt de menschen. Een bezoek aan de meest gerationaliseerde bedrijven der wereld. initiatief. Het dictée van den keizer. schap is geraakt en begint te huilen. Ik troost hem, zeg hem, dat wij Oos tenrijkers zijn en dan wordt hij weer langzaam rustig. De schipbreukelin gen zitten op de gloeiend heete over kapping van den ketel, hangen aan het geschut, staan overal in den weg. Men spreekt met waanzinnigen. Het groot ste deel is zinneloos van de uitgestane doodsangst. Een wapenbroeder redt een officiers- vrouw, zij to jong, o, zoo jong. Zij heeft slechts een hemd aan, dat als mantel om haar slanke gestalte hangt. Zy sterft in de armen van haar redder. Torpedojagers hebben geen dokter aan boord. Plotseling een alarm. In gevechts positie! Vijandelijke schepen zijn in aantocht! Alle hens aan het geschut! Nu moeten wij ons zelf redden. De boo ten worden zoo snel mogelijk naar bin nen gehaald. Met een vaart van acht- en-twintig mijl per uur varen wij over de wrakstukken en de nog met stom heid geslagen menschen. Wij voedden de geredden, geven hun warme thee, koffie, kleeren en de zenuwstillende si garetten. Zij moeten in het onderste ruim. Op het dek kunnen wij deze nog steeds niet tot rust gekomen menschen niet gebruiken. Ja, als het zeelui waren, die zijn met het natte element vertrouwd, die gedragen zich heel an ders. De matrozen van de „Linz" zijn echter allen gestorven. Bij het grauwen van den morgen draaien wy weer om, terug naar de plaats van de ramp. Hier en daar drij ven nog gedeelten van masten, matras sen, beuzinevaten, dood vee, maar geen enkel levend mensch meer. Bij ons op het achterdek liggen vyf lijken. De blonde, jonge vrouw ook. Heur lange haren heb ik over haar borst gelegd'en haar oogen toegedrukt. Naast haar een Rus en drie Oosten- rijksche infanteristen. Zij zijn allen door de groote oorlogsvlag overdekt. Zij allen krijgen een graf in gewijde aarde. Wij geven hen niet aan de kou de moordenares, de zee. Enkelen slechts konden wij haar ontrukken. Nauwelijks twee honderd. De kust was meer dan acht kilometer verwijderd, die wel door niemand in den stikdonkeren nacht zal bereikt zijn. Het demoraliseerend resultaat van deze ramp was groot. De infanterie verklaarde later liever wekenlang te marcheeren dan eenige dagen met een schip te varen. Om acht uur liepen wij Durazzo bin nen. Wij werden door vele gewonden opgewacht. Weenend nemen de gered- j den afscheid, spreken woorden van dank met bleeke lippen. Langzaam daalt de oorlogsvlag van den gaffel, waait halfstok en brengt den dooden een laatsten groet. 3000 menschen hadden een graf in de golven gevonden... (Nadruk verboden). (Bijzondere Correspondentie). „Wanneer we alle technische mogelijkheden zouden benutten, dan zouden we in één jaar meer produceeren dan in vijftien jaar gebruikt kan worden." Ergens in de werken van Darwin dan zouden wy in één jaar meer pro duceeren dan in 15 jaar kon worden verbruikt. Wij zouden ook zonder dat 80 van onze arbeiders kunnen ont slaan, als wij zekere uitvindingen in toepassing brachten, waarvan wij se dert 7 maanden de patentrechten be zitten. Wij zouden dat eigenlijk ook moeten doen, wanneer wij de uiterste consequenties van de moderne be- Er bestaan duizenden schrandere men schen, die uit alle macht zoeken naar een weg, om de door de macnine ver drongen menschen te redden. Doch met dat al heeft men niets gevonden, dat afdoende is. Men kan alleen de vol ledige mechaniseering tegenhouden, trachten te vertragen. Doen zooals de chef van de scheermesjesfabriek. Verborgen uitvindingen. Doch die vertraging wordt niet ge makkelijker gemaakt door de talrijke geniale uitvinders, die tenslotte voor de menschheid een zegen zijn en haar vooruitbrengen. Ook al houdt men menige uitvinding nog verborgen uit angst voor nog meer werkeloosheid. Zoo liet men ons pas op den laatsten dag van onze studiereis in een vertrek, dat was afgekoeld tot onder het vries punt. Wij hadden het natuurlijk ontzet tend koud. Een ingenieur schakelde toen een lamp in het leek wel wat op een radiolamp. Het was ook inder daad een radiozender, die zeer korte golven uitzond, golven, die de lichaams temperatuur verhoogen. Zij zijn reeds jaren gebruikt in de geneeskunde om kunstmatig koorts te verwekken en b.v. malaria te genezen. Nu zijn zij zoo ongevaarlijk, zoo eenvoudig en zoo goedkoop gemaakt, dat zij alle stook inrichtingen kunnen vervangen, alle verwarmingsmiddelen, die kostbaar en ingewikkeld zijn en werk van men schen vereischen. Wy stonden in een ijskelder en toch voelden wij ons zoo goed als in den zomer. De lamp had ons bloed verwarmd. Maar in ons hotel, waar de tem peratuur bepaald zomersch was ge maakt, kregen wij het koud bij de ge dachte aan het leger der werkeloozen, dat ook deze uitvinding eenmaal maken zal. (Nadruk verboden). D£ WAARDE VAN Uet Meu moet niet te veel waarde i ten aan persoonlijk initiatief H«t k4* zonder twyfel verdienste ou, V,Jleyt eigen overtuiging te handelen gflT|T om te zeggen,'datï ïgenschap is, Ü0J slagen. Ten eersb het een onweerlegbaar feit dat er L' type mensch is, geboren om te l velen en een ander type, geboren te gehoorzamen. Nu is het waar wie doeltreffend en rechtvaardig leeren bevelen, eerst moet loeren o hoorzamen. Daarom is het heelem?!i niat at*gp nla pan mana/tVi im» u _i. niet erg, als een mensch van het eerst, genoemde type in zyn jonge jC moet beginnen met een ondergeschikt betrekking. Zijn van nature gebiedend karakter mag dan eens rnoetie hebben! zich naar zijn chef te regelen, - dj is niet meer dan een goede leerschool. Veel verstrekkender zijn de gevolgen I 'llllh .1 Ui. x' i x. t I v-4kV-/ijL v «ii vx c- iiiwviv.1 iic u at. „Het ras of het individu, dat drijfsorganisatie wilden aanvaarden, zich met aanpast aan de levensvoor waarden van zijn tijdperk en woon plaats is door de onverbiddelijke wet der teeltkeuze ten doode gewijd." En de levensvoorwaarden voor den mensch hebben zich de laatste decennnia inder daad gewijzigd. Dit bewijst een reis naar de groote industriesteden van Amerika, die be wijzen onweerlegbare cijfers, duizend kleinigheden en groote vraagstukken van steeds toenemende beteekenis. Op het oogenblik, dat ik met nog een paar andere Europeanen werd uitgenoo- digd door de A nierikaansche Chamber of Commerce om de meest gerationali seerde bedrijven van het land te be zichtigen, waren er ongeveer 16 mil- lioen werkeloozen op de wereld. Het bezichtigen van die bedrijven, waarvoor wy bijna het geheele land doorreisden, overstelpte mij met in drukken, waarvan ik er slechts en kele zal neerschrijven in dit artikel. In een spinnerij in Iowa vertelde ons met trots de chef, dat nu één van zyn arbeidsters gedurende 8 uur, waarin zij dagelijks onder haar toezicht een machine iaat spinnen, evenveel garen produceert als 150 jaar geleden ge sponnen werd door 45.000 huisvrou wen by een 16-urigen werkdag. In een gloeilampenfabriek te Bos ton werden in 1918 door één arbeider 40 lampen per dag gemaakt. Een jaar later werd de automatische fabri catie ingevoerd en nu bedient één man een machine, die !n 24 uur 73.000 gloeilampen maakt. Elke machine heeft daar 922 arbeiders overbodig gemaakt. 1W machines maakten 25.000 arbeiders overbodig. In een scheermesjesfabriek van we reldvermaardheid kan thans één hulp kracht 32.000 mesjes vervaardigen in denzelfden tijd, dien in 1913 een ge schoolde arbeider noodig had om er oUO te maken. In de schoenenindustrie hebben 100 machines het werk van 25.000 arbeiders overgenomen. .En in elke eenigszins moderne machine fabriek kan tegenwoordig t een stel half automatisch werkende machines het werk van ió technici doen. Zijn deze voorbeelden genoeg? Maar er is nog meer. In de scheer mesjesfabriek ^zei de chef, een oude, ei varen, rustige man: „Als wij al de resultaten van de techniek, de weten schap en de bedrijfsorganisatie ten vode wilden benutten, zooals wij ze nu reeds tot onze beschikking heb.fcgp, Wat gebeurt er met over bodige krachten? Met andere woorden hebben tiental- len industrieelen hetzelfde gezegd. Reeds nu zijn er tallooze overtollige werkkrachten ontslagen. Wat gebeurt er met hen? Daarop gaf de heer E. H. Lubon, chef van het Institute of Eco- nomics, een kort maar veelzeggend ant woord :„Zij moeten met het hoofd gaan werken inplaats van met de handen of zij gaan te gronde". Dit klinkt on waarschijnlijk. Ook in de intellectueele beroepen is de markt immers over voerd? Maar toch is deze opvatting juist. Tot de hoofdarbeiders moeten immers ook worden gerekend alle han delaars, agenten, reizigers, vertegen woordigers; en men behoeft slechts een krant in te zien om een dozijn va cante betrekkingen te zien op dat ge bied. Het lot der ontslagenen Maar daarvoor moeten de menschen in staat zijn tot een omzetting, die in vele gevallen boven hun kracht gaat. Lubon heeft ontslagen arbeiders uit alle staten der Unie op hun verderen levensweg laten controleeren. Elf pet. van hen vonden binnen de maand een anderen werkkring. Zestig pet. bleven meer dan drie maanden zonder werk. En daarbij waren er negen-en-twintig pet., die er in het geheel niet meer in slaagden, werk te vinden. Zij zijn nu reeds 19 maanden geleden ontslagen.... Voor deze negen-en-twintig pet., voor deze overtollige arbeidskrachten, die zich ook inderdaad overtollig hebben betoond, geldt nu Darwin's wet van de teeltkeuze. Zij moeten te gronde gaan. Generaties achtereen hebben zij in liun onderhoud voorzien door hun spierkrachten en hun hersens laten verkommeren. Nu zjjn de spieren door staal vervangen. Darwin spreekt: En dan staat er ergens in Darwin's werken ook nog een stelling: „De strijd om het bestaan is bijzonder verbitterd tussehen individuen of variëteiten van «Ph- .80ort" Tegen dezen strijd schynen de ongelukkige 29 pet. niet opgewassen te zyn. Maar zal men nu de wreede wet van Darwin macht laten krygen over milhoenen menschen van vleesch en bloed? Men vecht mee met P04- zwakken. Er bestaat in Wash ington een instituut, dat door de in dustrie met 3 millioen dollar per iaar wordt ondersteund. Er bestaat Zn Tn tw&êiymï askstisbygm te Ucitov.e. Een zekere Serin was in de dagen van Napoleon werkzaam aan het depar tement van oorlog. Op zekeren dag werd deze man op de Tuileriën ontbo den, waar hem werd gezegd dat hij wegens zijn fraaie handschrift was aangewezen om een der secretarissen van den Keizer te vervangen. De man vertelt zelf, hoe verheugd hij was over deze onderscheiding, schryft de „Maasbode". Serin verhaalde: wanneer iemand met een natuur ju leiding behoeft per ongeluk in een m. sitie belandt, waar hij zelf leiding u0ei geven. Zyn ondergeschikten zijn er ongelukkig aan toe, want de opdrafc ten van iemand die niet in staat isu leider op te treden, zyn altijd verwj en tegenstrijdig. En om dit gebrek autoriteit te verhelen vervalt hjj dik. wijls in een onaangenamen toon. Do persoon zelf is er ook niet gunstig aan toe, want hy slaagt er niet in de sym pathie van zijn ondergeschikten te winnen, en is zich voortdurend pijnlijk bewust van een gebrek aan prestige dat op den duur verbittert Geen re- den om te treuren wanneer de natuur u niet als leider bedoeld heeft Doe rustig en nauwkeurig uw plicht op de plaats waar u wèl thuishoort Dan kunt u het op uw eigen manier even ver brengen en even verdienstelijk zijn als een geboren leider. Ten tweede bedenke men dat het een veel grooter kunst is om één ding flink en op de juiste wijze aan te pakken en tot een goed einde te brengen dan om over te vloeien van initiatief m&V dien verstande, dat men het een na het ander ter hand neemt en hall- voltooid laat liggen. Daarom is het verstandig geen dingen ter hand te nemen waarvan men kan voorzien, dat Men leidde my bevend in het werk- men ze SnieTlot een succesvol ipfTolr n:n o -n Mqt\a1oa« oll aav> mnf lA/Vll vertrek, waar Napoleon alleen, met groote passen, op en neer ging. Als hij mij opmerkt, wijst hij mij een stoel aan een bureau in een hoek van het ven ster. Dan begint hij weer op en neer te loopen zonder op mij te letten. Wel hoorde ik, dat hij korte afgebroken woorden tussehen zijn lippen mur melde. Hij scheen buitengewoon slecht ge humeurd te zijn, en uit bescheidenheid deed ik mijn best om op zijn uitroepen geen acht te slaan. Ik wachtte geduldig op een order. Eindelijk kwam de Keizer op mij af gestevend, ik greep naar myn pen, en mijn hoofd weggedoken tussehen mijn schouders voelde ik hem heel dicht by mij. Lees me den boel op. Oplezen, wat oplezen, Sire? Wat ik u zoo juist gedicteerd heb. Gedicteerd...., stamelde ik. Ik wist van niets.... ik heb niets opge schrevenik meende.... Als het hemelvuur op het paleis had ingeslagen, dan was dat zeker niets ge weest bij den kreet van toorn en drift, welke mijn verklaring afbrak. Ik heb mjj nooit meer kunnen her inneren, hoe ik buiten het paleis ben gekomen hoe ik mij heb opgeborgen in mijn kleine kamertje, en veertig jaren lang kon ik nooit de Tuileriën voorbij komen zonder dat er een huivering door mijn leden voer. einde zal kunnen brengen. Initiatief is in zekeren zin een soort fantasie; iemand zonder een greintje fantasie zal ook geen initiatief hebben. Volhar ding is o.i. een eigenschap die meer practische waarde heeft en den door- snee-menscht verder zal brengen dan initiatief. Om nauwkeurig werk van vertrouwen te verrichten, dat u wordt opgegeven, hebt ge wel volharding noodig, maar geen initiatief. Op alle groote kantoren is behoefte aan men schen, die een hen opgedragen taak te allen tijde met stiptheid vervullen, - die wat men noemt betrouwbaar zijn in hun werk. Onder degenen die geen enkele betrekking lang kunnen hou den, zfjn er maar al te veel van «is het eenvoudigste briefje, de simpel copie nog gecoytroleerd moeten den, omdat ze slordig en onversTi"' lig zijn in hun werk. Toch ontb-^f" het hen wellicht geenszins aan tief, gezien de veelsoortige die zij aanpakken. Initiatief op zelf is niet van zulk een onsc waarde, maar wie volharding^1* plus initiatief, die kan er zeker v® zijn in het leven te slagen. .j De vijf eigenschappen waarvan 11 bezit iemand onverslaanbaar maakt u» den levensstrijd zyn de volgende: V*' harding. Zelfvertrouwen. Zelfbeh^,' sching, Energie en Intiatief. Over vol- Hoe is het nu met u, oompje? Zooals ik zie wat beter. Maar hoe kunt u dat zien? W el, aan de gezichten va» mijn harding hebben wij reeds gesproW Zelfvertrouwen is onmisbaar om het ons geestelijk de juiste hoiiaw tegenover de omstandigheden d aannemen. Bovendien is gelooven onszelf een zekere weg, om ander®11 ons te doen gelooven. Zelfbeheersching komt ons teJr in den omgang mei meerderen en deren, en leert ons om ons van 'g eigenschappen als onevenwichtig111' en verlegenheid te bevrijden. Bn en®' gie mop<t tenslotte de motor zij" kracht levert voor ons geheele strev»^ op welk gebied dan ook. Dr. JOS. DE GOÖt FOll* Ik begrijp niet, dat je een vW. getrouwd hebt, die je aWes verW^ Hot drinken moet je laten, het rook Ja, maar als ik haar niet men had, dan had ik spoedig «Mk mooteu toten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 10