HET BINWENHOFj
OP EN OM 1
De „staart" der nieuwe Drankwet. - Mi
nister Verschuur de standvastige. - In
den Senaat.
velen zijn die er niet aan willen. Die
dan zullen redeneeren: gaan we die
snelheid nu verhoogen, dan wordt er
over enkele jaren natuurlijk weer op
nieuw van een dringende noodzake
lijkheid gesproken en staan we weer
voor nog een verhooging. Waar blij
ven we op die manier?Nu schijnt
echter door middel van uitgebreide tel
lingen en proefnemingen in enkele
Amerikaansche steden onlangs te zijn
uitgemaakt, dat zoo goed als er een te
geringe snelheid kan zijn die het door
een drukke stads-straat als maximum
te „verwerken", aantal auto's „drukt",
er, aan den anderen kant. ook een
te groote snelheid mogelijk is die het
zelfde averechtsche gevolg heeft. Er
schijnt inderdaad een soort ideaal ge
middelde snelheid in dezen te bestaan
waarbij dit laatstbedoelde maximum
aantal bereikt kan worden. We zijn
hier, een ieder voelt en ziet het wel
ook zonder die jongste proefnemingen
en berekeningen, nog een heel eind
onder dat gemiddelde, dat tegen de 40
K.M. per uur schijnt aan te liggen.
Maar die experimenteele gegevens
hebben in alle geval dit nut, dat zij,
komt die verhoogde maximum-snel
heid voor onze binnenstad ter sprake
(en dat kan niet lang meer uitblijven),
het „waar blijven we dan" argu
ment der tegenstanders teniet doen.
Dat het overschrijden van de grens
naar boven toe even zoo nadeelig is als
een steeds maar vasthouden aan een
punt daaronder (het stadium waarin
wij thans nog verkeeren) moge dan
voor de angstigen een geruststelling
zijn
Ook in het vertoonen van de versnel
de film door middel van de cijfers op
den Amsterdamschen taxi-meter komt
misschien binnenkort eenige kente
ring. Het voortdurend stijgend aantal
z.g. „gele. rijders" dat zijn dan de vrij
buitende huur-auto's die geen vaste
standplaatsen hebben, niet door de
verkeerspolitie wat uitrusting, netheid,
enz., betreft gecontroleerd worden en,
ten teeken van hun vrijbuiterdom, in-
plaats van de officieele wit-zwarte blok-
rand, een libertijnsche gele band moe
ten voeren, heeft onlangs de offi-
cieel-beschermde werkgevers in het
taxi-bedrijf tehoop doen loopen. Begrij
pelijk! nu het publiek langzamer
hand meer en meer tot de overtuiging
komt, dat men met zulk een gele rijder,
die in vele gevallen wel de helft
goedkooper is! even goed en even
snel thuis komt als in de plechtstatig
officieele taxi's. De wagen moge er dan
van buiten dikwijls niet zoo oud-Hol-
landsch degelijk schoon uitzien, de
kussens van binnen niet zoo zorgvul
dig afgeborsteld zijn, de motor niet
zoo geruischloos loopen, maar wat
doet dat er toe voor den modernen
mensch als hij in de stad even ergens
gauw heen moet wippen?In de ge
vallen dat „het", 't uiterlijk er iets
meer toe doet, bij trouwpartijen, be
grafenissen, plechtstatig visite-rijden,
b.v., voorzien overigens niet de taxi's,
maar speciale andere huurwagens.
De officieele werkgevers, bovenge
noemd, benevens hun werknemers zijn
thans gezamenlijk met het gemeente
bestuur in onderhandeling getreden
over de middelen die kunnen leiden tot
een verlaging der tarieven waaronder
dan in de eerste plaats moet genoemd
worden een vergemakkelijking van de
op het oogenblik zeer zeker veel te
hooge en theoretisch (als voor tentoon
stellingen en niet voor practische ge
bruiksdoeleinden) eischen in dezen
door de politie gesteld. Zeker is dat we
hier, ook voor de groote massa, nog
lang niet het gemak en het nut uit de
taxi halen die er, gezien de praktijk el
ders, uit gehaald kan worden. Ook
elke deugd heeft, evenals de snelheid,
een grens waaronder het toeven even
verkeerd is als er boven. Inzake dege
lijkheid, netheid en deftigheid, zijn we
er met onze taxi's (zooals in wel meer
vaderlandsche zaken) ver boven
Een tunnel van ée baan;
ander op komst.
Wat de degelijkheid alleen betreft
zijn we overigens, laat ons ook de
lichtzijde niet vergeten, dikwijls
juist op de grens en bev; n we ons
veelal in het juiste midden. Dit is dan,
naar het schijnt, het geval bij de kwes
tie: „verbinding der IJ-oevers". Waren
we in dezen iets minder degelijk in het
beraden en bestudeeren geweest,
waren we iets meer met den Franschen
slag en wat ongeduldiger opgetreden,
we zaten nu waarschijnlijk al met
een of anderen tunnel onder het IJ die
ons handen vol geld had gekost en
waarvan men na afbouw zou moeten
hebben getuigen, gezien de ontwik
keling van onze havens naar den Wes
telijken kant, gezien ook de dem
ping der Zuiderzee, die een vaste ver
binding over Schellingwoude met Oos
telijk Noord-Holland mogelijk maakt,
dat zij eigenlijk... ergens anders had
moeten komen en men het ook eigen
lijk op het IJ zelf met de groote, mo
derne ponten had kunnen stellen. Nu
we echter de zaak zoo lang en zoo de
gelijk onder de oogen hebben gezien,
0.a. met behulp van een speciale tun
nel-commissie, hebben de omstandig
heden zich, in den loop van dien lan
gen tijd degelijk beraad, zoodanig ge
wijzigd en opnieuw gevoegd, dat wat
inzake een tunnelplan geboden is thans
welhaast „vanzelf" in het oog springt.
En dit is dan: een tunnel-vc» binding
onder het Noordzeekanaal in de buurt
van de Hembrug. Het is toch wel zeker
dat de haven West in de komende
jaren steeds meer het middelpunt zal
worden van onze zee-scheepvaart; dat
daarheen ook langzamerhand de aan
legplaatsen en etablissementen van
onze groote vaste lijnen zullen ver
plaatst worden, zoodat de vaart van
zee-schepen over het IJ achter het
Centraal-Station, meer en meer over-
bodig zal worden en zij ook, op deze
I wijze, vanzelf en zonder toedoen van
een tunnel daar ter plaatse, verlost
zullen worden van een overlast hun
thans door de ponten aangedaan
Het. is tevens zeker, dat met de toe
neming van het spoorweg-, zoowel als
van het scheepvaartverkeer, geen en
kele regeling voor het openen en slui
ten van de brug toelaat die op den
duur het verkeer zoowel te water als
te land onoverkomelijke hinderpalen
zal bieden. Het is dan ook begrijpelijk
dat onlangs zoowel genoemde commis
sie als onze Kamer van Koophandel
op de wenschelijkheid van een derge
lijke Hembrug-tunnel hebben gewezen
De Kamer gaat daarbij voornamelijk uit
j van den onmogelijken toestand die be
doelde brug weldra zal opleveren, ter
wijl de Commissie, gezien haar op
dracht, in eerste instantie uitgaat van
de onwenschelijkheid van een IJ-tun-
nel. Technisch, zegt zij, is zulk een tun
nel zeer goed te maken, maar of hij ook
behoorlijk bruikbaar is, is een andere
vraag, vooral wegens den toegang aan
de stadszijde. Een argument voor de
Hembrug-tunnel is, naast dat van
het gemak voor spoor- en scheepvaart
verkeer, ook, dat het autoverkeer
1.
naar het gedeelte van Noord-Holland
boven het IJ in de toekomst over de
nieuwe wegen buiten de stad om naar
de Hembrug kan worden geleid tot
aan de gewenschte tunnel.
Het In te halen nieuws.
Ga ik tenslotte nog even na wat ik
als kroniekschrijver, na een korte uit-
stedigheid nog aan verder nieuws heb
„in te halen", dan rest mij niet zoo heel
\eel. Nieuws kan men het moeilijk
noemen, want we wisten het reeds
dat wat er nu ook nog in den
Raad teberde komt meer en meer in
steeds heviger mate wordt uitgebuit
als politieke verkiezingspropaganda,
propaganda die zich ook al weer, met
hernieuwde felheid, nu de letters
van voor de statenverkiezingen nog
maar nauwelijks aan het verbleeken
zÜn> op onze straatsteenen en op de
aanplakborden en schuttingen begint
te vertoonen... Zelfs het, aanvanke
lijk meest onschuldig uitziende orde-
debatje kan, in deze tijden, naar
dezer dagen bleek, aanleiding zijn
tot het opsteken van een formeele poli
tieke storm waarbij de heeren elkaar
in de uifrgezochtste termen te lijf gaan.
Overigens zou men wenschen dat dit
uitzoeken, als het woord gevecht
dan toch moet plaats hebben, in wat
meer dichterlijken, fantasie-rijken zin
geschiedde! Origineeler vondsten dan
„lafaard", ,,'t is nietes, jullie zijn
juist laf", en dergelijken, men
schijnt er zich, in de hoofdstad niet toe
te kunnen opwerken. In dit opzicht
zou men gerust bij het kleine Muiden
in de leer kunnen gaan, waar men dan
tenminste nog in den Raad dichterlijke
en origineele dingen kan hooren als:
„Je bent een inktvlek op een minne
brief
We zijn hiermede dan weer „bij". En
zitten goed en wel in het Amsterdam-
sche zomerseizoen, dat, met een uit-
zonderlijk-schoone Pinksteren die dui
zenden naar Zandvoort en het Gooi
bracht, met een, voor de Amster-
damsche studenten zeer gelukkige
Varsity-roei-overwinning op 't Noord-
zee-kanaal, met onweersbuien en
open ramen, bevolkte caféterrassen
enden eersten wielerwedstrijd in het
Stadion, deugdelijk en voorgoed
heeft ingezet.
WEEK-
KRONIEK
Den Haag, 28 Mei.
Over de behandeling van het Drank-
ontwerp in de Tweede Kamer heb ik
eigenlijk nog maar heel weinig aan
te stippen, te memoreeren na de
spannende zitting van 20 Mei j.1.,
waarin Minister Verschuur's krach
tige houding tegenover mr. Korten-
horst's poging om toch nog de bepa
ling betreffende de maximum-verlo
ven uit te schakelen, mislukt was.
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid hield, weet men voet
bij stuk.
En overwon.
In de vergadering van 21 Mei be
toonde mr. Verschuur zelfs verrassen-
de-ruime mate van zin tot toenadering
en samenwerking met de Kamer.
Voor de bijzonderheden verwijs ik
natuurlijk ook nu naar uwe verslagen.
Er waren stip ik slechts aan
amendementen van den liberaal mr.
Boon.
Een ervan bepaalde dat de Kroon,
op voorstel van den Gemeenteraad
slechts om de vijf jaar (zooals ook
voor de vergunningen geldt), het
maximum-getal verloven nader zaï
I kunnen regelen. Een tweede wilde
't mogelijk maken, dat aan vereenigin-
gen tot bestrijding van drankmisbruik
(zooals de Volksbond) extra-verlo
ven zullen kunnen worden verleend,
niet meetellend bij de bepaling van
het maximum. Het derde amendement-
Boon wilde het getal op 1 Mei 1927 be
staan hebbende verloven niet beschou
wen als het geldende maximum, in
dien het aantal bestaande verloven ge
ringer is dan het wettelijk maximum.
Nog was er men lette wel een
amendement van den Katholieken af
gevaardigde Max van Poll, bevat
tend de bevoegdheid van de Kroon en
van den Raad tot vermindering van
het getal verloven wat in te perken,
teneinde het getal verloven niet noo-
deloos te drukken. Het amendement-
Poll wilde bepalen, dat het maximum
der verloven credurende de eerste tien
jaren na 1 Mei 1931 niet mag worden
verlaagd, waar het getal bestaande
verloven kleiner is dan het wettelijk
maximum. En: met niet meer dan 10
pet. mag worden verminderd, waar het
bestaande getal gelijk is aan het wet
telijk maximum.
Dit amendement-Van Poll vond de
instemming, zelfs den steun van Mi
nister Verschuur.
Waarna de Kamer het aanvaardde
met 4821.
Wat wel een zeer gewichtige beslis
sing mag worden genoemd. In de zit
ting van Vrijdag 22 Mei heeft de
Kamer het Drank-ontwerp afgedaan.
De eindstemming heeft plaats op
nader te bepalen dag.
De uitslag is niet twijfelachtig.
Ons Lagerhuis heeft nog een simpel
weekje Pinkster-recès genomen.
Komt den 2en Juni weer bijeen.
Heeft nog een schatrijke agenda af
te werken.
In den laten namiddag van Vrijdag
22 dezer heeft het Lagerhuis nog aan
gevat het initiatief-ontwerp van den
„politieken zwerver", eenmaal uitver
korene van Stad en Land in Gooi en
Eemland, genaamd Flor is Vos, om
het registratie-recht uit te schakelen
voor den pachter van landelijk goed,
die na minstens een jaar geresi
deerd hebbend, dat landgoed wil
aankoopen»
De heer Floris Vos trok zijn initia
tief-ontwerp in. Wijzigde, metamorfo
seerde dat in een motie, die op 3 Juni
a.s. in stemming zal komen.
We zijn, wat de Tweede Kamer
betreft, nog lang niet aan het eind,
vóór het groote zomerrecès van 1931.
Op de agenda zijn nog o.m. geplaatst:
de wijziging van de stuwadoors-wet,
die op de strandvonderij; de interpel-
latiën van de beide communisten;
respectievelijk over herrie bij de
werkverschaffingen, alsmede inzake
het weren van „De Tribune" uit de
Openbare Leeszalen. De wet tot rege
ling van de ziekenfondsen moet na
tuurlijk blijven „zwemmen".
Anders ware zij den 22en j.1. wel op
de lijst geplaatst. Het parlementaire
lijstje reikt nu toch ook wel tot min
stens eind-Juni. Zoo niet een tikje
later
Ik gevoel van mijn absoluut-on-
zjjdig en -o partijdig standpunt, be
hoefte, den Minister van Arbeid, H en
N. eerbiedige hulde te brengen voor
de schitterende wijze, waarop Exc. mr.
Verschuur zijn Drank-ontwerp in de
Tweede Kamer heeft verdedigd.
Ik meen mij hier te mogen aanslui
ten bij de huldigende woorden, o.a.
door den vrijz.-dem. mr. Oud dezen
katholieken bewindsman gebracht.
Ons Lagerhuis zag kans, een klein
Pinkster-recèsje te nemen.
Tot Dinsdag 2 Juni.
Als wanneer het ontwerp-mr. v. d.
Bergh c.s. tegen den woeker allereerst
op het parlementaire tapijt komt.
Intusschen kwam de Senaat biji-en.
Nam in den middag van Woensdag 27
dezer zonder neuzen-telling aan: het
ontwerp inzake steunverleening aan de
Suikerbietencultuur. Welke wetsvoor-
dracht slechts een heel kort speechje
ontlokte aan den liberalen senator v.
d. Bergh, waarvan de voornaamste
bepaling was: het aandringen op een
nieuwe Suiker-conventie. T.a. waarvan
(volgens minister Ruys de Beeren-
brouck's verklaring) de Regeering
zich voorshands nog op-de-vlakte wil
houden. Het ontwerp kwam er zonder
neuzen-telling.
Waarna, terwijl de zaal vrijwel
verlaten was de Indische Begroo
ting voor 1931 werd aangevat.
De anti-rev. senator mr. Briët viel de
Regeering met heftigheid aan van
wege het niet benoemen van dr. Colijn
tot Gouverneur-Generaal. Vroeg zeer-
categorisch: waarom dr. Colijn aan de
Kroon niet tot Landvoogd te Buiten
zorg is voorgedragen? Bedreigde het
Rechtsche extra-parlementaire Ministe
rie zelfs met de ongenade van de anti-
rev. partij, dewelke (zei mr. Briët),
„toch al een klein beetje sympathie
voor dit Ministerie gevoelt!"
Men ziet, 't begint te spannen.
Mr. Mendels, de soc.-dem. senator,
heeft Woensdagmiddag een zeer lange
rede gehouden.
Waarin hij o.m. op striemende wijze
hekelde de wijze, waarop de Regee
ring de tekorten op de Indische Be
grooting wil dekken. Er op wees, dat
het korten op de salarissen van de In
dische landsdienaren slechts verbitte
ring kan wekken, daar deze maatregel
op z.i. grievende wijze onbillijk is
tegenover andere categorieën van zoo
vele anderen.
Mr. Mendels geeselde op striemende
wijze o.a. de wijze, waarop Sokarno en
andere Indische intellectueelen zijn
berecht. Hij noemde deze rechtspraak
„eene van de slechtste soort". Men had
hem, mr. Mendels, indertijd uitgenoo-
digd, de verdediging van deze Indische
nationalisten op zich te nemen. Mr.
Mendels had dat geweigerd, maar
nu voelde hij zich gedrongen te verkla
ren, dat hij, gezien de wijze, waarop
de procedure is gevoerd, zich niet
had kunnen beheerschen, als advo
caat der beklaagden, zijn toga af te
werpen, van de verdere verdediging
af te zienOver jhr. mr. De Jonge,
de nieuwe Landvoogd, zei de
heer mr. Mendels, dat hij hem „een
charmanten man, een echte Hagenaar"
vindt. Maar ook: dat de senator nooit
in hem ontdekt had: buitengewone
eigenschappen als „Regeerings-figuur"
Zonder eenig odium op den heer De
Jonge te willen werpen, in welk op
zicht ook, noemde de senator toch
deze benoeming van iemand, aan de
I „Koninklijke" tot nog zeer kort ge-
I leden verknocht tot Gouverneur-Gene
raal iets van „corruptieve praktijk". En
i hij besloot dan zooals reeds aange
stipt, met de peroratie van: „De
Wereld-geschiedenis is het wereld-ge
richt!"... Mr. ANTOVTO.
Eigenaar van het circus: „Nou, ik
hoop maar, dat we vanmorgen wat
geld beuren, anders kan ik de dieren
niet voederen vóór de voorstelling."
Temmer (met overtuiging): «Dat
hoep ik ook, patroon!"