Vogels verkoopen.
DE WONDERSCHIJF.
Ons Kinderverhaal
Beste jongens en meisjes.
Dat waren nu nog eens een paar
fjjne Pinksterdagen, hé? Een heele
massa zon en heelemaal geen regen.
Ik denk dat jullie allemaal naar strand
of naar de duinen zijn geweest, of
misschien ook wel naar Bergen en
Sehoorl, dat is ook zoo'n fijn Pinkster
uitstapje, omdat daar zulke mooie bos-
schen zijn en prachtige duinen en
heerlijke speeltuinen. Maar die hebben
we hier nu ook, dus daar behoef je
niet meer zoo ver voor te gaan. Wij
zijn met broertje naar strand geweest.
Het was voor het eerst, dat hü vlak
voor de zee stond en met zijn bloote
pootjes op het zand. Ik wilde dat jullie
dat eens gezien hadden.. Hii zei maar
niets en keek maar naar de zee en dan
weer naar het zand en wist van ver
bazing geen geluid te geven, hoewel
hij anders gauw van vreugde jubelt.
Maar het was ook alles zoo mooi, het
zand en de zee, die zoo groot is, dat
zoo'n klein jongetje heelemaal niets
lijkt.
Wat is die zee ook prachtig, hé?
Houden jullie ook allemaal van de
zee en vind je haar steeds weer even
mooi en ben je dan ook blij als je
langs de zee mag loopen? Jullie, moe
ten allemaal probeeren telkens weer
het mooie van de zee te zien en van het
strand en van de duinen en van de
wolken, die er boven zweven en van
de vogels en van de bloemen in je tuin
en van zoo heel veel dingen, die je
vaak zonder aandacht voorbijgaat.
Probeer het maar eens. Je zal zien dan
kom je straks tijd te kort voor alle
blijdschap.
Ik kan merken, dat de zomer er nu
gauw is, er waren deze week niet veel
briefjes. Ik zal ze gauw gaan beant
woorden.
Annie v. d. Brink. Als ik kan kom
ik Maandagavond op jullie uitvoering in
Casino, hoor, Annie. Ik denk wel, dat er
veel vriendjes en vriendinnetjes zullen zijn,
omdat de entréeprijsdaag is en het meestal
erg leuk is. Volgende week schrijf je me er
wel eens over. Veel succes met je les, die
je spelen moet. Hebben we Woensdag die
mooie bloemen van jou gekregen, die bij
de buren gebracht waren? Dan hartelijk
dank hoor.
Ina Boels. Ik geloof dat jij nel zoo
van het mooie weer genoten hebt, als ik,
Ina. Jij houdt natuurlijk ook veel var. de
zon. 't Is te hopen dat we dezen zomer
weer eens veel zon krijgen, dan heb je met
de vacantie dubbele vreugde en wordt je
zoo bruin als een neger, jij natuurlijk als
een negerin.
Annie Koningstein, I Jrnuiden.
Dus in IJmuiden was het luilak niet zoo
leuk als in Den Helder, Annie. Hiei hebben
een massa jongens en meisjes veel herrie
gemaakt en 's nachts om vier uur was ik
er al door wakker. En toen ik om vijf uur
eens even naar buiten keek zag ik net drie
jongens aan een groot touw trekken, waar
aan een bende emmers en bussen en daar
achter liep een heel groote politie-agert.
Maar die keek heelemaal r.iet boos en ik
geloof eigenlijk dat er niet veel menschen
kwaad waren om de herrie die gemaakt
werd, want die jongens en meisjes hadden
een massa pleizier en daar heb je natuurlijk
wel wat voor over.
Corona Vos. Ben je op je mooie
nieuwe fiets naar het strand p- —eest, Co
rona? Ik heb je daar Maandag niet gezien,
maar misschien heb je op het stille strand
gezeten?
M o n Bonte. Daar snap ik niet veel
van, Mon, dat die kikker de dikkopjes op
gegeten heeft. Misschien had hij erge hon
ger, maar dan is het toch nog niet aardig,
want een moeder eet toch ook haar kinder
tjes niet op als ze honger heeft?
Agatha de Bie. Ik denk dat je naam
alleen op de envelop heeft gestaan, Agatha,
en zoo kon mijn vrouw je bij de goede op
lossers zetten, maar die envelop heb ik niet
gezien en dus wist ik niet van wie het
briefje kwam. Annie Koningstein schreef
me ook juist dat ze bij jou in de klas zat
en die was ook naar het bosch geweest.
Jammer dat je er alleen Zondags maar in
tnag, maar dat komt mischicn omdat de
menschen er in de week
wel eens wat vernield
hebben. Of heb ik het
mis?
Antje Tijdeman.
Heb ik je niet gezegd dat
je een beetje akelig #ou
zijn van de bruiloft? Dat
kwam natuurlijk doordat
je te veel gesnoept hebt
en te laat naar bed gegaan bent. Maar en
fin, je hebt het natuurlijk toch fijn gevon
den. Ja, kalkoenen worden heel boos als ze
rood zien, net als de stieren. Pas dus
maar op.
Janie Grande. Toen jij je briefje aan
me schreef over al die kikkers die je ge
vangen hebt, zag je ze zeker over het pa
pier springen, want je letters dansen van
links naar rechts en van rechts naar links.
Of bibberde je pen zoo? Je hebt anders een
massa pleizier gehad, hoor, dien tweeden
Pinksterdag. Zoo'n heerlijke fietstocht en
zoo fijn gevaren.
Annie Walbóom. Dat eigen ge
maakte raadsel van je vind ik wel aardig,
Annie, maar je hebt vergeten de oplossing
erbij te zetten. Schrijf die dus volgende
week nog even.
Dirk Drupsteen. Dat is jammer,
Dirk, dat nu Oegje beter is, jij ziek ligt. Ik
hoop maar voor je dat je ook weer gauw
in. de zon loopt te springen en wensch je
dus een spoedige beterschap.
Jacobajetje Ox. Jij bent een goed
braamzoekster, Coba, en je vader weet ze
ker alle goede plekjes te vinden, want zes
tig flesschen bramensap in den winter is
nogal wat. Ik heb zelf ook wel eens ge
zocht, maar kan er nooit zooveel vinden.
Fijne dagen zijn dat als je van 's morgens
vroeg tot 's avonds in de duinen bent. Daar
houd ik ook veel van.
Beppie Keizer. Je had moeten pro
beeren om een ander Juttertje te krijgen,
Beppie, dan had je evengoed de raadsels op
kunnen lossen. Nu doe je niet mee bij de
verloting en dat is jammer. Versjes behoef
je niet te maken en ook geen eigengemaakte
raadsels in te sturen. Je hebt het goed ge
raden wat je zoo graag weten wilde. Wie
heeft het je verteld?
Henk Verheul. Jij was de vorige
week wel bij de goede oplossers, Henk,
want muilen was ook goed. Het raadsel van
de vorige week scheen niet zoo gemakke
lijk, meer kinderen hebben er over ge
schreven, hoewel er toch ook verscheidenen
goed opgelost hebben.
Mona Timmer. Dat weet ik ook niet
meer, Mona, waarom jij niet bij de goede
oplossers stond. Had je ze misschien te laat
ingezonden?
Nu, jongens en meisjes, tot volgende
week.
Kindervriend.
BLOEMEN.
„O, wat een prachtige bloemen staan daar
Kon ik nu maar over het hekje klimmen,
Dan zou ik ze plukken, een bos bij elkaar.
Kijk die boterbloemen eens glimmen.
En die mooie margrieten en paardebloemen,
Zouden al die bijtjes van plezier zoo
zomen?
Als ik groot ben, koop ik ook een wei,
En dan zijn al de bloemen van mij."
TOOS.
LIEFDE EN VREDE.
Niet aan rust en stille vrede
Is ons kleine huisje arm
Liefde volgt op elke schrede
En maakt ons Harte warm
Blijft de liefde bij ons wonen
Die een krans van bloemen biedt
Dan benijden wij de kronen
Zelfs der grootste vorsten niet.
Een. aardig spel: vogels verkoopen.
Eén uit het gezelschap is de verkooper,
een ander de kooper, de rest van het
gezelschap vogels. De koopman zet alle
vogels naast elkaar in de rij en geeft
ze een naam, b.v. duif, winterkoning,
grutto, enz. De kooper komt bij den
verkooper en vraagt om den koolmees
b.v. Is de koolmees er niet bij, dan zegt
de koopman: „Die heb ik niet". Is de
vogel wel aanwezig, dan gaat men han
delen. Intussohen echter is de gekochte
vogel weggevlogen om zijn nieuwen
meester te ontvluchten. Haalt de koo
per zijn weerspannige vogel in, dan
geeft hii een tikje en moet de vogel zijn
meester helpen bij het vangen van
nieuwe vogels. Als alle vogels verkocht
zijn is het spel uit.
Wat is dat voor een ding, waar
water uitkomt, moeder? vroeg het kalf
aan de koe.
Dat is een pomp, kind, daar werk ik
al jaren aangenaam mee samen!
Tijdens den oorlog bezocht een dame
op leeftijd een hospitaal met gewon
den. Daar lag ook een man, wiens heele
hoofd in het verband zat.
„Arme man", zei de vriendelijke
dame, „ben je aan je hoofd gewond?"
„Welnee, mevrouw", was het ant
woord, „ik ben aan mijn been gewond,
maar het verband is een beetje om
hoog geschoven!"
Je hebt misschien bij je huiswerk wel eens gezucht als je het rekenboek
opsloeg en sommen moest maken. Dat heb je niet altijd even leuk gevonden,
maar omdat je later evenals vader en moeder groote menschen wilt worden,
die hun brood verdiénen, heb je de opgegeven sommen toch gemaakt. Maar
nu heb ik voor jullie iets aardigs bedacht. Ik ben naar mijn vriend den
teekenaar gegaan en heb hem gevraagd een schijf te teekenen met cijfers.
Hij heeft er een aardig plaatje van gemaakt, vinden jullie ook niet? Maar het
aardigste ga _ik je nu vertellen. Want deze schijf is vol merkwaardigheden.
I.ees je de cijfers zooals je op de klok kijkt, en beginnende bij 1, dan krijg je
het getal 142857. Vermenigvuldigt men dit met 2 dan is de uitkomst. 285714
het getal, dat op onze schijf staat als je bij 2 begint te lezen. Vermenigvuldigt
men het getal met 3, dan krijgt men 428571, ook een getal dat in den won-
dercirkel te vinden is als je b;i 4 begint. Tot hetzelfde resultaat komt men
wanneer men met 4, 5 of 6 vermenigvuldigt. Vermenigvuldit men het getal
met 7, dan krijg je een eveneens wonderlijk getal, en wel 999999.
„Aha", zei ze met een nw-
klank in haar stem, die ik op d®
blik niet uit kon staan, „juli16
boomgaard in enne.nvM J
„Enne," nam Keesje snel oven
moet niet zoo schreeuwen, want
ten vlak bij je. Doe je mee, P.0.
Even weifelde zij, maar dat
van aarzeling nam ik waar
voor mijn plan te winnen.
„Luister nou eens", ze'
niet het minste gevaar aan v
Bij een achtervolging komen v Lp
tuin terecht. Daar nemen w® 1
gen, binden je quasi aan rf
maar in werkelijkheid kijk .1
naar onraad en de rest is
INDIAANTJE SPELEN.
door
BEPPO.
Toen ik nog een jongen was van
jear of tien, had ik een oom, die
groote lioerderii bezat, niet zoo hee,!
van mijn ouderlijke woning va
Nu, ieder zal met mij in willen
men, dat een boerderij het eldorado^ I
van een gezonden Hollandschen iJ?
gen en het is niet overdreven, wanZ
ik beweer, dat ik er het grootste
deelte van mijn jeugd heb door?!!
bracht. Met vacanties, op vrije midds
gen, altijd kon je mij vinden in dien
wonderbaarliiken doolhof van genoe.
gens tusschen den hooiberg en de ct.i
len van oom Karei. sw"
Oom Karei, een bovenstebeste baas. I
wanneer je geen kattekwaad uithaalde! I
had een zoontje en een dochtertje I
Keesie. zoo heette mijn neef, was va
mijn leeftijd en wanneer wij niet ver
schillend gekleed waren gegaan, zou je
gezegd hebben, dat hij mijn broertje
was, zooveel leken wij in alles op el.
kaar. Jaantje, mijn nichtje, een jaar
jonger dan wij, was de derde in ons
verbond en vervulde in onze veelvul
dige kinderspelen meestal de dankbare
rol van moeder of verpleegster, waar
van zij zich heel goed wist te kwijten.
Wel trachtte zij ons als verpleegster
wel eens tot het drinken van een
vreemdsoortig goedje te dwingen, dat
heel bitter was en waarvan ik nooit
den naam te weten heb kunnen komen
of misdeelde zij ons als moefi bij de
uitdeeling van tante's goede »\m,
doch over het algemeen maakte üwi
gunstige uitzondering op het soort
meisjes waarmee wij gewend waren®
te gaan. Het voornaamste voor ons vis
dat Jaantje geen kleinzeerige neigin- j,
gen had en niet om het geringste buil
tje of schrammetje naar tante holde.
Op een zekeren Woensdagmiddag
zaten we in den hooiberg te beraadsla
gen wat wü dien middag zouden gaaa
doen, toen mii plotseling inviel, dat wij
nog geen enkele maal indiaantje had
den gespeeld. Onmiddellijk stelde it
het plan voor. Nu Keesje was er direct
voor te vinden, maar Jaantje trok haar
wipneus omhoog en voelde meer voor
verstoppertje spelen of hinksprong.
„Flauwerd", zei Kees, „dat spelen
we haast iederen dag en wanneer j>
niet mee wilt doen, gaan wij met»
tweeën op jacht, niet waar Gr#
Beer?" r
Dat was tegen rojj en Sc zei met t»
diepe stem:
„Zeker broeder.... eb...."
„Winnetou", zei Keesje aenbe-
wust.
„Broeder Winnetou", vervolgde
ik, „wii zullen een strijdbijl 0P^a\
en ons ten strijde begeven ,ee?f
broeders van de Bellefleur en -Maag"
denstam" H
Keesje's oogen begonnen Pk^Ff
te glinsteren, hij had mün plan ori"L;
dellijk door en hii sloeg mij van
zier op een schouder. g.
„Gij züt een groot en 'Ü6
hoofd, Groote Beer!" j,
„Maar gij nog groot er Wl"St
zei hü, „want gü zult op vorkenmj*
moeten gaan of de bleekgezi®11"
hinderlaag kunnen leggen".
Jaantje had ons met open ro®®1 #ijr
gestaard, maar opeens begreep
wü heen wilden.
voudig".
„Ja maarre...." aarzd
„Hoepla", zei Kees en v0|gd?
derdebolder uit den hooiberg, ge#
kalm en dit was voor Jaanw
om zich gewonnen te geven. MnedC
„Keesje", zei ik, toen
stonden, „ga jij nou even w