TOBRALCO NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Bulteniandsch overzicht OEIKKUEUIILNKI SLUIKHSIIIi w IrasmriMMGmuNl DINSDAG 9 JÜNI 1931. 59ste JAARGANG van De Duitsche noodverordening. - Protest uit tal kringen. - Het Duitsche bezoek aan Engeland. - De Amerikaansche senator Borah voor herziening der herstelbetalingen. - Het conflict tusschen kerk en staat in Italië verscherpt. FEUILLETON GEMENGD NIEUWS. breit aSS< best. Man doodgereden bij Heerenveen. Gevaren, die meisjes bedreigen Het liefdesdrama te Schaesberg. Poging tot doodslag. Zoo gemakkelijk te wasschen Zoo moeilijk te verslijten Kleur-, wasch- en zon-echt (Wordt vervolgd* COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Pan w a, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Neder Oo t- en West-Indiê per zeepost f 2.10, idem per mail en overige la i f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, 11.—. Modeblad resp. f 0.95,11.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4ct.; fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag, Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij vfh C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiön (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4ct. Met d© publicatie van de nieuwe Duit sche noodverordening heeft de rijksre- geering een oproep tot het Duitsche volk gericht, waaraan wij het volgende ont- leenen: „De verwachting dat de oeconomische wereldcrisis met het voorjaar van 1931 zou verminderen en daarmede de nood en do werkloosheid in alle industriestaten en nog meer in de landen die grondstof fen en landbouwproducten produceeren, is onjuist gebleken. Duitschland is met een bedrag van 23 milliard mark betrok ken in het oeconomische leven der wereld. Het kan zich uit den gemeen- schappelijken nood, waaronder zelfs de overwinnaars uit den oorlog ernstig lijden, niet alleen redden. Onze zorgen en moeilijkheden zijn ern stiger omdat wij behalve de algemeene crisis, waarin wij leven, nog de bijzon dere last te dragen hebben als verliezer in den grooten oorlog betalingen te doen. Deze. betalingen onttrekken ons door den oorlog en de inflatie van het economische leven het kapitaal, dat wij voor onze instandhouding en verdere ont wikkeling noodig hebben. Kapitaalsonttrekking beteekent stop zetting en beperking van bedrijven, werkloosheid, vermindering der particu liere inkomens en vermindering van in komsten van den staat. Bovendien wordt onze koopkracht op de wereldmarkt klei ner met het bedrag dat wij als betalingen zonder tegenprestatie moeten afgeven. Deze gedwongen betalingen verzwak ken ons als kooper en noodzaken ons tot beperking van den invoer. Zij dwingen ons tot verhooging van den uitvoer, tegen welke andere landen steeds stren- afweermaatregelen nemen. Een ver etterde verscherping van den strijd op e werldmarkt is het gevolg. Zware lasten en offers moet de rijks- E^^eering het Duitsche volk opleggen om betalingscapaciteit van het rijk in ïd te houden. Dit is de voorwaarde voor het voortzetten van het Duitsche oeconomische leven; hiervan hangen mil- lioenen deelnemers aan den oorlog, ge pensioneerden, ambtenaren en beambten ih hun bestaan af. Wij hebben alles gedaan om deze ver plichtingen uit den verloren oorlog na te komen. Ook buitenlandsche hulp heb- 6en wij hiervoor in gyoote mate moeten nvaarden. Dat is thans niet meer moge- Het inzetten van de laatste krachten en reserves, van alle kringen der bevol king, geeft de Duitsche regeering het recht en maakt het tot een plicht tegen over hét eigen volk voor de wereld dit te spreken: „De grens van hetgeen wjj ons volk aan ontberingen mogen opleg gen, is bereikt". De voorwaarden, onder frelke het nieuwe plan tot stand is ge komen zijn door de ontwikkeling, die de wereld genomen heeft, onjuist gebleken". Uk tal van kringen protesteert men tegen die nieuwe verordening. De al gemeene teleurstelling over de nieuwe ipaatregelen der rijksregeering komt in 4e eerste plaats duidelijk tot uiting in de beschouwingen van enkele bladen. Hoe men in financieele en oeconomi sche kringen over de nieuwe noodver ordening denkt, blijkt het best uit een nquete van het „Acht Uhr Abendblatt". bankkringen, aldus het resultaat van ze enquete, beschouwt men de nood verordening als een heldhaftige poging om uit het Duitsche volk de laatste finan- (fteele kracht te persen, die er nog in Steekt. Men vreest in deze kringen, dat het rijk met het resultaat slechts zeer korten tijd gebaat zal zijn en daarom dringen de bankkringen aan op hervor ming van de administratieve organisatie in rijk, landen en gemeenten. Deze her vorming zou in ruime mate tot verminde ring van de uitgaven kunnen bijdragen. Het buitenland moet eindelijk bereid worden gevonden te helpen, daar anders alle binnenlandsche maatregelen niet zul len baten. Amerika's houding blijft de dominee- rende factor. Men weet, dat het Hoover- bewind er niet voor te vinden zou zijn de schuldenkwestie opnieuw te behandelen. Hier schuit de groote moeilijkheid. Even wel zijn er ook andere meeningen in de v er. Staten, zooals hieronder blijkt. THE DARK CHAPTER door E. J. RATH. 31-) „O ja, nog wat," zei Marian plotseling. „Hij eet vanavond niet thuis. De Harlans wilden hem per se hebben. Ik geloof, dat zo jou ook zouden opbellen." Hilda verstijfde. „Dan heb ik al een afspraak," zei ze. „Met wie? Met Wheeler?" Als Marian plotseling een brandklok geluid had of een kom had laten harsten, üun zou ze haar zuster niet meer hebben laten schrikken. Hilda keerde om in haar stoel en even beheerachtfl? 2^a<*terdo<?tig' DaarJ^ kostte moeite en remde> maar het beheerschte ze zich' kóstte moeite. 111 %taaK .ie dat, Marian?" vroeg ze verbazing te verbergen. „Nu berfenk^ me opeens, dat ik hem niet gSn heb eergisteren. Is er iets?" on'verschU]ig.er km™n 2i,n?" 261 HMa „Och, zooveell" antwoordde Marian en keek haar zuster scherp aan. Het bezoek van de Duitsche ministers aan Engeland. Een Londensche corr. van de Nw. Rott. Crt. meldt: De heele Londensche pers is tegenover de Duitsche staatslieden uitermate vrien delijk gestemd en heeft ook voor den symbolischen kant van hun bezoek als teeken van verzoening, een warme waar deering. De wijze waarop een deel der bladen echter over den toestand in Duitschland en de besprekingen daar over met de Britsche regeering, schrijft, bewijst, dat zij van den ernst van dien toestand toch niet alle voldoende op de hoogte zijn. Andere bladen zien scherp in, dat te Ghequers wel geen enkel voldon gen feit kan tot stand komen en dat alles van onderlinge besprekingen tusschen alle voornaamste betrokken landen af hangt, maar dat daar toch tenminste een begin gemaakt moet worden en dat het zoek der Duischers in geen geval geheel zond'er gevolg mag blijven. Enkele be oordeelaars meenen immers, dat MacDo- nald en Henderson den Duitschen staats lieden wel allervriendelijkste antwoorden zullen geven, maar dat dezen aan hun minzaamheid heel weinig houvast zullen blijken te hebben. „De Telegraaf" wist gisteren te ver tellen dat bij gelegenheid van deze onge dwongen samenkomst op vriendschappe lijke wijze de toestand werd besproken, waarin het Duitsche rijk en andere indu- strie-staten zich op het oogenblik bevin den. De Duitsche ministers legden bijzon deren nadruk op de moeilijkheden van den huidigen toestand van Duitschland en de noodzakelijkheid om die situatie te verlichten. De Britsche ministers van hun kant wezen op het internationale karakter der huidige crisis en de bijzondere gevolgen daarvan voor Engeland. Beide partijen waren het er over eens, dat naast de maatregelen, die elk land voor zich zelf moet nemen, het herstel van het vertrouwen en de economische opleving afhankelijk zijn van internatio nale samenwerking. In dezen zin zullen beide regeeringen trachten de huidige crisis in nauwe samenwerking met de an dere betrokken regeeringen te bestrijden. De vriendschappelijke gedachtenwisse- lingen hebben, naar wij van welingelichte zijde vernemen, bij de Duitschers den in druk gevestigd, dat men hier een juiste appreciatie heeft van den hachelijken toestand, waarin Duitschland zich op het oogenblik bevindt. Men is het er over eens geworden, dat de oplossing langs den weg van internationale samenwer king gevonden moet worden en deze nadruk op gemeenschappelijke actie is zeker de belangrijkste passage in het voorzichtig gestelde communiqué. Senator Borah is voor herziening der herstelbetalingen. Naar te New-York ver luidt is senator Borah, de bekende voor zitter van de commissiq voor buitenland sche zaken voor den Senaat van de Ver. Staten, Zaterdag voor herziening der Duitsche herstelbetalingen opgekomen. De Senator verklaarde: Een regeling van het herstelvraagstuk schijnt mij een oeconomische en in principe gezonde maatregel te zijn. De landen, die van Duitschland herstelbetalingen ontvangen, hebben hiervan geen voordeel. Evenmin zal iemand er voordeel van hebben als i men Duitschland door dwangmaatregelen tot oeconomische ineenstorting brengt. Bij de overweging van herziening der schulden en Duitsche herstelbetalingen mag men niet uit het oog verliezen, dat één van de voornaamste oorzaken der oeconomische depressie, die het voor Duitschland onmogelijk maakt, zijn ver plichtingen na te komen, de voortdurende wapening is, die van andere landen dan Duitschland uitgaat en die een duidelijke en opzettelijke inbreuk op het verdrag van Versailles beteekent. Het conflict tusschen Kerk en Staat in Italië. Als tegenmaatregel tegen de weigering van den paus om den Italiaan- schen gezant graaf Devecchi te ontvan gen, heeft, naar United Press meldt, Mussolini geweigerd den pauselijken nun tius Borgongini Duca te ontvangen. De officieele onderhandelingen zijn dus sedert Vrijdagavond opgeschort en ver vangen door niet-officieele besprekingen, waarbij de senaatspresident Luigi Feder- zoni Italië vertegenwoordigt en markies Francesco Pacelli het Vaticaan. De weigering van den paus om den gezant te ontvangen, had de vorige week plaats toen de gezant een audiëntie bij den paus aanvroeg. Volgens mededeelin- gen van betrouwbare zijde aan „United Press" liet de paus antwoorden: „Zeg den gezant, dat wij geen mededeeling te doen of te ontvangen hebben". HET HONGAARSCHE PARLEMENT ONTBONDEN. Het Huis van Afgevaardigden Is Zater dagmorgen bij besluit van den ryksbe stuurder ontbonden. Het nieuwe par'e- ment komt 18 Juli bijeen. De zittingstijd van 5 jaar van het oude parlement was, naar men weet, ten einde. Binnenland. JAAP SNOR Let op den gelen winkel. Voor Texel: Wed. ZUIDSTRAAT 10, SCHUMAKER. „Er is niets en ik heb ook geen af spraak met hem." Hilda had haar zelfbeheersching her wonnen, maar ze wist, dat ze het er niet heel handig had afgebracht. Het herleven van den heer Wheeler, al was het maar als onderwerp van gesprek, had haar on verwacht getroffen. Sinds den vorigen middag had ze geen oogenblik meer aan hem gedacht. „Ik heb je nu in ieder geval alles ver teld," zei Marian, zich nog steeds afvra gend, wat Herb Wheeler met het geval te maken kon hebben, maar begrijpend, dat het nutteloos zou zijn verder te vra gen. „Minnie heeft een organdie jurk, die een droom is!" „Ze kleedt zich altijd goed," zei Hilda voorzichtig. „Poes, poes!" riep Marian en vluchtte de kamer uit. Zoo gebeurde het, dat er een heele keer kwam in Whade Rawlin's leven op Kil- bourne Heights. De verandering had plotseling en niet zonder sensatie plaats gegrepen. Het was niet alleen een ver schil voor Rawlins zelf, maar de heele familie was er bij betrokken. Logé's wa ren niets ongewoons voor de Kilbourne's, maar een logé als deze hadden ze nog nooit gehad. De buren hadden nog nooit gevochten om hun een gast afhandig te maken. De familie Kilbourne werd plotseling gewekt uit een genoeglijken zomerslaan. Hilda wist zeker, dat ze niet verbaasd was. Ze was er van overtuigd dat de bedrieger ver kon gaan; maar ze was bang voor verschillende dingen. In de eerste plaats was er het geval met Minnie Harlan. Hilda vond het niet Vermoedelijk door auto, waar van bestuurder is doorgereden. Zaterdagavond heeft op den Leeuwar derstraatweg te Heerenveen een ernstig verekersongeluk plaats gehad. De 40-jarige Joost de Grave, is te on geveer kwart voor elf, op een honderd meter afstand van zijn woning door een tot nu toe onbekend gebleven auto aan gereden en gedood. De autobestuurder moet zonder zich van het ongeval iets aan te trekken, zijn door gereden. Het slachtoffer laat een weduwe met 4 kinderen achter. De echtgenoote van den heer De Grave eerlijk tegenover Minnie, tenminste dat maakte ze zich wijs, zonder na te denken of ze dit eerlijk meende. Marian waarde rond in een soort extase, de rol vervullend van raadsvrouw, vriendin en geleidster. Ze deed Hilda denken aan het loodsmannetje, dat haaien begeleidt. Mevrouw Kilbourne séhikte zich, nog ietwat ontdaan, in de groote verandering en begon te denken, dat ze misschien een werktuig der Voorzienigheid was geweest. Kane had er weinig over te zeggen of mee te maken; zijn gedachten werden elders in beslag genomen. Mijnheer Kilbourne beschouwde het ge val even ernstig, als hij den heelen strijd van de buurt beschouwde den struggle for high life. Rawlins moest met zooveel mogelijk kieschheid te werk gaan. Hij moest voort durend op zijn qui vive zijn. Hi.1 moest rekening houden èn met de Kilbournes èn met hun buren, met Minnie Harlan en Hilda, dikwijls met beiden te gelijk. Hoe wel hfi onbezorgd er op los scheen te leven, lette hij toch aldoor op. Ongetwijfeld had hij veel steun aan Marian. Ze trad op als een soort van tus- schenpersoon, waar dat noodig was. Als nieuwsbureau was ze onbetaalbaar, maar ze had af en toe de lastige gewoonte zelf het initiatief en de leiding op zich te nemen, waardoor zelfs Rawlins, de slag had zich Zaterdagavond reeds vroeg tijdig ter ruste begeven. Te ongeveer halfvier in den ochtend wakker worden de, ontdekte zij, dat haar man niet thuis was gekomen. Zij kleedde zich onmiddel lijk en spoedde zich naar haar broer. Men kan zich den toestand der arme vrouw begrijpen, toen zij op ongeveer 100 meter var. haar woning een een schoen op den weg vond liggen, welken zij herkende als dien van haar man, terwijl vlak daar bij in den berm het lijk lag. De marechaussee zet naar alle richtin gen het onderzoek voort, waar zij eenige aanwyzingen heeft. Op de paats van aanrijding is n.1. een arm van een richtingaanwijzer, en even verder een plaatje van een bumper gevonden, welke beide in beslag zijn genomen. Tot nu toe heeft het onderzoek geen resultaat opgeleverd. Zeven slachtoffers van vrouwen handelaars bevrijd. Aan welke gevaren alleenreizende dames en meisjes bloot staan en hoezeer de uiterste voorzichtigheid is geboden, vooral in internationale treinen, blijkt wel uit het avontuur, dat een 22-jarige onderwijzeres uit Nijmegen overkwam op een vacantie-uitstapje naar Keulen. De „Graafschapsbode" publiceert een ge deelte van een brief, waarin zij vertelt, wat haar is overkomen: „In den trein naar Keulen, die dicht bezet was, raakte ik ongemerkt in ge sprek met een paar charmante vriende lijke heeren, die zich zeer correct en hof felijk gedroegen. Toen zij bemerkten, dat mijn reis naar Keulen ging, vertelden zij mij, dat zij in de buurt van het station Keulen een spoedbrief hadden af te geven, die via de posterijen niet meer tijdig ter plaatse kon zijn, en daarom eigenhandig bezorgd moest worden. Jammer vonden zfj het, hierdoor genoodzaakt te zijn de prachtige sneltreinverbinding met een verder gelegen stad te moeten prijs geven. Zij vroegen mij toen langs een omweg, of ik het bok onbescheiden zou vinden, als men mij verzocht den brief in Keulen even te willen afgeven, desgewenscht gaarne tegen royale vergoeding. De groote belangen, die zij zeiden, bij tijdi ge bezorging te hebben, rechtvaardigden dit in alle opzichten. Waar het adres van bezorging vrij dicht bij het station was, liet ik mij bepraten, bedoelde heeren dezen dienst zonder- eenige belooning te bewijzen. Er werd mij toen echter na drukkelijk verzocht den brief niet in de bus te stoppen, doch af te geven uitslui tend aan „een dame" die zou open doen en zoo het geen dame was, die open deed, dan in geen geval den brief af te geven, doch in dat geval even naar die dame te willen vragen, opdat zfj toch vooral per soonlijk den brief in handen zou krijgen. Het heele geval leek mij wel eenigszins vreemd, doch ik had het op mij genomen en zou dus aan den wensch der beide heeren voldoen. Toen ik even later in Keulen uitstapte, tikte een pater, die bij ons in den coupé gezeten had, mij op den schouder en waarschuwde: „Weest u voorzichtig met die boodschap, dame! Het kan mogelijk geen kwaad, maar het heele geval komt mij min of meer verdacht voor. Neemt u zich in acht. Men kan nooit weten 1" Mijn Keulsehe vriendin die mij afhaalde, vertelde ik natuurlijk aanstonds het heele relaas en toen ook zij het eigenlijk maar half vertrouwde, besloten wij voor alle zekerheid de politie eens te raadplegen. Op het politiebureau vond men het aanvankelijk een vrij onschuldig geval. Niettemin vond men het evenwel gewenscht, een oogje in het zeil te hou den. Het aangegeven adres werd nage zocht en bleek een riante villa te zijn. Besloten werd, dat mijn vriendin aan het hek zou wachten, terwijl een paar agen ten zich verdekt zouden opstellen. Aldus geschiedde. Toen ik aanbelde, deed een allerbeminnelijkste dame open, die haar Er was, bijvoorbeeld, de quaestie van den heer Wheeler, waardoor hij in zéke ren zin de bondgenoot was geworden van Hilda. Hilda kon hem openlijk niets in den weg leggen. Dan was er nog het geval met Henry Kilbourne en zijn nachtelijke autotochten, die eindigden in spel en drank. Niemand wist er iets van behalve Rawlins, hoewel het niet uitgesloten was, dat Marian ook achterdocht koesterde. Dan was Marian zelf er nog. Als haar vader merkte, dat ze vhn het personeel geld leende, liep ze groote kans als een klein kind gestraft te worden. Ten slotte was Kane Kilbourne er nog, die zich niet verdiepte in den geheimzin- nigen vreemdeling, maar wel min of meer bang voor hem was. Kane had iets op zfj-n kerfstok, dat ze thuis niet mochten weten en Rawlins wist er al iets van. Dank zfj dezen stand van zaken kon Rawlins brutaal en vol vertrouwen te werk gaan; aan brutaliteit ontbrak het hem niet, maar het vertrouwen was mis schien min of meer kunstmatig. De moei lijkheid was, dat hfj nog niet met zeker heid kon zeggen, hoe alles zou afloopen. Hij wist eigenlijk niet eens, wat hij zelf wilde. Hij had- het gevoel, dat alles wel gauw duidelijk zou worden, maar in dien tusschentijd moest hij doorzetten, op hoop van zegen. Op een oogenblik, dat Marian een be- bijzondere blijdschap over het bezorgen van den brief te kennen gaf. Zij noodigde mij allervriendelijkst uit, even binnen te willen komen, op een dusdanig vriende lijken toon, dat ik het onbeleefd vond te weigeren. Maar wat toen gebeurde gaat alle beschrijving te bovenTot zoover deze brief. Het slot van de historie was aldus: Toen het meisje na een kwartier nog niet terug was, vonden de politiemannen het raadzaam in te grijpen. Men belde aan, doéhkreeg geen gehoor, ook op her haald bellen niet. De mannen der weti achtten toen den tijd gekomen, de deurj open te laten breken. In de villa bleek niemand meer aanwezig te zijn. Op het naderen der politiemannen waren de be woners blijkbaar door een achtertuin ge vlucht; het huis was leeg. Evenweluit een vertrek klonken klagende vrouwen stemmen zwakjes naar boven, en toen men ook hier een deur forceerde, ontdek te men, dat achter deze deur een 7-tal jonge vrouwen en meisjes opgesloten waren, waarbij ook reeds de bezoekster van daareven. Welk een vreeselyk lot deze jonge vrouwen heeft bedreigd, laat zich denken. Men denke zich eens even in, in welken toestand deze meisjes tijdens haar opsluiting moeten hebben verkeerd. Of de politie er in geslaagd is, de illustre bewoners der villa te achterhalen ver meldt de historie niet. Hieromtrent meldt men nader: Donderdagmorgen vroeg moeten de jongen en het meisje reeds in de bos- schen zijn geweest. Om 11 uur werden zij voor het eerst gezien door voorbijgan gers. De jongen zat in zijn hemdsmou wen; zijn jasje had hij over het gelaat van het meisje gelegd. Even te voren moet hij het meisje de gevaarlijke wonde heb ben toegebracht, met een scheermes. De punt was echter van het mes gebroken. Hij is daarop naar huis gegaan om een ander mes te halen. Hij kwam terug met een broodems en een ander scheermes. Met het broodmes heeft hij het meisje toen nog een steek toegebracht. Omstreeks 2 uur passeerde iemand, die den jongen kende. Hij zag, dat de jon gen een mes greep en daarmee trachtte zich van het leven te berooven, hetgeen mislukte. De man is daarop den vader van den jongen gaan halen. Toen hij terugkwam, had de jongen de hand aan zichzelf geslagen. Vrijdag kon het meisje nog njet ver hoord worden, de jongen wel. Beiden liggen nog in het ziekenhuis. Indien geen infectie intreedt, bestaat de hoop, dat zij in leven blijven. Op de plek, waar het tragische geval zich heeft afgespeeld, heeft de politie drie messen gevonden en een in stukken gescheurde kaart, waarop het meisje nog iets had geschreven. In een trein. Zaterdag stond een timmerman uit Eindhoven voor de rechtbank te 's-Her- togenbosch terecht ter zake van poging tot doodslag. Hij zou op 20 Maart j.1. een medepassagier in den trein met een mes in den hals hebben gestoken. Het misdrijf was niet voltooid, toen de trein het sta- tin binnenreed en stopte. De aanwezig heid van het publiek op het perron ver hinderde een en ander. Ter terechtzitting verklaarde verd., die daags voor het gebeurde uit de gevange nis was ontslagen, dat hij onschuldig was. Het slachtoffer, een stucadoor uit Eind hoven, wist niet hoe hem de steek was toegebracht, want hij had zitten slapen. Politie autoriteiten verklaardeu, dat verd. bekend had te hebben gestoken. De off. van justitie vorderde tenslotte wegens poging tot doorslag vier jaar ge vangenisstraf. Uitspraak 19 Juni. Groote sorteering, in effen en gewerkt, 75 cent per el. Verkrijgbaar bij: Leiop naam op den zelfkant Vraagt onze stalen -collectie HET PRIJSRAADSEL. Een oplichter. vaardige, wel ens in verlegenheid werd vlieging kreeg weer wat nieuws te ver- gebracht. z'nnen> stortte ze haar hart uit bij Hilda. Dan waren er nog redenen, waarom zijn' „Ik ben het beetje bij beettje te weten positie buitengewoon sterk was, maar gekomen," legde ze uit. „en ik heb de daarvan wisten de buren niets en de woorden uit hem moeten trekken. Hy leden van het gezin Kilbourne iederj begon met zich te verspreken en daarna slechts een klein beetje. ^b ik hem niet met rust gelaten. Als je ooit laat merken, dat ik je iets verteld heb, dan zal je er voor boeten." Hilda beloofde te zullen zwijgen. Ieder meisje, dat brandde van nieuwsgierigheid zou iiet beloofd hebben. „Hij is alleen maar bescheiden," zei Marian. „Hij is bang dat we zullen den ken, dat hij op ons neerkeek. Hij wil zich niet op een verheven standpunt plaatsen en hij heeft nergens zoo het land aan, als om verheerlijkt te worden." „Heusch?" zei Hilda met opgetrokken wenkbrauwen. „Dat had ik nog niet op gemerkt." „Dat komt, omdat je hem niet zoo goed kent als ik." „Ik moet toegeven, Marian, dat ik nooit intiem ben geweest met moeders landloo- pers". Marian keek haar zuster boos aan. „O, als je zoo begint, kon het je zeker ook niets schelen iets anders te weten te komen over Wade Rawlins." Hilda had moeite het juiste evenwicht te vinden tusschen haar nieuwsgierigheid en haar vaardigheid. „Zoo bedoel ik het niet," zei ze. „Het is natuurlijk van belang, dat ik iets over hem weet. Iemand moet het weten, al was het alleen maar ter bescherming van de familie." „Dat Kan je wel aan mij overlaten," antwoordde Marian koel. Hilda beet zich op de lippen. Ze wilde het weten en Marian hulde zich telkens weer in een geheimzinnig waas. „Zoo bedoel ik het ook niet ten min ste niet heelemaal, maar ik ben gedwon gen zooveel met hem in contact te komen, dat het niet meer dan billijk is, dat ik weet, wat er achter zft." Sedert eenigen tijd verschijnt in ver scheidene dagbladen een prijsraadsel, waarin men den kleinzoon van den bosch wachter moet zoeken en wanneer men dan een goede oplossing inzendt aan een postbox in het postkantoor te Arnhem, ontvangt men een prijs. Later ontvangt men dan bericht, dat men nog iets betera kan krijgen en ook geldprijzen, wanneer men de somma van een gulden en vijftig cent overmaakt per postgiro of postwis sel. Velen in den lande hebben aan dit prijsraadsel, dat vrij gemakkelijk is, mee gedaan en hun daalder geofferd, die in ontvangst is genomen door een Duit- scher, die aldaar een postbox heeft ge huurd en een gironummer heeft geno men. Deze man komt nu en dan zijn post halen en weet dan weer met de gel den te verdwijnen. Dezer dagen ver scheen weer een man uit Dordrecht bij de politie die ook zijn f 1.50 had gezon den en maar niets van zijn prijs vernam. De politie heeft reeds eenigen tijd ge leden tegen de praktijken van den Duit- scher gewaarschuwd. Indien gij voortdurend last hebt van schele hoofdpijn als gevolg van een slechte spijsvertering, gebruik dan eens een poosje Foster's Maagpillen, het betrouwbare, zacht werkende laxeermiddel. Alom verkrijgbaar 4 0.65 per flacon. „Waarom beken je niet eerlijk, dat je springt van nieuwsgierigheid?" vroeg Marian. „Omdat het niet zoo is. Maar Marian viel haar in de rede door hoo- nend te lachen. Daarna liet ze zich ver teederen. „Luister!" fluisterde ze. „Hü stamt uit een heel oude familie uit Massachusetts- Mayflower, geloof ik. maar dat heeft hij niet willen zeggen. Nu weet je het!" „Is dat alles?" vroeg Hilda, toen Ma rian zweeg. „Neen, het is niet alles. Hjj heeft een zuster, die getrouwd is met een Italiaan- schen hertog, waardoor ze hertogin is en ze woont ergens in een paleis. Een an dere zuster is beeldhouwster in Parijs. Zijn broer is officier en zijn vader is dood. Maar zyn moeder leeft nog en is schat rijk. Ze woont in Bock Bay, Boston. Is dat soms nog niets?" Hilda knikte. Ze trachte zich de her togin voor te stellen. „Hfj heeft de heele wereld rondgereisd," vervolgde Marian. „Hfj heeft ruzie met zijn familie. Niet gewoon ruzie, want hij zou het ieder oogenblik kunnen goed maken, als hfj wou, maar hij wil niet. Zijn moeder wil, dat hij diplomaat wordt, maar hij zegt, dat hy zijn beroep niet wil opgeven." „Zijn beroep?" herhaalde Hilda. „Ja, hij heeft een beroep, en je raadt nooit wat." Marian ging gemakkelijk achterover zitten om de uitwerking van haar woor den te zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1