TOBRALCO
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Bulteniandsch overzicht
OEIKKUEUIILNKI
SLUIKHSIIIi
w
IrasmriMMGmuNl
DINSDAG 9 JÜNI 1931.
59ste JAARGANG
van
De Duitsche noodverordening. - Protest uit tal
kringen. - Het Duitsche bezoek aan Engeland. - De
Amerikaansche senator Borah voor herziening der
herstelbetalingen. - Het conflict tusschen kerk en staat
in Italië verscherpt.
FEUILLETON
GEMENGD NIEUWS.
breit aSS<
best.
Man doodgereden bij Heerenveen.
Gevaren, die meisjes bedreigen
Het liefdesdrama te Schaesberg.
Poging tot doodslag.
Zoo gemakkelijk te wasschen
Zoo moeilijk te verslijten
Kleur-, wasch- en zon-echt
(Wordt vervolgd*
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Pan w a, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Neder Oo t- en West-Indiê per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige la i f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70,
11.—. Modeblad resp. f 0.95,11.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4ct.; fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag,
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij vfh C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiön (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4ct.
Met d© publicatie van de nieuwe Duit
sche noodverordening heeft de rijksre-
geering een oproep tot het Duitsche volk
gericht, waaraan wij het volgende ont-
leenen:
„De verwachting dat de oeconomische
wereldcrisis met het voorjaar van 1931
zou verminderen en daarmede de nood
en do werkloosheid in alle industriestaten
en nog meer in de landen die grondstof
fen en landbouwproducten produceeren,
is onjuist gebleken. Duitschland is met
een bedrag van 23 milliard mark betrok
ken in het oeconomische leven der
wereld. Het kan zich uit den gemeen-
schappelijken nood, waaronder zelfs de
overwinnaars uit den oorlog ernstig
lijden, niet alleen redden.
Onze zorgen en moeilijkheden zijn ern
stiger omdat wij behalve de algemeene
crisis, waarin wij leven, nog de bijzon
dere last te dragen hebben als verliezer
in den grooten oorlog betalingen te
doen. Deze. betalingen onttrekken ons
door den oorlog en de inflatie van het
economische leven het kapitaal, dat wij
voor onze instandhouding en verdere ont
wikkeling noodig hebben.
Kapitaalsonttrekking beteekent stop
zetting en beperking van bedrijven,
werkloosheid, vermindering der particu
liere inkomens en vermindering van in
komsten van den staat. Bovendien wordt
onze koopkracht op de wereldmarkt klei
ner met het bedrag dat wij als betalingen
zonder tegenprestatie moeten afgeven.
Deze gedwongen betalingen verzwak
ken ons als kooper en noodzaken ons tot
beperking van den invoer. Zij dwingen
ons tot verhooging van den uitvoer,
tegen welke andere landen steeds stren-
afweermaatregelen nemen. Een ver
etterde verscherping van den strijd op
e werldmarkt is het gevolg.
Zware lasten en offers moet de rijks-
E^^eering het Duitsche volk opleggen om
betalingscapaciteit van het rijk in
ïd te houden. Dit is de voorwaarde
voor het voortzetten van het Duitsche
oeconomische leven; hiervan hangen mil-
lioenen deelnemers aan den oorlog, ge
pensioneerden, ambtenaren en beambten
ih hun bestaan af.
Wij hebben alles gedaan om deze ver
plichtingen uit den verloren oorlog na
te komen. Ook buitenlandsche hulp heb-
6en wij hiervoor in gyoote mate moeten
nvaarden. Dat is thans niet meer moge-
Het inzetten van de laatste krachten
en reserves, van alle kringen der bevol
king, geeft de Duitsche regeering het
recht en maakt het tot een plicht tegen
over hét eigen volk voor de wereld dit
te spreken: „De grens van hetgeen wjj
ons volk aan ontberingen mogen opleg
gen, is bereikt". De voorwaarden, onder
frelke het nieuwe plan tot stand is ge
komen zijn door de ontwikkeling, die de
wereld genomen heeft, onjuist gebleken".
Uk tal van kringen protesteert men
tegen die nieuwe verordening. De al
gemeene teleurstelling over de nieuwe
ipaatregelen der rijksregeering komt in
4e eerste plaats duidelijk tot uiting in de
beschouwingen van enkele bladen.
Hoe men in financieele en oeconomi
sche kringen over de nieuwe noodver
ordening denkt, blijkt het best uit een
nquete van het „Acht Uhr Abendblatt".
bankkringen, aldus het resultaat van
ze enquete, beschouwt men de nood
verordening als een heldhaftige poging
om uit het Duitsche volk de laatste finan-
(fteele kracht te persen, die er nog in
Steekt. Men vreest in deze kringen, dat
het rijk met het resultaat slechts zeer
korten tijd gebaat zal zijn en daarom
dringen de bankkringen aan op hervor
ming van de administratieve organisatie
in rijk, landen en gemeenten. Deze her
vorming zou in ruime mate tot verminde
ring van de uitgaven kunnen bijdragen.
Het buitenland moet eindelijk bereid
worden gevonden te helpen, daar anders
alle binnenlandsche maatregelen niet zul
len baten.
Amerika's houding blijft de dominee-
rende factor. Men weet, dat het Hoover-
bewind er niet voor te vinden zou zijn de
schuldenkwestie opnieuw te behandelen.
Hier schuit de groote moeilijkheid. Even
wel zijn er ook andere meeningen in de
v er. Staten, zooals hieronder blijkt.
THE DARK CHAPTER
door
E. J. RATH.
31-)
„O ja, nog wat," zei Marian plotseling.
„Hij eet vanavond niet thuis. De Harlans
wilden hem per se hebben. Ik geloof, dat
zo jou ook zouden opbellen."
Hilda verstijfde.
„Dan heb ik al een afspraak," zei ze.
„Met wie? Met Wheeler?"
Als Marian plotseling een brandklok
geluid had of een kom had laten harsten,
üun zou ze haar zuster niet meer hebben
laten schrikken. Hilda keerde
om in haar stoel en even
beheerachtfl? 2^a<*terdo<?tig' DaarJ^
kostte moeite en remde> maar het
beheerschte ze zich'
kóstte moeite.
111 %taaK .ie dat, Marian?" vroeg
ze
verbazing te verbergen. „Nu berfenk^
me opeens, dat ik hem niet gSn heb
eergisteren. Is er iets?"
on'verschU]ig.er km™n 2i,n?" 261 HMa
„Och, zooveell" antwoordde Marian en
keek haar zuster scherp aan.
Het bezoek van de Duitsche ministers
aan Engeland. Een Londensche corr. van
de Nw. Rott. Crt. meldt:
De heele Londensche pers is tegenover
de Duitsche staatslieden uitermate vrien
delijk gestemd en heeft ook voor den
symbolischen kant van hun bezoek als
teeken van verzoening, een warme waar
deering. De wijze waarop een deel der
bladen echter over den toestand in
Duitschland en de besprekingen daar
over met de Britsche regeering, schrijft,
bewijst, dat zij van den ernst van dien
toestand toch niet alle voldoende op de
hoogte zijn. Andere bladen zien scherp in,
dat te Ghequers wel geen enkel voldon
gen feit kan tot stand komen en dat alles
van onderlinge besprekingen tusschen
alle voornaamste betrokken landen af
hangt, maar dat daar toch tenminste een
begin gemaakt moet worden en dat het
zoek der Duischers in geen geval geheel
zond'er gevolg mag blijven. Enkele be
oordeelaars meenen immers, dat MacDo-
nald en Henderson den Duitschen staats
lieden wel allervriendelijkste antwoorden
zullen geven, maar dat dezen aan hun
minzaamheid heel weinig houvast zullen
blijken te hebben.
„De Telegraaf" wist gisteren te ver
tellen dat bij gelegenheid van deze onge
dwongen samenkomst op vriendschappe
lijke wijze de toestand werd besproken,
waarin het Duitsche rijk en andere indu-
strie-staten zich op het oogenblik bevin
den. De Duitsche ministers legden bijzon
deren nadruk op de moeilijkheden van
den huidigen toestand van Duitschland
en de noodzakelijkheid om die situatie
te verlichten.
De Britsche ministers van hun kant
wezen op het internationale karakter der
huidige crisis en de bijzondere gevolgen
daarvan voor Engeland.
Beide partijen waren het er over eens,
dat naast de maatregelen, die elk land
voor zich zelf moet nemen, het herstel
van het vertrouwen en de economische
opleving afhankelijk zijn van internatio
nale samenwerking. In dezen zin zullen
beide regeeringen trachten de huidige
crisis in nauwe samenwerking met de an
dere betrokken regeeringen te bestrijden.
De vriendschappelijke gedachtenwisse-
lingen hebben, naar wij van welingelichte
zijde vernemen, bij de Duitschers den in
druk gevestigd, dat men hier een juiste
appreciatie heeft van den hachelijken
toestand, waarin Duitschland zich op het
oogenblik bevindt. Men is het er over
eens geworden, dat de oplossing langs
den weg van internationale samenwer
king gevonden moet worden en deze
nadruk op gemeenschappelijke actie is
zeker de belangrijkste passage in het
voorzichtig gestelde communiqué.
Senator Borah is voor herziening der
herstelbetalingen. Naar te New-York ver
luidt is senator Borah, de bekende voor
zitter van de commissiq voor buitenland
sche zaken voor den Senaat van de Ver.
Staten, Zaterdag voor herziening der
Duitsche herstelbetalingen opgekomen.
De Senator verklaarde: Een regeling
van het herstelvraagstuk schijnt mij een
oeconomische en in principe gezonde
maatregel te zijn. De landen, die van
Duitschland herstelbetalingen ontvangen,
hebben hiervan geen voordeel. Evenmin
zal iemand er voordeel van hebben als
i men Duitschland door dwangmaatregelen
tot oeconomische ineenstorting brengt.
Bij de overweging van herziening der
schulden en Duitsche herstelbetalingen
mag men niet uit het oog verliezen, dat
één van de voornaamste oorzaken der
oeconomische depressie, die het voor
Duitschland onmogelijk maakt, zijn ver
plichtingen na te komen, de voortdurende
wapening is, die van andere landen dan
Duitschland uitgaat en die een duidelijke
en opzettelijke inbreuk op het verdrag
van Versailles beteekent.
Het conflict tusschen Kerk en Staat in
Italië. Als tegenmaatregel tegen de
weigering van den paus om den Italiaan-
schen gezant graaf Devecchi te ontvan
gen, heeft, naar United Press meldt,
Mussolini geweigerd den pauselijken nun
tius Borgongini Duca te ontvangen. De
officieele onderhandelingen zijn dus
sedert Vrijdagavond opgeschort en ver
vangen door niet-officieele besprekingen,
waarbij de senaatspresident Luigi Feder-
zoni Italië vertegenwoordigt en markies
Francesco Pacelli het Vaticaan.
De weigering van den paus om den
gezant te ontvangen, had de vorige week
plaats toen de gezant een audiëntie bij
den paus aanvroeg. Volgens mededeelin-
gen van betrouwbare zijde aan „United
Press" liet de paus antwoorden: „Zeg den
gezant, dat wij geen mededeeling te doen
of te ontvangen hebben".
HET HONGAARSCHE PARLEMENT
ONTBONDEN.
Het Huis van Afgevaardigden Is Zater
dagmorgen bij besluit van den ryksbe
stuurder ontbonden. Het nieuwe par'e-
ment komt 18 Juli bijeen.
De zittingstijd van 5 jaar van het oude
parlement was, naar men weet, ten einde.
Binnenland.
JAAP SNOR
Let op den gelen winkel.
Voor Texel: Wed.
ZUIDSTRAAT 10,
SCHUMAKER.
„Er is niets en ik heb ook geen af
spraak met hem."
Hilda had haar zelfbeheersching her
wonnen, maar ze wist, dat ze het er niet
heel handig had afgebracht. Het herleven
van den heer Wheeler, al was het maar
als onderwerp van gesprek, had haar on
verwacht getroffen. Sinds den vorigen
middag had ze geen oogenblik meer aan
hem gedacht.
„Ik heb je nu in ieder geval alles ver
teld," zei Marian, zich nog steeds afvra
gend, wat Herb Wheeler met het geval
te maken kon hebben, maar begrijpend,
dat het nutteloos zou zijn verder te vra
gen. „Minnie heeft een organdie jurk,
die een droom is!"
„Ze kleedt zich altijd goed," zei Hilda
voorzichtig.
„Poes, poes!" riep Marian en vluchtte
de kamer uit.
Zoo gebeurde het, dat er een heele keer
kwam in Whade Rawlin's leven op Kil-
bourne Heights. De verandering had
plotseling en niet zonder sensatie plaats
gegrepen. Het was niet alleen een ver
schil voor Rawlins zelf, maar de heele
familie was er bij betrokken. Logé's wa
ren niets ongewoons voor de Kilbourne's,
maar een logé als deze hadden ze nog
nooit gehad. De buren hadden nog nooit
gevochten om hun een gast afhandig te
maken.
De familie Kilbourne werd plotseling
gewekt uit een genoeglijken zomerslaan.
Hilda wist zeker, dat ze niet verbaasd
was. Ze was er van overtuigd dat de
bedrieger ver kon gaan; maar ze was
bang voor verschillende dingen. In
de eerste plaats was er het geval met
Minnie Harlan. Hilda vond het niet
Vermoedelijk door auto, waar
van bestuurder is doorgereden.
Zaterdagavond heeft op den Leeuwar
derstraatweg te Heerenveen een ernstig
verekersongeluk plaats gehad.
De 40-jarige Joost de Grave, is te on
geveer kwart voor elf, op een honderd
meter afstand van zijn woning door een
tot nu toe onbekend gebleven auto aan
gereden en gedood. De autobestuurder
moet zonder zich van het ongeval iets aan
te trekken, zijn door gereden.
Het slachtoffer laat een weduwe met 4
kinderen achter.
De echtgenoote van den heer De Grave
eerlijk tegenover Minnie, tenminste dat
maakte ze zich wijs, zonder na te denken
of ze dit eerlijk meende.
Marian waarde rond in een soort
extase, de rol vervullend van raadsvrouw,
vriendin en geleidster. Ze deed Hilda
denken aan het loodsmannetje, dat haaien
begeleidt.
Mevrouw Kilbourne séhikte zich, nog
ietwat ontdaan, in de groote verandering
en begon te denken, dat ze misschien een
werktuig der Voorzienigheid was geweest.
Kane had er weinig over te zeggen of
mee te maken; zijn gedachten werden
elders in beslag genomen.
Mijnheer Kilbourne beschouwde het ge
val even ernstig, als hij den heelen strijd
van de buurt beschouwde den struggle
for high life.
Rawlins moest met zooveel mogelijk
kieschheid te werk gaan. Hij moest voort
durend op zijn qui vive zijn. Hi.1 moest
rekening houden èn met de Kilbournes
èn met hun buren, met Minnie Harlan en
Hilda, dikwijls met beiden te gelijk. Hoe
wel hfi onbezorgd er op los scheen te
leven, lette hij toch aldoor op.
Ongetwijfeld had hij veel steun aan
Marian. Ze trad op als een soort van tus-
schenpersoon, waar dat noodig was. Als
nieuwsbureau was ze onbetaalbaar, maar
ze had af en toe de lastige gewoonte zelf
het initiatief en de leiding op zich te
nemen, waardoor zelfs Rawlins, de slag
had zich Zaterdagavond reeds vroeg
tijdig ter ruste begeven. Te ongeveer
halfvier in den ochtend wakker worden
de, ontdekte zij, dat haar man niet thuis
was gekomen. Zij kleedde zich onmiddel
lijk en spoedde zich naar haar broer. Men
kan zich den toestand der arme vrouw
begrijpen, toen zij op ongeveer 100 meter
var. haar woning een een schoen op den
weg vond liggen, welken zij herkende
als dien van haar man, terwijl vlak daar
bij in den berm het lijk lag.
De marechaussee zet naar alle richtin
gen het onderzoek voort, waar zij
eenige aanwyzingen heeft. Op de paats
van aanrijding is n.1. een arm van een
richtingaanwijzer, en even verder een
plaatje van een bumper gevonden, welke
beide in beslag zijn genomen.
Tot nu toe heeft het onderzoek geen
resultaat opgeleverd.
Zeven slachtoffers van vrouwen
handelaars bevrijd.
Aan welke gevaren alleenreizende
dames en meisjes bloot staan en hoezeer
de uiterste voorzichtigheid is geboden,
vooral in internationale treinen, blijkt
wel uit het avontuur, dat een 22-jarige
onderwijzeres uit Nijmegen overkwam op
een vacantie-uitstapje naar Keulen. De
„Graafschapsbode" publiceert een ge
deelte van een brief, waarin zij vertelt,
wat haar is overkomen:
„In den trein naar Keulen, die dicht
bezet was, raakte ik ongemerkt in ge
sprek met een paar charmante vriende
lijke heeren, die zich zeer correct en hof
felijk gedroegen. Toen zij bemerkten, dat
mijn reis naar Keulen ging, vertelden zij
mij, dat zij in de buurt van het station
Keulen een spoedbrief hadden af te geven,
die via de posterijen niet meer tijdig ter
plaatse kon zijn, en daarom eigenhandig
bezorgd moest worden. Jammer vonden
zfj het, hierdoor genoodzaakt te zijn de
prachtige sneltreinverbinding met een
verder gelegen stad te moeten prijs geven.
Zij vroegen mij toen langs een omweg, of
ik het bok onbescheiden zou vinden, als
men mij verzocht den brief in Keulen
even te willen afgeven, desgewenscht
gaarne tegen royale vergoeding. De
groote belangen, die zij zeiden, bij tijdi
ge bezorging te hebben, rechtvaardigden
dit in alle opzichten. Waar het adres van
bezorging vrij dicht bij het station was,
liet ik mij bepraten, bedoelde heeren
dezen dienst zonder- eenige belooning te
bewijzen. Er werd mij toen echter na
drukkelijk verzocht den brief niet in de
bus te stoppen, doch af te geven uitslui
tend aan „een dame" die zou open doen
en zoo het geen dame was, die open deed,
dan in geen geval den brief af te geven,
doch in dat geval even naar die dame te
willen vragen, opdat zfj toch vooral per
soonlijk den brief in handen zou krijgen.
Het heele geval leek mij wel eenigszins
vreemd, doch ik had het op mij genomen
en zou dus aan den wensch der beide
heeren voldoen. Toen ik even later in
Keulen uitstapte, tikte een pater, die bij
ons in den coupé gezeten had, mij op den
schouder en waarschuwde: „Weest u
voorzichtig met die boodschap, dame! Het
kan mogelijk geen kwaad, maar het heele
geval komt mij min of meer verdacht
voor. Neemt u zich in acht. Men kan nooit
weten 1" Mijn Keulsehe vriendin die mij
afhaalde, vertelde ik natuurlijk aanstonds
het heele relaas en toen ook zij het
eigenlijk maar half vertrouwde, besloten
wij voor alle zekerheid de politie eens
te raadplegen. Op het politiebureau vond
men het aanvankelijk een vrij onschuldig
geval. Niettemin vond men het evenwel
gewenscht, een oogje in het zeil te hou
den. Het aangegeven adres werd nage
zocht en bleek een riante villa te zijn.
Besloten werd, dat mijn vriendin aan het
hek zou wachten, terwijl een paar agen
ten zich verdekt zouden opstellen. Aldus
geschiedde. Toen ik aanbelde, deed een
allerbeminnelijkste dame open, die haar
Er was, bijvoorbeeld, de quaestie van
den heer Wheeler, waardoor hij in zéke
ren zin de bondgenoot was geworden van
Hilda. Hilda kon hem openlijk niets in
den weg leggen.
Dan was er nog het geval met Henry
Kilbourne en zijn nachtelijke autotochten,
die eindigden in spel en drank. Niemand
wist er iets van behalve Rawlins, hoewel
het niet uitgesloten was, dat Marian ook
achterdocht koesterde.
Dan was Marian zelf er nog. Als haar
vader merkte, dat ze vhn het personeel
geld leende, liep ze groote kans als een
klein kind gestraft te worden.
Ten slotte was Kane Kilbourne er nog,
die zich niet verdiepte in den geheimzin-
nigen vreemdeling, maar wel min of meer
bang voor hem was. Kane had iets op
zfj-n kerfstok, dat ze thuis niet mochten
weten en Rawlins wist er al iets van.
Dank zfj dezen stand van zaken kon
Rawlins brutaal en vol vertrouwen te
werk gaan; aan brutaliteit ontbrak het
hem niet, maar het vertrouwen was mis
schien min of meer kunstmatig. De moei
lijkheid was, dat hfj nog niet met zeker
heid kon zeggen, hoe alles zou afloopen.
Hij wist eigenlijk niet eens, wat hij zelf
wilde. Hij had- het gevoel, dat alles wel
gauw duidelijk zou worden, maar in dien
tusschentijd moest hij doorzetten, op hoop
van zegen.
Op een oogenblik, dat Marian een be-
bijzondere blijdschap over het bezorgen
van den brief te kennen gaf. Zij noodigde
mij allervriendelijkst uit, even binnen te
willen komen, op een dusdanig vriende
lijken toon, dat ik het onbeleefd vond te
weigeren. Maar wat toen gebeurde gaat
alle beschrijving te bovenTot zoover
deze brief.
Het slot van de historie was aldus:
Toen het meisje na een kwartier nog niet
terug was, vonden de politiemannen het
raadzaam in te grijpen. Men belde aan,
doéhkreeg geen gehoor, ook op her
haald bellen niet. De mannen der weti
achtten toen den tijd gekomen, de deurj
open te laten breken. In de villa bleek
niemand meer aanwezig te zijn. Op het
naderen der politiemannen waren de be
woners blijkbaar door een achtertuin ge
vlucht; het huis was leeg. Evenweluit
een vertrek klonken klagende vrouwen
stemmen zwakjes naar boven, en toen
men ook hier een deur forceerde, ontdek
te men, dat achter deze deur een 7-tal
jonge vrouwen en meisjes opgesloten
waren, waarbij ook reeds de bezoekster
van daareven. Welk een vreeselyk lot
deze jonge vrouwen heeft bedreigd, laat
zich denken. Men denke zich eens even
in, in welken toestand deze meisjes tijdens
haar opsluiting moeten hebben verkeerd.
Of de politie er in geslaagd is, de illustre
bewoners der villa te achterhalen ver
meldt de historie niet.
Hieromtrent meldt men nader:
Donderdagmorgen vroeg moeten de
jongen en het meisje reeds in de bos-
schen zijn geweest. Om 11 uur werden zij
voor het eerst gezien door voorbijgan
gers. De jongen zat in zijn hemdsmou
wen; zijn jasje had hij over het gelaat van
het meisje gelegd. Even te voren moet
hij het meisje de gevaarlijke wonde heb
ben toegebracht, met een scheermes. De
punt was echter van het mes gebroken.
Hij is daarop naar huis gegaan om een
ander mes te halen. Hij kwam terug met
een broodems en een ander scheermes.
Met het broodmes heeft hij het meisje
toen nog een steek toegebracht.
Omstreeks 2 uur passeerde iemand, die
den jongen kende. Hij zag, dat de jon
gen een mes greep en daarmee trachtte
zich van het leven te berooven, hetgeen
mislukte. De man is daarop den vader
van den jongen gaan halen. Toen hij
terugkwam, had de jongen de hand aan
zichzelf geslagen.
Vrijdag kon het meisje nog njet ver
hoord worden, de jongen wel.
Beiden liggen nog in het ziekenhuis.
Indien geen infectie intreedt, bestaat de
hoop, dat zij in leven blijven.
Op de plek, waar het tragische geval
zich heeft afgespeeld, heeft de politie
drie messen gevonden en een in stukken
gescheurde kaart, waarop het meisje nog
iets had geschreven.
In een trein.
Zaterdag stond een timmerman uit
Eindhoven voor de rechtbank te 's-Her-
togenbosch terecht ter zake van poging
tot doodslag. Hij zou op 20 Maart j.1. een
medepassagier in den trein met een mes
in den hals hebben gestoken. Het misdrijf
was niet voltooid, toen de trein het sta-
tin binnenreed en stopte. De aanwezig
heid van het publiek op het perron ver
hinderde een en ander.
Ter terechtzitting verklaarde verd., die
daags voor het gebeurde uit de gevange
nis was ontslagen, dat hij onschuldig was.
Het slachtoffer, een stucadoor uit Eind
hoven, wist niet hoe hem de steek was
toegebracht, want hij had zitten slapen.
Politie autoriteiten verklaardeu, dat
verd. bekend had te hebben gestoken.
De off. van justitie vorderde tenslotte
wegens poging tot doorslag vier jaar ge
vangenisstraf.
Uitspraak 19 Juni.
Groote sorteering,
in effen en gewerkt,
75 cent per el.
Verkrijgbaar bij:
Leiop naam op den zelfkant
Vraagt onze stalen -collectie
HET PRIJSRAADSEL.
Een oplichter.
vaardige, wel ens in verlegenheid werd vlieging kreeg weer wat nieuws te ver-
gebracht. z'nnen> stortte ze haar hart uit bij Hilda.
Dan waren er nog redenen, waarom zijn' „Ik ben het beetje bij beettje te weten
positie buitengewoon sterk was, maar gekomen," legde ze uit. „en ik heb de
daarvan wisten de buren niets en de woorden uit hem moeten trekken. Hy
leden van het gezin Kilbourne iederj begon met zich te verspreken en daarna
slechts een klein beetje. ^b ik hem niet met rust gelaten. Als je
ooit laat merken, dat ik je iets verteld
heb, dan zal je er voor boeten."
Hilda beloofde te zullen zwijgen. Ieder
meisje, dat brandde van nieuwsgierigheid
zou iiet beloofd hebben.
„Hij is alleen maar bescheiden," zei
Marian. „Hij is bang dat we zullen den
ken, dat hij op ons neerkeek. Hij wil
zich niet op een verheven standpunt
plaatsen en hij heeft nergens zoo het land
aan, als om verheerlijkt te worden."
„Heusch?" zei Hilda met opgetrokken
wenkbrauwen. „Dat had ik nog niet op
gemerkt."
„Dat komt, omdat je hem niet zoo goed
kent als ik."
„Ik moet toegeven, Marian, dat ik nooit
intiem ben geweest met moeders landloo-
pers".
Marian keek haar zuster boos aan.
„O, als je zoo begint, kon het je zeker
ook niets schelen iets anders te weten te
komen over Wade Rawlins."
Hilda had moeite het juiste evenwicht
te vinden tusschen haar nieuwsgierigheid
en haar vaardigheid.
„Zoo bedoel ik het niet," zei ze. „Het is
natuurlijk van belang, dat ik iets over
hem weet. Iemand moet het weten, al was
het alleen maar ter bescherming van de
familie."
„Dat Kan je wel aan mij overlaten,"
antwoordde Marian koel.
Hilda beet zich op de lippen. Ze wilde
het weten en Marian hulde zich telkens
weer in een geheimzinnig waas.
„Zoo bedoel ik het ook niet ten min
ste niet heelemaal, maar ik ben gedwon
gen zooveel met hem in contact te komen,
dat het niet meer dan billijk is, dat ik
weet, wat er achter zft."
Sedert eenigen tijd verschijnt in ver
scheidene dagbladen een prijsraadsel,
waarin men den kleinzoon van den bosch
wachter moet zoeken en wanneer men
dan een goede oplossing inzendt aan een
postbox in het postkantoor te Arnhem,
ontvangt men een prijs. Later ontvangt
men dan bericht, dat men nog iets betera
kan krijgen en ook geldprijzen, wanneer
men de somma van een gulden en vijftig
cent overmaakt per postgiro of postwis
sel. Velen in den lande hebben aan dit
prijsraadsel, dat vrij gemakkelijk is, mee
gedaan en hun daalder geofferd, die in
ontvangst is genomen door een Duit-
scher, die aldaar een postbox heeft ge
huurd en een gironummer heeft geno
men. Deze man komt nu en dan zijn
post halen en weet dan weer met de gel
den te verdwijnen. Dezer dagen ver
scheen weer een man uit Dordrecht bij
de politie die ook zijn f 1.50 had gezon
den en maar niets van zijn prijs vernam.
De politie heeft reeds eenigen tijd ge
leden tegen de praktijken van den Duit-
scher gewaarschuwd.
Indien gij voortdurend last hebt van
schele hoofdpijn als gevolg van een
slechte spijsvertering, gebruik dan
eens een poosje Foster's Maagpillen,
het betrouwbare, zacht werkende
laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar 4 0.65 per flacon.
„Waarom beken je niet eerlijk, dat je
springt van nieuwsgierigheid?" vroeg
Marian.
„Omdat het niet zoo is. Maar
Marian viel haar in de rede door hoo-
nend te lachen. Daarna liet ze zich ver
teederen.
„Luister!" fluisterde ze. „Hü stamt uit
een heel oude familie uit Massachusetts-
Mayflower, geloof ik. maar dat heeft hij
niet willen zeggen. Nu weet je het!"
„Is dat alles?" vroeg Hilda, toen Ma
rian zweeg.
„Neen, het is niet alles. Hjj heeft een
zuster, die getrouwd is met een Italiaan-
schen hertog, waardoor ze hertogin is en
ze woont ergens in een paleis. Een an
dere zuster is beeldhouwster in Parijs.
Zijn broer is officier en zijn vader is dood.
Maar zyn moeder leeft nog en is schat
rijk. Ze woont in Bock Bay, Boston. Is
dat soms nog niets?"
Hilda knikte. Ze trachte zich de her
togin voor te stellen.
„Hfj heeft de heele wereld rondgereisd,"
vervolgde Marian. „Hfj heeft ruzie met
zijn familie. Niet gewoon ruzie, want hij
zou het ieder oogenblik kunnen goed
maken, als hfj wou, maar hij wil niet.
Zijn moeder wil, dat hij diplomaat wordt,
maar hij zegt, dat hy zijn beroep niet wil
opgeven."
„Zijn beroep?" herhaalde Hilda.
„Ja, hij heeft een beroep, en je raadt
nooit wat."
Marian ging gemakkelijk achterover
zitten om de uitwerking van haar woor
den te zien.