De herdenking van onzen trouwdag. Vacantie in Zweden. 81 Jaflséag. Het menu van de week. Het aantel echtscheidingen neemt helaas steeds toe en zelfs onder de pa ren, die niet tot dien step overgaan, neemt het aantel gelukkige en harmo nische huwelijken af. Daarom lijkt het ons op het eerste gezicht vreemd, dat daartegenover het herdenken van den trouwdag een veel grootere plaats in neemt dan in vroeger jaren. Meer en meer wordt het gewoonte, dien dag elk jaar te .herdenken, evenals wij dit met verjaardagen doen. En dikwijls is de wijze van herdenking niet zoo, dat men daardoor tot navolgen zou worden be- wogen. Voor zoovelen is die dag niets meer dan een aanleiding om weer eens een dlnertje of feestavondje te kunnen geven. En toch is juist het jaarlijks herdenken van den trouwdag zoo'n goede gewoonte voor de betrokke nen zelf. Wij kunnen het betreuren, doch het feit blijft bestaan, dat zeer dikwijls de goede verstandhouding van den verlo vingstijd reeds kort na de zg. witte broodsweken plaats maakt voor een zekere verkoeling. En dan worden van jaar tot jaar de attenties, de liefdesbe tuigingen zeldzamer. Er zijn huwelij ken, waarin slechts vier of vijf maal per jaar een kus gewisseld wordt! De onverschilligheid heeft daar alles ver stikt. Dit is een droevig verschijnsel. En de sleur, waardoor het langzamerhand ontstaat, kan door een jaarlijks her denken in vele gevallen verbroken worden. Zooals zich op een verjaardag onze dachtenriehten op een geliefd persoon, zoo kunnen op den jaarlijks terugkee renden de echtgenooten zich bezig houden met de herinnering aan hun gevoelens en hun voornemens bij het begin van hun huwelijk. En evenals bij het beëindigen van een ander levens jaar is er ook na afloop van een huwe lijksjaar alle aanleiding om eens „de balans op te maken" en zich af te vra gen, door welke tekortkomingen of door welke omstandigheden van bui tenaf die balans zoo'n nadeelig saldo aanwijst. Dan alleen komt men er ook toe, de eenmaal bewust geworden fou ten in de toekomst te vermijden. Hieruit blijkt wel, dat de geregelde herdenking van den trouwdag alleen een zaak is van de beide echtgenooten en geen aanleiding is voor het geven (Van onze correspondente). Hoewel ik mij vast voorgenomen had, mij gedurende mijne vacantie- weken van allen hersenarbeid te ont houden en eens gedurende eenigen tijd niet aan Holland, noch aan onze courant te denken, word ik als het ware tot u, mijn trouwe lezeressen van onze vrouwenrubriek getrokken en wel, omdat ik mij verbeeld, dat u het niet onaardig zult vinden eens indruk ken van een Hollandsche uit Zweden te lezen. Mijn eerste Zondagmorgen in Kulla- garden zat ik reeds heel vroeg, nog voor het ontbijt in den grooten uitge- strekten tuin- van mijn hotel en was ik in hooge mate verwonderd zóó vroeg reeds talrijke vlijtige handen aan het werk te zien en lange tafels te dekken, waarop naast de borden koffiekoppen geplaatst werden, glazen schaaltjes met suiker en kannetjes room. Op mijn vraag, waar dit wel voor was, kreeg ik ten antwoord, dat er een of andere vereeniging uit een naburi ge stad verwacht werd, die den dag met hare leden buiten door wilde bren gen. Mijn pension ligt heerlijk eenzaam, zoodat ik gedurende de eerste zes dagen, die ik hier was, buiten enkele toeristen niemand gezien had, die niet tot liet buis behoorde, zoodat ik met van een gezellig avondje. Het komt er alleen op aan, dat zij tot zichzelf inkeeren en dan ook tot een ernstig besluit komen om in den be- staanden toestand verbete ring te brengen. Zulke uren van inkeer en overleg zijn in het geheeie leven van groot belang, dus ook in het huwelijk. En in dit speciale geval zijn er nog zulke on eindig schoone herinneringen aan ver bonden. Toch is er voor zoo'n herdenking ook moed noodig. Moreele moed, om onder het oog te kunnen zien, dat er een achteruitgang is geweest en zich zelf te onderzoeken, in welke opzichten de eigen tekortkomingen dien achter uitgang hebben veroorzaakt. De weder- zijdsche aangename stemming en goe de bedoelingen kunnen op dezen dag natuurlijk ook tastbaren vorm aanne men, hoewel dat niet altijd mogelijk zal zijn. Het is ook niet noodig, want de hoofdzaak ligt in het herzien van de eigen geesteshouding, en als de menschen daartoe elk jaar een dag wilden wijden, zou menig huwelijk beter wezen dan het nu ie. Hoe naderen wij weer den langsten dag! De dagen daarna wgder korter en de nachten worden langer. Reeds in overoude tijden, wanneer de zon haar hoogte punt bereikte, vierde men feest op dien dag en het licht en het vuur als zinnebeeld der zon speelden een groote rol. Het St. Jan's vuur schijnt te zijn Voortgekomen uit het z.g. noodvuur, dat bij de oud-Germaansche eere diensten ontstoken werd, om besmet telijke ziekten bij het vee te bezwe ren. Bij het St. Jan's vuur heeft na het ontsteken nog een omgang met fakkels eA een draaiend vuurrad plaats. Stroopoppen, die men in som mige streken heden ten dage nog maakt, worden in het vuur geworpen en hebben betrekking op de offers, die in de oertijden gebracht werden. De noordelijke landen (Zweden en vooral Noorwegen) hebben zich aan deze oude gewoonte steeds gehouden; daar spreekt men van „St. Hans"dag en men beschouwt dit als een nationale feestdag; wien het maar eenigszins mogelijk is, ontvliedt de stad om bui ten van den eersten zomerdag volop te genieten; ook in Silezië, Zuid- Duitschland, Oostenrijk en Zwitser land wordt de langste dag met vele ceremoniën gevierd. Dagen van te voren wordt alles, wat brandbaar is, tot een reusaohtigen berg opgestapeld en volgens het oude gebruik geven alle dorpelingen een of ander, om den houtstapel zoo imposant mogelijk te maken. Als de St. Jan's nacht daar is, wor den de vuren ontstoken en hoe heller meer dan gewone belangstelling deze voorbereidingen gadesloeg en hoewel ik gewoonlijk mijn dagen meest aan zee doorbracht, heerlijk luierende, be sloot ik nu in den tuin te blijven in af wachting van de dingen, die komen zouden. R,eeds om tien uur kwamen de eerste gasten belast en beladen met koffers! Zij behoorden evenwel niet tot de bovengenoemde vereeniging, daar deze eerst later met een stoomboot verwacht werd. De koffers moesten naar aantal en omvang te oordeelen, zeker wel een groote rol spelen bij dit Zondagsuit- stapje. Inderdaad werd mijn vermoeden be waarheid; de nieuw aangekomenen, die zich op stoelen en banken neervlijden, pakten de koffers uit en dekten daar mede hun koffietafel. Wat kwam er al niet te voorschijn. Ik was natuurlijk wel zoo voorzich tig om mijn belangstelling niet open lijk te laten blijken en om niet op te vallen; toch waren mijn voorzorgen vrijwel overbodig, want allen gingen geheel en al op in het uitpakken van de proviand. Intusschen waren ook de vereeni- g-ingsmenschen aangekomen, die zich aan de gereserveerde tafels zetten. Vanuit mij-n „rustige hoekje kon ik ook hen gadeslaan, maar ik moet u zeggen, wat ik daar op de koffietafel zag aandragen, kon de meest verfijnde lekkerbek tevreden steSen; een buiten ze branden, des te vroolijker wordt er om heen gedanst. Is de houtstapel zoo goed als geheel verbrand en zijn er slechts smeulende overblijfselen, dan springen de jonge mannen en meisjes er doorheen. Ge liefden gaan hand in hand door het smeulende hout en raadplegen het orakel; komen zij er over heen, zonder elkanders handen losgelaten te heb ben, dan zullen zij zeker samen trou wen. In streken, waar veel wijngaarden zijn, gloeit men houten schijven aan en deze worden dan in groote bogen van boven naar beneden geslingerd; blijft de rollende schijf lang gloeien, dan duidt dit op een goeden wijnoogst en op een warmep zomer. In Tirol verbrandt men een stroo- pop, dien men Judas noemt. In den Boven Palts stelt men zich tevreden met eenige voor dat doel be^ waarde korenaren, te offeren aan het St. Jan's vuur. In weer andere streken moet de jeugd negen maal over het uitgebrande hout springen, waarbij dan allerlei versjes en rijmpjes worden gezongen. Veelal worden er op St. Jan's dag blo'emenkransen gevlochten, die men binnen- of buitenshuis ophangt, om ziekten en onheil te bannen. Deze kransen .worden gemaakt van veld bloemen, o.a. margarieten, klaprozen, korenbloemen, St. Jan's kruid, vet- kruid, verbena's enz. Aan het water op St. Jan's dag wordt nog een buitengewone kracht toegeschreven; heilzaam werkend voor wonden zou de dauw zijn, die op linnen doeken is opgevangen, gedu rende den St. Jan's nacht en het stroo- mend water, dat op een bepaald uur geschept -wordt, hetzij om te drinken, hetzij voor een bad, moet volgens het volksgeloof buitengewoon genees krachtig zijn; in sommige streken be staat nog steeds de gewoonte om dien dag in de open lucht een bad te nemen. Zelfs gaat het volksgeloof zóó ver, dat velen op St. Jan's dag „niets eten wat groen" is en heeft men bepaalde gerechten, die op dien dag genuttigd worden. Vrouw: „O, wat een prachtige scha penwolkjes! Hè, ik zou wel op één ervan willen zitten." Automobilist „Best, bestuur jij dan maar den wagen." Smith's Weekly, Sydney. gewone verscheidenheid van de fijnste delicatessen "kwam tevoorschijn uit de overgroote bagage. Zooals bekend is, houden de Zweden veel van goed eten en afwisselende ge rechten, vooral zijn zij bijzonder be kend om hun koudé schotels; worst ziet men er zelden; vleeschsalade, koud vleesch, visch- en eiergerechten, pi kante vleeschkoekjes, ommeletten, ver schillende kaassoorten, tomatensalade enz. enz. Men ziet in Holland in hotels en restaurants" op de spijskaarten inplaats van hors d'oeuvres ook wel „Zweed sche voorgerechten" staan of men kan in de lunchrooms een Zweedsche kof fietafel bestellen, die dari uit allerlei koude gerechten bestaat, maar dit is slechts een zwakke afspiegeling van het kostelijke origineel. Het is niet één schotel, maar een tafel vol met aller lei heerlijkheden, producten van de meest geraffineerde kookkunst, die wij in Holland niet kennen. Ook in mijn pension is voor de gas ten zulk een gezellig gedekte tafel in de eetzaal; iedere gust bedient zichzelf van deze voorgerechten, alleen warme spijzen en dranken worden geser veerd. Hoewel ik dus al eenigszins „in gewerkt was in deze nationale „eet gewoonte" was ik toeh ten zeerste ver baasd, dat ook dooT eenvoudige fami lies, zelfs op een uitstapje, dergelijke hooge eischen aa-n een maaitijd wer den gesteld. WAT ETEN WIJ DEZE WEEK? Zondag: Tomatensoep. Biefstuk, doperwten en aardappelen. Rabarber met slagroom. Maandag: Rosbeef. Peen en peulen, aardappelen. Drie in de pan. Dinsdag: Soufflée van vleesch. Andijvie, aardappelen. Rijstenbrij met abrikozen. Woensdag: Gebraden saucijsjes. Bloemkool, aardappelen. Vanille vla met bitterkoekjes. Donderdag: Bloemkoolsoep. Stekropjes met gehakt, aardappelen. Rabarbertaart. Vrijdag I: Zoutevisch met peterseliesaus. Sla en komkommer, aardappelen. Griesmeelrand met aardbeien. Vrijdag II: Ommelet met Peterselie. Sla met komkommer, gebakken aardappelen. Griesmeelrand met aardbeien. Zaterdag: Runderlapjes. Stamppot mej; raapstelen. KanlemelR met gort. Rabarber met slagroom. 500 gr. ra- barberstelen, 125 gr. lichte basterd, 2 eieren, 1/i L. slagroom en 1 lepel maï zena. De rabarber snijden we in kleine stukjes, wasschen ze en laten ze goed uitlekken, daarna opzetten en aan de kook brengen onder af en toe roeren, om aanbranden te voorkomen; wan neer de rabarber gaar is, de suiker toevoegen en zoo noodig met maïzena binden, daarna de eierdooiers kloppen en door de compote roeren en allc3 in een glazen schaal koud laten worden. Even voor het opdienen wordt de room met de eiwitten en een weinig suiker stijf geklopt en wordt de rabar ber er mede bedekt. Presenteeren met een wafeltje. Met het overschot van de rosbeef maken we Dinsdag soufflée; we hou den daartoe over: 400 gr. koud vleesch, 100 gr. oud brood, 3 eieren, één ui, peper en zout, 50 gr. boter, 1 eetlepel gehakte peterselie. Het vleesch wordt gemalen of zeer fijn gehakt en het brood weeken we in water en drukken het daarna uit, doch zóó, dat het nog een weinig Een andore familie bestaande uit 5 volwalsenen en eenige kinderen, in stalleerde zich op de weide, die zich achter onzen tuin bevindt; ook hier werden weer eenige kofiers ontplakt; de moeder bond voor dat doel een medegebracht wit schort voor en ging op een spiritusstel aan het koken en bakken, dat het een lust was om te 1 zien. Een stevige ledige koffer deed als tafel dienst en werd met een hel der wit servet gedekt; kopjes en bord jes, vorken en messen kwamen er op te liggen met nog allerlei andere aar dige schaaltjes enz. Deze „weide fami lie", zooals ik ze bij mezelf gedoopt had, had zoo waar nog een klein vaatje meegebracht, of het echter bier dan wel lichte landwijn in zich hield, kon ik van hier af niet vaststellen. De gasten in den tuin bestelden hun dranken in het hotel, evenals de koffie en het gebak wat na den buitengewoon uitgebreiden maaltijd nog werd rondge diend. Wat de drinkgewoonte betreft zijn de Zweden over het algemeen zeer matig; in den regel gebruikten zij licht bie^ melk, bronwater of koffie. In den middag werd er op het, m den tuin opgerichte houten stellage gedanst, ook werden er nationale volks dansen uitgevoerd door enkele paren en verder was er een jazzband, die groot en klein aan het dansen bracht Men zag, hoe allen hiervan genoten maar het aangename was, dat iaën nes nnnvt ïT/vwlrl O A/1-Ay> ttO/VM K rttOTI

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 11