EEN REIS EEN JAAR IN 17 DAGEN. 492 VAN ZATERDAG 27 JUNI 1931. Een viucht over dozijn staten. - De wereld in vogelvhcM. - Op de proef gesteld. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Sinds eenige weken bestaat er een luchtdienst, die den toerist in de ge legenheid stelt tot een reis van geheel eenige bekoring. Vanuit Miami vliegt men langs de beide kusten van Zuid- Amerika, om na 17 dagen weer in de plaats van vertrek terug te komen. Men zit in een gemakkelijke fauteuil en ziet 18 verschillende koloniën en staten on der zich voorbijglijden; bijna voort durend heeft men daarnaast het gezicht op een der groote wereldoceaans, die een steeds wisselende, onbeschrijfelijk schoone kleurschakeering vertoonen. Men ziet de hoogste bergen van het Westelijk1 half rond en krijgt een in druk van landen, die anderhalve eeuw bij ons achterstaan in ontwikkeling. De route werd reeds vroeger geregeld ge vlogen, doch alleen door postvliegtui gen; thans is zij echter in verband met de bijzondere aantrekkelijkheid van het traject ook opengesteld voor toeris ten. Men doet bovendien verschillende plaatsen aan, waar men op de gewone reizen per stoomschip nooit komt en zoo ziet men streken, die tot dusver alleen door ontdekkingsreizigers wer den bezocht. In het volgende geven we de beschrijving van zulk een tocht weer. Het vertrek. 's Morgens om vijf minuten voor zevenen kwamen wij aan op het vlieg veld van de Pan American Airways te Miami. Er stond een restaurant op het vliegveld, waar passagiers en beman ning reeds ontbeten hadden. Een post wagen bracht een groot aantal mail- zakken aan; terwijl men die nog inlaad de, begonnen de motoren reeds te snor ren. Wij moeten nu instappen; 2 minu ten voor zevenen zijn alle passagiers den controleur bij den ingang van het vliegveld gepasseerd. Wij zoeken onze plaatsen op en zien tegen de lichte mor- lucht de wolkenkrabbers van Miami liggen aan de breede hoofdstraten van gewapend beton. En dan is het precies zeven uur geworden; wij taxiën over het veld en stijgen op voor de eerste étappe van onze vlucht. De route loopt via Cuba, San Domin go en de Bovenwindsche eilanden naar de Oostkust van Zuid-Amerika, die ge heel gevolgd- wordt tot Buenos-Aires. Vandaar loopt zij pal West naar San tiago de Chile, om dan verder de West kust te volgen tot Panama en Cristobal toe, vanwaar de zee wordt overgesto ken en via Jamaica naar Miami wordt teruggekeerd. Achterover geleund, met haar blonde kopje half verscholen in de vele mol lige en kleurige kussens op de divan, staarde Jetty door het open venster naar buiten. Twee aanzoeken op een dag, dat zou ieder meisje buiten zichzelve brengen. Ze voelde zich gelukkig, overgeluk kig. Tommy was een lieve, hartelijke jongen. Onverwacht was zijn verkla ring wel niet gekomen, want op de ten nisclub had hij maar al te duidelijk laten blijken, dat Jetty hem niet be paald onverschillig was. Dat hij even wel zóó hard van stapel zou loopen, daar had ze in het geheel niet aan ge dacht. Vanochtend had hij opgebeld, hij wilde d'r even spreken. 't Was hem niet bepaald vlot afge gaan, maar gelukkig had-ie geen lange tirades gebruikt. Zoo af en toe was-ie de draad van z'n betoog kwijt geraakt, maar zoo bij z'n binnenkomen had Jetty begrepen, waarvoor hij haar plots zoo danngeiKl spreken moest. Ze had Boven de wolken. Wij cirkelen nog eenmaal om het vliegveld om een grootere hoogte te bereiken en gaan dan op weg. Onder ons schittert Miami in de zon. Wij zien de beroemde spoorbrug, blauwe lagu nen, wegen als veterbandjes en gebou wen van zeilclubs; alles glijdt weg en voegt zich bij het langwerpige bruine schiereiland, dat achter ons ligt. Dan stijgen wij tot boven de wolken, omdat daar volgens de radioberichten een gunstiger wind moet heerschen. Even kunnen wij nog genieten van de indigo blauwe zee met de witte branding en de fantastische koraalriffen, die wij zelfs op deze hoogte nog onder de opper vlakte van het water kunnen onder scheiden, en dan verdwijnen wij in de wolken. Om ons heen is het verblin dend wit; onze oogen kunnen het haast niet verdragen, doch na enkele minu ten zijn wij boven de wolken, die er uitzien als een dikke sneeuwlaag over golvend land. Wij krijgen nu de och tendbladen van den kellner en lezen. Cuba in zicht. Eindelijk zien wij door een opening tusschen de wolken Cuba liggen. Wij hebben dus reeds de 250 K.M. open zee achter ons, die ons van Miami scheidt. De koraalriffen worden steeds talrijker, de wolken verdwijnen en wij vliegen over het zonnige eiland op een hoogte van ruim 100 M. Te Camaguey, geheel in het Oosten ervan, landen wij om benzine in te nemen en mailzakken uit te wisselen. Er worden cigaretten ge presenteerd en lunchmandjes aan boord genomen en wij kunnen 20 minuten rondwandelen. Bij het instappen wordt ons medegedeeld, dat wij op 4200 M. hoogte moeten vliegen en zelfs daar nog wel eenigen hinder van den wind zullen hebben. De piloot voegt er aan toe, dat wij maar moeten waarschuwen als we luchtziek worden of het te koud krijgen, dan zullen wij lager vliegen. En natuurlijk maakt elke passagier bij zichzelf het voornemen, dat dat briefje althans niet van hem zal komen. En zoo vliegen wij dan eenige kilo meters boven de zee. De verwachte wind wordt voelbaar. De zee is van een diep koningsblauw; wij vliegen over een Amerikaansche marinebasis aan de Baai van Guantanamo en zien na twee uur weer land met hooge bergketens langs beide kusten. Het is Haïti. Wij landen weer te Port au Prince, een schilderachtig plaatsje met begroeide bergen in den omtrek en een beroemde hem tenslotte enkele dagen bedenktijd gevraagd en stil was ze in den luin ge gaan, om ten volle haar geluk te ge nieten. Op dat oogenblik weerklonken voetstappen op het schelppad en even later zat Karei van Maerlandt tegen over haar. Karei was cavalerie-luitenant. li en voortreffelijke verschijning in z n uni form, een officier, waar alle bakvis- schen „weg" van zijn. Eerst had-ie over alles en nog wat gesproken tot hij ge heel onverwacht zeide te gaan trou wen. Op haar verbaasde vraag „met wie?" had hij plots zoo maar zonder meer geantwoord: „Met jou!" Kort en zakelijk vertelde hij Jetty toen van z'n plannen. Een kleine gezel lige villa ergens in Wassenaar, een aardige two-seater en de kranige mili tair bleek nog veel meer huiselijke verlangens te hebben. Het einde was geweest, dat-ie was weggegaan met de mededeeling: „Over-N morgen kom ik je antwoord halen, Jetteke!" Ze stond voor een moeilijke keuze, vooral waar ze beide jongens dol graag mocht en voor beiden wel zoo ongeveer citadel, die een merkwaardig staaltje van ingenieurskunst vertegenwoordigt. In de vruchtbare vlakten werken de negers; hun vrouwen dragen zware lasten op het hoofd naar de markt; heele rijen karren zijn beladen met hout of tropische vruchten en de scha mele hutten der primitieve bevolking vormen een vreemd contrast met het moderne emplacement om het vlieg veld. Wij zien nog juist het exerceeren van de mariniers, die hier voor politie spelen; een paar legervliegtuigen oefe nen zich in bommenwerpen, en dan gaan wij weer op weg, nu naar San Domingo. Wy overnachten. Sommige gedeelten van de stad zijn verwoest tengevolge van den orkaan van verleden jaar, doch het centrum is reeds geheel opgebouwd. Hier zullen wij overnachten. Wij bezoeken nog even de kathedraal, de oudste van de geheele Nieuwe Wereld, en dan bren gen wij den avond rustig door in het hotel. Daar hooren wij, dat men twee dagen met de boot vaart van Port au Prince naar San Domingo; met de auto duurt het 12 uur en de wegen in het bergachtige binnenland zijn bizon der slecht. Wij hebben dus niet alleen een veel beteren indruk van het land schap gekregen, doch tevens veel com fortabeler gereisd dan anders mogelijk zou zijn geweest. Overstappen in een water vliegtuig. 's Morgens vroeg gaan wij weer ver der; wij vliegen weer over de open zee en over vele kleine eilandjes. De eerste landingsplaats is San Juan op Porto Rico, waar wij moeten overstappen in een groot watervliegtuig voor 30 pas sagiers, dat ons naar het vasteland van Zuid-Amerika zal brengen. Onder ons zien wij de Caraïbische Zee, waarin de visschers werken in de brandende zon, terwijl wij in het vliegtuig genieten van een verfrisschende koelte. Toch vlie gen wij nu slechts 15 M. boven den zee spiegel. Deze étappe neemt den gehee- len dag in beslag; de zon daalt reeds achter de heuvels van Venezuela, als wij Trinidad zien verschijnen. Tn de schemering zien wij Port of Spain lig gen met mooie parken en breede stra ten met palmboomen; hier zullen we weer overnachten. Tropische schoonheid. Den volgenden dag passeeren wij het beroemde asfaltmeer. Wij zien nu ook, wat ons den vorigen dag in de scheme ring niet is opgevallen, dat het geheele land is bedekt met een netwerk van uitstekende wegen. Wij krijgen nog even een indruk van de tropische oer wouden verder in het binnenland en dezelfde gevoelens koesterde. Maar hoe moest ze haar keuze bepalen? Twee dagen later wachtte ze op het tuinterras in gezelschap van haar aller beste vriendin de beide aanbidders. Op haar klein gepoederd wipneusje balan ceerde een groote uilenbril en telkens grinnikten ze veelbeteekenend tegen elkaar. Tegen half vier reed Karei voor, heftig claxonneerend. Toen ie plaats nam, viel het de meisjes direct op, hoe hij nerveus op z'n stoel heen en weer schoof, terwijl ie telkens van terzijde naar het zwarte hoornen mon tuur loerde. Enkele oogenblikken later reeds kwam Tommy in tennisbroek aangewandeld. Even, heel even keek hij Jetty doordringend aan, maar toen zette hij zich zoodanig in een laag fauteuiltje naast haar, alsof hp er nooit meer uit wilde opstaan. Na een half uur stamelde de elegante luitenant enkele onverstaanbare excu ses en verdween, spoedig gevolgd dooi Jetty's vriendin, die de beteekems van een veelbeteekenend knipoogje goed had begrepen. Nauwelijks was ze verdwenen of Tommy sprong op, plaatste zich voor volgen de 160 K.M. over de modderdel- ta's van de Orinoco. Onder ons zien wij flamingo's, ganzen, eenden en andere watervogels rondvliegen, die opge schrikt worden door het geraas van ons vliegtuig. Poema's rennen terug in het kreupelhout en jakhalzen duiken ang stig in elkaar. Groote roofvogels vlie gen met statigen slag rond en zoeken hun prooi. Plotseling wordt de wilde planten groei onderbroken door een snelstroo- mende, modderige rivier. Iets verder landen wij, waarbij het vliegtuig een stroom van modder op doet spatten. Wij zijn te Georgetown in Britsch- Guvana. Nadat wij weer zijn opgeste gen, vliegen wij over de eigenlijke stad, die een eigenaardigen indruk van plat heid maakt. Zij is doorsneden door een ingewikkeld net van waterwegen en de houten of witte steenen huizen zijn alle even laag. Alleen de twee torens van de kathedraal steken boven de stad uit. In de nabijheid van de stad, iets ver der de rivier op, liggen de plantages met lage huisjes tusschen het heldere groen van de tuinen. De irrigatieleidin gen vormen schitterende banden, die door het geheele landschap te volgen zijn, en het water der snelstroomende rivieren wordt door dijken tegenge houden en door middel van dammen afgetapt voor de irrigatieleidingen. Zonder dat wij het eigenlijk gemerkt hebben, zijn wij in Nederlandsch ge bied gekomen. De lezer, die Suriname kent, zal met genoegen vernemen, dat er te Paramaribo wordt overnacht. De stad is geheel geëlectrificeerd en voor zien van goede, rechte straten van fijne leem: het is er zoo stil, dat men het voorbijrijden hoort van de fietsen, die „Weet u, mijnheer dat u uw hand in mijn zak hebt gestoken?" „Ja, ik zoek mijn portefeuille." „Waarom voelt u dan niet in uw eigen zak?" „Dat heb ik gedaan, maar daar is-ie niet." Passing Show, Londen. Jetty en zeide niet meer weg te zullen gaan, voor hij een antwoord op z'u vraag zou hebben gekregen. En alhoe wel Jetty hem wel ineens ore z'n hals had willen vallen, bleef ze nog ietwat verdrietig zitten. „Ik zal voortaan altijd die nare bril moeten dragen", zei ze half pruilend. „Gisteren was ik bij den oogarts, en", voegde ze er ™_;:end aan toe, „flatteus staat het rrcu niet bepaald". „Toch hou ik van je en wil Ik jou als vrouwtje, Jetty". Overgelukkig liep ze met 'm het huis in, tot voor de deur van vader's kamer. Toen nam ze haar bril af en terwijl ze zich stevig tegen hem aanvleide, fluis terde ze hem in het oor: „Dat was nou mijn krijgslist, om jul lie op de proef te stellen, boy, maar ik voelde al tevoren, dat jij Een stevige kus maakte een einde aan haar woorden. B. Vinkemaas. (Nadruk verboden). I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 7