Marokko da Achilleshiel van de Spaansche republiek. Avonturen met haaien. Grafschriften. Komt Alfonso terug door F. KERENSKY. Kerensky was eerste minister van het voorloopig bewind, dat Rusland na het afzetten van den Tsaar heeft geregeerd, totdat het op zijn beurt omver werd geworpen door de bolsjewisti sche revolutie van October 1917. Geheel Europa heeft slechts een raad te geven aan de nieuwe Spaan sche republiek: „Waakt tegen het Bolsjewisme! Let op het ondergrond- sche werk van de betaalde propagan disten! Laat er een redelijke vrijheid van het woord en van de drukpers zijn, doch staat niet toe dat onder die leus de communisten in de gelegenheid wor den gesteld te bederven, wat gij be reikt hebt met uw prachtige revolutie zonder bloedvergieten". Iedere revolutie Is anders. Door haar rustig en weloverwogen verloop heeft de Spaansche revolutie een nieuwe bladzijde der geschiedenis opgeslagen. Zij kan noch met de Rus sische, noch met de Fransche of Ame- rikaansche revoluties' worden verge leken. De door ons geleide, oorspron kelijke Russische revolutie was even eens iets geheel anders dan het af schaffen der monarchie in Spanje, want de oorzaken waren verschillend. Elke revolutie heeft weer andere oor zaken. De historische gebeurtenissen herhalen zich niet, al wordt het tegen deel dikwijls beweerd. Spanje had lan gen tijd een parlementaire regeering gekend; Rusland had zijn Doema slechts twaalf jaar gehad. De Spaan sche revolutie werd geleid door man nen van beschaving, die veel ervaring achter den rug hadden. In Rusland hadden de leiders van het volk geen ervaring; zij hadden altijd in het ge heim moeten strijden en konden niet, zooals de Spaansche socialisten en ex tremisten, jarenlang openlijk hun mee ning verkondigen. Het Spaansche volk was door een jarenlange voorbereiding volmaakt georganiseerd en men be hoefde niet te vreezen voor geweld- j daden, die op hun beurt weer snelle en krachtige represaillemaatregelen uit- lokken. Spanje en Rusland. Aan den anderen kant heeft Spanje niet die sfeer van vrees en vijandschap gekend, die Rusland in de dagen van 1 Raspoetin beheerschte. Er wa« iu i Spanje, ook geen oorlog bij het uitbre ken der revolutie, terwijl Rusland een leger van 17 millioen gewapende en ontevreden mannen op de been had, die in een politieleen opstand een fac tor van beteekenis vormen. In 1917 was Rusland trouwens vol van onte vredenen. De soldaten hadden genoeg van den oorlog, het volk was geprik keld door de militaire nederlagen. Het bolsjewisme is voortgekomen uit den oorlog. De soldaat geworden boeren waren het ontvlambare materiaal. De Russische landbouw had gebrek aan werkkrachten, omdat 17 millioen va ders en zoons in het leger werden vast gehouden. Dat veroorzaakte de revo lutie. Dat alles is in Spanje niet het geval geweest. Doch de revolutie is daar te 'a?de nog niet beëindigd, en de repu blikeinen moeten den gang van zaken met de grootste zorg in het oog hou- den. Zoo is naar mijn overtuiging Marokko de Achilleshiel het kwets bare punt van de Spn<>"sohe republiek. Als er ergens een contra-revolutie uit breekt zal het in Spaanseh Marokko zen. Tk ben ervan overtuigd, dat de Spaansche redering in staat is om d°n toestand te heheersehen, doch zij moet de separatistische i>n autonomistische n^weeiricrpn ni^t nit hot ooo- vptIipzpti. Deze omvatt°n prinoines. die positief contra-revolutionair zijn en een gevaar vormen. Zou Alfonso terug kunnen keeren? Het is niet onmogelijk, dat Alfonso ïn Spanje terugkeert, doch ik geloof niet, dat dit in de naaste toekomst kan gebeuren. Als de koning nu terug keerde, zou hij een heel ander Spanje terugvinden dan hij al enkele maan den geleden heeft verlaten. Doch hij zal niet terug kunnen komen, als de republikeinsche regeering niet bepaal de fouten maakt. Er bestaat nJ. een groot verschil tusschen zijn positie en die van Victor Emanuel, de koning van Italië, want deze laatste beeft de grond wet niet vrijwillig opzij geschoven. De fascistische dictatuur werd hem opge legd en hij heeft nooit sympathiek ge staan tegneover de wijze, waarop Mus- solini hetbewind voert. Alfonso heeft de grondwet echter opzij gezet op eigen initiatief; hijzelf was het, die de dicta tuur instelde en daarom moest met de dictatuur ook zijn kroon vallen. Het feit, dat de Spaansche republiek de Sowjet-regeering heeft erkend en de mogelijkheid heeft opengesteld, dat Trotzky in Spanje een toevlucht zou vinden, beteekent nog niet, dat Spanje naar het bolsjewisme overhelt. Dit al les heeft n.1. niets te maken met de binnenlandsche politiek. Doch de er kenning van de Sowjet-regeering zou gevolgd kunnen worden door een in vasie van communisten en in dat geval mag de Spaansche repubUpk haar han delingen wel zeer goeo overwegen. Laat zij niet vergeten dat Lenin met zijn medewerkers Rusland binnenge komen is in een verzegelden spoor- wagon, belast met een speciale op dracht van het Duitsche legerbestuur. Ik ben ervan overtuigd dat, zelfs al I verleende men Trotzky de vergunning, I die hij vraagt, de -Spaansche regeering 1 zich actief zal toonen en communisti sche samenzweringen zal kunnen voor- j komen, ook al laat men alle partijen, de communistische incluis, de volle vrijheid van woord en drukpers behou den. Twee politici. Voordat zij naar Spanje vertrokken, heb ik een lang gesprek gehad met twee politici, die nu deel uitmaken van i de republikeinsche regeering. Tndale- j cia Prieto en Ramon Franco. Zij heb- ben een zeer verschillenden indruk op j mij gemaakt. Franco is een idealist, een moedig officier, een waaghals als vliegenier, doch een weinig ervaren po liticus. Prieto is daarentegen een eco noom, een filosoof, een man van er- i varing, die zijn sporen verdiend heeft in groote industrieele ondernemingen. Hij weet alles van de bestuursmachlne in zijn land en is een autoriteit op het gebied van binnenlandsche financiën en economische vragen. De Spaansche republikeinen zullen Rusland een lesje geven. Alles schijnt in Spanje te verbeteren. Er is haast geen bloed vergoten. De revolutie was een nationaal feest. Rusland wordt daarentegen door het vijfjaarsplan ge dreven tot een overmatige industriali satie. die in zoo'n volslagen landbouw- land slechts negatieve resultaten heeft gebracht. De toestanden zijn er niet verbeterd, noch wat de voeding, noch wat de kleeding of de huisvesting van het volk betreft. De kwaliteit van de industrieproducten is sterk achteruit gegaan. De theorie, dat het individua lisme moet worden onderdrukt, is de schuld van dat alles. Hetzelfde ziet men in de Russische landbouwgebieden. De boeren nemen geen deel aan de pogin gen tot de collectivisatie, zoolang er geen pressie op hen wordt uitgeoefend, die niets meer of minder is dan een terreur. De overgroote meerderheid van het Russische volk voelt niets voor het bolsiewisme. Er heerscht in wer kelijkheid op het oogenblik een tiran nie, die zelfs in de Russische geschie denis onbekend was. Er is echter in het lang nog een andere revolutionaire groep, een republikeinsche beweging, die uiterlijk binnen enkele jaren en misschien nog veel eerder openbaar j zal worden, zal liever gebruik maken Von (ir, nuddeDr^ Spaansche revo lutie dan van die van het bolsiewisme. (Nadruk verboden). Bij de handlijn kundige. „U zult geslacht, gevierendeeld en „opgegeten" worden." „O! o! o!.... nu heb ik vergeten mijn kalfsleeren handschoenen uit te trekken. De Amerikaansche bark „Anita ver liet in September 1883 de haven van New-York met een lading stukgoede ren voor Port-Antonio op Jamaica, was destijds pas twintig jaar oud en had als volwassen matroos aangemon sterd voor een gage van 30 dollar. De Anita" was van hout gebouwd, wel niet meer erg nieuw, maar toch een schip, dat er wezen mocht. De beman ning bestond uit den kapitein, den eer sten en den tweeden stuurman, den timmerman, kok en acht matrozen. Na den gedanen arbeid zaten wy op het dek bij elkaar, rookten een py-p en luisterden naar de vertellingen van den timmerman. Het was een oude, ervaren zeerot en wij hadden allen veel eerbied voor zijn kennis van zaken. Zoo kwam eens op een avond onder anderen ook het gesprek op de ver schillende zeemonsters, waarvan de haai wel een van de geduchtste verte genwoordigers is. De timmerman be weerde, dat een haai nooit een leven den mensch in het water aanvalt; hij zou het gerust er op durven wagen in een water, waar haaien waren, te gaan baden. Doch hij zou aan zijn eigen lichaam ondervinden, dat hij ditmaal ongelijk had. Wii lagen op de reede van Port-An tonio voor anker. De lading was geheel gelost, zoodat ons schip hoog in het water lag. De scheepstimmerman wilde deze gelegenheid benutten om eenige koperen platen, die eenigszins hadden losgelaten, weer op hun plaats tegen den scheepsromp te bevestigen. Voor dit werk gebruikte hij een zoogenaamde „bootmansstoel", waarin hij plaats nam. Het was een korte houten plank van dik, stevig hout, waarin men in de hoe ken vier gaten heeft geboord. Net als een schommel in een theetuin bij de landrotten werd deze „stoel" buiten boord gehangen, de timmerman nam erop plaats en wii lieten hem langzaam zakken, totdat hij was aangekomen, waar hy moest zijn. Dan gaf hij een schreeuw (en dat kon hij behoorlijk!) en wij bonden het touw stevig vast. In dit geval zat de timmerman vlak boven den waterspiegel, die spiegelglad was. Onder het werk floot hy een liedje en liet zijn beenen heen en weer in het water bengelen. Om zich geen pijn te doen aan de scherpe kanten van het koperblik, had hij een paar oude vet- leeren schoenen aangetrokken, en ter wijl hy daar zoo zorgeloos fluitend zijn werk verrichtte, schoot er plotseling een groote haai uit de diepte omhoog en greep met zijn scherpe tanden de in het water slingerende rechtervoet van den timmerman. De aangevallene liet van schrik de groote hamer, waarmede hij werkte, vallen, die op den kop van het ondier terecht kwam, zonder het echter te noodzaken den voet los te la ten. Met beide handen klemde de tim merman zich vast aan de touwen van de „bootmansstoel". De haai had den voet zoo stevig gegrepen, dat de schoen en een paar stukken vleesch in zijn bek achterbleven. De beenderen van den voet lagen bloot, zoo diep waren de tanden doorgedrongen. Natuurlijk trokken wij, zoodra de timmerman zijn angstgeschreeuw uitstootte de stoel ijlings doch voorzichtig op. Acht lange weken moest de arme kerel met haast onduldbare pijnen in zijn kooi blijven, voordat de voet eenigszins genezen was. Zoodra er zich een h,r»i liet zien, wa penden wy ons allen met handspaken en bootshaken en verjoegen het dier; wii wisten nu, dat wij een haai niet konden vertrouwen. De „Anita" had een lading rhum en rietsuiker ingenomen om daarmede koers te zetten naar Philadelphia. Het schip stuurde noordwaarts en kwam met de bries, die er stond, flink voor uit. Het zal zoo ongeveer ter hoogte van San Salvador of Guynahani zijn geweest, dat de weersgesteldheid plot seling omsloeg en er 's nachts 'n flinke storm opstak, juist toen ik den roer ganger had afgelost. Wy hadden geen tijd meer te verlie zen; met groote snelheid naderde de storm, de lucht betrok en de eerste windvlagen zwiepten langs ons heen. Allen werkten wy met vliegende haast, maar het innemen van de zeilen vor derde niet snel genoeg. Met een ver schrikkelijk geweld kwam de storm op zetten. Het ingehaalde bramzeil scheur de uit mijn handen en zweepte met zulk een kracht tegen mijn hoofd, dat ik mijn evenwicht verloor en aan stuur boordzijde overboord sloeg. Het bram zeil scheurde totaal in flarden. Ik maakte een prachtige salto en de golven sloten zich boven mijn hoofd. Snel werkte ik mij weer naar de Opper vlakte. Veel kleeding had ik in den warmen, tropisch en nacht niet aan. het geen mij het zwemmen buitengent gemakkelijk maakte. Plotseling u j ik mijn vreeselijken toestand ben, Mijn schip, dat met de windvlagen» kampen had, zag ik in de verte wegvaren. Door zwarte wolkenW wierp de maan zijn zilver licht od s golven, wier geruisch mijn hulm, schreeuw overstemde. De wind vaa«l huilend en loeiend over mijn i,(w\f7 hagelkorrels zweepten mij in het zicht en maakten met den wilden slag alle uitzicht onmogelijk. Eindtiui* kreeg ik het schip weer in de gat™ dat in de verte wel een donkereVh duw leek. Duizend gedachten io™™ mti door het hoofd. Ik wist, dat S kameraden alles in het werk zoud stellen, my te redden. Ik ontwaakte uit mijn stomme vertwijfeling eD met inspanning van al mijn krach in de richting, waarin ik de Anita» vermoedde. Opeens wat was dat? Ontzetting en afschuw verlam^ nJn ledematen. Een haai! Het bV*A mij in de aderen. Dadelijk wierp vy op den rug, trapte met armen en bwn«n en brulde zoo hard ik kon om hulp. hoopte daardoor den haai schrik aan te jagen en te verdrijven. Het roofdier zwom voortdurend in groote kringen om mij heen. Ik zag de donkergekleur de rugvin door het water snijden.,,. Steeds grooter werden de kring®, die de visch beschreef en ik werd reed* bevreesd, dat het dier zou duiken en mij van onderen zou trachten te na deren. Bijna een vol uur hebben mijn kame raden naar mij gezocht. Eindelijk von den zij my en wisten mij te redden. Een groot glas Jamaicarhum bracht my al spoedig weer op de beenen. Dat is mijn haaienavontuur. In den tegenwoordigen tijd wordt er van grafschriften weinig werk ge maakt. Men leest hoogstens het beken de: Hier rustenz. op de grafstee- nen. Vroeger echter vond men het noo- dig de graven met verzen of beschrij vingen, betrekking hebbende op der levensloop van de overledenen te ver sieren. Eenige voorbeelden daarvan mogen hier volgen: Op Hendrik de Keizer (15661621) een vermaard beeldhouwer, die op zijn verjaardag overleed: Den Konstenaer, alhier gekuilt, Daar de beeldthouwery om huilt, Is sterf-geboortedagh geweest. Een steen zyn lichaam ons ontschuilt: Maar duizendt toonen der zyn' geest. P. O. Hooft Voor Hopman Adriaen de Haze, den luitenant-admiraal Michiel de Ruj- ter vervaardigde Johannes Antonides van der Goes de volgende grafschrif ten: Op Adriaen de Haze: De Haze, 'n fiere Leeuw in 't Britsche zeegevecht Stont pal in 't woeden der gepreste waterhonden. Tot hem 'n kogel heeft vooruit naar God gezonden, Om wraak te vord'ren van 't geschon den waterreeh t. Sta vreemdeling, en zeg, tot glorie ^an de Zeeuwen, Dat hier de Hazen zelf veranderen in Leeuwen. En op De Ruyter, die tengevolge van een kwetsuur aan zijn voet over leed: De dood ontzag het hart van Ruyter, om zijn rooedt Zy mikte wel, maer gaf weer straks den moedt verloren, Toen juist haer 't voorbeeld van Achilles kwam te voren: Dit's mee Achilles sprak ze, en trof hem in den voet Een eigenaardig grafschrift is "°f het volgende dat men in de Kerk te Delft kan lezen: Als men schreef 1605, soo stierff ^en Ouden Teunis met syn wyff Zy waren met haer beyden 200 jal'e Zy waren op eenen dagh gebooren Op eenen dagh getrout Op eenen dagh gestorven Zy hadden getrout geweest 75 jaren Zy leefden als twee armen slaven Zy werden op eenen dagh begraven l*bt Delft van de magistraet In de Kerek. De Teunis in dit grafschrift is: Air tonius Corneliszoon Lis, hij stierf °V den 21en Januari 1605, in den ouder* dom van 101 jaar. Zijn huisvrouw Meynsgen Huyghen, van Hillego'0' die den leeftijd van 99 jaar bereik» had, overleefde hem slechts drie uren»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 10