Swnf t'1 Tar-n0p ROen haast te
hebben! Ten stadhuize rekent men er
OP
OM
HET BINNENHOF 1
Naar het begin. - Betere werk-methode.
2% millioen! - Te Vincennes.
Varia.
Vondel en de vogels. De
Vondelpark-voerdery.
Br mogen dan aldus reeds vroege
wintenboden om belangstelling vragen,
in het middelpunt van die belangstel
ling staan dan toch nog maar andere
dingen, zooals b.vhet Vondel
park, hét vacantie-oord voor den
minder rijkelijk met aardsche goederen
bedeelde, die er gaarne met vrouw en
kroost heentrekt, vooral nu tegenwoor
dig het Parkbestuur diverse gras
vlakten vrij gaf om er zich op neer te
vleien en de kinderen op te laten ra
votten en ook op andere wijze, b.v.
door het inrichten van een soort om
nibus-zandbak, de aantrekkelijkheid
van zijn instelling die „niet weten waar
zij 's zomers met de kinderen blijven
moeten" verhoogd heeft. Men kan in
derdaad zeggen, dat het Bestuur van
de „Vereeniging tot aanleg en onder
houd van een Rij- en Wandelpark",
meestal doet wat het kan. Zoo héél veel
kan het intusschen niet, omdat het nog
steeds een particuliere instelling is,
die het van giften en naven, en voor
al van legaten, moet hebben. Het ?ou
echter wél nog eens kunnen zorgen,
dat kan toch zoo veel niet kosten,
dat de naamgever van het park, die
daar maar altijd zoo geduldig in steen
op zijn voetstuk te midden der boomen
zit, wat ontlast werd van de wat al
te nadrukkelijke hulde, die de vogels
in den loop der tijden op hem hebben
laten neerdalen, een hulde, die, hoe
goed bedoeld ook, verwerd tot een on
smakelijke korst, die 's dichters trek
ken en gestalte langzamerhand onher
kenbaar maken en die hem beletten
naar 't „klappen" van 't „boschnaadje"
te luisteren. Een luisteren waar hij
recht op heeft, omdat hij eenmaal,
u weet wel, zoo snaaksch van gezegd
klappen zong....
„Indien 't Boschaadje klappen kon,
Wat meldde 't al vrijage
Het Vondelpark houdt er ook, al
6inds jaar en dag, een boerderij op na
met een 18-tal koeien en het is de grief
van velen, dat, nu men, juist ook in
den omtrek van de hoofdstad, alle po
gingen in het werk stelt om tot een
goede, hygiënische melkwinning te ko
men, deze, in hout opgetrokken en lang
niet op moderne modelleest geschoeide
boerderij daar in het hartje van de stad,
geen al te best voorbeeld van zulk een
hygiënische winning te zien geeft.
Deze grief nu kan, anders dan de
Vondel - en - de - vogels - grief bovenge
noemd, het bestuur onmogelijk wegne
men wegens gebrek aan contanten. Het
is daarom, dat de directeur van de Ge
meentelijke Dienst tot Keuring van
Waren, dr. Van Raalte, onlangs een
oproep in de bladen plaatste tot het
bijeenbrengen van een som waaruit
het bouwen van een moderne model
boerderij in de plaats van de oude zou
kunnen bekostigd worden. Amsterdam
is het dan ook eigenlijk aan zichzelf
verplicht, waar het toch steeds er
op uit is de boeren in den omtrek tot
het meer hygiënisch en moderner in
richten van hun stallen aan te zetten
en zelfs min of meer "te pressen, de
eenigste boerderij, die zij in haar eigen
centrum zelf bezit, tot een propagan
distisch voorbeeld te maken!
Speeltuin-week.
Voor ouders die „niiet weten waar
met de kinderen te blijven" is er de
laatste jaren, naast de Vondelpark-uit
komst, nog de uitkomst van.... het
Speeltuinwerk, dat zich nog steeds uit
breidt, zoo dat het laatste jaarverslag
van den Bond van Amsterdamsche
Sp eel tuin ver eenito n gen kon gewagen
van een 39-tal van dergelijke vereeni-
eineen, waarbij 14000 gezinnen zijn
aangesloten en die een 33-tal speelge-
legenheden, verspreid over de geheele
stad, rijk zijn. Die ouders zijn voor dit
werk natuurlijk zeer dankbaar en hun
dank gaat in de eerste plaats uit naar
den eenvoudigen arbeider U. J. Klaren,
die, nu ruim dertig jaar geleden, het
initiatief nam tot stichting van den
eersten Speeltuin en met voldoening
zullen wü vernomen hebben, dat het
gemeentebestuur dezen ouden pionier
heeft met de zilveren
-medaille der stad Amsterdam.
Pal els. Raadhuis.
ad'e tenslotte eens de-
u k i' s-Raadhuis-kwestie voor
,mas het Gemeentebestuur
overigens wel een extra gouden eere-
medaille gereed houden. Met den aan
maak van een dergelijke medaille be-
namelijk nu reeds op, dat de commissie
die men thans weer gaat msteHen voor
het uitbrengen van een rapport inzake
de vraag „in hoeverre het Paleis op
den Dam wederom geschikt is te ma
ken voor gemeentelijke doeleinden
minstens wel enkele jaren werk zal
hebben!En de plannen, die men.
voor het geval de overdracht aan het
Rijk van het Paleis ware do.-rg .gaan,
gereed had liggen voor den bouw
van "en nieuw Raadhuis op het oude
Paleis voor VolVsvlijt-terrein, heeft
men voorloopig maar weer achter in de
archief-kast opgeborgen. In afwachting
denkt men er nu weer des te sterker
over laatstgenoemd terrein op andere
wijze te gaan exploiteeren. In alle geval
staat reeds vast, dat de studenten er,
den volgenden zomer, ter gelegenheid
van hun Lustrum-feesten, een open
lucht-spel zullen houden. En de S.D.
A.P. schuift haar oude plan weer naar
voren daar ter plaatse een groot Volks
gebouw te doen bouwen. En mogelijk
komt ook de Wagnervereeniging wel
spoedig weer met haar Opera-gebouw
op de proppen.... Zoo houdt men de
plannen-makers en.... de architecten,
die steeds maar weer „voorloopige pro
jecten" te maken krijgen, tenminste
aan het werk.
Amsterdam bewegingstenten-
centra!
Er wordt wel eens, en dat niet al
leen ten opzichte van de architectuur,
maar van alle kunst, gezegd, dat
kunst in het algemeen een uiting is
van het verlangen neer te zetten of te
verbeelden datgene wat er niet is of
„dat wat je niet hebt". Op het gebied
der dans-kunst, of, zooals dat tegen
woordig plechtstatig heet, „bewegings
kunst", doet zich, zou men kunnen
zeggen, den laatsten tijd in Amsterdam
een verschijnsel voor, dat de juistheid
van een dergelijke opvatting zou kun
nen bewijzen. Niemand toch zal durven
volhouden, dat in de hoofdstad het
„schoone gebaar", de harmonische be
weging, de elegante gang bijzonder in-
heemsch zijn. Wü „bewegen" ons, af
gescheiden dan misschien van die acro
batische uitzonderingen, die men ver-
keers-agenten heet, plomp, stijf, on
beholpen en zonder veel uitdrukkings
vermogen, zooals trouwens de ove
rige Nederlanders dat ook, meestal,
doen. En nu schijnt het wel, dat juist
Amsterdam tot een centrum van oplei-
dings-instituten voor „Bewegings
kunst" gaat worden. Telkens leest men,
dat wederom een school of instituut op
dit gebied in wording is of reeds tot
bestaan kwam. Lili Green, Abraham
van der Vies, Gertrud Leistikow,
Darja Collin, zij allen hebben of
krijgen hier een pied a terre, wat
dan, in dit geval, vertaald zou kunnen
luiden: een dansende les'voet aan den
grond. En zelfs enkele leden van het
uit elkaar gespatte Pavlova-dans-en-
semble hebben, uit alle wereld-centra,
die voor hen openstonden, Amsterdam
verkozen als plaats waar zij een Oplei-
dings-inrichting zullen vestigen....
De dans is, zegt men als „leek" mis
schien, in de eerste plaats natuurlijke
vreugde-uiting, spontane drang. Of
moet dat althans zijn. Gaat men de
diverse programma's van deze diverse
instituten echter na, dan vindt men
daarop tallooze vakken als: ballet-
gymnastiek- dans, plastiek, dramati
sche analyse, solfège en muziek-ontle-
ding en theorie der bewegings-kunst,
geschiedenis der danskunst, tooneel-
techndek, choreografie, kleedkunst, al-
gemeene aesthetica, anatomie en paeda-
gogiek, (ik schrijf dit uit een pros
pectus over) en begint het u te duizelen
en blijft er vanvreugde niet veel.
En men betreurt het eigenlijk, dat in
desze moderne wereld van alles, ook
van dien dans!, aanstonds een vak,
wat zeg ik, ontelbare plechtstatige
vakken wordt gemaakt!
F WEEK-
KRONIEK
_i
Den Haag, 13 Aug.
Het allereerste teeken, dat het nieuwe
parlementaire Zittingjaar op komst is.
De ontwerpen voor het Rijksbudget-
1932 zijn den Raad van State toegezon
den. 'Aan deze mededeeling wordt toe
gevoegd, dat het tekort op de Begroo
ting vermoedelijk de vijftig millioen
gulden zal overschrijden.
We zijn gaandeweg aan jobstijdingen
gewoon geraakt. En ook deze mis
schien is zij iets te pessimistisch?,
hebben wij te ontvangen in de stem
ming van berusting, welke in de hui-
dige omstandigheden het allerbest is.
De Millioenen-Nota, welke minister
De Geer op Dinsdag-middag 15 Sep
tember a.s. de Kamer zal overleggen,
kan ditmaal groote „surprises" bren
gen.
Reeds zeer spoedig na de opening
der zitting 1931—'32 zuilen interpella-
tiën worden gevraagd. Men weet, de
eerste weken na al de formaliteiten,
herkiezing van verschillende leden in
commissiën enz. worden bestemd, voor
het afdeelings-onderzoek van de ont-
werpen-Rijksbudget, waarbij dan di
verse wetsvoordraehten voor het werk
der secties worden gevoegd. Daarmee
gaat een brok van October weg.
Vervolgens is de Tweede Kamer ge
woon, nog een klein recèsje te nemen,
teneinde de stukken nog eens „door te
kijken". In hoog-Nederlandsch wordt
dat „bestudeeren" genoemd. Eventjes
ademhalen, particuliere zaken regelen
en zoo meer, vóórdat de groote,
zware campagne van November en De
cember begint. Met de tot heel laat uur
gerekte midda"- en de lan^e reeks van
Dins- en Donderdagsche avondverga
deringen. Ons Lagerhuis zou zich
merkte ik meermalen op, de arbeids
taak beduidend lichter kunnen maken,
tevens het algemeen belang in hooge
mate kunnen dienen door gebruik te
maken van de bij de jongste Grond-
wets-herziening geschapen mogelijk
heid om Ryksbegrootingen te behan
delen, welke voor twee dienstjaren gel
den. Ik denk er niet aan, op dit cha
piter te gaan voortborduren. Besef, dat
't hameren op dit aambeeld toch voors
hands „monnikenwerk" is.
't Valt te voorzien, dat de Tweede
Kamer in September en October zeer-
bij zonderen spoed zal betrachten met
het in de afdeelingen onderzoeken van
den dikken stapel ontwerpen, die zij
heeft af te doen. En ook: bijzonder
zuinig zal wezen met 't zich verschaf
fen van „vrfje dagen". Het derde jaar
van de loopende periode, die in de lente
van 1933 voor het Lagerhuis zal eindi
gen, wordt er een, heel wat van de
krachten onzer V ertegenwoordigers
zullende vergen.
't Is mij met vele anderen, nog
altijd weinig begrijpelijk, waarom de
Kamer niet terugkeert tot de oude,
in den oorlogstijd verlaten gewoonte
om de vergaderingen des voormiddacs
te elf ure te doen beginnen. Indien men
dan bijeen-blüft tot b.v. halfzes, kan er
heel wat worden verhakstukt. Men
heeft dan meer tijd om te eten, wat uit
te rusten, 't Zou op deze wijze minder
gejaagd gaan. Ik heb den tiid toch mee
gemaakt, toen de Tweede Kamer ook
des Maandags, dan slechts in den
namiddag, en óók des Zaterdags bij
een was. Ik weet wel, onze afgevaar
digden hebben hun ochtend-uren hard
noodig voor allerlei bezigheden, ook
met hun parlementaire in verband
staand. Dat is zoo!Maar: althans
voor de Begrootings-periode, voor
die acht of negen weken van November
en December moest men het oude
systeem volgen. Daardoor zou allicht
en o. m. bereikt worden, dat de avond
en nachtzittingen niet in die mate het
paskwil vertoonden van een parlemen
taire vergadering, welke het „quorum"
heet te bevatten. Met een presentie
lijst, die ook des avonds geldt.. Doch
waar in werkelijkheid drie of vier
Volksvertegenwoordigers telkens zon
der hoofdelijke stemming ook zeer be
langrijke besluiten en beslssingen ne
men, de fictie, den schijn bewarend
alsof het meergenoemde „quorum" er
was!
Het Parlement is met zomer-recès
uiteen, maar: schriftelijke Vragen
stroomen naar de Regeering. En tele
grafische „noodkreten" worden tot den
Raad van Ministers gericht.
De crisis teistert in toenemende mate
onzen handel, onze nijverheid.
Frankrijk bedreigt de Nederlandsche
kolen-industrie. Duitschland trekt zijn
Tarief-muren hooger-op. Onzen land
bouw mot een ramp bedreigend.
Diplomatieke „stappen" mogen uan
tijdelijk eenige verlichting brengen.
De harde, bange, bijtende economi
sehe nood dwingt toch tot maatregelen
waardoor in Patria de misère al-erge
wordt.
Het Petitionnement voor internatio
nale ontwapening is nu reeds door circa
2Yi millioen handteekeningen gesteund.
Een schitterend cijfer!
Een „geste", gebaar, uiting van ziels
verlangen, stellig niet te onder
schatten.
Een eerste, groote schrede.
Duizendmaal toegegeven!
Maar: nu moet de tweede stap
den gezet.
Maar het groote ideaal der Veree-
nigde Staten van Europa.
Waar de Tarief-muren in het oude
werelddeel zullen zijn afgebroken.
Waar men eensgezind, na het
monster van egoïsme, van kleinzielige
eigenbaat, dat niet begrijpt hoe 't bezig
is naar den afgrond te hollen, zelf
moord te plegen te hebben gedood,
zich schrap zal stellen tegen dat andere
p-ruwzame monster, genaamd commu
nisme naar bolsjewieksch model. Sla
ven en slavinnen makend van zijn ver
blinde of met revolver en galgstrop tot
gehoorzaamheid gepreste menschen.
Zal het besef, welke gevaren Europa
nu bedreigen, tot aaneensluiting, het
terugdringen van dwaas-egoïstische, be
krompen inzichten leiden?
Soms lijkt 't erop.
Zekerheid hebben wij nog lang-na
niet!
De hoop, dat Nederland met zijn her
boren Paviljoen te' Vincennes een goed
figuur zal slaan, ze is vrijwel ge
waarborgd.
Wanneer althans de duistere, op dood
en vernieling, verwoesting zich rich
tende elementen er, ondanks ver
scherpte bewaking, niet in slagen,
nogmaals den roode-haan victorie te
doen kraaien in de met wonderbare
geestkracht uit de vuurramp opgebouw
de werk van de Nederlandsche afdee-
ling.
Den 18en a.s. zal ons Paviljoen te
Vincennes worden geopend. Zonder
veel „soesah". Minister Beelaerts van
Blokland zal er voor onze Regeering
tegenwoordig zijn, evenals jhr. mr.
B. C. de Jonge, de nieuwe Landvoogd.
Men zal dien Dinsdag van Augustus-
1931 in de „Ville Lumière" dan toch
ook een ..woorden-festijn"; te genieten
krijgen van vriendschap en bewonder
ring, dewelke Mme. Marianne voor het
kleine Nederland koestert. En onze
Excellenties zullen niet te-kort-schieten
in contra-bewondering.
Ach, werd de blijvende wereld
vrede bereikt door warme en inniglijk
uit 't hart komende tafelspeeches!.
De eeuw van Nebucadnesar ware
immers als sinds vele, vele tientallen
jaren aangebroken.
Doch het oude woord van den Fran-
schen wijsgeer, die zei, dat de mensche-
liike taai er is „om de gedachten te
verbergen", ook in het internationaal
verkeer tusschen de volken blijft dat
van toepassing.
Wat het groote ongeluk, ook van
den tijd, waarin we nu leven, is en
blijft!
Mr. ANTON1Q,
TE VEEL VERLANGD.
Een bekend Parijsch acteur komt in
een der voornaamste restaurants van
de lichtstad en bestelt een Potage a la
Tortue.
Als het bestelde gerecht geserveerd
wordt, lepelt de bezoeker er in, proeft
nog eens, kiikt onderzoekend in het
bord en verlangt ten slotte den maitre
d'hotel te spreken.
De chef verschrikt en informeert
met de noodige glimlachtjes en strij
kages naar monsieurs wenschen.
Monsieur is verontwaardigd. Hij
heeft voor zijn dure geld potage la
tortue besteld en in het bord is dan
ook geen atoompje van een schildpad
te bespeuren.
Met de grootste belangstelling heeft
de ander de klacht aangehoord. Dan,
als de bezoeker zwijgt, zegt hij, en zijn
gezicht staat doodernstig: „Wij zijn er
op uit altijd onze gasten tevreden te
stellen, maar zij moeten niet het on
mogelijke verlangen. Monsieur be
klaagt zich, dat in deze soep geen
schildpad te vinden is. Maar.als
monsieur nu eens Consommé Cecile
Sorel had wilen gebruiken, zou hij mij
dan ook hebben laten roepen, omdat
van de kunstenares niets oo zijn bord
was te vinden?"