Kan Indië zichzelf besturen „Wij vreezen de Het lijdelijk verzet een Sowjets niet!" doeltreffende methode. Zonderlinge lotgevallen uit het dagelijksch leven. zei: j TOB NOOIT HOEKJE KWINKSLAGEN elk dier is geschikt bevonden. Een derde van de kinderkamer wordt als on deugdelijk afgezonderd. Eerst moeten de leerlingen zich aan een bepaalde plaats gewennen. De plaats welke een dier in de manége zal innemen, blijft hem voor altijd aange wezen. Elk dier heeft zijn eigen naam. De dompteur roept gedurende het on derricht elke leerling apart voor zich. Niet met geweld, maar uitsluitend met geduld, verstand, en met behulp van lekkernijtjes streeft de dompteur zijn doel na. Een beer, die hij over zijn kop aait en hem daarbij in de hoogte iets voorhout, zal vanzelf op zijn achterste pooten gaan staan en rechtop loopen. Een tijger, waarvan hii weet, dat hij een goede springer is, laat hii eerst van podest naar podest een lek kernij naspringen. Dan zet hij de po- desten verder uit elkaar, laat den leer gierigen leerling door een hoepel sprin gen, die steeds kleiner wordt Op een dag is de tijger zoover, dat hü den viif- metersprong door den hoepel gewillig uitvoert. Hebben de dieren een half jaar lang in stilte geleerd, dan treden ze voor het eerst In het openbaar op. Maar slechts weinige der dressuur- troepen, welke de school verlaten, blij ven in dezelfde samenstelling in den loop der jaren bestaan. De intredende geslachtsrijpheid brengt in de een dracht der troep veel onrust en vordert het afzonderen van de betreffende dieren. Dompteur Schilling wist een bijzon der treffend geval van dit critische sta dium te vertellen. Hij presenteerde in 1905 te Parijs een gemengde troep van achttien van ongeveer vier tot vijf jaar oude dieren. Sedert dagen was er een groote onrust, zoowel onder elkaar, als tegenover hun baas waren zij valsch en biiterig geweest. Doch rustig en bezon nen had de dompteur steeds weer de manége betreden. Toen gebeurde er op een avond aan het slot der voorstelling een catastrophe. Als op een commando sprongen alle dieren van de pyramide naar beneden en vielen elkaar aan. De dompteur stortte zich tusschen hen en scheidde de brullende, grauwende en vechtende massa. Maar verschillende dieren hadden reeds zware verwondin gen opgeloopen. De dompteur zelf had door een slag in den rug een zenuw schok gekregen, waaronder hij jaren lang moest lijden. Het moeilijkste is echter de dressuur, wanneer roofdieren van dezelfde soort, maar van verschil lend geslacht, in de manége moeten op treden. Want ook onder de dieren, evenals onder de menschen, bestaat jalouzie en deze kan tot groote vecht partijen onder de rivalen aanleiding geven. Dompteur K. Herrings. door MAHATMA GANDHI. De heer Henry Eaton heeft mü uit Californië een brief geschreven, waar in hij als zijn meening uitdrukt, dat het vertrek der Engelschen ons nood lottig zou worden, omdat wij nog niet in staat zijn, onszelf te regeeren, en omdat wij bovendien spoedig ten prooi zouden vallen aan Sowjet-Rusland. De twee gewone vooroordeelen vinden ook in dezen brief een plaats. Het eerste is, dat Indië zichzelf nog niet kan be sturen en verscheurd zou worden door binnenlandsche onlusten. Verder is het een verkeerd inzicht van den heer Eaton, dat, ais de Engelschen Indië verlaten, Rusland daarvan gebruik zal maken om er zich op te werpen. Rus land heeft wel wat anders te doen dan volkeren te regeeren, die niet langer door Engeland worden geregeerd. En mocht het al zulke plannen hebben, ziet de heer Eaton dan niet in, dat een volk, hetwelk het Engelsche gezag heeft omvergeworpen, wel weerstand kan bieden aan aanvallen van andere zijde? In Het spinnen met de hand. zijin brief geeft de heer Eaton Indië kan zichzelf regeeren? Als het- verdrag met Engeland het bestuur in handen legt van de Indische afgevaardigden, kan dat slechts ge schieden, wanneer Engeland zich ga rant stelt voor de veiligheid van Indië en voor zijn bescherming tegen elke vreemde inmenging. Dat zal Engeland's straf zijn voor het feit, dat het, al dan niet opzettelijk, heeft nagelaten om Indië in staat te stellen, zichzelf be hoorlijk te verdedigen. Ik persoonlijk zou, ondanks een der gelijk verdrag, meer vertrouwen heb ben in een campagne voor burgerlijke ongehoorzaamheeid en lijdelijk verzet tegen elke aanvaller, welke ook, dat hebben wij verleden jaar reeds gedaan tegen de Britsche machthebbers en wij zijn gedeeltelijk geslaagd. Om een vol komen succes te bereiken zou het volk geheel en al in gedachten, woor den en daden het principe van het niet-gewelddadige moeten aannemen. Er moet een ware demonstratie van het succes der satyagarah (lijdelijk verzet) voorafgaan en dan eerst is het mogelijk dat de wereld erkent, hoe doeltreffend deze methode is en, als logisch gevolg, hoe nutteloos waoens zijn. De verdeeldheid ls het gevolg van Engeland's politiek. De heer Eaton maakt zich ongerust over onze onderlinge verdeeldheid. Laten wij opmerken, dat diie verdeeld heid door buitenstaanders altijd sterk wordt overdreven. Bovendien wordt zij veroorzaakt door de vreemde overheer- schers en de imperialistische politiek, waarvan de bekende zinspreuk luidt: „Verdeel en heersch". Die verdeeldheid zal verdwijnen met de drukkende vreemde overheersching. Handwerk is beter. Ik ben van meening, dat het niet goed is om machinaal te vervaardigen, wat men beter met de hand kan maken. Dat laatste is beter en veiliger voor de duizenden inwoners der 700 Hindoesche dorpen, die verspreid zijn over een ge bied van 1000 bij 1000 Engelsche mij len. Het is beter, dat zij zelf hun klee- ren vervaardigen, zooals zij zelf hun voedsel bereiden. Deze dorpen zullen de zelfstandigheid, die zij sinds onheug lijke tijden hebben gehad, niet kunnen behouden, wanneer zij de controle over hun voornaamste levensbehoeften ver liezen. De fout van de Westersche ge leerden is, dat zij redeneeren, alsof de toestanden dezelfde zijn als in hun eigen land, zonder rekening te houden met het feit, dat de economische wetten veranderen met de levensomstandig heden. Het machinale werk. De machinale werkmethode is onge twijfeld gemakkelijker. Doch dat wil nog niet zeggen, dat zij beter is. Op zekere berghellingen is het ook gemak kelijk om te dalen, doch daarom is die daling niet ongevaarlijk. Handwerk is goed omdat het zekerheid geeft. Wan neer het gebruik der machines zich uit breidt, is het waarschijnlijk, dat wy na eenigen tijd zoo zwak en machteloos zullen worden, dat er ons niets anders zal overblijven dan onszelf te vervloe ken, omdat wij de levende machines hebben verwaarloosd, die God ons heeft gegeven. Waarom zullen wij een pro ductieve, moeilijke en nuttige werk wijze opgeven voor de onvruchtbare en kostbare inspanning van sport en ath- letiek om onszelf in goede conditie te houden? Sport is goed als amusement, doch wordt iets hatelijks, als wij er onze toevlucht toe moeten nemen om onzen eetlust te herstellen voor voedsel, dat wij niet zelf hebben voortgebracht. Echtgenoot: ,,'t Is zeker jammer dat die dief vannacht je horloge gestolen heeft, beste vrouw, maar er is toch iets waarvoor wij hen dankbaar moeten zijn." Zij: „En waarvoor dan?" Hij: „Dat hij 't kind niet wakker maakte." DE GEFOPTE KOOPER. Dat was nog eens lijm! Jansen trad den kruidenierswinkel binnen en kocht een half pond kaas. Terwijl de bediende de kaas afwoog, viel Jansen's oog op iets glinsterends, dat op den grond lag. Hij keek keeken zonder twijfel was het een goud tientje. „Nog een ons rozijnen", zei Jansen om de aandacht van den bediende af te leiden. Meteen bukte hij zich te dek sel het gouden tientje zat vast aan den grond. „Een ons pruimen". Weer bukte hij zich, nog eens pro beerde hij het gouden tientje op te rapenhet was, alsof het zat vastge klonken aan den grond. „En een ons suiker". Voor de derde keer bukte Jansen zich. Toen kwam de kruidenier uit de ach terkamer, hij stapte op Jansen toe en „Mijnheer, moet u misschien ook een fleschje van deze lijm hebben, eigen vinding, en fabrikaat, ijzersterk, u heeft zelf uw krachten er op be proefd Maar Jansen had zijn boodschappen al bijeen gepakt en was den winkel uit. VERDRAAGZAAMHEID. Verdraagzaamheid komt ons altijd KAMELEONROOZEN. en verder uiting aan een vooroordeel, dat nog hardnekkiger is. Het betreft het spinnen met de hand. Ook dit vooroor deel is gegrond op de voorstellingen, die door enkele personen van de zaak gegeven worden. De heer Eaton stelt handwerk gelijk aan onwetendheid en machinaal werk aan vooruitgang. Dat is echter nog niet bewezen, evenmin als bewezen is, dat gemak beter is dan in spanning. Het is nog meer twijfelach tig, of elke verandering wel een verbe tering is en of alles uit het verleden wel verworpen moet worden. Sia- der Het De Japanners, Chineezen meezen presteèren op het gebied plantkunde opmerkelijke dingen, meest verrassende kunststukje op dit gebied is bekend als kameleonroos. Deze bloem vertoont in de schaduw een witte, in het zonlicht een roode kleur, 's Nachts zijn de bloemen wit. In de buitenlucht gebracht beginnen zü te veranderen en nemen naar gelang van de warmte en de intensi teit van het zonlicht sneller of lang zamer een lichtblauwe kleur aan om daarna in 't rood over te gaan, dat steeds intensiever wordt, tot de voor een uur leliewitte roos donkerrood als een pioen is. HIJ WAS ZIJN BROEDER NIET. Een mijner vrienden, die hoeden verkocht, had twee klanten, een twee ling, die in hun uiterlijk zooveel op elkaar geleken, dat het moeilijk was ze van elkaar te onderscheiden. Wat ze zaak nog erger maakte w:as, dat een van hen erg doof was, wat dikwijls tot grappige verwikkelingen aanleiding gaf. Op zekeren dag in zijn winkel staande, zag mijn vriend, zooals hij meende den doove binnenkomen. „Ik wilde een hoed hebben," sprak de nieuw aangekomene. Zonder een woord te zeggen haalde mijn vriend een paar hoeden te voor schijn. Geen van deze paste. In een oogenblik lag de heele toonbank vol, maar er was geen enkele hoed bij, die in den smaak van den kooper viel. Ten laatste begon het mijn vriend te vervelen en hij mompelde tusschen zijn tanden, maar toch hard genoeg om verstaan te worden. „De oude gek weet zelf niet wat hij wil." „Dank u," zei de persoon, tot wie het onvriendelijk woord gericht was: „ik ben mijn broeder niet." En hij stapte den winkel uit, mijn vriend in de grootste verwarring ach terlatend. GLADSTONE TERECHTGEWEZEN. Een kleindochtertje van Gladstone, dat zeer in opa's gunst stond, had de gewoonte te laat op te staan, en de staatsman poogde hier verbetering in te brengen. Waarom sta je toch niet vroeger op, lieve? vroeg Gladstone. Wel Srootpa, u hebt mij toch altqd gezegd, dat ik moet doen wat de Bijbel zegt? Ja zeker, m'n kind, maar. De kleine haalde subiet een bijbeltje sloeg Ps^ 127 op en wees op het tweede opstaat!"^ V6rKeefS d8t vroe« Franeche romanschrijver Honoré de Balcac betrapte zijn huis knecht eens op een leugen, VrfUr?/1S,"' zei hü bestraffend, „is het leelykste, dat er op aarde bestaat! n«nJL,?r .stee^8 aan: wjj mogen onze naasten niet beliegen!" „Waarom laat u mü, als de deur voor als een deugd die we moeten bi trachten, speciaal tegenover hen, Vo wier persoonlijkheid en denkbeex, wij niet bepaald veel sympathietü; ben. Weinigen beseffen dat daa^ tegen, in hoe inniger verstandhoudiM we tot iemand staan, hoe meer ver. draagzaamheid er noodig is. Wanneet men veel van iemand houdt, begaat men licht de fout, onbewust aan te nemen dat die persoon altijd net zoo gestemd moet zijn als men zelf is. Men gaat van het standpunt uit, dat die gelijkgestemdheid voortdurend bestaat Toch is dat niet mogelijk. Twee men schen mogen nog zooveel svmpathie voor elkaar hebben, nog zooveel voor elkaar over hebben, het blijven twee menschen, elk met hun eigen zwak heden gedachten en stemmingen. Daarom kan het niet uitblyven dat op een gegeven oogenblik de eene in een andere stemming verkeert dan de andere. Wanneer ze dan niet over een vol doende mate van verdraagzaamheid beschikken, zal op een dergelijk blik öf de een, öf de ander, zoo niet beiden, zich pijnlijk getroffen v(%y Men meent dan opeens zoo vreemd staan tegenover degene waarvan men houdt en met wie(n) men zich in zoo volkomen harmonie meende. Want het kan voorkomen, dat juist wanneer men bijzonder veel behoefte heeft aan har telijkheid en tegemoetkoming, de an dere deze niet geeft, eenvoudig om dat hij of zij zelf tijdelijk in een nega tief stadium verkeert en niet in staat is om opwekking uit te stralen. Wan neer men zich dus in iets tekort gedaan voelt, is het raadzaam om eens na te gaan waarin de houding van de an dere persoon haar oorsprong kan vin den. Is hij (zij) misschien moe, of door zorgen of andere redenen neerslachtig gestemd? Is het niet mogelijk dat op hetzelfde moment, waarop de een zicb verongelijkt gevoelt, de ander zicb eveneens stoort aan een gebrek aan aanvoelen? Verdraagzaamheid van en eerbied voor elkander's stemmingen zijn een eerste vereischte voor twee menschen, die door een nauwen band samen verbonden zyn. En de groote kunst is, om ook de stemmingen, waar van de oorzaak ons niet onmiddellijk duidelijk is, geduldig en vriendelijk te verdragen. Niemand kan altijd geven, en wij allen hebben wel eens recht zoowel als reden om moe en negatief te zijn. Men kan zacht en tactvol pro- beeren om iemand, waarmee het 200 gesteld is, in een opgewekter stem ming te brengen. Maar forceeren ia altijd af te raden, daar dit hoogstwaar- schynlijk meer kwaad dan goed zal doen. Dingen te laten uit genegenheid is moeilijker dan dingen te doen, en soms liefdevoller. Dr. JOS DE COCK. waarder komt, dan altijd zeggen, dat u niet thuis bent?" waagde de bedien dj het te vragen. „Deurwaarders zijn onze naasten niet!" gaf de Balsac ten antwoord. Gymnastiek. Mevrouw Hy'gs, voorzitster der ver- eeniging „De Slanke Lijn", is 10 da gen in het zeebad en heeft nog nietf van haar vormen kunnen offeren. Zij weegt nog steeds 103 Kilogram! Vaar- om gaat zij naar den dokter. „Doet u iederen morgen lichaamsoefeningen?" vraagt deze' ur »»0» ja." steunt mevrouw sta toch altijd alleen op!" „Je zult hard moeten werken 36 die millionairsdochter krijgen wit- „Da's niks als ik haar niet moet ik nog harder werken." „Ik zag iets over den grond loopeI1 zonder beenen." „Dat is vast een leugen." „Toch niet, het was water!" Meneer Mik: „Vind jij mevrouw Mak niet verschrikkelijk langzaam?" Mevrouw Mik: „Nou! Ze heeft veer tig jaar noodig gehad om twee en 0 tig te worden."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 10