De lange rok. Aardig gekleurde leeren regenmantels. Practische wenken. Het menu van de week. Wapen telgen het werkende meisje? Verschillende lezeressen hebben ons al eens gevraagd wat nu eigenlijk de goede maat voor japonnen is. Den eenen dag leest men in modetijdschriften, dat de japonnen tot den enkel reiken, dan weer wordt aangegeven, dat zij tót op de kuit komen. Wii zijn daarom eens naar een bekend modehuls gegaan om ons licht op te steken bij deze speciali teit. Het resultaat van ons welwillend gegeven onderhoud zullen wii onze lezeressen dan ook gaarne weergeven. Eerst was het nog even aarzelende, dat wij het verzoek deden, maar de directrice wilde ons zelf te woord staan. „Ja," zeide zij, „wat u mij vraagt, is niet met één enkel woord te beantwoor den, Naar mijne meening zullen korte japonnen, d.w.z. japonnen en rokken, die niet tot den onderkant van de kuit komen, zeker altijd wel in de mode blijven. Altijd zullen er vrouwen gevonden worden, die door haar kleeding gaarne de aandacht trekken; dit was het geval met de overdreven korte rokken, die een tijd lang zelfs boven de knie ge dragen werden en dit zal ook zoo gaan met de te lange rokken. Voordeelig waren die rokken zeer zeker, want doordat zij niet alleen kort maar ook zeer nauw waren, had men slechts zeer weinig stof noodig. Voordeelig, ja, maar mooi waren die nauwe kokertjes toch zeker niet en dan, daarbijzii belemmeren in hooge mate het gemakkelijke en vlugge loopen. Wii zien hoe langer hoe meer een neiging van de vrouwen om zichzelf in twee klassen te verdoelen. Aan den eenen kant zien wii de wer kende vrouw, met haar, wat wij in den te^enwoordigen tiid, korte rok noemen en aan den anderen kant zien wii de vrouwen, die zich in betere omstandig- werken; deze laatsten zullen overhellen heden bevinden en niet behoeven te naar de lange rokken. Zij zullen de mode van de lange rokken als wapen gebruiken tegen de werkende meisjes, die bii dagelijkschen arbeid zich zoo practisch mogelijk kleeden en er mis schien slechts één lange japon op na houden wanneer zii in hare vriie uren uitgaan." Het viel mijn welwillende inlichtster waarschijnlijk op, dat ik haar eenigs- zins vragend aanzag, want zij zeide al thans: ,U vindt het waarschijnlijk min of meer vreemd, dat ik dit laatste zeg, maar ik zal u dit gaarne nader ver klaren. In den loop der jaren zijn de mannen er meer en meer toe gekomen, de vrouw als een goede, plichtgetrouwe werk kracht te gaan beschouwen. In hoevele gevallen wordt niet een secretaresse gekozen? Zij is de zakelijke vertrouw de en wordt door haar werkgever vaak om advies gevraagd; blijkt zij een alles zins goede kracht, dan zal hü onwille keurig op haar steunen, omdat zü een helder oordeel heeft, de zaken gauw overziet en de opdrachten zonder veel woorden uitvoert. Een goede secretaresse zal belang stellen in alles wat de zaken van haar patroon betreft en daarom zal hij gaar ne die zaken met haar bespreken, waar van zijn vrouw geen verstand heeft en zich vaak niet voor interesseert. De vrouw die niet weet wat werken v i ia heeft en in goede omstan- cigheden verkeert, wordt dan vaak yvereuchtig op het werkende meisje, dat door i aar man zoo geprezen wordt, als kracht, die hy niet graag zou willen missen. Zp bemerkt, dat hij het gezel schap van zijn ijverige secretaresse zeer op prijs stelt. Nu gebruikt zij haar wa pen, tegen het werkende meisje, n.1. haar behaagzucht. Komt de man 's'mid- dags thuis, dan vindt hij een goed ge- kleede vrouw in een moder ne, d.w.z. lange japon, onbe rispelijk van tint en flatteus. Onmiddellijk voelt hü het verschil tusschen haar en het werkende meisje, in haar eenvoudige blouse en rok of zwart japonnetje. Hij voelt, dat deze twee vrouwen tot een verschillende klasse be- hooren; beiden hebben mis schien dezelfde opvoeding gehad, maar de een werkt, en de ander niet! Wij verwachten daarom, dat de twee modes naast elkander zullen blijven be staan. De werkende vrouw zal de korte en eenvoudige jaoon dragen, omdat deze zich het beste bij haar bezigheden aan past en de vrouw van de wereld zal haar „wapen", de lange, nog ietwat onwen nige japon de voorkeur geven." Ik had een zeer eenvoudige vraag ge daan betreffende de juiste lengte der rokken en had een eenvoudig antwoord verwacht. In plaats daarvan hebben wij de vraag beantwoord gekregen op een wijze, die ons te denken heeft gegeven en hebben wij een nieuwen kijk op de zielkunde der vrouw gekregen, 'n zeer interessante en misschien ware theorie hooren verkondigen door het hoofd van een groot modehuis. Hoe wü er met regenweer toch aardig uitzien. 't Is Augustus; alle winkels stellen nog volop zomergoed ten toon, maar desondanks zien we daar naast in alle modezaken een deel der étalages gewijd aan „regenmantels". Geen wonder, dank zp de vele regen dagen zouden wp er dit jaar eerder toe komen ons zoo'n nuttig kleedingstuk aan te schaffen, dan iets anders. De grootste optimist kan niet ontkennen, dat wy daar wel reden toe hebben. De dames zullen dus als No. 1 op het lijstje plaatsen: een regenuitrusting. Het valt ons tegenwoordig niet moei lijk om er zelfs, als het regent, aardig uit te zien; we behoeven geen eentonige bruine of beige gabardine jassen te dragen, evenmin zware lompe over schoenen, noch groote zwarte para- pluie's. Neen, zelfs in de regenjassen kan men de vroolijkste kleuren kiezen, die niet onderdoen voor de fleurige zomerkleeren. Regenjas, hoed en parapluie kan men geheel en al bij elkander passend krij gen en inplaats van de ouderwetsche zware overschoen heeft men allerlei aardige variaties, zelfs in geruit gum mi, die men over de schoenen draagt en tot over de enkels of zelfs tot een cm. of 5 onder de knie reiken; ze zijn heel practisch en sluiten op zijde met een patent treksluiting om het been. In allerlei kleuren ziet men hoed en mantel, rood, groen, donker en licht blauw, enz. Onder de regenjassen wordt met zacht weer alleen de japon gedragen, met koudere dagen zal er echter een wollen jasje bij moeten komen; we zor gen echter bii de aanschaffing vooral geen te nauw aamsluitenden mantel te nemen, daar dit niet mooi staat. De leeren regenjassen zijn dezen zo mer zeer modern; ze staan keurig netjes gekleed, zijn warm en waterdicht en kunnen ook in den winter gedragen worden. Men heeft deze leeren jassen in al lerlei prijzen en alle waar is natuurlijk naar zijn geld. Een imitatie leeren re genjas zal niet zoo goed voldoen en niet zoo mooi blijven bij langdurig ge bruik als een echt leeren jas. Het ver schil in prijs is inderdaad groot en toch doet men veel verstandiger zich een solide exemplaar aan te schaffen; ze houden veel en veel langer stand en hoe ouder de jas wordt, des te mooier wordt deze ook; in het begin zien deze jassen er dof uit, maar door het dragen wordt het leer mooier, waarom we dan ook zoo gehecht raken aan onze oude leeren jasjes. Deze leeren regenjassen zijn- ook zoo buitengewoon geschikt om op reis te dragen of in een auto, doordat zii regen en stof tegenhouden. Zii worden in al lerlei kleuren gemaakt, donker en licht rood, donker en lacht blauw, groen, enz. Warm vet op hout. Onmiddellijk nadat het vet op het hout is gevallen of gespet, moet er koud water overheen gegooid worden, zoodat het vet dik wordt, alvorens het gelegenheid heeft gekregen in het hout te trekken. Schrap het vet met een mesje af en strooi er wat Vim over heen. Even uitborstelen en de vetvlek zal verdwenen zijn. Een goed meubelpolitoer. Meng gelijke hoeveelheden terpen tijn, gekookte lijnolie, azijn en brand spiritus. Doe dit mengsel in flesschen, welke voor het gebruik goed geschud worden. Vruchtenvlekken op de handen kunnen verwijderd worden door de vlekken in te wrijven met een citroen, die in de helft is doorgesneden. Vuile handen. Als uw handen vuil geworden zijn van het keukenwerk, vooral als men kachels en stellen gepoetst heeft, of de handen met olie besmeurd zijn, moet men deze met groene zeep insmeeren en daarna in meel steken. Daarna met warm water afwasschen. Castorolie voor leder. Leder overtrekken van stoelen hou den het veel langer uit en zien er veel mooier uit wanneer deze zoo nu en dan met castorolie ingewreven worden. De olie moet goed ingewreven worden, maar het mag niet te dik op de opper vlakte liggen, want dan zal de olie veel stof opzuigen. Ook boeken met leeren ruggen kan men op deze manier be handelen. Leder bevat van nature olie, maar mettertijd droogt dit uit en het is dus goed leder met castor-olie te „voe den". Brandwonden. Hoe de pijn te verzachten Is en blaren te voorkomen. Hoe vaak komt het in een huishou ding niet voor, dat men zich bij de be reiding van het eten aan kokend vet, heet water e. a. brandt. Hoe hevig de pijn is, weet ieder, maar heeft men wel de noodige huismiddeltjes bij de hand om de pijnt te verzachten en zoo mo gelijk het vormen van blaren te voor komen? Een oud middel, dat men bij den apotheek kan krijgen is een flesohje lijnolie en kalkwater; het beste is om het middel in een hoekje van het keu kenkastje te bewaren, met een klein rolletje verband er bij; heeft men zich gebrand, dan dadelijk het fleschje olie goed schudden, op een lapje schenken en op de gewonde plek leggen; met een stukje verband afsluiten. Een ander buitengewoon goed wer kend middel, dat men eveneens in huis moet hebben is een z.g. „Brandbinde", d. i. een rolletje verband, waarop een verzachtende en heel end e poeder zit. Men knipt een stuk van het rolletje af, legt het op de gebrande plek en wik kelt er nog een verbandje om; de pijn zal dan zeer spoedig over zijn. Heeft men een en ander niet in huis, dan giet men slaolie op de brandplek en herhaalt dit van tijd tot tijd totdat de pijn over is; men zal dan ook geen blaren krijgen. Het inbraakvrije weekend-huls. De geneeskracht van uien. De ui werkt buitengewoon goed op de nieren, geeft de teveel ingespannen hersenen rust en kracht en is ten slotte nog een uitstekend slaapmiddel. De oude Grieken roemden reeds de kracht van de rauwe uien en door haar gunstige uitwerking, die het eten van uien op het bloed heeft, wordt de ge laatstint ook frisscher en door de ryk- dom aan zwavel verkrijgt het bloed meer warmte-energie dan door andere voedingsmiddelen. Het organisme krijgt meer weerstand en vernietigt de kiemen en bacillen van het haar, wanneer men het hoofd er regelmatig mee inwrijft. Winterhanden en -voeten, die twee maal per dag met uien bestreken wor den, zullen na vier of vijf dagen veel minder pijnlijk zijn en genezen. Het is daarom aan te bevelen zooveel mogelpk uien in de verschillende ge rechten te verwerken. We zullen dit in den winter kunnen doen in haché, erwtensoep, stamppot uien en aar# appelen, hutspot, enz. en in den zomer zullen we niet vergeten ze rijkelijk bij diverse saladen te .voegen, alsmede bij tomaten in allerlei vormen, als soep, sla, purée, gestoofde tomaten, etc. Zondag: Tomatensoep. Varkens biefstuk, bloemkool met tomatensaus. Aardappelpuree. Gevulde meloen. Maandag: Bloemkoolsoep. Gehakt met kerry. Stoofsla, aardappelen. Fruit. Dinsdag: Runderlapjes. Andijvie, aardappelen. Brood, ommelet, met pruimen compöte. Woensdag: Torna tensla. Rosbeef, Postelein, aardappelen. Hangop. Donderdag: Vleeschschotel met rijst en tomaten. Kropsla met eieren, gebakken aardappelen. Vrijdag I: Gekookte makreel. Worteltjes, aardappelen. Peterseliesaus. Bessenvla. Vrijdag II: Ommelet met tomaten. Princesseboonen, aardappelen. Gewelde boter. Bessenvla. Zaterdag: Biefstuk. Sn-ü'boonen, aardappelen. Rijstenbrei. Gevulde meloen. We nemtv een middelmatig groote meloen en verschillende andere soorten fruit, bananen, appels, pruimen, aal bessen, 1 ons vruchtensuiker, sap van 1 citroen. Van de meloen snijden wij het bo venste gedeelte af, daarna laten wij het vocht wegvloeien, en halen het zaad er uit. Het vruchtvleesch scheppen wy uit en snijden dit aan stukjes; de bana nen worden aan plakjes gesneden even als de appel; de pruimen van het vel letje en van de pit ontdaan en gehal veerd, daarna worden de verschillende vruchten in een diepen kom gedaan met de suiker en de citroensap en een uurtje op een koele plaats gezet, liefst op ijs. Even voor het opdienen wordt nu al les in de uitgeholde meioen gedaan en deze wordt opgediend op een schotel, die belegd is met wingerd of andere groote bladeren. Brood ommelet met kruiden compote. 300 gram oud brood zonder korst, 3 d.L. melk, geraspte citroenschil, 3 eieren, 75 gram suiker, 75 gram boter, pruimen compöte, wat poedersuiker of fpne suiker.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 11