'I AM STER DAM SC HE k
1 BRIEVEN
Een greep van dit en dat.
den zal meester maken van ons wereld
deel. Met al de funeste gevolgen,
welke daaraan zouden zijn verbonden.
Het is de groote vraag, of ook in
ons arme, oude Patria wordt begrepen,
aan welk doodsgevaar wij ons nu bloot
stellen?....
De wereld-crisis, nu heerschend, is
zeer zeker van hoogst-ernstigen aard.
De Rijksmiddelen over Juli-1931 ble
ken ruim vijf millioen gulden minder
te zfjn dan die over de zevende maand
van 1930.
Van 1 Januari 1930 tot 31 Juli van
dat jaar werd c.c. 36 millioen gulden
minder door 's Rijks kas geïnd dan het
vorige jaar.
Dat is geen kleinigheid.
En straks, wanneer Minister De
G-eer, op den 15en September a.s.,
zijn millioenen-nota zal hebben in
gediend bii het Parlement, krijgt
men daarover wel nader te hooren.
Nogmaals: wij staan nu op een
„keersprong".
Voor het kabinet-Ruys de Beeren-
brouck is 't een uitermate lastig geval.
Minister Verschuur heeft met zijn
ontwerp-Bedrijfsraden bij den Hoogen
Raad van Arbeid, was reeds bekend,
échec geleden.
Thans is gepubliceerd, dat deze Raad,
zij 't met de kleine meerderheid van
2117, afkeurend heeft geadviseerd
over deze wetsvoordracht.
Voor Exc. mr. Verschuur is dat niet
aangenaam.
Ook daarover zullen we weldra in het
Parlement, nog wel te hooren
krijgen.
Ook in Nederland herhaal ik
verkeeren wij in een soort van over
gangsperiode.
Onze Regeering verkeert in 'n uiter-
mate-moeiliiken toestand.
De al-hooger opgetrokken Tarief
muren brengen haar in een uiterst-las
tige situatie.
Welke richting moet zij aldus kie
zen?
Ik herinner aan de zeer-lastige po
sitie, waarin, nu een kwarteeuw
terug, dus: in den jare 1905, ver
keerde het kabinet-Kuyper, toen dat
tegenover het gevaar stond van, dooi
de protectie-plannen van Minister
Kolkman, ten val te worden gebracht,
bracht.
Wat weet men nu c.c. kwart
eeuw geschiedde.
Iets van het toen-gebeurde doet zich
nu wederom voor!
Maar: het wereld-aspect is gansche-
lijk anders geworden.
De groote vraag is thans: of men be
grijpt, beseft, dat slechts solidariteit
van internationaal karakter den armen
mensch in Europa kan redden tegen de
j vernieling, verslaving, hem van
bolsjewieksche zijde bedreigend?.
Dat kan slechts door hem te bescher
men tegen het kortzichtig-egoïstische
egoïsme van, via momenteele winst,
door de meergenoemde verhooging
der Tarief-muren, wat geld in de
portefeuille te werpen.
In strijd met het verstandige Pan-
Europa-begrip.
Zal men de waarde van dat recept"
begrijpen en toepassen?
Daar komt 't nu op aan!
Mr. ANTONIO.
Stads-beeldhouwwerk. Een
nieuwe bloei van het „stand
beeld"?
We mogen dan nog altijd het „land",
en wat speciaal Amsterdam betreft,
de „stad van Rembrandt" zijn, het
land, de stad, van.... Claus Slu-
ter (de groote Nederlandsche beeld
houwer uit de Middeleeuwen) zijn we
zeker niet!Eenvoudiger gezegd:
wat de schilderkunst betreft mogen we
er, ook nu nog, zijn, met de beeld
houwkunst komen we achteraan, óók
in de hoofdstad. Of moeten we langza
merhand gaan zeggen: „kwamen" we
achteraan?Want wèl zijn we nog
steeds slecht voorzien van „openbare"
standbeelden en is, wat er aan derge
lijke beelden nog staat, niet bepaald
eerste klas en meestal ook slecht op
gesteld, maar op het gebied van de
decoratieve plastiek, dat is: van de,
bij de architectuur zich aansluitende,
versierende beeldhouwkunst, hebben
we de laatste jaren toch snelle vorde
ringen gemaakt en reeds vele overwin
ningen geboekt. Dat deden we vooral
in de nieuwere woongedeelten, die meer
en meer de oude karakteristieke koop-
mans-stad als een ring zijn gaan om
sluiten, gedeelten waarin de „verti
cale lijn", die de bouworde van oud-
Amsterdam kenmerkt, vervangen werd
door de horizontale, waardoor de wo
ningen haar hoogte-type wijzigden in
een breedte-type, wat mede geboden
was door het meer en meer in zwang
komen der z.g. flat-woning. Dit breedte
type bracht een geheel nieuwe bouw
wijze met zich mee: de breedere vlak
ken eischten een geheel andere verdee
ling; de ramen werden anders geplaatst,
enz. En dit soort moderne architectuur
leende zich bij uitnemendheid voor die
versierende beeldhouwkunst, voor
die decoratieve plastiek. Niet dat we,
in de laatste jaren, ook niet in de bin
nenstad, waar de bouw met het ver
ticale accent, ook in de moderne bouw
sels, geboden blijft, vele goede voor
beelden van dit soort plastiek zouden
kunnen aanwijzen. Ik noem slechts: de
groep zeelieden met haar pendant,
eveneens een drie-figuren-groep, sym-
bohseerende scheepvaart en handel van
f ®louwer L. Zijl, benevens de
gestileerde vrouwen-figuren, Europa
rvJof1^ verbfeldend, van dr. Mendes da
Costa aan het gebouw der Ned. Handel
maatschappij aan de Vijzelstraat- het
beeldhoiiwwe-rk van HibTSp en H
A. van den Eynde aan het Scheepvaart-
huis; het beeldhouwwerk aan Berlaoe\
Beurs ook grootendeels van Zijl en ten
slotte, uit den allerjongsten tijd da
groote hoeveelheid sculpturen,, die'men
aangebracht vindt aan den gevel van
het nieuwe gedeelte van het Stadhuis..
Dit laatste is geheel en al een schep
ping van den, reeds een aantal jaren
geleden tot officieele „stadsbeeldhou
wer" benoemden Hildo Krop, die ach
tereenvolgens ook zijn versierende zor
gen wijdde aan het Telefoongebouw aan
de Heerengracht, aan het gebouw van
de Gemeentetram, aan de galerij in
de Vijzelstraat, maar die toch zijn
grootste triomfen met den steen en den
beitel reeds vierde en nog steeds voort
gaat te vieren, in die nieuwere woon
wijken bovengenoemdDaar zijn het
overigens niet alleen gevels van ge
bouwen en woning-complexen, die al
dus profiteeren van deze gemeentelijke
kunstzinnigheid; ook de bruggen
(voor hun modernen artistieken bouw
heeft overigens, eenige jaren geleden,
de gemeente eveneens een kunstenaar
geannexeerd: de architect Kramer na-
melük, die thans als „officieel" ge
meentelijk bruggenbouwer werkzaam
is) krijgen er hun deel vanin den
vorm van door Krop en ook nog wel
enkele anderen, gebeeldhouwde hoek-
oeilers, enz. Daarenboven laat men, in
deze nieuwere wijken, ook nog wel op
andere wijzen de moderne beeldhouw
kunst mee-spreken. Zoo dan b.v. door
middel van de, vrijstaande, op hooge
vierkante gemetselde zuilen zich ver
heffende, imposante geweldige ruiter
beelden van Anton Radecker, die het
Van Tuyll van Serooskerkenplein sie
ren. In verband met het nabije Stadion
zijn deze figuren aan de sport ontleend.
De eene stelt voor een polo-speler, juist
bezig den bal te slaan, de andere een,
in gespannen aandacht voor zich uit
starenden ruiter.Niet ver hier van
daan staat het bronzen beeld voor het
Stadion, door den volksmond betiteld
met den naam van „Jan met de Hand
jes"; het is werk van Mej. Rueb.
Vervolgens treft men in de Apollolaan
verschillende gazons aan, die met klei
nere beelden versierd werden: men
vindt er b.v. de veel besproken Har
monicaspeler vay Jansen van Galen,'en,
aan den kant van de Hobbemakade, het
sober behandelde beeldje Moeder en
Kind van de hand van Frans Werner.
Zoo is er nog veel meer, wat hier
niet allemaal ter sprake kan komen;
maar uit het weinige genoemde blijkt
toch al wel dat we, in alle geval wat de
versierende beeldhouwkunst betreft, in
derdaad wel mogen gewagen van
„snelle vorderingen" en „vele overwin
ningen".... En misschien staan we
ook aan den aanvang van een opleving
der „portretteerende" „vrije" beeld
houwkunst, aan het begin van een
goede moesson voor het standbeeld
Misschien!.. Er zijn tenminste enkele
teekenen, die er op zouden kunnen
wijzen. Het van Heutz-monument op
de Ooster-begraafplaats, het Heiier-
mans-borstbeeld in het Vondelpark,
en nu, als laatste, weer het Domela
Nieuwenhuis-standbeeld van Johan Po-
let op het Nassau-plein, dat reeds werd
opgesteld en een dezer dagen zal ont
huld worden, het zijn, nog eens:
misschien! de eerste teekenen van
een nieuw wortel-schieten der stand-
beeldkunst in denopenbaren Am-
sterdamschen grond
Een 300-jarlg jubileum.
Onder de „plastische" versieringen
onzer nieuwe of hér-nieuwde bruggen
treft men ook enkele malen boven de
letters S. P. Q. A. (Senatus Populus
Que Amstelodamensis: Van den Se
naat, het Stadsbestuur, aan de
bevolking van Amsterdam) de Keizers
kroon aan, die ook ons drie-kruisige
stadswapen siert en die tevens den top
van den Westerkerk-toren dekt, de
Keizerskroon, die in 1489 door den
Roomschen Koning Maximiliaan aan
de stad geschonken werd voor „be
wezen diensten"Het is overigens
niet zoozeer om de „geschiedenis" van
dien kroon, in 't kort, op te halen,
dan wel om het driehonderd-jarig be
staan van de Westerkerk te gedenken,
dat ik dit te berde breng. Het was n.1.
eenige weken geleden juist drie eeuwen
geleden dat deze kerk, waarvan prof.
Slothouwer indertijd zeide, dat „geen
andere, zoo grootsche en gave concep
tie in de geheele Nederlandsche archi
tectuur te vinden is", in gebruik werd
genomen en waar dit bouw-monument
met zijn, een groot gedeelte der stad
beheerschenöen toren, populair is als
vrijwel geen ander, mag toch wel met
een enkel woord dit jubileum herdacht
worden. Vooral in een tijd, waarin aan
jubilea, die heel wat minder „gerecht
vaardigd" zijn, geen gebrek is!In
1650 dan nam het Stadsbestuur het be
sluit dat er op .de, zoo juist tot stand
gekomen z.g. Keizersmarkt een kerk
zou komen. 9 September 1620 werd door
Willem de Vrij de eerste steen gelegd
en langzamerhand naderde toen dit
grootsche bouwwerk van den groot
meester der Nederlandsche architecten:
Hendrick de Keijser, zijn voltooiing,
zoodat er tenslotte in het midden van
1631 de eerste preek kon gehouden
worden.
Deze kerk, al spoedig Westerkerk
geheeten, zooals het plein' daarom
heen weldra als Westermarkt bekend
stond, is de grootste en aanzienlijkste
der kerken, die na de Hervorming in
de hoofdstad gesticht zijn. Boven den
Westelijken ingang werd het groote
orgel gebouwd, dat een schepping is
van den beroemden Amsterdamschen
orgelbouwer Roelof Barend Duijtschot,
die in 1686, na bijna vier jaren werken,
met zijn arbeid gereed kwam. Praalgra
ven treft men er niét aan; toch vonden
Verscheidene beroemde personen er
hun 'aatste rustplaats, zoo o.a. Rem
brandt.
De toren, waaraan het gebouw
voornamelijk zijn vermaardheid dankt,
is 85 meter hoog en werd in 1638
voltooid en bevat de groote luidklokken
van Olaude Fremery en Hemony, even
als het in 1658 door Hemony gegoten
en uit 33 klokken bestaande carillon,
dat niet minder dan.... 10.000 kg
weegt. Gelukkig mogen wy dezen
jubilaris, niettegenstaande dan de
teren ietwat scheef staat, wat echter,
volgens deskundigen, absoluut niet ge
vaarlijk is, na deze drie eeuwen nog
een lange serie volgende eeuwen voor
spellen!Gelukkig! want zonder
die Westerkerk en haar toren zou Am
sterdam Amsterdam niet zijn
Terug op den beganen grond.
Het honorarium onzer Edelacht-
baren.
Vanuit de historie en uit de toren
hoogs lucht wil ik nu weer een oogen-
blik met u op den beganen grond en
in het heden „neerdalen".... Men
krijgt by zulk neerdalen wel eens een
minder frisch gevoel en voelt zich wat
beëngd; en dit is hier dan ook het ge
val, nu ik u dan maar dadelijk midden
in een, aan de „politiek" verwant
kwestietje zet, dat den laatsten tijd
onder ingezonden stukken-schrijvers en
andere ontevredenen nogal wat stof
heeft doen opwaaien... Het gaat om
het kortgeleden door B. en W. inge
diende voorstel waarmede beoogd wordt
den Raadsleden in den vervolge ook
voor het bijwonen der vergaderingen
van diverse raadscommissies en van de
afdeelingen een vergoeding te geven
van 5.per keer. „Het zal niet veel
kosten, zeggen B. en W„ een 4000.
per jaar," aldus schrijft een dezer ver
ontwaardigde inzenders, en hij ver
volgt: „maar daar is natuurlijk niets
van aan! Rekent maar eens hoeveel
commissies er zijn, de commissie voor
de financiën, de commissie voor de
strafverordeningen, de bouwcom
missie, de licht-commissie, die
voor bijstand, de afdeelingen, enz. Ik
ken ze niet eens allemaal precies. De
heeren zitten met zijn 45 ongeveer allen
in een commissie of afdeeling. Eén
zoo'n vergadering kost dus al 25 plus
diverse vergaderingskosten. Als ze dus
20 maal bijeenkomen zijn ze al een heel
eind over de begrooting heen. Is het
ook niet eigenaardig, dat dit voorstel
nu pas, na de verkiezingen, gedaan
wordt. Dat is toch opvallend! Vreesde
men te veel impopulariteit by de kie
zers als men voorstelde het eigen in
komen te verhoogen?"
Deze inzender, die ik als typisch
voorbeeld van een vrij aanzienlijk aan
tal, in gelijken zin denkende en rede-
neerende, stadgenooten nam, ver
geet, dat het voorstel tot deze „inkom
sten-verhooging" niet van de „heeren"
zélf, maar van B. en W. uitging.
Maar ook nog afgescheiden daarvan
komt ons dit soort felle kritiek op het
voorstel, een kritiek ingegeven door
een onoverkomelijke, maar daarom nog
niet in alle deelen gerechtvaardigde af
keer van de z.g. „beroeps-politici",
wel wat onbillijk voor. Het is waar:
enkele jaren geleden heeft de Raad van
Amsterdam zichzelf reeds een behoor
lijke „verhooging" toegekend,- door het
presentie-geld van 5 voor elke raads
vergadering af te schaffen en daarvoor
in de plaats te stellen een vaste ver
goeding, die in totaal 33.000 bedraagt.
Maar trekt men het bedrag voor de 5
wethouders, die afzonderlijk gehono
reerd worden, er af, dan blijft dus voor-
elk lid een jaarlijksch inkomen van
825 over. En dat is voor iemand, die
zyn functie serieus opvat, toch waarlijk
niet te veel! De tijden, dat een raads
lidmaatschap uitsluitend een eere-func-
tie was, liggen toch wel voorgoed achter
ons. Daarom behoeft echter, aan den
anderen kant, het raadslidmaatschap
nog geen baantje, uitsluitend terwille
van de „verdiensten" aanvaard, te zijn.
Trouwens, om die verdiensten alleen,
behoeft men het, ook al wordt dan
dit nieuwe voorstel aangenomen, heusch
niet te doen! En een uitgave van 4000
per jaar of een paar duizend meer voor
het werk van onze Edelachtbaren,
maakt op een budget van een dikke 100
millioen bitter weinig uit.
DOOR EEN HONDJE GERED.
In het museum te St. Petersburg
wordt onder meer opgezette dieren ook
de lievelingshond van Peter de Groote,
Lisette, in een glazen kastje bewaard.
Het dier redde eens een voormalig ho
veling van den „knoet" en de dood
straf.
Wat de persoon in kwestie misdaan
had, wordt niet vermeld, maar Peter
scheen wel wat al te hard in zijn oor
deel te zijn geweest, want- de keizerir
en het geheele hof hielden de hoveling
in kwestie niet voor zoo zwaar schul
dig en deden allen 'n goed woordje voor
hem, maar tevergeefs.
De monarch werd daardoor nog
meer tegen den schuldige verbitterd
en verbood op straffe van ongenade
aan iedereen, zelfs aan de keizerin, on
nog met een enkel woord van deze aan
gelegenheid te reppen.
Nu kwam de keizerin op een goeden
inval. Men stelde in allerijl een smeek
schrift op uit naam van het lievelings
hondje Lisette en schoof het papier
onder den halsband van het dier.
Toen de keizer uit den senaat terug
kwam en de hond als gewoonlijk vroo-
lyk blaffend tegen hem opsprong, zag
de keizer terstond het bewuste papier
en las het door.
Wel Lisette, sprak hii lachend,
kom jy me ook al met smeekschriften
aan? Ómdat het voor de eerste maal
is, zal ik voor dezen keer eens een
extra uitzondering maken en je je zin
geven.
En hij stuurde terstond iemand naar
de vesting, waar de gevangene was.
met het bevel, deze onmiddellijk on
vrije voeten te stellen.
Gisteren heerlijk genoten vr lr
radio! Tannhauser. Schitterend!
O, wij luisteren nooit naar
kleine stations.
Nou boertje, wat zalle we kryge
as de wind gaat legge?
Boertje: Windeieren, zou ik denkeu.