Koopt bij
kt ïhutuhs sits
es Stoppen?
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BustenSandsch overzicht
Nr. 7007. EEP:ST£ bLAD
DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1931.
59ste JAARGANG
Een coalitie-kabinet in Engeland gevormd. - Een in
drukwekkend woord van MacDonald. - De kloof tus-
schen MacDonald en de arbeidersregeering. - De
onrust in Spanje.
Zuid-Amerika het werelddeel der toekomst.
De geestestoestand van het voik.
Gedachten over Zuid-Amerika en Zuid-Amerikanen.
(Wordt vervolgd).
KELDERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel! 1.65;binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTENT1ËN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Het coalitie-kabinet in Engeland ge
vormd. Achter de samenstelling van een
coalitie-kabinet heeft MacDonald sneed
gezet ui reeds Dinsdagavond kon officieel
de mmisteriiist worden gepubliceerd. Het
kabinet bestaat uit:
MacDonald, (arb.), premier.
MacDonald blijft Engelands eerste
minister.
Baldwin (cons.), lord-president of the
eoumoil.
Snowden (arb.), kanselier van de schat
kist.
Sii Herbert Samuel (lib.), biirnienland-
sehe zaken.
Lord Sankey (arb.), lord-kanselier.
Lord Reading (lib.), bulteniandsche
zaken,
Sir Samuel Hoare (cons.), Indië.
Thomas (arb.), dominions en koloniën.
Nevilte Chamberlain (cons.), hygiëne.
Sii CunMffe Lister (eens.), handel.
De volgende ministers maken wel deel
uit van de regeering, maar behooren niet
tot het „kabinet":
Lord Amulree (arb.), luchtvaart.
Sir Au sten Chamberlain (cons.), eerste
lord an de admiraliteit.
Si, Archibald Sinclair (lib.), minister
voor Schotland.
Sir Donald Maclean (lib.), ouderwijs.
Sir Henry Botterton (cons.), arbeid.
Lord Londonderry (cons.), publieke
werken.
Markies van Lothian (lib.), hertogdom
Lancaster.
De portefeuilles van oorlog en Land
bouw zouden nader bekend gemaakt wor
den.
Het kabinet bestaat dus uit vier leden
van de arbeiderspartij, vier conservatie
ven en twee liberalen. Het is het kleinste
sinds vele jaren, daar het normale aantal
on opveer 17 bedraagt.
Karakteristiek is, dat de ministers van
alle departementen, die groote uitgaven
vragen, behalve die voor hygiëne, niet in
het kabinet zijn opgenomen, wat bewijst,
dat hrt kabinet van zins is tot groote be
zuinigingen over te gaan.
Van de 7 portefeuilles buiten het ka
binet komen er, zooals men ziet, 3 aan
de conservatieven, 3 aan de liberalen en 1
aan de arbeiderspartij.
Daar de ministerlijst geen aanwijzingen
bevat over de departementen van trans
portwezen, pensioenen en overzeeschen
handel, is men van meening, schrijft de
Nw. Rott, 1rt„ dat deze departementen uit
zuinigheidsoverwegingen bij de andere
gevoegd zullen worden. De nog te benoe
men ministers van oorlog en landbouw
zullen eveneens niet tot het kabinet be
hooren.
Hetzelfde blad schrijft:
Of labour bii slot van rekening al dan
niet een vijandige houding aanneemt
tegenover de nieuwe regeering is een
vraag van buitensporige beteekenis. Stel
dat labour wat verre van onwaarschijn
lijk is een hevige agitatie in het land
begint tegen de besnoeiing van- de uit-
keering van werkloozen, dan kan men
zich levendig voorstellen, hoe de uitwer
king uaarvan moet zjjn op de millioenien,
die "zonder bezigheid en in uiterst be
krompen omstandigheden op het oogen-
blik hun dagen doorbrengen. En tot
acitatie is labour wel gedwongen door de
aanstaa.-de verkiezingen, die nu alle par-
tüen in Engeland zullen gaan voorbe
reiden.
Het zaad van m-otesteerende aoitatie
te~->n do voornaamste maatregelen van de
nieuwe regeering zal in een zeer vrucht
baren bodem vallen. Er is niet veel ver
beeldingskracht voor noodjg om te- gissen,
wat er uit dien bodem zal opschieten. Het
kon zjjn, dat Engeland sociaal een on-
lustigen herfst en winter tegemoet ging,
als labour een onverzoenlijke houding te
gen de regeering aanneemt en haar niet
als nationaal bewind erkent.
Een indrukwekkend woord heeft Mac
Donald Dinsdagavond voor de radio ge
sproken, waaraan wjj een en ander ont-
leenen. Hij begon met er op te wijzen, dat
hij zjjn leven aan de arbeiderspartij had
gegeven. Maar nu heb ik mijn geloofsbrie
ven veranderd zoo zeide MacDonald
en nu zijn ze die van den nationalen
plicht, zooals ik dien zie.
Vervolgens wees de premier er op, dat
den laatsten tjjd veel geruchten de ronde
deden en hjj wenschte in het kort te ver
tellen, wat er was gebeurd. Waarop een
overzicht van den toestand volgde.
Zij, die ons geld leenden, achtten dit plot
seling in gevaar en trokken hun credieten
terug, zooals het ook vele andere landen
gebeurde. En men vertelde, dat de regee
ring geld had geleend voor improductieve
doeleinden, dat wjj boven onzen stand
leefden. Er werd ook veel propaganda te
gen ons gemaakt en men vergat, dat voor
zichtigheid was geboden bii het versprei
den van partijdige meeningen, dat- men
niet moest luisteren naar spookverhalen.
Het is echter niet waar, dat andere lan
den ons trachten te benadeelen, maar wèl
is de toestand ernstig. Die van Engeland,
die van de geheele wereld! En zij, die ons
hielpen, zijn ongerust; het is hier als met
een aanval van appendicitis, medicijnen
baten niet, onmiddellijk moet worden in
gegrepen.
kindertoeslagen zullen onaangetast wor
den gelaten.
Dat lijkt op het eerste gezicht heel erg,
doch de kosten van het levensonderhoud
zjjn dermate gedaald, dat een verminde
ring als deze kan worden gedragen.
Deze uitkeeringen vergen thans meer
dan 100 millioen pond sterling per jaar.
Welnu: wij kunnen anderen niet zwaarder
gaan belasten, indien op deze uitgaven
niet wordt bezuinigd.
Eén ding slechts kan uitkomst bren
gen: bezuiniging aan den eenen en ver
hoogde rijksinkomsten aan Hen anderen
kant. Een desbetreffend plan zal worden
opgemaakt. Indien die arbeid weinig tijd
in beslag neemt, zal het leven der nieuwe
regeering kort zijn, dan zal het normale
politieke leven spoedig worden hersteld
en weldra weer zijn, zooals het de vorige
week nog was.
Intusschen zal ik tegenover ieder, zoo
besloot spr. zijn rede, handelen met de vol
ledige macht, waarover ik beschik, en ik
ben overtuigd, dat de geheele natie bereid,
zal zijn om aan mijn oproep gehoor te
geven.
Over de positie van MacDonald worden
natuurlijk allerlei beschouwingen gegeven
en de verdere houding van de arbeiders
partij tegenover de coalitieregeering wordt
met belangstelling tegemoet gezien.
Ieder uur, meldt Reuter, wordt de kloof
tusschen MacDonald met hen, die hem
volgden en de rest van de arbeiderspartij
grooter. Onder de leden van het afgetre
den kabinet, die zich haastig van hem
scheidden, behooren Shinwell, Benn en
-Montagu.
De nationale administratieve raad van
de onafhankelijke arbeiderspartij heeft
een manifest gepubliceerd, dat in heftige
termen de regeering beschuldigt, de loo-
nen en de arbeidsvoorwaarden van de ar
beiders aan te vallen.
In de bijeenkomst van de parlementaire
arbeiderspartij van Vrijdag zal MacDo
nald waarschijnlijk de leiding van de partij
neerleggen, terwijl dan tevens zijn opvol
ger zal worden benoemd.
De Spaansche regeering vreest blijk
baar voor ernstige conflicten met de ka
tholieke bevolking in de noordelijke pro
vincies, naar aanleiding van de genomen
maatregelen tegen den kerkelijken in
vloed, waarover wij in het laatste over
zicht schreven. Behalve de kruiser „Li-
bertad", die naar Bilbao is vertrokken, zijn
thans nog twee andere kruisers naar het
Noorden gestoomd, terwijl de 8000 man
troepen, die naar de Baskische provincies
zijn gezonden, versterkt zijn. De grens-
wegen worden bewaakt om het binnen
smokkelen van wapens te voorkomen en
de regeering heeft de twee groote wapen
fabrieken te Erbar en te Gurniea laten
bezetten. Op verschillende plaatsen zijn
katholieke protestvergaderingen belegd
tegen de bepalingen van de nieuwe Grond
wet. Bij een dergelijke vergadering te Bar-
celona kwam het tot een botsing tusschen
katholieke betoogers en leden eener syn
dicalistische organisatie, waarbij dertien
personen gewond werden. Tot kleinere
botsingen kwam het te Burgos, Valencia,
op verschillend© plaatsen in de Baskische
provincies en in Navarra. In de laatste
provincie ontstond te Pamplona een ge
vecht tusschen politie en republikeinen,
waarbij 26 personen gewond werden.
Kabinetscrisis in Engeland.
De leiders der drie groote partijen:
Macdonald Loyd George Baldwin
De wereld moet weer vertrouwen krij
gen in ons crediet, opdat wij het pond
sterling op peil zullen kunnen houden.
Daarvan hangt onze positie af.
Op dit punt zij,n mijn ambtgenooten en
ik vastbesloten.
De begrooting zal in evenwicht worden
gebracht, dat verzekeren wij onzen credi
teuren, our lenders, nu reeds. Ik houd niet
van drastische bezuiniging, maar ik weet,
dat niemand ter zake tekort zal schieten.
Vervolgens stelde de premier de werk
loosheid aan de orde. De werkloosheidsuit-
keering was nooit bedoeld als een salaris
om van te leven. Het plan is nu, die uit-
keering met 10 te verminderen, doh de
Een combinatie van het primitieve en het verfijnde.
van Graaf HERMANN KEYSERLING.
Wii geven hier een artikel over
de toekomst van Zuid-Amerika,
dat geschreven werd door Graaf
Herniann Keyserling, den beken
den Duitschen filosoof.
Het is misschien mogelijk om thans
reeds vaststaande meeningen uit te spre
ken over de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika, doch ten opzichte van Zuid-
Amerika gaat dat niet. Hier is alles nog
in wording. Dat is niet slechts te danken
aan feiten, die de heel© wereld kent: het
koloniaal bestuur, dat een vrije ontwik
keling heeft tegengehouden, en de ver
menging der rassen ouderling, waardoor
een nationale eenheid niet zoo gemakke
lijk tot stand kan komen. Het is tevens
een gevolg van het feit, dat dit wereld
deel tegelijkertijd het oudste en het jong
ste van onze planeet schijnt te zijn. Of dat
zoo is of niet is echter van geen belang
voor de beoordeeling van de vraag, die ons
bezig houdt.
De wordingsgeschiedenis.
Men zegt, dat alle menschen van Adam
en Eva afstammen en toch zijn er groote
verschillen in den ouderdom der zielen.
Om dezelfde reden behoeft een werelddeel,
dat geologisch gesproken ouder is dan
een ander, nog niet op geestelijk gebied
de kenmerken van een grooteren ouder
dom te bezitten; en dit laatste is het ©eni
ge wat meetelt bij de reeks van ideeën, die
ons interesseeren.
Het kenmerkend© van den geestestoe
stand van Zuid-Amerika is een combinatie
van het primitieve en het verfijnde. Conan
Doyle heeft zijn „Last World" laten spelen
in Zuid-Amerika door een geniale intuïtie;
thans weten wij, dat de dieren, die vóór
het diluviaansche tijdperk hebben geleefd,
zich er nog hebben gehandhaafd tot in de
vijfde eeuw der christelijke jaartelling.
Toch is de sfeer van Zuid-Amerika niet
primitief, ook niet in die beteekenis, waar
in wij het woord gebruiken ten opzichte
van den geest in de Vereenigde Staten.
Zuid-Amerika is tegelijkertijd meer ver
fijnd dan een colibri of een vlinder.
In mijn Zuid-Amerikaansche „Medita
ties", die naar ik hoop in 1933 gereed
zullen zijn, denk ik een uitvoerige studie
te maken van de primitieve zijde van het
karakter van dit werelddeel. Men vindt
slechts daar onder de menschen dat pri
mitieve in hun leven, dat ongetwijfeld
millioenen jaren heeft bestaan voordat de
Geest nederdaalde. Voor den eersten
scheppingsdag was er een scheppings
nacht; vóór het licht was er de vruchtbare
duisternis. Het leven begon overal met
een blinden drang.
Hun belangeloosheid.
De Argentii-nsche spontaniteit, de op
rechte afschuw, die de echte Argentijnen
hebben van alle preciesheid, zijn ook ken
merkend. voor hun karakter, evenals de
typisch Zuid-Amerikaansche edelmoedig
heid en belangeloosheid. Het gaat hierbij
in het geheel niet enkele uitzonderin
gen daargelaten om breedheid van op
vatting, doch om een overmaat aan gevoel,
dat op zichzelf blind is.
Om in weinig woorden uit te leggen
wat ik bedoel, haal ik een Braziliaansch
voorbeeld aan. Er wordt verteld, dat in
Brazilië een vrouw den man, dien zij
hartstochtelijk liefhad, doodde, omdat hij
haar bloemen bracht. Daarin zag zij n.1.
een teeken, dat hij haar iets wilde ver
goeden, Dit voorval is van diepe betee
kenis, dat het niet vermengd is met an
dere werkingen der ziel blind is omdat
het niet verder ziet dan zichzelf. Daarom
kan het ook niet berekenend zijn, want
alle berekening veronderstelt een helder
inzicht in de dingen.
De Argentijnsche belangeloosheid, van
haar edelste zijde gezien, heeft dezelfde
diepe oorzaak als de onbedachtzame geld-
verkwisting, een nationale ondeugd, in de
Argentijnsche onbedachtzaamheid in het
algemeen.
Het blinde werelddeel.
In dit opzicht zou men kunnen zeggen,
dat Zuid-Amerika blind is vergeleken met
alle andere landen van dezelfde bescha
ving. Wij moeten ons niet laten bedriegen
door de golvende oppervlakte, die soms
aan Frankrijk doet denken: Frankrijk is
van alle Westersche landen het minst
blind. Het gebrek aan initiatief en ver
beeldingskracht, de volkomen afwezigheid
van alle doorzettingsvermogen, het gebrek
aan consequentie bewijzen reeds op zich
zelf, dat het diepgaande verschil tusschen
Zuid-Amerika en Frankrijk grooter is dan
dat tusschen Frankrijk en onverschillig
welk ander beschaafd land.
Doch als ik zeg, dat Zuid-Amerika, zoo
als het inderdaad schijnt, het blinde we
relddeel is, dan zeg ik toch niets ongun
stigs. Ik heb hierboven reeds geschreven:
vóór den eersten scheppingsdag was er
een scheppingsnacht, En de scheppende
krachten, de machtigste ter wereld, die
beginnen hij de verrichtingen van het
lichaam eni eindigen met de meest verhe
ven gevoelens, behooren tot den nacht,
niet. tot den dag
De verfijnde gevoelens.
Van/daar de rijkdom in het gevoelsleven
van de Zuid-Amerikaansche menschheid,
een rijkdom, die naar mijn meening eenig
is op de geheele wereld. Het schijnt me
onmogelijk toe, dit werelddeel niet lief te
hebben, nadat i n het eenmaal heeft toe
ren begrijpen. Het voorbeeld van Frank
rijk kan nogmaals dienen om onze ge
dachten nauwkeuriger uit te drukken:
Waarom houden de menschen zooveel van
Frankrijk? Zeker niet om zijn intellectua
liteit, want intellect heeft nog nooit liefde
opgewekt. Doch Frankrijk is niet in zijn
diepste wezen intellectueel aangelegd. Het
is voor alles eft boven alles het land der
ontwikkeling van het gevoel; daaruit ont
spruiten de Fransche tact, de Fransche
hoffelijkheid en de Fransche edelmoe
digheid.
Nieuwe gewaarwordingen.
Ondanks dat staat Zuid-Amerika van
Frankrijk verder af dan van eenig ander
land in de tegenwoordige wereld, omdat
het bijna geheel het element der fantasie
mist. Al zijn kracht ligt in ontroering en
in primitieve gevoelens. In dezen zin is
Zuid-Amerika werkelijk het jongste we
relddeel, want de heerschappij van het ge
voel met zijn verblinding gaat altijd voor
af aan de heerschappij van den geest.
Daarom is het ook het werelddeel met
de rijkste beloften voor de toekomst. Het
is het eenige werelddeel, dat bewoond
wordt door een menschheid, die op heL
zelfde plan staat als waarop onze voor
ouders dertigduizend jaar geleden ston
den, Daar is alles in de kiem verborgen;
daar is niets verstoten. Het is niet te voor
zien welke oorspronkelijke beschavingen
nog eens in dit werelddeel zulten op
bloeien. Doch wanneer uit de primitieve
bewoners van Europa en Azië de bescha
ving is opgebouwd, die wü nu bewonde
ren, dan is dat mogelijk geweest omdat
die landen indertijd primitief zijn geweest
in denzelfden zin als de tegenwoordige
Zuid-Amerikanen; niet in den zin van een
gebrek, doch in dien van een rijkdom in
de kiem besloten. Men kan niet ontwik
kelen wat men niet bezit.
Colibri-volkeren.
Ik zal mij thans bezighouden met het
tweede kenmerk van Zuid-Amerika: zijn
verfijnde karakter bij alle primitiviteit.
Men kan verfijnd zijn op onverschillig
welke trap der menschelijke ontwikke
ling. Men kan evengoed barbaar zijn op
elke trap.
De Noord-Amerikanen zijn echter bar
baren, zelfs in het overigens dikwijls
voorkomende geval, dat zij een groote
intellectueel© beschaving hebben. Het gaat
hier slechts om een hiologischen aanleg:
de beer is anders aangelegd dan de colibri.
Welnu, alle Zuid-Amerikanen, hoe pri
mitief zij ook zijn, behooren tot het slag
van de colibri. Het is merkwaardig, dat in
de oudste tijdien onder de Indianen wel
wreedheid werd gevonden, doch nooit (be
halve bij de Kraucani, een volk uit het
Noorden, dat zich verplaatste naar het
Zuiden) verdierlijking.
Een bijzondere verfijning der gevoelens
was de algemeen© regel, in alle tijden.
Daarop kan men niiet antwoorden, dat
wreedheid het tegengestelde is van be
schaving; het gaat om een andere wereld
van dingen en gedachten.
De wreede helft van de menschheid
wordt niet gevormd door de mannen, doch
door de vrouwen. In de wereld der gevoe
lens staan de tegenstellingen naast elkaar
en gaan zij op natuurlijke wijze, zonder
dat er zich iets tegen verzet, in elkaar
over. Liefde verandert in haat en omge
keerd, verachting in bewondering, trouw
in verraad, enz.
De hoogste beschaving is dus,, wanneer
zij in den grond op het gevoelsleven be
rust, verwant aan datgene wat het meest
in tegenspraak is met het Nood-Ameri-
kaansche denkbeeld van beschaving.
De verfijning, die reeds de oude India
nen kenmerkte, is ook in de hoogste mate
een eigenschap van de tegenwoordige
Zuid-Amerikanen. Hun primitieve geest
is zoo verfijnd mogelijk. De hoogste uit
drukking van die eigenschap vindt men
in de Braziliaansche opvatting, dat een
moordaanslag in den rug moreel niet zoo
verwerpelijk is als een aanval van voren,
omdat het een onaangename gewaarwor
ding voor het slachtoffer is, dat hij zich
aangevallen ziet. Ik heb nog nooit een
Zuid-Amerikaan ontmoet, die niet per slot
van rekening iets aangenaams van hoogere
waard© achtte dan de objectieve waarheid.
De eigenschap, die Zuid-Amerika van
alle landen onderscheidt, is dus de veree-
niging van het primitieve en het verfijnde.
Oorspronkelijkheid.
Ik wenschte wel, dat de Zuid-Ameri
kanen wisten in hoeverre en waarin zij
oorspronkelijk zijn. Als alle jonge volkeren
voeten zü een zekeren schroom en trach
ten zij over het algemeen nog, zich aan
te passen aan wat zij niet zijn. Door het
aanpassingsvermogen, dat zij in hooge
mate bezitten, slagen zij daar dikwijls in;
ik heb alle mogelijke soorten van imitatie
bij hen waargenomen. Doch zij moesten
hun eigen karakter beter bewaren.
Het feit, dat Zuid-Amerika een mensch-
FEU9LLETON
Een verhaal uit een Nabij Verleden.
Naar het Deensch van
CARL MUUSMANN.
4) (Nadruk verboden).
haar^mnÜ] wo«nkamer inkwam, keek
h-ristn 3r haar met uitvorschenden,
a'j£stl£en blik aan en daarna kliste
mei iJK? j"etL een teederheid, die het
vin L 8 ^aar kinderjaren niet meer
van haar moeder gewoon was.
teer i naar 'iaar kamer; ze werd ver-
«w»irT, n0(,)r een onrust, zooals ze nog nooit
'lad en die ze niet begreep. Ze
i.iJi zon<ler te weten waarom, schreide
sot baar hart breken zou, tot ze eindelijk
in slaap viel.
heneden zaten haar ouders, ieder in
hun eigen kamer. De ritmeester blies de
eene rookwolk na de andere de lucht in;
de vrouw zat rechtop in haar stoel ei:
breide. Maar telkens en telkens weer was
het of haar vingers den dienst weigerden;
dan zat ze onbeweeglijk als een uit mar
mer gehouwen beeld en staarde met haar
heldere, koude oogen in het leege....
HOOFDSTUK III.
Twee jaren waren sinds dien avond
verloop en.
Holger Thalberg had aanvankelijk rech
ten gestudeerd, maar reeds na het eerste
halfjaar had hij gemerkt, dat deze studie
hem ndet bevredigde en daar het vermo
gen van zijn overleden moeder hem finan
cieel onafhankelijk maakte, besloot hij de
voetstappen van zijn vader te drukken en
officier te worden. Het smeekt vanzelf,
dat de kolonel dit plan van harte toe
juichte.
Holger had gedurende dien tijd geregeld
met .'.strid gecorrespondeerd. De brieven
van het metote waren altijd buitengewoon
hartelijk, maar zonder innigheid of betui
gingen van liefde; Holger daarentegen
verzuimde nooit aan zijn diepere gevoelens
uiting te geven-. Astrid was nog altijd niet
met zichzelf tot klaarheid gekomen over
den waren aard van haar verhouding tot
haar jeugdvriend; integendeel, het was of
de scheiding haar gevoel van onzekerheid
nog grooter gemaakt had.
De oorzaak hiervan kwam ook voor een
groot deel van buitenaf.
Het was een avond in Februari. Rit
meester Bruhn en zijn vrouw waren, zoo
als meestal, alleen thuis; bezcek was er
niet. Mevrouw zat in de huiskamer te
breien; de landheer lag op zijn sofa en
rookte. Astrid was in een boek verdiept.
Het liep tegen negenen en de knecht, die
te paard de post uit de stad had gehaald,
was juist teruggekomen.
Mevrouw Bruhn opende den kleinen
postzak en bracht de brieven naar haar
man. Zelf hield ze de courant en begon,
zooals gewoonlijk, eerst het feuilleton te
lezen.
Het was stil in huis, het drietal was elk
in zijn eigen lectuur verdiept.
Toen mevrouw Bruhn met het dage-
Ujksch brokstuk van den spannenden ro
man klaar was, keek ze den verderen in
houd van bet blad door. Opeens bleven
haar oogen als geboeid rusten op een me
dedeel ing. Ze herlas de regels eenige ma
len, liet de courant zakken en staarde
voor zich uit. Een minuut later was haar
blik weer op hetzelfde bericht gevestigd.
„Wat is er toch, moeder?" vroeg Astrid,
die van haar beek opgekeken had.
„Niets. Er viel me plotseling iets in.
Astrid haalde de schouders op; ze was
aan ontwijkende antwoorden van haar
moeder gewoon.
Mevrouw Bruhn vouwde de courant
zorgvuldig dicht en legde haar voor zich
op tafel; haar oogen hadden nog steeds
dezelfde peinzende uitdrukking.
„Ben je klaar met de krant?" riep de
ritmeester uit zjjn kamer.
„Ja."
Ze nam het blad en ging naar de kamer
van haar man. Tegen haar gewoonte ging
ze echter niet direct naar de woonkamer
terug, maar bleef in het studeervertrek
rondscharrelen, terwijl de landheer begon
te lezen. Ze morrelde aan de kachel, veeg
de de denkbeeldige stoffen van de schrijf
tafel, ordende stapels boeken, die reeds
keurig netjes lagen.
„Wat voer je toch uit?" vroeg haar man
'n tikje ongeduldig.
„Niets", antwoordde ze weer.
Ook de ritmeester kende dergelijke ant
woorden en zette de lectuur van de cou
rant voort. Zijn vrouw keek onderzoekend
naar hem en zag, dat hij nog steeds met de
buiten-landsche politiek zijn lievelingson
derwerp bezig was.
Telkens wierp ze steelsche uitvorschen-
de blikken op hem.
Toen vroeg ze opeens.
„Mag ik hier komen zitten? Het is in
de woonkamer zoo koud
Hü keek verbaasd op.
„Natuurlijk.... graag!" antwoordde hij.
Het is jammer, dat je dat niet vaker doet."
Nu sloeg hij het blad om en begon aan
de binnenzijde van de courant. Onafge
broken volgde ze de richting van zijn
oogen, terwijl hij het eene artikel na het
andere las. Eindelijk was hy ook met de
nieuwsberichten en officieele mededeelin-
gen klaar, zonder dat ze iets bijzonders
aan hem had kunnen merken.
„Is er wat nieuws?" vroeg ze, toen hij
het blad terzijde legde.
„Je hebt toch zelf de courant gelezen!"
„Je weet immers, dot ik hem altijd maar
vluchtig inkijk, en dan ontsnapt je wel
eens iets.'
„Neen, er staat niets in, dat je interes
seert."
Ze was overtuigd, dat zijn onverschil
ligheid niet natuurlijk was, een masker,
waarachter hij iets trachtte te verbergen.
Er volgde een pauze. De Ritmeester
bleef op de sofa liggen en blies dichte
wolken rook omhoog, de vrouw des huizes
zweeg en het tikken van haar breinaalden
was het eenig© geluid in de kamer.
Astrid had uit de woonkamer het ge
sprek tusschen haar ouders gevolgd en ze
kon het gevoel ndet van zich afzetten, dat
haar moeder zich over het een of ander
zorg maakte. Wat het was, wist ze niet;
een vage, ondefinieerbare beklemming be
kroop haar, een vrees voor een onbekend
gevaar, een onzichtbaren vijand.
Ze overwoog of ze de krant zou vragen.
Daar stak niets ongewoons in, dat deed
ze immers zoo dikwijls! Maar toen ze er
aan dacht, dat terwijl ze las, haar moeders
scherpe blik ook nog voortdurend op haar
zou rusten, verging haar de moed om haar
wensch te uiten.
Ze zei haar ouders goedennacht en ging
naar haar kamer. Ze sliep onrustig; ang
stige droomen kwelden haar. De droom
beelden namen geen bepaalde gestalte
aan, maar in haar slaap was het haar of
grimmige gevaren haar kwamen be
sluipen.
Al heel vroeg was ze wakker en ze had
geen rust meer in haar bed te blijven. Ze
kleedde zich vlug aan, ging naar beneden
en liep rechtstreeks naar de studeerkamer
om de courant te zoeken.
Het blad was nergens te vinden! Ten
slotte ontdekte ze, dat het achter de schrijf
tafel gegleden was. Dat kon natuurlijk
puur toeval zijn, maar in de gedrukte
stemming waarin ze verkeerde, was ze ge
neigd aan iedere kleinigheid beteekenis
te hechten.
Zenuwachtig vouwde ze de courant open
en liet haar oog over de kolommen glijden.
Eindelijk vond ze het bericht, waarop de
blik van haar moeder zoolang gerust had
en al haar onbestemde angsten namen
eensklaps vasten vorm aan.
„Naar wy uit goede bron vernemen,
heeft de regeering, met het oog op de
talrijke branden in dit district, waarvan
de oorzaak niet kon worden opgehel
derd, besloten, een commissie van on
derzoek met speciale bevoedheden,
onder leiding van een hooggeplaatst
rechterlijk ambtenaar, hierheen te zen
den".
Het moest deze half-officieele mededee-
ling zjjn geweest, die zoozeer de aandacht
van haar moeder getrokken had en Astrid
kreeg een bang voorgevoel, dat de onheils
nacht van voor vier jaar, die zoo onuit-
wisohbaar in haar herinnering stond ge
grift, nog wel eens een rampspoedig na
spel zou kunnen hebben.
Maar dagen en weken gingen voorbij,
zonder dat men verder iets van de zaak
hoorde of dat het stille, eentonige leven
op „Seehof" door een bijzondere gebeur
tenis verstoord werd, en Astrid kwam
weer tot rust.