ZOMERPRIJZEN
I
3
ECI
LA
M
I .VERHOOGT 1
JW
3M2CT.
TWEEDE EK LAATSTE BLAD.
STADSNIEUWS
VAN DONDERDAG 27 AUGUSTUSÏ931 Aen treinf wam" de^'veVwf
PROFITEERT van onze LAGE
Anthraciet vanaf f 1 50
Fa. H. BOOIJ ZOON
eollenpellen
Licht op
voor alle voertuigen:
Zomertijd.
Donderdag 27 Aug 20.31 uur
Vrijdag 28 20.28
Onze stadgenoot, de heer J. A. Korf!
slaagde voor het tweede gedeelte Nota
riaat.
Op het te Den Haag gehouden
examen voor de Nijverheidsonderwijs
akte Nj, slaagde onzen plaatsgenoot, de
heer D. J. Scheen.
Cand. D. Keustra, te Ha rl in gen, heeft
bedankt voor het beroep van de Chr
Geref. Kerk, alhier.
VERTREK IR. S. F. MONHEMIUS.
Gisterenmiddag, met den trein van
13.51 u., is ir. Monhemius naar zijn nieuwe
woonplaats vertrokken. Verschillende ver-
eenigingen en tal van vrienden hebben
den heer en mevr. Monhemius uitgeleide
gedaan en wel duidelijk oleek daaruit hoe
gezien de heer Monhemius was. In het
vereenigingsleven, vooral in de Chr. ver-
eenigingen, zal hij een leege plaats achter
laten. Nooit was den heer Monhemius iets
te veel, met steeds weer nieuw enthou
siasme wierp hij zich op een nieuwe taak
en volbracht haar tot het bittere einde.
Hij was de stuwkracht van tal van orga
nisaties, de vriendelijke raadgever voor
menig stadgenoot. En vandaar dat men
hem zoo'n hartelijk afscheid had bereid.
De tweede klas wachtkamer was boordevol
en toen de heer en mevr. Monhemius, om
even over half twee per auto voor het sta
tion arriveerden, stond daar een eere-
wacht van Chr. padvinders en welpen en
werden zij door Ds. Hoek verwelkomd.
Aangenaam waren de heer en mevrouw
Monhemius door deze ontvangst getroffen,
doch in de wachtkamer wachtte hun een
grootere verrassing.
Voorafgegaan door ds. Hoek betraden
zjj de tweede klas wachtkamer, waar de
talrijke aanwezigen hen staande opwacht
ten. Nadat ir. en mevr. Monhemius had
den plaats genomen, nam Ds. Hoek het
woord.
Hooggeachte heer en mevr. Monhemius
zoo zeide spr. wij kunnen niet na
laten, nu u deze plaats gaat verlaten, u
een hartelijk afscheid toe te roepen. Ver
schillende organisaties zijn hier tegen
woordig. Zoo zijn er vertegenwoordigers
van het „Leger des Heils", van „de Jeugd
herberg", het „Chr. Militair Tehuis", de
„A.R. Kiesvereeniging", het „Chr. School
bestuur" en de scholen, van het „Chr.
Vakverbond", van de „Chr. Padvinderij"
en de „Herv. Evangelisatie".
U hebt u op velerlei gebied bewogen
en aan verschillende organisaties uw
kracht gegeven en door uw toewijding en
liefde, bij hoog en laag en jong en oud,
zeer veel vrienden gemaakt. Uit naam
van alle aanwezigen zeg ik u hartelijk
dank voor wat gij zijt geweest voor zeer
velen. In 't bizonder dank ik u uit naam
van het bestuur van de Herv. Evangeli
satie en de vrienden van onzen kring.
Het spijt me zoo zegt spr. verder dat
ik de godsdienstoefening van Zondag,
door uitstedigheid, niet mocht leiden,
anders had ik toen een persoonlijk woord
van dank tot u gericht. Ook uit eigen
naam en die van mijn vrouw zeg ik u dank
voor uw hartelijkheid en liefde, die wij
mochten ondervinden.
Spr. biedt nu, met een toepasselijk
woord, namens de Evangelisatie, een bou-
quet bloemen aan mevr. Monhemius aan,
die de stille en stuwende kracht van haar
man is geweest en die spr. daarvoor een
hartelijk woord van dank brengt. Aan
den heer Monhemius wordt een kunstfoto
grafie van den Helderschen Zeedijk aan
geboden, „als een herinnering aan uw
vrienden en Den Helder", zoo zeide Ds.
Hoek.
Gods zegen zij u in alle dingen nabij
besloot spr. zijn afscheidswoord en
Christus genade, die de ondergrond is
van uw leven, sterke u ook verder.
Staande zongen de aanwezigen den
heer en mevr. Monhemius de zegenbede
uit Ps. 134 toe: „Dat 's Heeren zegen op
u daal'
In bewogen woorden dankte de heer
Monhemius voor dit hartelijk afscheid.
God zegene mijn Chr. vrienden in deze
stad en ook de stad zelve. Met smart
scheiden wij van Den Helder, waar wij
ons gedragen wisten door uw aller sym
pathie.
Van tal van aanwezigen (vanwege den
tijd kon het niet van allen) nam de h->er
j Monhemius nog persoonlijk afscheid en
bruikt werd om nog anderen de hand t*en
afscheid te drukken.
DE FEESTELIJKHEDEN OP
KONINGINNEDAG.
Men verzoekt ons opname van het vol
gende:
1 er voorkoming van gedrang voor de
loketten aan het feestterrein, heeft het
Bestuur der plaatselijke Oranjevereeni-
ging de vóórverkoop van toegangsbe-
wijzen op verschillende plaatsen in de
stad geregeld, deze adressen zijn bereids
vermeld in de „Held. Courant" van 25
dezer, en komen ook voor in het op a.s.
Vrijdag verschijnend feestprogramma.
Het publiek wordt beleefd verzocht van
dezen vóórverkoop gebruik te maken,
-waardoor een gemakkelijke toegang tot
het feestterrein wordt bereikt. Men weet
dat gewoonlijk bij aankomst van den op
tocht een opstopping plaats heeft, het
geen door dezen maatregel kan worden
voorkomen.
GOEDKOOPE TREIN NAAR
ARNHEM EN NIJMEGEN.
Op Woensdag 2 September zal een
goedkoope trein loopen naar Oosterbeek
Laag, Arnhem en Nijmegen.
De prijzen voor heen en terug bedra
gen van de stations Den Helder tot en
met Heerhugowaard: 2e kl. 5.25, 3e kl.
3.75.
De verkoop der plaatskaarten, tot een
beperkt aantal, is gisteren aangevangen
en wordt gesloten Dinsdag 1 September.
De heenreis vangt aan:
Den Helder (vertrek) 6.15; Anna Pau-
lowna 6.29; Schagen 6.41.
Aankomst te Oosterbeek Laag 10.12;
Arnhem 10.19; Nijmegen 10.03.
Terugreis: vertrek Nijmegen 19.08;
Oosterbeek Laag 19.27; Arnhem 19.41.
Aankomst: Schagen 22.56; Anna Pau-
lowna 23.07; Den Helder 23.21.
BEZOEK AAN TERSCHELLING.
Op verzoek van ingezetenen, die niet
in de gelegenheid zijn op een weekdag
een Zuiderzeereisje te maken, zal „Eso-
na" op Zondag 30 Augustus a.s. een tocht
naar Terschelling maken, de laatste in
dit seizoen. De vorige reis naar Terschel
ling is buitengewoon in den smaak geval-
i len van de reizigers en dit is waarlijk niet
te verwonderen.
Terschelling is een buitengewoon mooi
eiland, dat door de moeilijke verbinding
vanuit Den Helder lang niet genoeg be
kend is en een bezoek overwaard. Reeds
bij aankomst in de haven geniet men van
het mooie panorama, dat het eiland biedt.
De boot meert in de haven en met enkele
schreden is men in het aardige hoofd
dorp West-Terschelling. Hier bestaat ge
legenheid tot bezoek van de 54 meter
hooge Brandaris, vanwaar men een
schitterend uitzicht heeft over het eiland,
de Noordzee en de Wadden. Men vergete
vooral niet de enorme collectie opgezette
vogels te zien, die zich in het museum
van den toren bevindt. Het bezoek aan de
Brandaris is kosteloos.
Behalve voor het gebruiken van een
warme lunch in het gezellige hotel Nap,
aan den voet van de Brandaris, heeft men
gelegenheid tot het maken van een tocht
over het eiland per autobus langs de
mooie duinen, valleien en bosschen naar
het Badpaviljoen bij het Noordzeestrand.
Ook is aan te bevelen een wandeling door
de duinen, langs de dennen, vanaf het
dorp West-Terschelling naar het dichtbij
gelegen zoetwatermeertje „Doodemans-
kisten".
De Directie van „Esona" heeft een
klein aantal geïllustreerde gidsen van
Terschelling voor liefhebbers beschik
baar.
Daar bekend is, dat voor dezen tocht
veel animo bestaat en het aantal uit te
geven kaarten beperkt is, wordt men aan
geraden zich tijdig van biljetten te voor
zien. De prijs is 2.retour. Indien on
verhoopt niet wordt gevaren, kunnen de
kaarten worden ingewisseld.
Men leze de heden geplaatste adver
tentie.
HET NIEUWE INSTRUCTIE-
VAARTUIG „PRINSES JULIA NA".
Vrijdagavond komt hier in de haven
het nieuwe instructievaartuig „Prinses
Juliana", dat Zaterdag zijn officieelen
proeftocht aanvangt. Over de Zuiderzee
zal naar Amsterdam worden gevaren.
(steen- en gruis vrij).
Tel. 235 en 479.
DE BADINRICHTING AAN DE
BUITENHAVEN.
Drie dagen gesloten.
De schout-bij-nacht, commandant der
marine te Willemsoord, brengt ter ken
nis, dat de had-inrichting aan de Buiten
haven op 26, 27 en 28 Augustus a.s. ge
sloten zal zijn.
ORGELBESPELING FEIKE ASMA.
Wanneer men een klein half uur vooi
een concert thuis komt en men wordt dar.
verrast met een uitnoodiging dit concert
„even" te willen recenseeren, kan nier.
onomwonden zeggen: „dit was niet voor
bereid!" Zoo ging het mij. Voordat ik
het wist, zat ik tusschen de vele luiste
raars. I11 breede trekken zal ik mijn in
drukken van dit „laatste orgelconcert van
het speelplan 1931", zooals het programma
vermeldt, hier Laten volgen.
Niei lang geleden mocht ik een verslag
uitbrengen over den orgellist Willem
Mudde, deze had de plaats ingenomen van
onzen stadgenoot Feike Asma. Nu mocht
ik dezen organist zelve hooren op zijn
eigen orgel in bekende omgeving. Dit zijn
factoren, die medewerken ten goede.
De orgellist Feike Asma is, evenals Wil
lem Mudde en als zoovele anderen in
den lande leerling van den bekenden
Ne c: andschen oreellist Jan Zwart. Het
voorbeeld van den meester, om regelmatig
orgelbespelingen te houden, is alleszins
navolgienswaard. Alle steden van eenige
muzikale beteekemis kunnen bogen op
regelmatige orgelbespelingen. Joh. de
Zwaan, Den Haag; Louis Robert, Haar
lem; Jan Zwart, Zaandam, Amsterdam;
De Vries, Nijmegen; Feike Asma, Den
Helder, enz. Jan Zwart als orgell'ist en
componist: Primus inter pares, de eerste
onder zijns gelijken. Zijn leerlingen zijn
dus in gcede handen.
Maar nu het concert.
Het programma bestond uit „verzoek
nummers". waaruit men mag concludee-
ren, dat „bezcekers" op deze zomerconcer-
ten aanwezig zijn. Met één oogopslag kon
men zien, dat crus een uur van kunstgenot
stond te wachten en we kwamen niet be
drogen uit.
Alle stukken werden goedverzorgd voor-
gedragen hetgeen niet wil zeggen, dat
er neg wenschen overblijven.
Het concert werd geopend met een twee- j
tal stukken van Jan Zwart: „Daar juicht
een toon" en „O, Gij mijn troost". Als com-
positie's stonden zij op zeer hoog peil en
de uitvoering was uitstekend. „Daar juicht
een toon" werd omgezet in tonen en ak
koorden, die ons in verrukking brachten.
„O, Gü mijn troost" was van melancholiek
karakter, waarvan het rijk-bewerkte thema
veelzeggend was en van den eersten rang
uit oogpunt van bouw en structuur.
Na deze inleiding kwam de compositie
van Fr. Liszt: Praeludium und Fuga über
den namen B.A.C.H. Feike Asma be-
heerschte dit technisch meesterwerk ge
heel en al, vooral het middengedeelte van
het praeludium werd met overtuiging en
gevóél voorgedragen, het kwam uit het
hart van den executant. Ook de climax,
welke hier op volgde, straalde en praaide,
dat het een lust was er naar te hooren. Tot
nu toe had de registratie mijn volle aan
dacht, ook bij Karg-Elart en het concert
van Handel liet de registratie niets te
wenschen over, maar bij het Adagio (4c)
was de trompet niet welkom, liet adagio
was bovendien te vlug!
Na het concert van Handel, hetwelk ein
digde met een „grootsche-Fuga", even
fnootsch gespeeld als de inhoud eischte,
kwam no. 5 van het programma: een drie
tal composities, respectievelijk van Zorg
man, Dubois en Durme. Dit drietal stond
tusschen Handel en Bach: „Un.e fleur en-
tre deux abimes" (Liszt). Het Andantino
in Es, als trio aangevangen en eveneens
in dezen vorm geëindigd, met mooie gave,
klare melodie, goed verzorgd en met heel
veel couleur ten gehoore gebraht, was een
juweeltje, dat schitterde aan hocgen he
mel, den hemel der „toonkunst"!
De Toccata, oompositie voor toestenin-
strument, van Dubois, van Franschen
huize, was een openbaring. Het klaterde
en straalde, het was een juichen, een op
gaan naar het Parnassum; we kwamen in
het „beloofde land"; dan ineens een rus
tig tusschengedeelte, waarvan de schoon
heid en pracht in kleur en klank, har-
menie en melodie, geen weerga vindt; dan
een terugkeer naar liet krachtig begin
end e droom is uit.
De elusette van Durme sluit dit mooie
drietal, ook dit werk is zeer helder gere
gistreerd en con amore voorgedragen.
Na deze „openbaring" zijn we aan Jo-
hann Sebastian Bach genaderd: Toccata
en Fuga in d moll.
Zooals Van Beethoven's naam verbon
den is aan de symphonie, zoo- is de naam
van Bach den Leipziger Cantor der
Thomas Kirehe verbonden aan de Fuga.
Over Bach is het laatste woord nog niet
gesproken, dit weet Feike Asma ook wel.
Hij houde mij ten goede, dat hier en
kele opmerkingen volgen. De inzet van
het d-moll akkoord, hetwelk teneenen-
male niet door Bach daar geplaatst is, is
voor mijn gevoel geheel misplaatst. Bach
schreef duizend en één noten plus de
rest. Alle noten van Bach zijn verant
woord door hem, door Bach! Er is er geen'
teveel, niet een te weinig. Wjj kunnen
al deze noten nog niet verantwoorden,
o.v. uit melodisch-harmonisch-contrapun-
:isch-oogpuntü! Wij veranderen de inzet
Jus niet. Bach is genoemd het „Oude
Testament" der muziek, Van Beethoven
,Het Nieuwe", we aanvaarden dus en
gaan niet veranderen, d.i. verminken.
Waar blijft de „kracht" van den „groot-
ichen-kerkeljjken" inzet: „a-g-a", wan-
ïeer het d-moll akkoord vooraf gehoord
wórdt? Neen, Feike, dat zult gij over
enigen tijd wel anders opvatten, b.v.
wanneer het Wohltemperierte-klavier, uw
geestelijk eigendom is geworden, maar
it staat nu nog niet op den achtergrond,
ds ruggesteun!
Naast deze opmerking, uitsluitend aan
Jen orgelist gewijd, kunnen we de ver
dere uitvoering van Toccata en Fuga be
wonderen. Er blijven opmerkingen, b.v.
de triolen in het begin, waar het accent
niet consequent op de rechte plaats kwam
en verder werd de Fuga te vlug ingezet.
Men kon voorspellen, dat dit tempo niet
kon worden doorgevoerd, vooral niet wan
neer het pedaal met het thema inzet!
Maar zoo gezegd Bach is Bach, en
dit zegt voor ingewijden alles.
Na Bach volgde het slotnummer „Medi
tatie" en „Finale" van Feike Asma, door
hem zelf! Alleen de meditatie kon ik
hooren, daar ik gebonden was aan mijn
tijd. Maardeze meditatie was mij ge
noeg! De compositie mocht er wezen, het
is een stemmingsstuk, dat vooral door
het phrygisch slot beantwoordt aan den
titel.
Het kerkgebouw was tamelijk goéd be
zet. We zagen organisten, musici, stad-
genooten, oud-stadgenooten en vreemde
lingen. Het is verblijdend, dat een be
trekkelijk groot aantal belangstellenden
was opgegaan naar de Gereformeerde
Kerk in het Julianapark, alwaar de orgel
bespeling plaats vond. Het orgel wordt
genoemd de koning der instrumenten, de
aanwezigen hebben het hoofd gebogen
voor dezen koning uit het wonderland
der toonkunst! Zonder de toonkunst ware
de aarde een woestenij wij menschen
kunnen niet buiten haar. De orgelist,
Feike Asma, kan zeer tevreden zijn. Een
orgelist vindt vreugde in zijn arbeid, in
groote mate constateerden we dit bij den
heer Asma. We geven hem in overweging
op den ingeslagen weg door te gaan, wat
concerten betreft en studeer en. Vooral
Bach's Wohltemperierte-klavier zij aan
bevolen.
Onder stille aandacht luisterden de aan
wezigen naar het spel uit den hooge en
Feike Asma zegt met Wilhelm Teil: „Ich
hab' getan, was ich nicht lassen könnte".
TOON DE HOOGH.
HET MUZIEK CONCOURS VAN DE
„AMSTERDAMSCHE
POSTHARMONIE".
De 3e en laatste dag. „Sted.
Muziekcorps" en „Winnubst"
onder de deelnemers.
Het 25-jarig jubileum van het muziek
corps der Amsterdamsche postmannen
vindt Zondag a.s. haar einde in den 3en
en laatsten comooursdag. Er zullen 9 ver-
eeniginigen optreden, waarvan er 4 aan
den marschwedistrijd deelnemen. Onder
déze 9 bevinden zich van hier de Har-
mon'iekapel „Winnubst", directeur de
heer H. B. Schenkels, en het „Stedelijk
Muziekcorps", directeur Joh. F. Pala.
„Sted. Muziekcorps".
Het „Stedelijk", dat den 26en van de
vorige maand reeds in Noord-Scharwoude
een mooi succes boekte door het ver
werven van twee le prijzen en den 2en
eereprijs komt Zondag in één afdeeling
uit met n.og 3 vereenigingien, waarvan er
twee zeer zeker tot de beste van onze pro
vincie gerekend kunnen worden, die in
den loop der jaren reeds tal van hooge on-
aeischeidingen verworven hebben.
Het verplichte werk, dat hetzelfde is als
in Noord-Scharwoude de suite „Scènes
ALsaciennes" van Jules Massenet is op
iverse repetities nog eens flink onder
handen genomen; wat er nog aan ontbrak,
Is door den directeur grondig herzien.
Evenzoo het eigen gekozen nummer, de
>uyerture „Le Roi d'Ys" van Ed. Lalo.
Leider en executanten zijn zich bewust,
Jat er nu vooral veel op het spel
staat, dat thans een maximum prestatie
maand dan ook extra hard gewerkt en
geleverd moet worden. Er is van deze
voor zoover wij weten niemand is er
geweest, die ongemotiveerd een repetitie
verzuimde Maar zoo moet het ook! Men
is nu klaar voor het zoo belangrijke ge
beuren en nu is het maar te hopen, dat al
de moeite en inspanning, die men zich in
zijn vrijen tijd getroost heeft, rijke vruch
ten moge afwerpen. Zoo zy het.
In de Superieure Afdeeling Harmonie
komen de 4 corpsen in deze volgorde uit:
1. „Apollo", Zaandijk, dir. G. Schaar
(die ok het Fanfarecorps „Onderling Ge
noegen", Krommenie, leidt, welke laatst
te Parijs zoo'n groot succes boekte). Vrij
no. „Slavische Marsch", Tsaikowsk.v.
2. „Crescendo", Haarlem, dir. H. W.
Hofmeester. Vrij no. „Carnaval Norvé-
gien", Svendsen.
3. „Generaal Karei v. d. Heijden", Zalt-
Bommel, dir. J. J. Hermans. Vrij no.
Ouverture „Oberon", C. M. von Weber.
Als 4e corps komt dan het „Stedelijk",
welke dus het genoegen smaakt eerst haar
collega's het langademige verplichte werk
(duur 25 min.) te hooren spelen.
Na afloop van den Eerewedstrijd volgt
dan het Concert, wat op het concourster
rein zal plaats vinden en waarvoor de heer
Pala het volgende programma gekozen
heeft:
1. Per Aspera ad Astra, marsch Urbach.
2. Dichter und Baver, ouverture v. Suppé.
3. Ganz Allerliebst, walzer Waldteufel.
4. Fantaisie sur 1'opéra „Tanr.bauser",
Wagner.
Pauze.
5. Orphée aux Enfers, ouverture
Offenbach.
6. Andante uit de 5e Symphonie
Beethoven.
7. Fantaisie sur 1'opéra „l'Africaine"
Meyerbeer.
8. Marsc-h uit Bizet's „Carmen" Briffaux.
Daar het corps ndet aan den Marsch-
wedstrijd deelneemt, is het vertrek be
paald op 12.35 uur, aankomst Amsterdam
2 28 uur.
„Winnubst".
De laatste keer, dat dit oorps naar
„Schinkelhaven" toog, was tijdens het con
cours van het Brandweer-Muziekcrps, in
Juli 1926 (tegelijk met het „Stedelijk").
Toen was „Winnubst" nog een fanfare
corps en behaalde in de Afd. Uitmuntend
heid een goeden len prijs (165 pt., max.
180 pt.) Nog in hetzelfde jaar, na het con
cours te Schagen, werd de vereeniging
omgezet in harmonie. Thans, 5 jaar later,
vertrekt „Winnubst" weer naar de hoofd
stad om te debuteeren in de le afdeeling
Harmonie. Het corps is vooral het laatste
jaar hard vooruit gegaan; de laatste con
certen staan op hoog peil waarbij wij
vooral wijzen op dat van verleden week
Donderdag in de tent wat ook niet an
ders kan onder een directie, die niet alleen
terdege deskundig, maar daarnevens zich
met voile animo aan zijn zware en inspan
nende taak wijdt. Bedriegen de teekenen
dan ook niet, dan zal „Winnubst" in Am
sterdam den naam onzer stad in muzikaal
opzicht zeker geen oneer aandoen.
De le Afd. Harmonie ziet er als volgt
uit:
Verplicht no.: „Philine", ouverture, M.
Lacoste.
1. „Werkspoor", Amsterdam. Vrij no-
„Suiite-Ballet", Francis Popy.
2. „Harmonievereeniging van Grave".
Vrij no. „Le Progres", J. v. Tright.
3. „Winnubst". Vrii no. „Le Diamant
Noir", ouverture Fr. Popy.
Ook „Winnubst" is dus het laatste in
haar afdeeling.
Het corps neemt ook deel aan den
Marschwedstrijd, waarin 't nog altijd zeer
succesvol is geweest. In 1926 en in 1929
verwierf „Winnubst" te Amsterdam een
extra-prijs voor het hoogst aantal punten
in het Marschconcours behaald. Verleden
jaar te Veisen eveneens.
Deze wedstrijd wordt evenals in 1926
weer in het Vondelpark gehouden, in
dezek'laan, maar dan met dat verschil,
dat nu eenmaal gezwenkt moet werden.
De Conoertwedstrijden worden in den
tuin van het café „Schinkelhaven" ge
houden.
Zondag j.1. had het tweede gedeelte van
dit concours plaats. Er speelden 7 corp
sen, daar er 1 niet opkwam. Buitengewone
prestaties zijn er dien dag niet geleverd.
Het hoogste aantal punten werd behaald
door hot Fanfarecorps „Sonore", Amster
dam (Eere-Afd.) met 357 punten, welk aan
tal dus onder dat van „Ons Genoegen",
Wijdenes (369) blijft. Het andere corps in
deze afd. „Onder Ons", Dirkshorn, be
haalde op 't kantje af een len prijs (336),
wat ons van deze vereeniging nu niet be
paald meevalt. Het totaal-resultaat was
drie le prijzen, drie 2e en een 3e prijs.
Drie corpsen namen aan den Marsch
wedstrijd deel, welke elk een 2en prijs
verwierven. Totnogtoe gaat „Helder's Fan
farecorps" aan het hoofd met 105 punten.
RECTIFICATIE.
In de vermelding van den uitslag der
aanbesteding voor het verbouwen van de
O. L. School te Julianadorp, in ons num
mer van Zaterdag j.1., staan een tweetal
onjuistheden. Ten eerste vermeldden wij
den naam van een der inschrijvers als
P. Hoornsman te Julianadorp. Dit moet
zijn G. Hoornsman. Ten tweede het be
drag der inschrijving van Jan de Graaf
te Julianadorp als 25.594, dit moet zijn
26.594.
Niet Officieel.
457e STAATSLOTERIJ.
Trekking van Woensdag 26 Augustus 1931.
3e Klasse. 3e LOst
Hooge Prilzen:
Prilzen van 45.
No. 14677 25.000
No. 8596 2000—
Nos. U306 783 f 1500.—.
Nos. 2693 15627 1000—,
Nos 1757 2528 14667 400.—
No. 15009 ƒ200.-.
Nos 1998 5426 5
19047 100.—.
3
112
760
2296
21
32
R
20959
Verbet
m/z 16944.
6054 13270
15739
1622.
I 45—
62
76
105
111
268
286
316
383
667
669
708
728
1042
1067
1070
1090
1395
1421
1429
1520
1839
1855
1906
1918
2130
21.71
2175
2270
2335
2341
2409
2413
2655
2688
2697
2699
2886
2934
2938
.3035
3253
3290
3381
3463
3647
3681
3757
3784
4047
4050
4112
4180
4410
4449
4478
4527
4629
4634
4677
4681
5011
5022
5069
5108
5262
5298
5310
5346
5849
5897
6017
6047
6231
6269
6276
6325
6558
6585
6604
6609
6915
6990
7013
7051
7160
7188
7219
7268
7470
7475
7501
7507
7639
7663
7742
7759
7884
8009
R057
8064
8517
8547
8550
8600
8791
8811
8816
8832
9055
9068
9075
9088
9332
9339
9392
9399
9628
9646
9655
9687
9912
9918
10003
10078
10446
10521
105.30
10563
10805
10820
10865
10869
11102
11107
11115
11222
11375
11579
11627
11694
11858
11927
11936
11960
1206!
12091
12201
12220
12672
12685
12756
12759
13102
13109
13112
13234
13960
13977
14015
14021
14154
14205
14222
14285
14572
14607
14665
14931
15155
15170
15225
15249
15405
15421
15430
15463
15652
15658
15664
15778
16065
16078
16128
16137
16262
16294
16306
16353
16874
16875
16876
16892
17022
17062
17074
Ï708O
17319
17325
17335
17424
17684
17691
17770
17801
17950
18130
18183
18208
18413
18447
18504
18559
18823
18970
19074
19133
19363
19364
19382
19447
19536
19602
19751
19768
19876
19897
19911
19947
20098
20099
20169
20200
20353
20443
20446
20543
20806
20812
20925
20957
Klasse, 2e Lijst:
16924
GEMEENTERAAD.
De Raad dezer gemeente vergaderde
Dinsdagavond om acht uur ten Raadihuize.
Afwezig de heeren Van Dam en Van
Gessel, de eerste met kennisgeving.
De Burgemeester opende de ver
gadering, waarna de
notulen
ongewijzigd werden vastgesteld.
De ingekomen stukken,
zooals wij deze vorige week hebben ver
meld, gaven geen aanleiding tot op- of
aanmerkingen.
Belastingen.
Voorstel inzake classificatie der ge«<
meente voor de personeele belasting.
De heer Terra zegt, dat het hem ge
noegen doet dat Huisduinen in dezelfde
klasse is ingedeeld als Den Helder. Hij
zou echter ook gaarne zien, dat Koegras
eveneens in de vijfde klasse werd inge
deeld. Het komt hem voor, dat hierdoor
de bewoners van Koegras een onrecht
matige belasting hebben te betalen. Wat
de huishuur betreft, deze is in Koegras
dikwijls niet zooveel lager meer als in
Den Helder. Bij den nieuwbouw in Julia
nadorp wordt ook al een huur van vier
a vijf gulden berekend en daarbij komt
nog, dat de inkomens daar ook nog wel
aan den lagen kant zijn.
De heer D e Z w a r t zegt, dat het voor
stel van B. en W. om Koegras in de
zevende inplaats van in de achtste klasse
te rangschikken op zichzelf al zeer billijk
is. En nu komt de heer Terra met het
voorstel om Koegras maar ineens in de
vijfde klasse te plaatsen. Spr. gelooft wel,
dat de meeste billijkheid hier aan den
kant van B. en W. is. Men tracht altijd
bij het belastingopleggen, vooral bij de
personeele belasting, de verschillende
deelen naar rato en evenredig te belas
ten. Door het rangschikken van Den
Helder in de vijfde klasse heeft men het
feit, dat woningen binnen den kom der
gemeente met een huurwaarde van 150
gulden of daarbeneden vrij zijn van per
soneele belasting. Voor Koegras is dit 100
gulden.
De heer Biersteker zegt nog dat
men wel in aanmerking moet nemen dat
men het landelijk gedeelte van een ge
meente niet in dezelfde klasse mag rang
schikken als het stadsgedeelte. Een poging
om daarin verandering te brengen zou
monnikenwerk zijn.
De heer Terra zegt, dat de menschen
door
A. C. v. K.
III
Toen liep de maat ovp.-
dc" 'litz,'ig®r dt'n dienst opgSd11 De
snoodaard had ons echter toch nog tl
pakken door ons de paar ongelukkig
guldens pas Zaterdags uit te betalen En
dat alleen maar om ons te peeën! J
Onze neuzen vallen in de boter.
Zoo zwierven we dus weer door de wil
dernissen van Breezand als de Drie Mus
ketiers en dachten er ernstig over de
heele bollenpellerij er maar aan te geven
en op onze lauweren te gaan rusten.
Evenwel zoo ve%Javam 't niet en we
gingen weer met mannenmoed van
schuur tot schuur met de intusschen tra
ditioneel geworden bede „of ze ook niet
drie nette jongelui gebruiken konden,
die ingewijd waren in de geheimen van
't edele bollenpellersvak." O, die ontvang
sten. Wat waren ze soms bedroevend en
zielschokkend. De een beweerde, „dattie
geen zwervers noodig had", en weer een
ander gaf d"n rn*,d naar onze laatste
rustplaats te wandelen. We begonnen te
twijfelen.
Maar tenslotte kwam gelukkig Fortuna
ons ditmaal nog eens verblijden in den
vorm van een schuur met den. vriende
lijken naam „Huize Maria". Inderdaad.
Hier zouden we 't voor 't laatst nog eens
probeeren. Ook was hier geen hatelijk
bordje met „wacht u voor Jen hond!" en
dus stapten we de schuur binnen. Om kort
te gaan. De boer kons ons gebruiken. En
welk een pellerij. Een juweeltje! Alles
was mooi schoon, fijne bankjes; niet te
hoog en niet te laag. Een eminente pel-
tafel, waar wel 20 menschen aan konden
ziten enfin, een wat je noemt „offe toe'T'.
'Jver do betalingscondiies waren we het
mn',?')- eens. Veertig cent voor een
W(, 1 e" de kleintjes, nou, die mochten
een mif ?i liggen- Was me dat effetjes
tZnw»!!"6!1 En ,net mannenmoed
een nnvpi-weo Iïf®de nia.'e ter pellerij niet
1 ostbaar optimisme gewapend.
Onze gelederen dunnen zich
en worden weer aangevuld.
We zaten al eenige dagen in die ideale
schuur en konden met een kleine variatie
zeggen:
„hoe genoeg'lijk spoedt zich 't leven
„van den njjv'ren peller voort....
Wat 't pellen betreft, deze zaak had
zich bij ons tot een tweede natuur ge
vormd. 't Is mij zelfs overkomen, dat ik
midden in den nacht wakker werd en
riep: „Héé, Kees, aan je hoeveelste ben
jij bezig?" doelende op 't- hoeveelste
mandje. Of we er ook in opgingen!
Op onze sloffen haalden we per dag
nu 10 manden; dat was dus van 's mor
gens 7 tot 's avonds 5; want dan moes
ten we naar den trein. De stemming was
werkelijk optima forma, en we dachten
er reeds over om ons hier voorgoed te
vestigen als „gediplomeerde pellers".
Maar zie, op een kwaden morgen
bleek dat Kees van de emotie een kleine
krankheid op z'n hals gehaald had. dat
was toen lang zoo gezellig niet meer.
Maar 't ergste moest nog komen. Want
precies één dag later kwam Plet 's avonds
bij me aanloopen en bracht me 't onzalige
nieuws, dat hij den anderen dag uit
logeeren ging!
Alsjeblieft! Daar stond ik nu! Maar
met een mijzelf verwonderende moed heb
ik evenals Van Speyk gedacht, om liever
te sterven dan op te geven, en besloot om
ganschelijk alleen nog eenigen tijd den
..martelgang van 6 uur" voort te zetten.
En zoo geschiedde.
Ik toog weder schuur-waarts en pelde
in m'n eentje, dat 't een lust was. Maar
dat verveelde me binnen twee dagen al
op een gruwelijke manier. Wat duurden
die dagen ellendig lang. En hoe saai.
Maar zie! Op een zonnigen Juli-morgen
hóórde ik in de „bel-etage" eenig geluid,
en toen ik me nieuwsgierig uit 't trapgat
liet bengelen, zag ik tot m'n niet te be
schrijven verbazing vier aanvallige jonge
dames, elk plusminus 16 lentes tellende,
en zijnde de dochteren van vier hier ter
stede welbekende middenstanders.
Toen de baas binnenkwam. word er een
van 't stel als parlementair naar voren
geduwd, en vroeg zoo poeslief en aan
halig mogelijk (zoo zijn trouwens de vrou
wen altijd als ze iets willen hebben!):
„Mijnheer, zouden we hier ook bollen
mogen pellen?" Nou, en de baas, een
reuze-kerel met een beetje gevoel voor
humor, zei natuurlijk meteen, dat ze wis
en waarachtig wel mochten pellen.
Maar nee, dat bleek det bedoeling niet.
Ze wilden ook verdienen'! Nu, en aange
zien de baas geen „knijper" was werd dit
toegestaan, en beklom 't viertal 't lad
dertje.
Ik zag de toekomst zwart in. Vier
jongedames!!
M'n nieuwe lotgenooten.
Ze kwamen alle vier kers-versch van de
Mulo, en, volgens de baas, „zoo groen as
gras". Zooals ze al gauw vertelden, waren
ze „gezworen kameraden", alle vier, zijn
de Pukkie, Tonie, Corry en Nini. De lieve
kinderen hadden van hun leven nog geen
bol gepeld, en natuurlijk voelde ik me
bar superieur. Ik gaf dus gratis privaat
les in 't pellen, en kreeg als honorarium
daarvoor om 't half uur één of ander
zoetigheidje. Want daar zaten ze dik in!
Om u alles naar waarheid mee te deelen,
moet ik zeggen, dat ze 't gauw konden.
En zelfs heel gauw. Tenminste twee
ervan.
Per slot van rekening bleken 't wel ge
schikte jongedames te zijn en was ik
eigenlijk maar blij dat ze gekomen waren.
Alleen is toch ook maar alleen! Den vol
genden dag kwam er nog één van 't sterke
geslacht onze kring vermeerderen, een
Heldersche, zich noemende en schrijven
de Klaas. Klaas zal ik nooit vergeten,
want hij was een unicum.
Het unicum dan kwam 's morgens bij
den trein en was dan in 't bezit van een
soort hoofdkussen, opgepropt met brood.
Laten we zeggen, dat het 18 sneedjes
waren. Was 't twaalf uur geweest en hield
ik of een der dames dan nog brood over,
dan was Klaas altijd de man, die zich har
telijk aanbevolen hield voor 't restje. Het
wondermensch had nooit genoeg. Enorm!
Van eten gesproken. Dat deden we drie
maal per dag. Van half 9 tot 9. van twaalf
tot 1.15, en van 4 tot half 5. Of betel ge
zegd dan hadden de lui, die op 't land
werkten schaften, en dus deden wij 't dan
ook maar. Hadden de jongens hun „kug-
gles" op dan kwamen ze direct naar bo
ven en boden de jongedames hun dien
sten als pellers aan, wat natuurlijk hooge-
lijk op prijs gesteld werd. Vanzelfspre
kend, dat Klaas en ik altijd van die hulp
gespeend gebleven zijn. Een van de jon
gens, een zekere Chris, bleek voorai in
de smaak van de zwakke sexe te vallen.
Tenminste, na een paar dagen hoorde ik
tot vervelens toe van één van 't viertal:
„hoe laat is 't, komt Chrissie al?" „Chris-
sie moest 't weten!"
Bijzonderheden over 't zingen, etc.
Ja, Apollo werd in die dagen zeer ver
eerd en.gesmaad.
Ons repertoir was buitengewoon geva
rieerd; het begon meestal met de schla
ger „Adieu mein kleiner Gardeoffizier!"
en eindigde met „Vraag niet waarom ik
weene". Om de dames recht te doen we
dervaren zal ik eerlijk zeggen dat ze ook
bekendere en schoonere nummers ten
gehoore brachten.
(Slot volgt).