ZOMERPRIJZEN I 3 ECI LA M I .VERHOOGT 1 JW 3M2CT. TWEEDE EK LAATSTE BLAD. STADSNIEUWS VAN DONDERDAG 27 AUGUSTUSÏ931 Aen treinf wam" de^'veVwf PROFITEERT van onze LAGE Anthraciet vanaf f 1 50 Fa. H. BOOIJ ZOON eollenpellen Licht op voor alle voertuigen: Zomertijd. Donderdag 27 Aug 20.31 uur Vrijdag 28 20.28 Onze stadgenoot, de heer J. A. Korf! slaagde voor het tweede gedeelte Nota riaat. Op het te Den Haag gehouden examen voor de Nijverheidsonderwijs akte Nj, slaagde onzen plaatsgenoot, de heer D. J. Scheen. Cand. D. Keustra, te Ha rl in gen, heeft bedankt voor het beroep van de Chr Geref. Kerk, alhier. VERTREK IR. S. F. MONHEMIUS. Gisterenmiddag, met den trein van 13.51 u., is ir. Monhemius naar zijn nieuwe woonplaats vertrokken. Verschillende ver- eenigingen en tal van vrienden hebben den heer en mevr. Monhemius uitgeleide gedaan en wel duidelijk oleek daaruit hoe gezien de heer Monhemius was. In het vereenigingsleven, vooral in de Chr. ver- eenigingen, zal hij een leege plaats achter laten. Nooit was den heer Monhemius iets te veel, met steeds weer nieuw enthou siasme wierp hij zich op een nieuwe taak en volbracht haar tot het bittere einde. Hij was de stuwkracht van tal van orga nisaties, de vriendelijke raadgever voor menig stadgenoot. En vandaar dat men hem zoo'n hartelijk afscheid had bereid. De tweede klas wachtkamer was boordevol en toen de heer en mevr. Monhemius, om even over half twee per auto voor het sta tion arriveerden, stond daar een eere- wacht van Chr. padvinders en welpen en werden zij door Ds. Hoek verwelkomd. Aangenaam waren de heer en mevrouw Monhemius door deze ontvangst getroffen, doch in de wachtkamer wachtte hun een grootere verrassing. Voorafgegaan door ds. Hoek betraden zjj de tweede klas wachtkamer, waar de talrijke aanwezigen hen staande opwacht ten. Nadat ir. en mevr. Monhemius had den plaats genomen, nam Ds. Hoek het woord. Hooggeachte heer en mevr. Monhemius zoo zeide spr. wij kunnen niet na laten, nu u deze plaats gaat verlaten, u een hartelijk afscheid toe te roepen. Ver schillende organisaties zijn hier tegen woordig. Zoo zijn er vertegenwoordigers van het „Leger des Heils", van „de Jeugd herberg", het „Chr. Militair Tehuis", de „A.R. Kiesvereeniging", het „Chr. School bestuur" en de scholen, van het „Chr. Vakverbond", van de „Chr. Padvinderij" en de „Herv. Evangelisatie". U hebt u op velerlei gebied bewogen en aan verschillende organisaties uw kracht gegeven en door uw toewijding en liefde, bij hoog en laag en jong en oud, zeer veel vrienden gemaakt. Uit naam van alle aanwezigen zeg ik u hartelijk dank voor wat gij zijt geweest voor zeer velen. In 't bizonder dank ik u uit naam van het bestuur van de Herv. Evangeli satie en de vrienden van onzen kring. Het spijt me zoo zegt spr. verder dat ik de godsdienstoefening van Zondag, door uitstedigheid, niet mocht leiden, anders had ik toen een persoonlijk woord van dank tot u gericht. Ook uit eigen naam en die van mijn vrouw zeg ik u dank voor uw hartelijkheid en liefde, die wij mochten ondervinden. Spr. biedt nu, met een toepasselijk woord, namens de Evangelisatie, een bou- quet bloemen aan mevr. Monhemius aan, die de stille en stuwende kracht van haar man is geweest en die spr. daarvoor een hartelijk woord van dank brengt. Aan den heer Monhemius wordt een kunstfoto grafie van den Helderschen Zeedijk aan geboden, „als een herinnering aan uw vrienden en Den Helder", zoo zeide Ds. Hoek. Gods zegen zij u in alle dingen nabij besloot spr. zijn afscheidswoord en Christus genade, die de ondergrond is van uw leven, sterke u ook verder. Staande zongen de aanwezigen den heer en mevr. Monhemius de zegenbede uit Ps. 134 toe: „Dat 's Heeren zegen op u daal' In bewogen woorden dankte de heer Monhemius voor dit hartelijk afscheid. God zegene mijn Chr. vrienden in deze stad en ook de stad zelve. Met smart scheiden wij van Den Helder, waar wij ons gedragen wisten door uw aller sym pathie. Van tal van aanwezigen (vanwege den tijd kon het niet van allen) nam de h->er j Monhemius nog persoonlijk afscheid en bruikt werd om nog anderen de hand t*en afscheid te drukken. DE FEESTELIJKHEDEN OP KONINGINNEDAG. Men verzoekt ons opname van het vol gende: 1 er voorkoming van gedrang voor de loketten aan het feestterrein, heeft het Bestuur der plaatselijke Oranjevereeni- ging de vóórverkoop van toegangsbe- wijzen op verschillende plaatsen in de stad geregeld, deze adressen zijn bereids vermeld in de „Held. Courant" van 25 dezer, en komen ook voor in het op a.s. Vrijdag verschijnend feestprogramma. Het publiek wordt beleefd verzocht van dezen vóórverkoop gebruik te maken, -waardoor een gemakkelijke toegang tot het feestterrein wordt bereikt. Men weet dat gewoonlijk bij aankomst van den op tocht een opstopping plaats heeft, het geen door dezen maatregel kan worden voorkomen. GOEDKOOPE TREIN NAAR ARNHEM EN NIJMEGEN. Op Woensdag 2 September zal een goedkoope trein loopen naar Oosterbeek Laag, Arnhem en Nijmegen. De prijzen voor heen en terug bedra gen van de stations Den Helder tot en met Heerhugowaard: 2e kl. 5.25, 3e kl. 3.75. De verkoop der plaatskaarten, tot een beperkt aantal, is gisteren aangevangen en wordt gesloten Dinsdag 1 September. De heenreis vangt aan: Den Helder (vertrek) 6.15; Anna Pau- lowna 6.29; Schagen 6.41. Aankomst te Oosterbeek Laag 10.12; Arnhem 10.19; Nijmegen 10.03. Terugreis: vertrek Nijmegen 19.08; Oosterbeek Laag 19.27; Arnhem 19.41. Aankomst: Schagen 22.56; Anna Pau- lowna 23.07; Den Helder 23.21. BEZOEK AAN TERSCHELLING. Op verzoek van ingezetenen, die niet in de gelegenheid zijn op een weekdag een Zuiderzeereisje te maken, zal „Eso- na" op Zondag 30 Augustus a.s. een tocht naar Terschelling maken, de laatste in dit seizoen. De vorige reis naar Terschel ling is buitengewoon in den smaak geval- i len van de reizigers en dit is waarlijk niet te verwonderen. Terschelling is een buitengewoon mooi eiland, dat door de moeilijke verbinding vanuit Den Helder lang niet genoeg be kend is en een bezoek overwaard. Reeds bij aankomst in de haven geniet men van het mooie panorama, dat het eiland biedt. De boot meert in de haven en met enkele schreden is men in het aardige hoofd dorp West-Terschelling. Hier bestaat ge legenheid tot bezoek van de 54 meter hooge Brandaris, vanwaar men een schitterend uitzicht heeft over het eiland, de Noordzee en de Wadden. Men vergete vooral niet de enorme collectie opgezette vogels te zien, die zich in het museum van den toren bevindt. Het bezoek aan de Brandaris is kosteloos. Behalve voor het gebruiken van een warme lunch in het gezellige hotel Nap, aan den voet van de Brandaris, heeft men gelegenheid tot het maken van een tocht over het eiland per autobus langs de mooie duinen, valleien en bosschen naar het Badpaviljoen bij het Noordzeestrand. Ook is aan te bevelen een wandeling door de duinen, langs de dennen, vanaf het dorp West-Terschelling naar het dichtbij gelegen zoetwatermeertje „Doodemans- kisten". De Directie van „Esona" heeft een klein aantal geïllustreerde gidsen van Terschelling voor liefhebbers beschik baar. Daar bekend is, dat voor dezen tocht veel animo bestaat en het aantal uit te geven kaarten beperkt is, wordt men aan geraden zich tijdig van biljetten te voor zien. De prijs is 2.retour. Indien on verhoopt niet wordt gevaren, kunnen de kaarten worden ingewisseld. Men leze de heden geplaatste adver tentie. HET NIEUWE INSTRUCTIE- VAARTUIG „PRINSES JULIA NA". Vrijdagavond komt hier in de haven het nieuwe instructievaartuig „Prinses Juliana", dat Zaterdag zijn officieelen proeftocht aanvangt. Over de Zuiderzee zal naar Amsterdam worden gevaren. (steen- en gruis vrij). Tel. 235 en 479. DE BADINRICHTING AAN DE BUITENHAVEN. Drie dagen gesloten. De schout-bij-nacht, commandant der marine te Willemsoord, brengt ter ken nis, dat de had-inrichting aan de Buiten haven op 26, 27 en 28 Augustus a.s. ge sloten zal zijn. ORGELBESPELING FEIKE ASMA. Wanneer men een klein half uur vooi een concert thuis komt en men wordt dar. verrast met een uitnoodiging dit concert „even" te willen recenseeren, kan nier. onomwonden zeggen: „dit was niet voor bereid!" Zoo ging het mij. Voordat ik het wist, zat ik tusschen de vele luiste raars. I11 breede trekken zal ik mijn in drukken van dit „laatste orgelconcert van het speelplan 1931", zooals het programma vermeldt, hier Laten volgen. Niei lang geleden mocht ik een verslag uitbrengen over den orgellist Willem Mudde, deze had de plaats ingenomen van onzen stadgenoot Feike Asma. Nu mocht ik dezen organist zelve hooren op zijn eigen orgel in bekende omgeving. Dit zijn factoren, die medewerken ten goede. De orgellist Feike Asma is, evenals Wil lem Mudde en als zoovele anderen in den lande leerling van den bekenden Ne c: andschen oreellist Jan Zwart. Het voorbeeld van den meester, om regelmatig orgelbespelingen te houden, is alleszins navolgienswaard. Alle steden van eenige muzikale beteekemis kunnen bogen op regelmatige orgelbespelingen. Joh. de Zwaan, Den Haag; Louis Robert, Haar lem; Jan Zwart, Zaandam, Amsterdam; De Vries, Nijmegen; Feike Asma, Den Helder, enz. Jan Zwart als orgell'ist en componist: Primus inter pares, de eerste onder zijns gelijken. Zijn leerlingen zijn dus in gcede handen. Maar nu het concert. Het programma bestond uit „verzoek nummers". waaruit men mag concludee- ren, dat „bezcekers" op deze zomerconcer- ten aanwezig zijn. Met één oogopslag kon men zien, dat crus een uur van kunstgenot stond te wachten en we kwamen niet be drogen uit. Alle stukken werden goedverzorgd voor- gedragen hetgeen niet wil zeggen, dat er neg wenschen overblijven. Het concert werd geopend met een twee- j tal stukken van Jan Zwart: „Daar juicht een toon" en „O, Gij mijn troost". Als com- positie's stonden zij op zeer hoog peil en de uitvoering was uitstekend. „Daar juicht een toon" werd omgezet in tonen en ak koorden, die ons in verrukking brachten. „O, Gü mijn troost" was van melancholiek karakter, waarvan het rijk-bewerkte thema veelzeggend was en van den eersten rang uit oogpunt van bouw en structuur. Na deze inleiding kwam de compositie van Fr. Liszt: Praeludium und Fuga über den namen B.A.C.H. Feike Asma be- heerschte dit technisch meesterwerk ge heel en al, vooral het middengedeelte van het praeludium werd met overtuiging en gevóél voorgedragen, het kwam uit het hart van den executant. Ook de climax, welke hier op volgde, straalde en praaide, dat het een lust was er naar te hooren. Tot nu toe had de registratie mijn volle aan dacht, ook bij Karg-Elart en het concert van Handel liet de registratie niets te wenschen over, maar bij het Adagio (4c) was de trompet niet welkom, liet adagio was bovendien te vlug! Na het concert van Handel, hetwelk ein digde met een „grootsche-Fuga", even fnootsch gespeeld als de inhoud eischte, kwam no. 5 van het programma: een drie tal composities, respectievelijk van Zorg man, Dubois en Durme. Dit drietal stond tusschen Handel en Bach: „Un.e fleur en- tre deux abimes" (Liszt). Het Andantino in Es, als trio aangevangen en eveneens in dezen vorm geëindigd, met mooie gave, klare melodie, goed verzorgd en met heel veel couleur ten gehoore gebraht, was een juweeltje, dat schitterde aan hocgen he mel, den hemel der „toonkunst"! De Toccata, oompositie voor toestenin- strument, van Dubois, van Franschen huize, was een openbaring. Het klaterde en straalde, het was een juichen, een op gaan naar het Parnassum; we kwamen in het „beloofde land"; dan ineens een rus tig tusschengedeelte, waarvan de schoon heid en pracht in kleur en klank, har- menie en melodie, geen weerga vindt; dan een terugkeer naar liet krachtig begin end e droom is uit. De elusette van Durme sluit dit mooie drietal, ook dit werk is zeer helder gere gistreerd en con amore voorgedragen. Na deze „openbaring" zijn we aan Jo- hann Sebastian Bach genaderd: Toccata en Fuga in d moll. Zooals Van Beethoven's naam verbon den is aan de symphonie, zoo- is de naam van Bach den Leipziger Cantor der Thomas Kirehe verbonden aan de Fuga. Over Bach is het laatste woord nog niet gesproken, dit weet Feike Asma ook wel. Hij houde mij ten goede, dat hier en kele opmerkingen volgen. De inzet van het d-moll akkoord, hetwelk teneenen- male niet door Bach daar geplaatst is, is voor mijn gevoel geheel misplaatst. Bach schreef duizend en één noten plus de rest. Alle noten van Bach zijn verant woord door hem, door Bach! Er is er geen' teveel, niet een te weinig. Wjj kunnen al deze noten nog niet verantwoorden, o.v. uit melodisch-harmonisch-contrapun- :isch-oogpuntü! Wij veranderen de inzet Jus niet. Bach is genoemd het „Oude Testament" der muziek, Van Beethoven ,Het Nieuwe", we aanvaarden dus en gaan niet veranderen, d.i. verminken. Waar blijft de „kracht" van den „groot- ichen-kerkeljjken" inzet: „a-g-a", wan- ïeer het d-moll akkoord vooraf gehoord wórdt? Neen, Feike, dat zult gij over enigen tijd wel anders opvatten, b.v. wanneer het Wohltemperierte-klavier, uw geestelijk eigendom is geworden, maar it staat nu nog niet op den achtergrond, ds ruggesteun! Naast deze opmerking, uitsluitend aan Jen orgelist gewijd, kunnen we de ver dere uitvoering van Toccata en Fuga be wonderen. Er blijven opmerkingen, b.v. de triolen in het begin, waar het accent niet consequent op de rechte plaats kwam en verder werd de Fuga te vlug ingezet. Men kon voorspellen, dat dit tempo niet kon worden doorgevoerd, vooral niet wan neer het pedaal met het thema inzet! Maar zoo gezegd Bach is Bach, en dit zegt voor ingewijden alles. Na Bach volgde het slotnummer „Medi tatie" en „Finale" van Feike Asma, door hem zelf! Alleen de meditatie kon ik hooren, daar ik gebonden was aan mijn tijd. Maardeze meditatie was mij ge noeg! De compositie mocht er wezen, het is een stemmingsstuk, dat vooral door het phrygisch slot beantwoordt aan den titel. Het kerkgebouw was tamelijk goéd be zet. We zagen organisten, musici, stad- genooten, oud-stadgenooten en vreemde lingen. Het is verblijdend, dat een be trekkelijk groot aantal belangstellenden was opgegaan naar de Gereformeerde Kerk in het Julianapark, alwaar de orgel bespeling plaats vond. Het orgel wordt genoemd de koning der instrumenten, de aanwezigen hebben het hoofd gebogen voor dezen koning uit het wonderland der toonkunst! Zonder de toonkunst ware de aarde een woestenij wij menschen kunnen niet buiten haar. De orgelist, Feike Asma, kan zeer tevreden zijn. Een orgelist vindt vreugde in zijn arbeid, in groote mate constateerden we dit bij den heer Asma. We geven hem in overweging op den ingeslagen weg door te gaan, wat concerten betreft en studeer en. Vooral Bach's Wohltemperierte-klavier zij aan bevolen. Onder stille aandacht luisterden de aan wezigen naar het spel uit den hooge en Feike Asma zegt met Wilhelm Teil: „Ich hab' getan, was ich nicht lassen könnte". TOON DE HOOGH. HET MUZIEK CONCOURS VAN DE „AMSTERDAMSCHE POSTHARMONIE". De 3e en laatste dag. „Sted. Muziekcorps" en „Winnubst" onder de deelnemers. Het 25-jarig jubileum van het muziek corps der Amsterdamsche postmannen vindt Zondag a.s. haar einde in den 3en en laatsten comooursdag. Er zullen 9 ver- eeniginigen optreden, waarvan er 4 aan den marschwedistrijd deelnemen. Onder déze 9 bevinden zich van hier de Har- mon'iekapel „Winnubst", directeur de heer H. B. Schenkels, en het „Stedelijk Muziekcorps", directeur Joh. F. Pala. „Sted. Muziekcorps". Het „Stedelijk", dat den 26en van de vorige maand reeds in Noord-Scharwoude een mooi succes boekte door het ver werven van twee le prijzen en den 2en eereprijs komt Zondag in één afdeeling uit met n.og 3 vereenigingien, waarvan er twee zeer zeker tot de beste van onze pro vincie gerekend kunnen worden, die in den loop der jaren reeds tal van hooge on- aeischeidingen verworven hebben. Het verplichte werk, dat hetzelfde is als in Noord-Scharwoude de suite „Scènes ALsaciennes" van Jules Massenet is op iverse repetities nog eens flink onder handen genomen; wat er nog aan ontbrak, Is door den directeur grondig herzien. Evenzoo het eigen gekozen nummer, de >uyerture „Le Roi d'Ys" van Ed. Lalo. Leider en executanten zijn zich bewust, Jat er nu vooral veel op het spel staat, dat thans een maximum prestatie maand dan ook extra hard gewerkt en geleverd moet worden. Er is van deze voor zoover wij weten niemand is er geweest, die ongemotiveerd een repetitie verzuimde Maar zoo moet het ook! Men is nu klaar voor het zoo belangrijke ge beuren en nu is het maar te hopen, dat al de moeite en inspanning, die men zich in zijn vrijen tijd getroost heeft, rijke vruch ten moge afwerpen. Zoo zy het. In de Superieure Afdeeling Harmonie komen de 4 corpsen in deze volgorde uit: 1. „Apollo", Zaandijk, dir. G. Schaar (die ok het Fanfarecorps „Onderling Ge noegen", Krommenie, leidt, welke laatst te Parijs zoo'n groot succes boekte). Vrij no. „Slavische Marsch", Tsaikowsk.v. 2. „Crescendo", Haarlem, dir. H. W. Hofmeester. Vrij no. „Carnaval Norvé- gien", Svendsen. 3. „Generaal Karei v. d. Heijden", Zalt- Bommel, dir. J. J. Hermans. Vrij no. Ouverture „Oberon", C. M. von Weber. Als 4e corps komt dan het „Stedelijk", welke dus het genoegen smaakt eerst haar collega's het langademige verplichte werk (duur 25 min.) te hooren spelen. Na afloop van den Eerewedstrijd volgt dan het Concert, wat op het concourster rein zal plaats vinden en waarvoor de heer Pala het volgende programma gekozen heeft: 1. Per Aspera ad Astra, marsch Urbach. 2. Dichter und Baver, ouverture v. Suppé. 3. Ganz Allerliebst, walzer Waldteufel. 4. Fantaisie sur 1'opéra „Tanr.bauser", Wagner. Pauze. 5. Orphée aux Enfers, ouverture Offenbach. 6. Andante uit de 5e Symphonie Beethoven. 7. Fantaisie sur 1'opéra „l'Africaine" Meyerbeer. 8. Marsc-h uit Bizet's „Carmen" Briffaux. Daar het corps ndet aan den Marsch- wedstrijd deelneemt, is het vertrek be paald op 12.35 uur, aankomst Amsterdam 2 28 uur. „Winnubst". De laatste keer, dat dit oorps naar „Schinkelhaven" toog, was tijdens het con cours van het Brandweer-Muziekcrps, in Juli 1926 (tegelijk met het „Stedelijk"). Toen was „Winnubst" nog een fanfare corps en behaalde in de Afd. Uitmuntend heid een goeden len prijs (165 pt., max. 180 pt.) Nog in hetzelfde jaar, na het con cours te Schagen, werd de vereeniging omgezet in harmonie. Thans, 5 jaar later, vertrekt „Winnubst" weer naar de hoofd stad om te debuteeren in de le afdeeling Harmonie. Het corps is vooral het laatste jaar hard vooruit gegaan; de laatste con certen staan op hoog peil waarbij wij vooral wijzen op dat van verleden week Donderdag in de tent wat ook niet an ders kan onder een directie, die niet alleen terdege deskundig, maar daarnevens zich met voile animo aan zijn zware en inspan nende taak wijdt. Bedriegen de teekenen dan ook niet, dan zal „Winnubst" in Am sterdam den naam onzer stad in muzikaal opzicht zeker geen oneer aandoen. De le Afd. Harmonie ziet er als volgt uit: Verplicht no.: „Philine", ouverture, M. Lacoste. 1. „Werkspoor", Amsterdam. Vrij no- „Suiite-Ballet", Francis Popy. 2. „Harmonievereeniging van Grave". Vrij no. „Le Progres", J. v. Tright. 3. „Winnubst". Vrii no. „Le Diamant Noir", ouverture Fr. Popy. Ook „Winnubst" is dus het laatste in haar afdeeling. Het corps neemt ook deel aan den Marschwedstrijd, waarin 't nog altijd zeer succesvol is geweest. In 1926 en in 1929 verwierf „Winnubst" te Amsterdam een extra-prijs voor het hoogst aantal punten in het Marschconcours behaald. Verleden jaar te Veisen eveneens. Deze wedstrijd wordt evenals in 1926 weer in het Vondelpark gehouden, in dezek'laan, maar dan met dat verschil, dat nu eenmaal gezwenkt moet werden. De Conoertwedstrijden worden in den tuin van het café „Schinkelhaven" ge houden. Zondag j.1. had het tweede gedeelte van dit concours plaats. Er speelden 7 corp sen, daar er 1 niet opkwam. Buitengewone prestaties zijn er dien dag niet geleverd. Het hoogste aantal punten werd behaald door hot Fanfarecorps „Sonore", Amster dam (Eere-Afd.) met 357 punten, welk aan tal dus onder dat van „Ons Genoegen", Wijdenes (369) blijft. Het andere corps in deze afd. „Onder Ons", Dirkshorn, be haalde op 't kantje af een len prijs (336), wat ons van deze vereeniging nu niet be paald meevalt. Het totaal-resultaat was drie le prijzen, drie 2e en een 3e prijs. Drie corpsen namen aan den Marsch wedstrijd deel, welke elk een 2en prijs verwierven. Totnogtoe gaat „Helder's Fan farecorps" aan het hoofd met 105 punten. RECTIFICATIE. In de vermelding van den uitslag der aanbesteding voor het verbouwen van de O. L. School te Julianadorp, in ons num mer van Zaterdag j.1., staan een tweetal onjuistheden. Ten eerste vermeldden wij den naam van een der inschrijvers als P. Hoornsman te Julianadorp. Dit moet zijn G. Hoornsman. Ten tweede het be drag der inschrijving van Jan de Graaf te Julianadorp als 25.594, dit moet zijn 26.594. Niet Officieel. 457e STAATSLOTERIJ. Trekking van Woensdag 26 Augustus 1931. 3e Klasse. 3e LOst Hooge Prilzen: Prilzen van 45. No. 14677 25.000 No. 8596 2000— Nos. U306 783 f 1500.—. Nos. 2693 15627 1000—, Nos 1757 2528 14667 400.— No. 15009 ƒ200.-. Nos 1998 5426 5 19047 100.—. 3 112 760 2296 21 32 R 20959 Verbet m/z 16944. 6054 13270 15739 1622. I 45— 62 76 105 111 268 286 316 383 667 669 708 728 1042 1067 1070 1090 1395 1421 1429 1520 1839 1855 1906 1918 2130 21.71 2175 2270 2335 2341 2409 2413 2655 2688 2697 2699 2886 2934 2938 .3035 3253 3290 3381 3463 3647 3681 3757 3784 4047 4050 4112 4180 4410 4449 4478 4527 4629 4634 4677 4681 5011 5022 5069 5108 5262 5298 5310 5346 5849 5897 6017 6047 6231 6269 6276 6325 6558 6585 6604 6609 6915 6990 7013 7051 7160 7188 7219 7268 7470 7475 7501 7507 7639 7663 7742 7759 7884 8009 R057 8064 8517 8547 8550 8600 8791 8811 8816 8832 9055 9068 9075 9088 9332 9339 9392 9399 9628 9646 9655 9687 9912 9918 10003 10078 10446 10521 105.30 10563 10805 10820 10865 10869 11102 11107 11115 11222 11375 11579 11627 11694 11858 11927 11936 11960 1206! 12091 12201 12220 12672 12685 12756 12759 13102 13109 13112 13234 13960 13977 14015 14021 14154 14205 14222 14285 14572 14607 14665 14931 15155 15170 15225 15249 15405 15421 15430 15463 15652 15658 15664 15778 16065 16078 16128 16137 16262 16294 16306 16353 16874 16875 16876 16892 17022 17062 17074 Ï708O 17319 17325 17335 17424 17684 17691 17770 17801 17950 18130 18183 18208 18413 18447 18504 18559 18823 18970 19074 19133 19363 19364 19382 19447 19536 19602 19751 19768 19876 19897 19911 19947 20098 20099 20169 20200 20353 20443 20446 20543 20806 20812 20925 20957 Klasse, 2e Lijst: 16924 GEMEENTERAAD. De Raad dezer gemeente vergaderde Dinsdagavond om acht uur ten Raadihuize. Afwezig de heeren Van Dam en Van Gessel, de eerste met kennisgeving. De Burgemeester opende de ver gadering, waarna de notulen ongewijzigd werden vastgesteld. De ingekomen stukken, zooals wij deze vorige week hebben ver meld, gaven geen aanleiding tot op- of aanmerkingen. Belastingen. Voorstel inzake classificatie der ge«< meente voor de personeele belasting. De heer Terra zegt, dat het hem ge noegen doet dat Huisduinen in dezelfde klasse is ingedeeld als Den Helder. Hij zou echter ook gaarne zien, dat Koegras eveneens in de vijfde klasse werd inge deeld. Het komt hem voor, dat hierdoor de bewoners van Koegras een onrecht matige belasting hebben te betalen. Wat de huishuur betreft, deze is in Koegras dikwijls niet zooveel lager meer als in Den Helder. Bij den nieuwbouw in Julia nadorp wordt ook al een huur van vier a vijf gulden berekend en daarbij komt nog, dat de inkomens daar ook nog wel aan den lagen kant zijn. De heer D e Z w a r t zegt, dat het voor stel van B. en W. om Koegras in de zevende inplaats van in de achtste klasse te rangschikken op zichzelf al zeer billijk is. En nu komt de heer Terra met het voorstel om Koegras maar ineens in de vijfde klasse te plaatsen. Spr. gelooft wel, dat de meeste billijkheid hier aan den kant van B. en W. is. Men tracht altijd bij het belastingopleggen, vooral bij de personeele belasting, de verschillende deelen naar rato en evenredig te belas ten. Door het rangschikken van Den Helder in de vijfde klasse heeft men het feit, dat woningen binnen den kom der gemeente met een huurwaarde van 150 gulden of daarbeneden vrij zijn van per soneele belasting. Voor Koegras is dit 100 gulden. De heer Biersteker zegt nog dat men wel in aanmerking moet nemen dat men het landelijk gedeelte van een ge meente niet in dezelfde klasse mag rang schikken als het stadsgedeelte. Een poging om daarin verandering te brengen zou monnikenwerk zijn. De heer Terra zegt, dat de menschen door A. C. v. K. III Toen liep de maat ovp.- dc" 'litz,'ig®r dt'n dienst opgSd11 De snoodaard had ons echter toch nog tl pakken door ons de paar ongelukkig guldens pas Zaterdags uit te betalen En dat alleen maar om ons te peeën! J Onze neuzen vallen in de boter. Zoo zwierven we dus weer door de wil dernissen van Breezand als de Drie Mus ketiers en dachten er ernstig over de heele bollenpellerij er maar aan te geven en op onze lauweren te gaan rusten. Evenwel zoo ve%Javam 't niet en we gingen weer met mannenmoed van schuur tot schuur met de intusschen tra ditioneel geworden bede „of ze ook niet drie nette jongelui gebruiken konden, die ingewijd waren in de geheimen van 't edele bollenpellersvak." O, die ontvang sten. Wat waren ze soms bedroevend en zielschokkend. De een beweerde, „dattie geen zwervers noodig had", en weer een ander gaf d"n rn*,d naar onze laatste rustplaats te wandelen. We begonnen te twijfelen. Maar tenslotte kwam gelukkig Fortuna ons ditmaal nog eens verblijden in den vorm van een schuur met den. vriende lijken naam „Huize Maria". Inderdaad. Hier zouden we 't voor 't laatst nog eens probeeren. Ook was hier geen hatelijk bordje met „wacht u voor Jen hond!" en dus stapten we de schuur binnen. Om kort te gaan. De boer kons ons gebruiken. En welk een pellerij. Een juweeltje! Alles was mooi schoon, fijne bankjes; niet te hoog en niet te laag. Een eminente pel- tafel, waar wel 20 menschen aan konden ziten enfin, een wat je noemt „offe toe'T'. 'Jver do betalingscondiies waren we het mn',?')- eens. Veertig cent voor een W(, 1 e" de kleintjes, nou, die mochten een mif ?i liggen- Was me dat effetjes tZnw»!!"6!1 En ,net mannenmoed een nnvpi-weo Iïf®de nia.'e ter pellerij niet 1 ostbaar optimisme gewapend. Onze gelederen dunnen zich en worden weer aangevuld. We zaten al eenige dagen in die ideale schuur en konden met een kleine variatie zeggen: „hoe genoeg'lijk spoedt zich 't leven „van den njjv'ren peller voort.... Wat 't pellen betreft, deze zaak had zich bij ons tot een tweede natuur ge vormd. 't Is mij zelfs overkomen, dat ik midden in den nacht wakker werd en riep: „Héé, Kees, aan je hoeveelste ben jij bezig?" doelende op 't- hoeveelste mandje. Of we er ook in opgingen! Op onze sloffen haalden we per dag nu 10 manden; dat was dus van 's mor gens 7 tot 's avonds 5; want dan moes ten we naar den trein. De stemming was werkelijk optima forma, en we dachten er reeds over om ons hier voorgoed te vestigen als „gediplomeerde pellers". Maar zie, op een kwaden morgen bleek dat Kees van de emotie een kleine krankheid op z'n hals gehaald had. dat was toen lang zoo gezellig niet meer. Maar 't ergste moest nog komen. Want precies één dag later kwam Plet 's avonds bij me aanloopen en bracht me 't onzalige nieuws, dat hij den anderen dag uit logeeren ging! Alsjeblieft! Daar stond ik nu! Maar met een mijzelf verwonderende moed heb ik evenals Van Speyk gedacht, om liever te sterven dan op te geven, en besloot om ganschelijk alleen nog eenigen tijd den ..martelgang van 6 uur" voort te zetten. En zoo geschiedde. Ik toog weder schuur-waarts en pelde in m'n eentje, dat 't een lust was. Maar dat verveelde me binnen twee dagen al op een gruwelijke manier. Wat duurden die dagen ellendig lang. En hoe saai. Maar zie! Op een zonnigen Juli-morgen hóórde ik in de „bel-etage" eenig geluid, en toen ik me nieuwsgierig uit 't trapgat liet bengelen, zag ik tot m'n niet te be schrijven verbazing vier aanvallige jonge dames, elk plusminus 16 lentes tellende, en zijnde de dochteren van vier hier ter stede welbekende middenstanders. Toen de baas binnenkwam. word er een van 't stel als parlementair naar voren geduwd, en vroeg zoo poeslief en aan halig mogelijk (zoo zijn trouwens de vrou wen altijd als ze iets willen hebben!): „Mijnheer, zouden we hier ook bollen mogen pellen?" Nou, en de baas, een reuze-kerel met een beetje gevoel voor humor, zei natuurlijk meteen, dat ze wis en waarachtig wel mochten pellen. Maar nee, dat bleek det bedoeling niet. Ze wilden ook verdienen'! Nu, en aange zien de baas geen „knijper" was werd dit toegestaan, en beklom 't viertal 't lad dertje. Ik zag de toekomst zwart in. Vier jongedames!! M'n nieuwe lotgenooten. Ze kwamen alle vier kers-versch van de Mulo, en, volgens de baas, „zoo groen as gras". Zooals ze al gauw vertelden, waren ze „gezworen kameraden", alle vier, zijn de Pukkie, Tonie, Corry en Nini. De lieve kinderen hadden van hun leven nog geen bol gepeld, en natuurlijk voelde ik me bar superieur. Ik gaf dus gratis privaat les in 't pellen, en kreeg als honorarium daarvoor om 't half uur één of ander zoetigheidje. Want daar zaten ze dik in! Om u alles naar waarheid mee te deelen, moet ik zeggen, dat ze 't gauw konden. En zelfs heel gauw. Tenminste twee ervan. Per slot van rekening bleken 't wel ge schikte jongedames te zijn en was ik eigenlijk maar blij dat ze gekomen waren. Alleen is toch ook maar alleen! Den vol genden dag kwam er nog één van 't sterke geslacht onze kring vermeerderen, een Heldersche, zich noemende en schrijven de Klaas. Klaas zal ik nooit vergeten, want hij was een unicum. Het unicum dan kwam 's morgens bij den trein en was dan in 't bezit van een soort hoofdkussen, opgepropt met brood. Laten we zeggen, dat het 18 sneedjes waren. Was 't twaalf uur geweest en hield ik of een der dames dan nog brood over, dan was Klaas altijd de man, die zich har telijk aanbevolen hield voor 't restje. Het wondermensch had nooit genoeg. Enorm! Van eten gesproken. Dat deden we drie maal per dag. Van half 9 tot 9. van twaalf tot 1.15, en van 4 tot half 5. Of betel ge zegd dan hadden de lui, die op 't land werkten schaften, en dus deden wij 't dan ook maar. Hadden de jongens hun „kug- gles" op dan kwamen ze direct naar bo ven en boden de jongedames hun dien sten als pellers aan, wat natuurlijk hooge- lijk op prijs gesteld werd. Vanzelfspre kend, dat Klaas en ik altijd van die hulp gespeend gebleven zijn. Een van de jon gens, een zekere Chris, bleek voorai in de smaak van de zwakke sexe te vallen. Tenminste, na een paar dagen hoorde ik tot vervelens toe van één van 't viertal: „hoe laat is 't, komt Chrissie al?" „Chris- sie moest 't weten!" Bijzonderheden over 't zingen, etc. Ja, Apollo werd in die dagen zeer ver eerd en.gesmaad. Ons repertoir was buitengewoon geva rieerd; het begon meestal met de schla ger „Adieu mein kleiner Gardeoffizier!" en eindigde met „Vraag niet waarom ik weene". Om de dames recht te doen we dervaren zal ik eerlijk zeggen dat ze ook bekendere en schoonere nummers ten gehoore brachten. (Slot volgt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 5