POPULAIRE RUBRIEK
01
VAN ZATERDAG 29 AUG. 1931.
Prinses Juliana gezien door Amerikaansche oogen.
Hoe zij Haar a.s. regeeringstaak voorbereidt.
Zij is een groot muziekliefhebster.
De Lyon's diamanten.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Over het algemeen zijn de berichten,
die in de wereldpers over onze Ko
ninklijke familie verschijnen van dien
aard, dat zij bij een Nederlander slechts
den lachlust, zoo niet ergernis opwek
ken. Vele buitenlandsche correspon
denten blijken een flinken duim te be
zitten, waaruit zij de noodige pikante
bijzonderheden zuigen. Daarom is het
een verblijdend teeken als we in een
der voornaamste New Yorksche bla
den een artikel aantreffen van den
blijkbaar goed geïnformeerden Her
bet Antcliffe, dat zoo weinig op sen
satie-effect is berekend en een zoo tref
fend juisten indruk van onze Kroon
prinses geeft, dat wij niet geaarzeld
hebben dit artikel dezen kper als onder
werp voor onze correspondentie te kie
zen. Herbert Antcliffe vertelt dan dat
het meer dan een jaar geleden was, dat
hij zich aan boord bevond van de „Jo-
han van Oldenbarnevelt", de nieuwe
mailboot van de stoomvaartmaatschap
pij „Nederland", die langzaam tusschen
Amsterdam en IJmuiden in het Noord
zeekanaal op haar eerste officieele
vaart, waarbij zij de Koninklijke fami
lie, vergezeld van vele autoriteiten en
diplomaten, naar IJmuiden bracht om
daar de nieuwe sluizen te openen. Ik
kwam uit de groote eetzaal in de vesti
bule en zag daar een aantal jonge meis
jes vroolijk de trap afloopen. Een van
haar kwam mij bekend voor, doch ik
kon haar niet thuis brengen! Een
oogenblik later kwam mijn geheugen
mij echter te hulp: het was Prinses
Juliana! Ik had haar tevoren meer
malen gezien bij officieele gelegenhe
den; hoe was het mogelijk, dat ik haar
niet herkende? Misschien omdat ik
haar toen niet zag tusschen meisjes
van gelijken leeftijd, doch eenigszins
bedeesd aan de zijde van haar moeder,
of op een concert, waar zij duidelijk
blijk gaf evenveel belangstelling te
hebben voor muziek als haar geliefde
grootmoeder, die zelf ook muzikaal is.
Het verschil in haar wijze van doen
bij die gelegenheden en nu aan boord
bevestigde wat ik reeds gehoord had
door middel van personen, die haar
persoonlijk kennen.
Zij bereidt zich in deze jaren gron
dig voor op haar toekomstige taak als
Koningin der Nederlanden, hoewel zij
zelf en allen, die haar en haar moeder
kennen, hopen dat het nog lang zal
duren voordat die op haar schouders
wordt gelegd. Deze voorbereiding vat
zij even ernstig op als haar moeder het
zou wenschen, hoewel haar karakter
niet zoozeer de eenigszins strenge
ernst van de Koningin vertoont, doch
meer de vroolijkheid in den omgang
van Prins Hendrik. In deze tijden is
het voor de erfgenamen van een troon
dubbel zaak, goed toegerust te zijn
voor hun taak, want zij moeten in waar
heid hun volk kunnen leiden en geen
decoratief staatshoofd zijn zonder
meer.
Prinses Juliarv heeft zich eigenlijk
haar geheele leven lang reeds voorbe
reid op de plichten en de verantwoor
delijkheid, die haar wie weet hoe spoe-
die reeds kunnen toevallen. En de
Koningin, die van die plichten en die
verantwoordelijkheid een gewetenszaak
maakt, zal zeker ervoor waken, dat
haar opvolgster er tenvolle de betee-
kenis van beseft.
Vanaf haar kinderjaren heeft Prin
ses Juliana geleerd, dat zij geen ko
ningin wordt voor haar eigen plezier,
doch dat zij werk te doen krijgt, dat
niet gemakkelijk kan worden geleerd.
Zij heeft daartoe allereerst grondig on
derwijs genoten en gestudeerd aan de
Leidsche universiteit, waar zij niet
slechts een titel horioris causa heeft
behaald, doch hetzelfde examen heeft
gedaan als de andere studenten.
Zij heeft van het begin af met toe
wijding gestudeerd, niet alleen omdat
zij belang stelde in haar werk, doch
ook om wat zij zelf eens heeft gezegd:
„Als het mijn tijd is, willen ze mis
schien geen koningin meer hebben en
dan wordt ik advocaat." Zij was toen
oud genoeg om te weten, waarover zij
sprak; uit haar eigen woorden blijkt
dus, dat zfj geen verkeerde voorstel
ling heeft omtrent de dingen, die bij
den tegenwoordigen politieken toe
stand mogelijk zijn. Niet slechts haar
professoren, die haar ook geëxami
neerd hebben, doch alleen die haar
kennen als een bekwaam spreekster en
debater, zeggen dat zij alle kansen
heeft om in de rechtszaal succes te
hebben. Zij heeft ook een goede kijk
op zaken; de beraadslagingen van den
Raad van State, waarin zij kort na haar
achttienden verjaardag werd opgeno
men, volgt zij met levendige belang
stelling en verschillende instellingen,
waarvan zjj beschermvrouwe of be
stuurslid is, genieten van haar een
meer dan gewoon, van intelligentie
getuigend meeleven.
Zij heeft tot dusver slechte zelden
officieele gebeurtenissen meegemaakt,
anders dan in gezelschap van haar
moeder of grootmoeder. Een enkelen
keer was zij alleen maar in gezelschap
van eenige leden van haar hofhouding
en van den betrokken minister. Zij
komt het meest in het publiek op con
certen, die zij dikwijls bijwoont in ge
zelschap van de konigin-moeder, aan
wie zij zeer gehecht is. Daar ziet men
haar op haar best, als een hartelijk,
vriendelijk jong meisje, dat niet be
dorven is door de hooge positie, waarin
zjj geboren is. De Koningin en Prins
Hendrik geven niet veel om muziek,
zoodat blijkbaar het gevoel daarvoor
een generatie heeft over geslagen en
van grootmoeder op kleinkind is over
gegaan.
Men kan de Prinses geen groot kun
stenares noemen, doch zij is een be
kwaam pianiste en violiste en de Ko
ningin heeft haar talenten goed laten
ontwikkelen door met zorg gekozen
leermeesters. Soms woont de Ko
ninklijke familie in haar geheel een
concert bij; bij een van die gelegen
heden kwam het kinderlijk karakter
van de Prinses uit op een wijze, die
allen voor haar innamen, die het za
gen. Men had n.1. in de Koninklijke
loge drie bouquetten neergelegd op
tafeltjes voor de plaatsen, waar de
Koningin in het midden zou zitten met
haar moeder en dochter ter weers
zijden. Op het laatste oogenblik kon de
Koningin niet komen en de Prinses,
die aankwam toen haar grootmoeder
reeds op haar plaats zat, verwisselde
snel de bouquetten en zette zich neer
naast haar geliefde grootmoeder. Toen
de Koningin later toch nog kwam,
moest zij daardoor, ondanks alle voor
bereidingen van de ceremoniemeesters,
een zijplaats innemen.
Als* studente aan de Leidsche univer
siteit was de Prinses eveneens vrij van
alle stijfheid en vormelijkheid, zij stond
erop, dat zoowel de professoren als
haar medestudenten haar niet anders
behandelden dan de anderen. Zjj werd
gewoon ingeschreven als Jonkvrouw
van Buren. Een van haar medestuden
ten, met wie zfj nog niet intiem was,
hoewel zjj bij een vroegere gelegen
heid reeds aan haar was voorgesteld,
sprak haar aan met „Hoogheid". „Ik
ben Juliana van Buren," antwoordde
de Prinses, „en je moet me Julie noe
men". Haar beste vriendin was de
dochter van een Waalsch predikant,
waarin sommigen een voorbode zien
van een Hollandsch-Belgische toena
dering.
Noch de Prinses zelf, noch haar
ouders wenschen, dat zij voorloopig de
plichten van een huwelijk op zich
neemt. Zij wordt algemeen beschouwd
als een meisje, dat haar opvoeding
nog niet voltooid heeft en eerst nog
wat moet genieten van de vrijheid der
jeugd. Een jaar of twee geleden deden
geruchten omtrent een verloving de
ronde; ik wendde mij destijds tot een
man, die een hooge positie aan het
hof bekleedde om nadere inlichtingen.
Hij was half geamuseerd, half geër
gerd. „Ik kan u verzekeren dat wij van
van hoog tot laag, te beginnen met de
Koningin zelf. het de grootste dwaas
heid zouden vinden om de Prinses de
eerstkomende jaren te verloven met
wien ook. Wij beschouwen haar nog I
als een kind en niemand zou ongeluk
kiger zijn dan zijzelf als er een der
gelijk plan geopperd werd".
Dat is al eenigen tijd geleden en de
Prinses ontwikkelt zich snel, doch het
is niet waarschijnlijk dat er in de
naaste toekomst stappen in die richting
zullen worden genomen.
Tijdens haar studententijd heeft de
Prinses ook geleerd haar eigen huis
houden te besturen in de groote dub
bele villa te Katwijk, waar zij volkomen
meesteres was. Na het beëindigen van
haar studies ging zij niet wonen in
naar eigen paleis aan den Kneuterdijk,
doch bleef zjj met de Koningin
samenwonen. Zij geeft verreweg de
I voorkeur aan het Huis in het Bosch,
waar zij buiten is en toch gemakkelijk
Den Haag en Scheveningen kan be
reiken.
(Nadruk verboden.)
DE MAN IN HEMDSMOUWEN.
Graaf Tliun, de zeer invloedrijke Oos-
tenrijksohe staatsman, veroorloofde zich
tegenover zijn bezoekers wel eens vrij
heden, die niet altijd door den beugel
konden. Zoo ontving hij Bismarck eens
ongegeneerd in zjjn hemdsmouwen, of
schoon het bezoek van den Pruisischen
gezant officieel was aangekondigd.
De latere rijkskanselier keek den
Oostenrijker even aan en zei toen glim-
lachend: „U hebt gelijk, 't is hier
I warm."
Een seconde later stond de gast even-
eens in zijn hemdsmouwen. Beteuterd
verontschuldigde graaf Thun zich en
schoot haastig in zijn jas, waarop Bis-
marck het voorbeeld volgde.
Graaf Thun nam het gevoelige lesje
ter harte en behandelde zijn Pruisischen
„leermeester" in het vervolg steeds bui
tengewoon hoffelijk en voorkomend!
„Nog steeds niets te zien?"
„Niets anders dan de horizon!"
„Nu, dat is tenminste beter dan hee-
lemaal niets!"
Een dobbelgeschiedenis.
„Beste vriend, ik zie onmogelijk kans
Ju oRel<i op nemen op de wijze
e gil angeeft. Ik heb alles beproefd,
uLXr t m6! lleVW van ons
papier, en meer van ons geld. Wat een
onzin, vindt ge niet? Geen be ofte, van
hooge percenten kan hun bewegen Ik
bood den woekeraar half de wafrde in
wijn en schilderijen aan, hü wil niets
of moet eerst geld zien. Maandag is het
betalingsdag, voor dien tijd moet ik het
gat stoppen."
„Natuurlijk. dat moet ik ook, wees
dankbaar, dat jü niet te Monte Carlo
was."
„Hoe hoog zit jij er in, Guus?"
„Voor meer dan vier duizend gulden,
en jij?"
„Twee duizend".
„Zeg nooit, dat dobbelen een goede
manier is. Het is hard, rua zoo menigen
storm het hoofd te hebben geboden. Ik
heb wat bedacht: maar ik weet niet of
het gelukken zal. In elk geval heb ik
je hulp noodig, en wat meer is, het be
treft mijn vrouw, je zuster Maiid."
„Maud! wat kan die te doen hebben
met onze speelschulden?"
„Luister, het ongeluk is volgens alle
natuurwetten, niet eeuwigdurend. Het
getij moet spoedig veranderen. Het is
nu maar de vraag, hoe ons in dien bus-
sohentijd te redden en 6000 gulden te
bemachtigen. Daar zijn de diamanten
van Lady Lyon, die je vader bij haar
huwelijk aan Maud gaf, goed voor. Wij
kunnen die voor eenige dagen be-
leenen."
„Oh ik begrijp je, je wilt dat ik haar
vraag mij die te ieenien, maar waarom
doe jü dat zelf niet, zij zal je niets
weigeren."
„Dat kan zoo maar niet, ik heb be
loofd nooit meer te wedden, en als ik
hier uitben, dan doe ik het, zoo waar,
nooit meer."
„Maar hoe wil je dan?"
„Luister en wees niet lastig, de tijd
is kort, en wü moeten iemand vinden,
die de diamanten uit de ketting neemt
en er valselie inzet en daar moet jij
voor zorgen."
„De tijd is daarvoor veel te kort, je
vergeet dat Maud morgen naar buiten
gaat, en dan de diamanten meeneemt."
„Daar dacht ik niet aan, wat dan te
doen?"
„Ik heb wat bedacht", en Hamer
lachte tranen van pret, „ik zal vanavond
als jü aan tafel zit, een inbrekersstukje
uithalen. Zet een ladder klaar, zeg
Maud dat zü zich stil houdt over haar
verlies, want dat openbaarheid alle
kans van terugvinden onmogelijk
maakt; mü alleen moet zij het vertellen,
cm de politie te helpen."
„Dat staat nnj niet aan, ik ben bang
voor mogelijk schandaal", en toen spra
ken zij af op een andere wijze in het
bezit der diamanten 'te komen.
„Nog niet klaar, Maud, haast je, nog
eenige minuten, heb je alles? Zeven
koffers, kan dat alles op de kar, en de
diamanten?"
„Die heb ik in je toiletdoos gebor
gen, daar zijn ze veilig."
„Goed, heb je daar mijn toitebdoos?"
„Ja, die verlies ik niet uit het oog."
Aan het station was broeder Guus
gedienstig en viool ijk als altijd, hij
schudde Harry hartelijk de hand en
keek hem veelbeteekenend aan.
„Ik zorg goed voor je bagage, Maud,
stap maar gauw in."
„Ja, maar die toiletdoos, meet ik in
den trein bij mü hebben."
„Goed, ik breng ze jezelf."
De trein was vol menschen en op het
perron groote drukte, plotseling schok
te de lange rij wagens voorwaarts.
„Oh Harry, nou is Guus er niiet met
de toiletdoos!"
„Wees maar gerust, die zal wel hij
de koffers ziyg"