Koopt bij
«ET UKITELOIS «FEE»
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BuitemSandsch overzicht
I ,(steen pypieSÈ"
Nr. 7C10. EERSTE BLAD
DONDERDAG 3 SEPTEMBER 1931.
59ste JAARGANG
Te Genève gaat het gordijn op voor de voorstelling.-
Toch nog een beetje komkommertijd - De moeilijk
heden van het Vaticaan. - Engeland en zijn bezuini
gingen.
LUCHTVAART.
|ül2!-£~-paar CüL£l£>:
Tjonge, daar zit spirit in!
„DRAGON"
De postvluchten naar en van Indië.
BINNENLAND.
FEUILLETON
'ST r\ h°T
ERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wienngenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. 1 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/'m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Ach, die politiek! We zijn er nog niet
op ingesteld, dat leeren ons de bladen van
deze laatste dagen ook nog weer eens. Het
fraaie nazomerweer lokt tot alles, behalve
tot politiek gedoe, al komen er sympto
men, dat spoedig het spel weer gaat be
ginnen. In Genève is het voorspel al be
gonnen van de groote Septembertriologie,
bestaande uit de Europeesche commissie,
de raad en de assemblée van den Volken
bond. Heel erg veel fiducie heeft men er
vooralsnog niet in, luistert u maar naar
wat de „N. Rott. Crt." schrift:
Het begin schijnt mat en had de stem
ming van ontmoediging. Het eerste stuk
dat versohenen is, het rapport van de
ondercommissie van oeconomische des
kundigen der Europeesche commissie, was
een al te duidelijke vermelding, dat de
vijsheid der deskundigen niet verder gaat
dan tot de diagnose van de kwaal, waarvan
het karakter der wereld niet totaal onbe
kend was.
Er is nog een andere reden, die de be
langstelling gedempt houdt. Genève
schijnt, om met De Genestet te spreken,
niet meer Benjamin. De bezoeken, die de
premiers elkaar nu brengen, nemen de
plaats in van de hoog-politieke ontmoe
tingen, die door de instelling van den Vol
kenbond tot een stelsel waren geworden.
En hoe reislievend de groote premiers
tegenwoordig ook zijn, niemand van hen
is naar Genève gekomen om de Septem-
ber-vergadering ,op te luisteren. Briand,
zonder wien Genève in September zichzelf
niet is, komt eerst den 7den, voor de ope
ning van de Assemblée. Uit de vergade
ringen van de Europeesche commissie en
den Raad blijft hij voorloopig weg. Nu
vertellen zijn vrienden wel, dat alleen de
zorg voor zijn lichamelijk welzijn daarvan
de oorzaak is en dat zijn dokter zou heb
ben beloofd hem geheel als de oude af te
leveren, als men hem nog een week in
September den tijd geeft, maar te Genève
voelt men zijn tijdelijk wegblijven als een
gemis.
En wat verder de verwachtingen binnen
bescheiden grenzen houdt, is het ontbre
ken van eenig lid van gezag van het En-
gelsche kabinet. Men rekent op een wei
nig actieve houding van de Britsche dele
gatie.
Verder ziet men als verdere reden tot
ontmoediging de ontwapeningsconferen
tie wegglijden naar een ver verschiet. Op
het oogenblik, dat er wel eenige opmonte
ring noodig is, maakt de Septembermaand
te Genève en de heele activiteit rondom
den Volkenbond dus een weinig belooven-
indruk.
Ook het tolverbond tusschen Duitsch-
land en Oostenrijk komt weer op de
proppen. Men zal zich herinneren, dat wü
er indertijd over schreven, maar de zaak
is doodgebloed. Spreekt men thans met
een Duitscher, dan is zijn eerste woord:
Ach, wir sind ja nichts mehr. We kun
nen. niets en zijn niets. Nu moet men dat
altijd met een korreltje zout gebruiken,
want nog altijd zün de Duitschers gewel
dige organisatoren, en zij zien de zaken
daarbij in het groot. Dat moet ook wel in
een land ryet zulke afmetingen. Maar dat
een tolverbond tusschen het ziellooze
overblijfsel van Oostenrijk en het in
Schmaoh und Schmerz verkeerende
Duischland een redelijke kans op succes
zou bieden, neen, dat gelooven wij niet.
En dus is dat tolverbond dood, al wordt j
het vanwege den komkommertijd, in de
pers nog een beetje opgerakeld, ook te
Genève.
Dan is er nog Litwinof, die geen erg
geestdriftige ontvangst vond voor het
Russische voorstel, dat de staten van
Europa geen uitzonderingsmaatregelen
zullen nemen tegen den Russischen in
voer Deze besprekingen zijn het gevolg
van 'de internationale campagne tegen wat
men de Russische dumping noemde.
Tusschen Italië en den H. Stoel schijnt
het wat beter te gaan boteren. Men be
weert, dat de tekst van de overeenkomst
tusschen Vaticaan en Quirinaal reeds ge
reed is, maar van de zijde van het Vati
caan is nog geen enkele mededeeling ge
daan. Volgens de overeenkomst zouden
kerkelijke inspecteurs worden benoemd,
die toezicht houden op de opvoeding in
de katholieke scholen. Ook met Spanje
'zijn hartelijke besprekingen gehouden;
men schijnt het eens te zijn geworden
over de kwesties betreffende scheiding
van kerk en staat, neutraliteit van be
graafplaatsen en het burgerlijk huwelijk.
Engeland, ha! zal peen nieuwe be-
lastinqen opleggen, althans voor dit
jaar niet. Zoo meldt de „Daily Herald".
Wel zullen de ministerssalarissen en die
van rechters en parlementsleden worden
verlaagd. Daarnaast zullen evenwel nog
andere middelen 'moeten worden gevon
den. Omtrent de besprekingen in den
ministerraad wordt het volgende ver
nomen:
Een heele afdeeling van het regeerings-
plan is voltooid en de ministers beschou
wen de vorderingen als zeer bevredigend.
Het onderzoek van de maatregelen ter be
strijding van den financieelen. noodtoe
stand werd beëindigd en deze worden ge
reed gemaakt voor de bijzondere zitting
van het parlement, dat, als de gang van
de werkzaamheden het veroorlooft, reeds
de volgende week zal bijeen komen. Het
kabinet zal dagelijks bijeen komen, totdat
het plan om de begrooting in evenwicht
te brengen gereed is om als een geheel
aan het parlement te worden voorgelegd.
Vanda»c zal het rapport van de finan-
cieele ondercommissie, welke de belasting
plannen bestudeert, aan den kabinetsraad
worden voorgelegd. In het Lagerhuis zul
len de plannen van de regeering voor het
eerst in bijzonderheden worden uiteen
gezet en het is mogelijk, dat in een vroeg
stadium van de besprekingen er gelegen
heid voor het Huis zal zijn, zijn vertrou
wen in de regeering uit te spreken.
't Wordt hoog tijd, want het aantal
werkloozen in Engeland bedroeg op 24
Augustus 2.733.782, hetgeen 14.406 meer
is dan een week tevoren en 694.080 meer
dan een jaar geleden.
MOULIN VOOR HET GERECHT.
Het eerste verhoor.
Rome, 1 Sept. (N.T.A.). Voor de buiten
gewone rechtbank ter bescherming van
den staat is hedenochtend het proces be
gonnen tegen den Belgischen leeraar en
studentenleider Moulin en vier andere be
klaagden. De debatten worden door den
president der rechtbank, Cristini, persoon
lijk geleid.
Talrijke toehoorders en vele Italiaan-
sche en buitenlandsche journalisten, o.a.
de anti-fascistische Belgische socialisti
sche senator De Brouckère, woonden de
zitting bij.
Na voorlezing van de acte van beschul
diging begon het verhoor van Moulin, die
bekende propaganda-materiaal te hebben
meegebracht, hetwelk aan te Milaan ge
vestigde personen zou worden overhan
digd, voorts een koffer, die hem door den
bekenden anti-fascist Bassanesi was ge
geven en documenten bevatte.
Bekl. verklaarde, dat de inhoud van
deze manifesten en brieven hem niet be
kend was geweest. Hij sprak zijn leed
wezen uit, dat hij mede in de zaak was
betrpkken.
Gekl. Fossati betuigde zijn onschuld en
verklaarde op verkeerde paden te zijn ge
bracht en zelfs door Bassanesi tijdens zijn
verblijf te Parijs te zijn bedreigd.
Bekl. Rossil betoogde eveneens on
schuldig te zijn en van den inhoud van
de koffer niets te hebben geweten.
De bekl. Maffi en Apposini legden ge
tuigenissen in denzelfden geest af.
Deze labak.'tis werkelijk waar.
Dook ik liever nog dan n sigaar
PURE V/fDGINIA SHAG
Goedkoop door haar
tangzamen brand.
Pittig en toch niet zwaar
Voor pijp of cigaret
UÖRL/no - ÖBOfllS66(,
Nog twee 14-daegsche vluchten.
Van 1 October af elke week.
Heden vertrekt het voorlaatste vlieg
tuig van den regelmatigen 14-daagschen
luchtdienst naar Ned. Indië.
Het vooruitzicht van den wekelijkschen
dienst met ingang van 1 October zal reeds
thans in een vermeerdering van het post
vervoer tot uitdrukking kunnen komen,
omdat men thans zijn regelingen en af
spraken voor den wekelijkschen dienst
met zijn Indische correspondenten zal
moeten maken. Dat kan bijv. in een brief
je van niet meer dan 5 gram, totale fran-
keerkosten 36 cent.
De piloten verwachten op 3 en 17 Sep
tember een flinke vracht post als aanloop
voor de wekelijksehe tochten.
Het 25e postvliegtuig te Ran-
goon geland.
Het 25e postvliegtuig is Dinsdag om 6
u. 5 uit Akyab vertrokken en om 9 u. 40
te Rangoon geland. De tocht werd Dins-
ren niet verder voortgezet wegens de
slechte gesteldheid van het veld. Woens
dag niet verder voortgezet wegens de
DE „GRAF ZEPPELIN".
Naar de HamburgAmerikalijn mede
deelt, is de „Graf Zeppelin" veilig te Per-
nambuco geland.
LEERSTOEL IN DE SOCIOLOGIE.
kort een Kon. besluit te verwachten, waar
bij de Socialistische Vereeniging tot Be
vordering van de Studie en Maatschappe
lijke Vraagstukken aangewezen is' als
bevoegd om bij de faculteit der rechtsge
leerdheid aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht een bijzondere leerstoel te vesti
gen, opdat door den daarvoor te benoemen
hoogleeraar onderwijs wordt gegeven in
de sociologie (maatschappijleer).
UITVAART VOOR
MGR. DR. NOLENS.
Onder buitengewoon groote belangstel
ling uit regeerings- en diplomatieke krin
gen geschiedde Dinsdag te 's-Gravenhage
de plechtige uitvaart voor mgr. dr. W. H.
Nolens, minister van Staat en voorzitter
van d© R.-K. Tweede Kamerfractie, over
eenkomstig den wensch van den overle
dene in de kerk van den H. Willebrordus
aan de Assendelftstraat, waar te negen
uur de plechtige Lauden werd gezongen.
Als agens trad hierbij op pastoor L. Beys-
sens, geassisteerd door de kapelaans J.
Groen en L. Boomgaard.
Het presbyterium was geheel in zwaren
rouw gehuld. De kist met het stoffelijk
overschot stond voor het altaar tusschen
brandende kaarsen opgesteld, waarop zoo
wel de geestelijke als wereldlijke onder
scheidingen van den ontslapen priester
staatsman waren gelegd.
Op het presbyterium hadden plaats ge
nomen mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop
iyan Haarlem, mgr. L. Schioppa, pauselijk
internuntius bij het Nederlandsche hof, de
vertegenwoordiger van den aartsbisschop,
deken Knuvelder, uit Utrecht, mgr. Tas-
kin, president van het grootseminarie te
Warmond, mgr. F. Evers, oud-hoofdaal
moezenier en veile geestelijken.
Lintks van het hoogaltaar was de kapel
gereserveerd voor de leden van het corps
diplomatique en de secretarissen van le
gaties, die in groot aantal aanwezig waren.
Op de eerste rij hadden plaats genomen
de minister-president jhr. mr. Oh. Ruys
de Beerenbrouck, de ministers Dekkers,
Verschuur, Reymer, De Geer, Terpstra,
De Graaf, de voorzitter van de Tweede
Kamer, mr. Van Schalk, en die van de
Eerste Kamer, mr. baron De Vos van
Steenwyk, de oud-ministers Aalberse en
|ir. Bongaerts, beiden executeurs testamen
tair van mgr. Nolens, de burgemeester
jjbr. Bosch ridder van Rosenthal en dr.
Steger, die den overledene gedurende zijn
ziekt© heeft behandeld. Voorts de vice-
president van den Raad van State dr. graaf
Van Lynden van Sandenburg en de staats-
raden dr. D. A. P. N. Kooien, mr. J. Lim-
j burg, dr. De Wijkerslooth de Weerdesteyn
jen Rambonnet, de oud-ministers Loudon,
gezant te Parijs, dr. Van Gijn, prof. Slote-
j maker de Bruine, ir. Van IJsselstein, mr.
Van der Vegte, Van Dijk, Cohen Stuart,
de Commissaris van de Koningin in N.
Brabant, mr. dr. Van Rijckevorsel, zeer
vele leden van de beide Kamers.
De Mijmraad was vertegenwoordigd door
den secretaris mr. Neiszen en den heer
F. Klokgieters.
Gedurende de plechtigheid zong het
versterkte zangkoor der kerk de Requiem
mis van L. PerosL
Na het laatste evangelie beklom de pa
rochie-pastoor den kansel tot het houden
van een korte toespraak. De pastoor wees
er op, hoe door deze plechtige uitvaart in
deze kerk te doen plaats hebben de wensch
van mgr. Nolens geëerbiedigd werd, hij
wekte de aanwezigen en bovenal zijn paro
chianen op veel voor de zielerust van den
overledene te bidden. Vervolgens werd de
Libera gezongen, waarna pastoor Beys-
sens de absoute verrichtte. Onder orgel
spel en klokgelui werd daarna de kist met
het stoffelijk overschot langs de dicht be
zette rijen de kerk uitgedragen, onmiddel
lijk gevolgd door de beide executeurs Aal
berse en Bongaerts, en door de zusters
van het gesticht St. Carolus Boromeus,
die mgr. Nolens zoo vele jaren tot aan zijn
dood in hun midden hebben gehad. Boden
van d© Tweede Kamer vervulden de func
tie van slippend.ragers.
Buiten stond een dicht opeen gepakte
menschewmenigte, die door de politie op
een afstand werd gehouden. Vooral op de
Varkensmarkt en op de Prinsengracht
voor het sterfhuis was de belangstelling
groot.
Nadat de kist met de waardigheidstee
kenen in den rouwauto was geplaatst, reed
deze langzaam, gevolgd door den stoet van
zusters naar de Prinsengracht. De Minis-
i
ters deden op de trappen van het kerkge
bouw het stoffelijk overschot uitgeleide.
Bij het gesticht stelden de zusters zich op
de trappen van het bordes op en wierpen
een laatsten blik op den rouwstoet. Voor
afgegaan door de bereden politie, werd
langs Prinsengracht, Luthersohe Burgwal,
Paviljoensgracht, Groenewegje, Huygens-
park naar den Ryswyikschen Weg gere
den, vanwaar de stoet naar Venlo vertrok,
waar gisteren d© ter aarde bestelling
plaats had.
A. F. THOMSEN. f
Dinsdagmiddag is gedurende de ge
meenteraadsvergadering te Alkmaar het
raadslid, de heer A. F. Thomsen, door een
beroerte getroffen en vrijwel onmiddellijk
daarna overleden.
De heer Thomsen had als fractieleider
van den Vrijheidsbond juist een lange en
vrij scherpe redevoering gehouden en
luisterde, gezeten in zijn stoel, naar de
rede van den heer Vogelaar, toen hij
plotseling ineenzakte. Een ijlings ontbo
den arts kon slechts den dood constatee-
ren.
Het plotselinge overlijden bracht groote
verslagenheid teweeg onder de raads
leden, en burgemeester Wendelaar schor
ste onmiddellijk de vergadering.
De heer Thomsen, die 17 Mei 1872 te
Alkmaar is geboren, werd 8 Augustus
1911 tot raadslid gekozen. Hij maakte
sindsdien onafgebroken deel uit van den
raad. In 1916 volgde de thans ontslapene
den heer Lubbe als wethouder op en ge
durende 14 jaren bleef hij als wethouder
de financiën van Alkmaar beheeren.
Tijdens de wethouderscrisis in November
1930 bedankte hij als wethouder en werd
toen de eigenlijke leider van de oppositie.
Zijn opvolger in den raad is de heer H.
O. Stoutjesdijk.
De heer Thomsen is gedelegeerde van
de gemeente bij de Alkmaarsche export
veiling geweest, welke hem als voorzitter
koos.
ARTS BENDIEN EN ZIJN WERK
ONDER HET VERGROOTGLAS.
Onder dezen titel geeft d© medische
medewerker van de N. Rott. Crt. uitvoe
rige mededeelingen omtrent de vermaar
de kanker-onderzoekingen van den Zeister
arts Bendien. Uit zijn uitvoerig artikel
nemen wij een en ander over, dat er wel
op wijst, dat we hier te doen hadden met
een staaltje van engel ij ke sensatie-verslag-
gevery.
Sedert ik in dit blad 6 Juni een be
spreking wijdde aan het boekje van arts
Bendien, heb ik onder alle stórmen over
de „kwestie-Bendien" door, nu reeds bijna
3 maanden daarover gezwegen, aldus deze
medewerker.
Ik meende te moeten wachten tot ik een
antwoord, kon geven op de vele vragen,
die mij schier dagelijks daarover bereik
ten. Met name tot het oogenblik gekomen
zou zijn, dat ik op de vraag of het werk
van dezen arts waarde had, een duidelijk
en eenvoudig antwoord, zou kunnen
geven: ja of neen. Dat kan ik heden. En
het spijt mij voor heel velen, dat dat ant
woord kort en bondig moet zijn: neen,
niets. Voor ik dat nader toelicht een kort
overzicht van de tragicomedie, die ik als
journalist van nabij heb kunnen volgen
en die mij het zwijgen vaak moeilijk
maakte.
Reeds einde April, dus vóór het boekje
van Bendien in Mei verscheen, had ik
inzage gehad van de gegevens, die de
schrijver aan een journalist verstrakt had.
Zij deden mij onmiddellijk tot groote om
zichtigheid waarschuwen.
Gelijktijdig werden di© gegevens met
den lauwerkrans, die de betrokken pers
man er om gewonden had, in „Het Vader
land", en in Engeland in een paar kleinere
bladen, op 3 Mei gepubliceerd (nadat zoo
wel in Engeland als in ons land een paar
grootere bladen z© na deskundig advies
te hebben ingewonnen, geweigerd had
den!) Onmiddellijk daarna begon diezelfde
journalist een reclamecampagne in de
kleine Nederlandsche plattelandspers.
Een feit is ongetwijfeld, dat noch in
ons land, noch in Engeland aanvankelijk
de „autoriteiten" zich tot een nader offi
cieel onderzoek genoopt geacht hebben.
„Officieel" liet men dus in Engeland en
Nederland de zaak loopen en nam men
z g. een „afwachtende houding" aan. Wel
kwam direct officieus arts Piney van de
British Empire Ca neer Campaign (B.E.
C.C.) op het tooneel. Deze secretaris van
deze particuliere vereeniging, dië, als
ik goed ben ingelicht, in Engeland zoo
wel ambtelijk als wetenschappelijk gezag
mist, is toen naar Zeist gevlogen (nota
bene) in gezelschap van een van de jour
nalisten van een der Engelsche sensatie
bladen. Ze hebben daar, naar verluidt,
met hun beiden met arts Bendien in de
Hermitage gedineerd en zoo en passant
de „onthulling" van de befaamde „toet
sing" geënsceneerd. Die journalist was
getuige van den uitslag der toetsing en
heeft een en ander in geuren en kleuren
in de Engelsche pers en in enkele kleine
Nederlandsche bladen beschreven.
Toen de zaak in de Nederlandschepers
de spuigaten begon uit te loopen, n.1. toen
de storm van verontwaardiging over de
„miskenning van onzen nationalen held"
begon op t© laaien, heeft de voorzitter van
onzen gezondheidsraad aan zijn Engel-
schen collega van het Gezondheidsminis
terie een brief geschreven met verzoek
om nadere inlichtingen. Waarover? Na
tuurlijk niet over Bendien. Hij informeer
de slechts naar de juistheid van de Engel
sche persberichten over de beweerde en
in ons land ten onrechte als „officieel"
beschouwde en toch niet al te best ver
trouwde „toetsing" van Piney.
De schrijver vermeldt thans, hoe van
offieieele Nederlandsche en ook Engel
sche zijde stappen zijn gedaan voor nader
onderzoek.
Een paqr onderzoekers van den Medical
Research Council hebben een bezoek ge
bracht aan ons land, waar ze niet als
Piney alleen Zeist bezochten, maar ook
de verschillende autoriteiten en instituten,
die iets van de zaak zouden kunnen weten,
met een bezoek vereerden. Toen werd on
middellijk een groot wederzijdsch misver
stand opgehelderd: de Engelschen beant
woordden de vraag, waarom zij Bendien
au serieux namen, met de vraag, hoe men
er bii kwam In Nederland, toch Piney au
serieux te nemen! Tableau!
Zoo naderde snel de ontknooping. En
daarmede zijn wy toe aan het eerste
tooneel van het laatste bedrijf. Ik bedoel
hiermede de vernietigende uitkomsten van
de Engelsche offieieele toetsing, dus niet
van Piney en zijn trawanten (particulier
B.E.C.C.), die eiken dag in de krant ver
telden, welk onderdeel van het instrumen
tarium nu weer in bestelling was, maar
van den Medical Research Council (Rijks
M.R.C.), die het onderzoek opdroeg aan
drie op speetrophotometrisch gebied erva
ren leden van zijn staf, werkzaam aan Lon-
don Hospita!, dat, met 839 bedden het
grootste ziekenhuis van Engeland is.
De conclusie van deze offieieele onder
zoekers is letterlijk: „wy zyn tot de over
tuiging gekomen, dat de spectrophotome-
trische methode toegepast op de oplossin
gen van Bendien geen waarde heeft voor
het stellen van de diagnose bij kanker.
Het Nederlandsch wetenschappelijk on
derzoek is nog niet afgeloopen. Maar voor
loopig is elk verwijt aan de offieieele we
tenschap omtrent een gebrek aan belang
stelling ongegrond.
Een verhaal uit een Nabij Verleden.
Naar het Deensch van
CARL MUUSMANN.
(Nadruk verboden).
7)
Opeens werd de streek
de tijding, dat er een aanty t ^°r
badden plaats gehad. Een boei- ilf l
stede het vorige voorjaar was' afgebrand
was s nachts van zy'n bed gelicht en e
vankelijk naar de stad gebracht. Dok een
smid uit een van de dorpen zat in voor
arrest, vijf jaar geleden was er brand in
zijn smidse geweest. Hy had in de her
berg kennis gemaakt met een vreemden
zeeman, die kort geleden uit China was
teruggekeerd en die bijzonder onderhou
dend over zijn reizen wist t© vertellen. De
reeman scheen goed in zijn contanten te
ritten, hij had het ©ene glas na het andere
besteld, de smid was onder invloed van
de royale tractatie spraakzaam geworden.
Al heel vroeg den volgenden ochtend, de
smid had zyn roes nog op geen stukken
na uitgeslapen, waren rechercheurs uit
de stad gekoen en hadden hem in hech
tenis genomen. De gulle zeeman was een
recherche-inspecteur uit de hoofdstad ge
weest, behoorende tot de beruchte com
missie.
Het heele distriet was met schrik en
ontsteltenis geslagen. Allen bij wie de
laatste tien jaar brand was geweest, voel
den zich bedreigd. Er ontstond een at
mosfeer van wantrouwen, het was of
iedereen een wachter voor zijn lippen had
gezet en tegelijkertijd werd de commissie
overstelpt met anonyme brieven» Dr.
Thingsted had het druk en het was hem
met zijn snijdende gevatheid reeds gelukt
enkele verdachten zóó in het nauw te
brengen, dat hun niets anders overbleef
dan te bekennen.
Maar als zijn dagtaak afgeloopen was,
leek het of hij met zijn toga, ook het harde,
haast-wreede, van zijn persoonlijkheid had
afgelegd, dan was was hij op de sociëteit
of bij intieme dinertjes de gezellige, hof
felijke man van de wereld.
Gok met kolonel Thalberg was hy op
?np en voet Kekomen en toen de garni-
iPn,18co"""andant een van zijn in den hee
ïen omtrek-
rek beroemde heerendiners zou
oude •^Iaan steeils een vaste kring van
tot de e^-a®,nzat'behoorde de rechter
beteeken,Ie. „at
berg's beste ^nend, onder de gasten was,
sprak vmzelf.
De kolonel had ziin oude huishoudster
in de studeerkamer geroepen om 't menu
met haar te besnreken. Hy vertelde haar,
dat er een gast méér zou zijn dan ge
woonlijk; Dr. Thingsted.
„Wat, hebt u den rechter uitgenoo-
digd?" riep de oude vrouw onthutst.
„Waarom zou ik niet? Hy is een bui
tengewoon aardig, gezellig man."
„Ja, maar ritmeester Bruhn komt toch
ook?"
„Natuurlijk.
„Ja ziet u. ik dacht...."
„Wat dacht je?"
„Nu, hij en de rechter bij elkaar.
„Wat zou dat?"
„Vanwege den brand op „Seehof".
Als...
De kolonel keek haar met zulk een boo-
zen blik aan, dat de oude ziel geen woord
meer dorst uitbrengen en haastig een
goed heenkomen zocht in de keuken.
Toen d© deur van d© studeerkamer zich
achter haar gesloten had, verdween de
driftige uitdrukking van het gezicht van
den kolonel en er kwam een verdrietige
'blik in zijn oogen. Hij zou een eed durven
deen op de eerlijkheid en betrouwbaar
heid van zijn ouden vriend; dat deze on
schuldig was aan het uitbreken van den
brand, stond onwrikbaar voor hem vast.
Maar dat nam niet weg, dat de opmerking
van de huishondster duidelijk bewees, dat
de publieke opinie verre van gunstig voor
den landheer van „Seehof" was. Wanneer
iemand als een oude vrouw, die toch wer
kelijk het buskruit niet had uitgevonden,
mèt dergelijke praatjes voor den dag
kwam, wat zouden menschen met meer
combinatievermogen dan zij, die wellicht
om een of andere reden wrok tegen zijn
vriend koesterden, dan niet durven be
weren? Zooals de verhouding in de streek
op het oogenblik was, leek het angstig-
waarschynlyk, dat de commissie van on
derzoek haar aandacht ook aan den brand
op „Seehof" zou wijden en dat daardoor
een smet zou worden geworpen op Bruhn's
eer en aanzien.
Toen de ritmeester dien middag de
schriftelijke uitnoodiging voor het diner
ontving, had hij den kolonel al in de stad
gesproken. Hij sneed d© enveloppe open,
keek d© kaart die z© bevatte even in, en
legde den brief op zijn schrijftafel.
„Tets bijzonders?" vroeg mevr. Bruhn.
„Neen, een invitatie van Thalberg voor
een van zyn diners. Ik wist er al van".
„Neem je het aan?"
„Dat spreekt immers van zelf".
„Weet je wie nog meer gevraagd zy'n?"
„Natuurlijk dezelfde heeren als altijd.
De eenige vreemde is Dr. Thingsted, de
president van de orvcterzoek i ngscomm is-
sie".
Mevrouw Bruhn gaf niet direct ant
woord» Een heele poos volhardde ze in een
stroef zwijgen en liet haar kouden blik
als zoekend door de kamer dwalen. Een
paar maal opende ze den mond om iets te
zeggen, maar er kwam geen geluid over
haar lippen.
Eindelijk verbrak ze de stilte, die iets
beklemmends begon te krijgen.
„Ik verbeeld me dat je vannacht gehoest
hebt, Alfred. Je moest je 'n beetje in acht
nemen".
De opmerking was zoo buiten eenig ver
band met bet voorafgegane gesprek, dat
de landheer zy'n vrouw verbaasd aankeek.
Ze sloeg de oogen neer, maar hun blikken
ontmoetten elkaar één ondeelbaar oogen
blik.
„Heeft dat iets met de invitatie van
Thalberg te maken?" vroeg hij, lichtelijk
geprikkeld.
„Ik was bang, dat je op den terugweg
's avonds laat of misschien wel 's nachts
kou zou kunnen vatten."
„Dacht je?" Er klonk nu bijtende spot
in zijn stem". Ik meende den laatsten tijd
al meer opgemerkt te hebben, dat je zoo
bezorgd bent voor mijn gezondheid
Maak je maar niet ongerust hoor!"
Er trok een blos over het bleeke gezicht
van mevrouw Bruhn» Ze schraapte de keel
alsof ze wilde zeggen, maar ze scheen de
juiste woorden niet te kunnen vinden en
zweeg. In haar oogen, die anders zoo koel
en scherp keken, kwam een zachte, voch
tige glans; haar blik bleef haast liefkozend
op haar man rusten, als wilde ze hem ver
giffenis vragen voor haar verborgen ver
denking. Het probleem, dat hun beider
harten in onrust hield en dat ze jaren
lang vergeefs getracht hadden op 'n zóó
liefdevolle manier met elkaar te bespre
ken, dat geen van beide zich gekwetst kon
voelen, had op dit oogenblik met een paar
eenvoudige, vertrouwelijke, goed-gemeen-
de woorden opgelost kunyen worden.
Maar de ritmeester had niet gemerkt,
wat er in de ziel van zijn vrouw omging.
Hij was geheel in beslag genomen door
zyn eigen gedachten en toen hij deze ein
delijk met kracht van zich afwierp, stond
hi> met een energieke beweging op en
vroeg:
„Gaan we nog eten?
De glans in mevrouw Bruhn's oogen
doofde uit.
„Er wordt direct opgedaan", antwoordde
ze zakelijk.
Astrid werd aan tafel geroepen en aan
den maaltijd heerschte een benauwende
stilte. Direct na eten ging Bruhn weer
naar zijn eigen kamer, strekte zich op de
sofa uit en stak een pijp aan. Even later
riep hij zyn dochter.
„Astrid, wil je moeder vragen of ze zin
heeft een uurtje mee uit rijden te gaan?"
Na een oogenblik kwam het meisje
terug.
„Het spijt mama erg, maar ze heeft
geen tijd."
De ritmeester zei den heelen verderen
avond geen woord meer. In norsch stil
zwijgen rookte hy de eene pijp na de
andere.
Toen hij den avond van het diner bii
den kolonel naar de stad reed, was hy in
de allerbeste stemming. Hy had zich voor
genomen om zich door niets of niemand
uit zijn goed humeur te laten brengen en
gedurende den maaltiid was hij opgewon-
.len-vrooljjk. op het luidruchtige en over
moedige af. Maar hoe later het werd, hoe
minder zijn gemoedstoestand in overeen
stemming was met zijn vertoon van op
gewektheid; hij had het gevoel alsof er
een schaduw over zijn ziel was gevallen,
de voorbode van een onbestemd, dreigend
gevaar, dat op geluidlooze voeten nader-
sloop, met noodlottige zekerheid en niet
te stuiten.
(Wordt vervolgd).