Koopt bij «ET UKITELOIS «FEE» NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BuitemSandsch overzicht I ,(steen pypieSÈ" Nr. 7C10. EERSTE BLAD DONDERDAG 3 SEPTEMBER 1931. 59ste JAARGANG Te Genève gaat het gordijn op voor de voorstelling.- Toch nog een beetje komkommertijd - De moeilijk heden van het Vaticaan. - Engeland en zijn bezuini gingen. LUCHTVAART. |ül2!-£~-paar CüL£l£>: Tjonge, daar zit spirit in! „DRAGON" De postvluchten naar en van Indië. BINNENLAND. FEUILLETON 'ST r\ h°T ERSCHE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wienngenen Texel f 1.65; binnen land f 2.Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. 1 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/'m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Ach, die politiek! We zijn er nog niet op ingesteld, dat leeren ons de bladen van deze laatste dagen ook nog weer eens. Het fraaie nazomerweer lokt tot alles, behalve tot politiek gedoe, al komen er sympto men, dat spoedig het spel weer gaat be ginnen. In Genève is het voorspel al be gonnen van de groote Septembertriologie, bestaande uit de Europeesche commissie, de raad en de assemblée van den Volken bond. Heel erg veel fiducie heeft men er vooralsnog niet in, luistert u maar naar wat de „N. Rott. Crt." schrift: Het begin schijnt mat en had de stem ming van ontmoediging. Het eerste stuk dat versohenen is, het rapport van de ondercommissie van oeconomische des kundigen der Europeesche commissie, was een al te duidelijke vermelding, dat de vijsheid der deskundigen niet verder gaat dan tot de diagnose van de kwaal, waarvan het karakter der wereld niet totaal onbe kend was. Er is nog een andere reden, die de be langstelling gedempt houdt. Genève schijnt, om met De Genestet te spreken, niet meer Benjamin. De bezoeken, die de premiers elkaar nu brengen, nemen de plaats in van de hoog-politieke ontmoe tingen, die door de instelling van den Vol kenbond tot een stelsel waren geworden. En hoe reislievend de groote premiers tegenwoordig ook zijn, niemand van hen is naar Genève gekomen om de Septem- ber-vergadering ,op te luisteren. Briand, zonder wien Genève in September zichzelf niet is, komt eerst den 7den, voor de ope ning van de Assemblée. Uit de vergade ringen van de Europeesche commissie en den Raad blijft hij voorloopig weg. Nu vertellen zijn vrienden wel, dat alleen de zorg voor zijn lichamelijk welzijn daarvan de oorzaak is en dat zijn dokter zou heb ben beloofd hem geheel als de oude af te leveren, als men hem nog een week in September den tijd geeft, maar te Genève voelt men zijn tijdelijk wegblijven als een gemis. En wat verder de verwachtingen binnen bescheiden grenzen houdt, is het ontbre ken van eenig lid van gezag van het En- gelsche kabinet. Men rekent op een wei nig actieve houding van de Britsche dele gatie. Verder ziet men als verdere reden tot ontmoediging de ontwapeningsconferen tie wegglijden naar een ver verschiet. Op het oogenblik, dat er wel eenige opmonte ring noodig is, maakt de Septembermaand te Genève en de heele activiteit rondom den Volkenbond dus een weinig belooven- indruk. Ook het tolverbond tusschen Duitsch- land en Oostenrijk komt weer op de proppen. Men zal zich herinneren, dat wü er indertijd over schreven, maar de zaak is doodgebloed. Spreekt men thans met een Duitscher, dan is zijn eerste woord: Ach, wir sind ja nichts mehr. We kun nen. niets en zijn niets. Nu moet men dat altijd met een korreltje zout gebruiken, want nog altijd zün de Duitschers gewel dige organisatoren, en zij zien de zaken daarbij in het groot. Dat moet ook wel in een land ryet zulke afmetingen. Maar dat een tolverbond tusschen het ziellooze overblijfsel van Oostenrijk en het in Schmaoh und Schmerz verkeerende Duischland een redelijke kans op succes zou bieden, neen, dat gelooven wij niet. En dus is dat tolverbond dood, al wordt j het vanwege den komkommertijd, in de pers nog een beetje opgerakeld, ook te Genève. Dan is er nog Litwinof, die geen erg geestdriftige ontvangst vond voor het Russische voorstel, dat de staten van Europa geen uitzonderingsmaatregelen zullen nemen tegen den Russischen in voer Deze besprekingen zijn het gevolg van 'de internationale campagne tegen wat men de Russische dumping noemde. Tusschen Italië en den H. Stoel schijnt het wat beter te gaan boteren. Men be weert, dat de tekst van de overeenkomst tusschen Vaticaan en Quirinaal reeds ge reed is, maar van de zijde van het Vati caan is nog geen enkele mededeeling ge daan. Volgens de overeenkomst zouden kerkelijke inspecteurs worden benoemd, die toezicht houden op de opvoeding in de katholieke scholen. Ook met Spanje 'zijn hartelijke besprekingen gehouden; men schijnt het eens te zijn geworden over de kwesties betreffende scheiding van kerk en staat, neutraliteit van be graafplaatsen en het burgerlijk huwelijk. Engeland, ha! zal peen nieuwe be- lastinqen opleggen, althans voor dit jaar niet. Zoo meldt de „Daily Herald". Wel zullen de ministerssalarissen en die van rechters en parlementsleden worden verlaagd. Daarnaast zullen evenwel nog andere middelen 'moeten worden gevon den. Omtrent de besprekingen in den ministerraad wordt het volgende ver nomen: Een heele afdeeling van het regeerings- plan is voltooid en de ministers beschou wen de vorderingen als zeer bevredigend. Het onderzoek van de maatregelen ter be strijding van den financieelen. noodtoe stand werd beëindigd en deze worden ge reed gemaakt voor de bijzondere zitting van het parlement, dat, als de gang van de werkzaamheden het veroorlooft, reeds de volgende week zal bijeen komen. Het kabinet zal dagelijks bijeen komen, totdat het plan om de begrooting in evenwicht te brengen gereed is om als een geheel aan het parlement te worden voorgelegd. Vanda»c zal het rapport van de finan- cieele ondercommissie, welke de belasting plannen bestudeert, aan den kabinetsraad worden voorgelegd. In het Lagerhuis zul len de plannen van de regeering voor het eerst in bijzonderheden worden uiteen gezet en het is mogelijk, dat in een vroeg stadium van de besprekingen er gelegen heid voor het Huis zal zijn, zijn vertrou wen in de regeering uit te spreken. 't Wordt hoog tijd, want het aantal werkloozen in Engeland bedroeg op 24 Augustus 2.733.782, hetgeen 14.406 meer is dan een week tevoren en 694.080 meer dan een jaar geleden. MOULIN VOOR HET GERECHT. Het eerste verhoor. Rome, 1 Sept. (N.T.A.). Voor de buiten gewone rechtbank ter bescherming van den staat is hedenochtend het proces be gonnen tegen den Belgischen leeraar en studentenleider Moulin en vier andere be klaagden. De debatten worden door den president der rechtbank, Cristini, persoon lijk geleid. Talrijke toehoorders en vele Italiaan- sche en buitenlandsche journalisten, o.a. de anti-fascistische Belgische socialisti sche senator De Brouckère, woonden de zitting bij. Na voorlezing van de acte van beschul diging begon het verhoor van Moulin, die bekende propaganda-materiaal te hebben meegebracht, hetwelk aan te Milaan ge vestigde personen zou worden overhan digd, voorts een koffer, die hem door den bekenden anti-fascist Bassanesi was ge geven en documenten bevatte. Bekl. verklaarde, dat de inhoud van deze manifesten en brieven hem niet be kend was geweest. Hij sprak zijn leed wezen uit, dat hij mede in de zaak was betrpkken. Gekl. Fossati betuigde zijn onschuld en verklaarde op verkeerde paden te zijn ge bracht en zelfs door Bassanesi tijdens zijn verblijf te Parijs te zijn bedreigd. Bekl. Rossil betoogde eveneens on schuldig te zijn en van den inhoud van de koffer niets te hebben geweten. De bekl. Maffi en Apposini legden ge tuigenissen in denzelfden geest af. Deze labak.'tis werkelijk waar. Dook ik liever nog dan n sigaar PURE V/fDGINIA SHAG Goedkoop door haar tangzamen brand. Pittig en toch niet zwaar Voor pijp of cigaret UÖRL/no - ÖBOfllS66(, Nog twee 14-daegsche vluchten. Van 1 October af elke week. Heden vertrekt het voorlaatste vlieg tuig van den regelmatigen 14-daagschen luchtdienst naar Ned. Indië. Het vooruitzicht van den wekelijkschen dienst met ingang van 1 October zal reeds thans in een vermeerdering van het post vervoer tot uitdrukking kunnen komen, omdat men thans zijn regelingen en af spraken voor den wekelijkschen dienst met zijn Indische correspondenten zal moeten maken. Dat kan bijv. in een brief je van niet meer dan 5 gram, totale fran- keerkosten 36 cent. De piloten verwachten op 3 en 17 Sep tember een flinke vracht post als aanloop voor de wekelijksehe tochten. Het 25e postvliegtuig te Ran- goon geland. Het 25e postvliegtuig is Dinsdag om 6 u. 5 uit Akyab vertrokken en om 9 u. 40 te Rangoon geland. De tocht werd Dins- ren niet verder voortgezet wegens de slechte gesteldheid van het veld. Woens dag niet verder voortgezet wegens de DE „GRAF ZEPPELIN". Naar de HamburgAmerikalijn mede deelt, is de „Graf Zeppelin" veilig te Per- nambuco geland. LEERSTOEL IN DE SOCIOLOGIE. kort een Kon. besluit te verwachten, waar bij de Socialistische Vereeniging tot Be vordering van de Studie en Maatschappe lijke Vraagstukken aangewezen is' als bevoegd om bij de faculteit der rechtsge leerdheid aan de Rijksuniversiteit te Utrecht een bijzondere leerstoel te vesti gen, opdat door den daarvoor te benoemen hoogleeraar onderwijs wordt gegeven in de sociologie (maatschappijleer). UITVAART VOOR MGR. DR. NOLENS. Onder buitengewoon groote belangstel ling uit regeerings- en diplomatieke krin gen geschiedde Dinsdag te 's-Gravenhage de plechtige uitvaart voor mgr. dr. W. H. Nolens, minister van Staat en voorzitter van d© R.-K. Tweede Kamerfractie, over eenkomstig den wensch van den overle dene in de kerk van den H. Willebrordus aan de Assendelftstraat, waar te negen uur de plechtige Lauden werd gezongen. Als agens trad hierbij op pastoor L. Beys- sens, geassisteerd door de kapelaans J. Groen en L. Boomgaard. Het presbyterium was geheel in zwaren rouw gehuld. De kist met het stoffelijk overschot stond voor het altaar tusschen brandende kaarsen opgesteld, waarop zoo wel de geestelijke als wereldlijke onder scheidingen van den ontslapen priester staatsman waren gelegd. Op het presbyterium hadden plaats ge nomen mgr. J. D. J. Aengenent, bisschop iyan Haarlem, mgr. L. Schioppa, pauselijk internuntius bij het Nederlandsche hof, de vertegenwoordiger van den aartsbisschop, deken Knuvelder, uit Utrecht, mgr. Tas- kin, president van het grootseminarie te Warmond, mgr. F. Evers, oud-hoofdaal moezenier en veile geestelijken. Lintks van het hoogaltaar was de kapel gereserveerd voor de leden van het corps diplomatique en de secretarissen van le gaties, die in groot aantal aanwezig waren. Op de eerste rij hadden plaats genomen de minister-president jhr. mr. Oh. Ruys de Beerenbrouck, de ministers Dekkers, Verschuur, Reymer, De Geer, Terpstra, De Graaf, de voorzitter van de Tweede Kamer, mr. Van Schalk, en die van de Eerste Kamer, mr. baron De Vos van Steenwyk, de oud-ministers Aalberse en |ir. Bongaerts, beiden executeurs testamen tair van mgr. Nolens, de burgemeester jjbr. Bosch ridder van Rosenthal en dr. Steger, die den overledene gedurende zijn ziekt© heeft behandeld. Voorts de vice- president van den Raad van State dr. graaf Van Lynden van Sandenburg en de staats- raden dr. D. A. P. N. Kooien, mr. J. Lim- j burg, dr. De Wijkerslooth de Weerdesteyn jen Rambonnet, de oud-ministers Loudon, gezant te Parijs, dr. Van Gijn, prof. Slote- j maker de Bruine, ir. Van IJsselstein, mr. Van der Vegte, Van Dijk, Cohen Stuart, de Commissaris van de Koningin in N. Brabant, mr. dr. Van Rijckevorsel, zeer vele leden van de beide Kamers. De Mijmraad was vertegenwoordigd door den secretaris mr. Neiszen en den heer F. Klokgieters. Gedurende de plechtigheid zong het versterkte zangkoor der kerk de Requiem mis van L. PerosL Na het laatste evangelie beklom de pa rochie-pastoor den kansel tot het houden van een korte toespraak. De pastoor wees er op, hoe door deze plechtige uitvaart in deze kerk te doen plaats hebben de wensch van mgr. Nolens geëerbiedigd werd, hij wekte de aanwezigen en bovenal zijn paro chianen op veel voor de zielerust van den overledene te bidden. Vervolgens werd de Libera gezongen, waarna pastoor Beys- sens de absoute verrichtte. Onder orgel spel en klokgelui werd daarna de kist met het stoffelijk overschot langs de dicht be zette rijen de kerk uitgedragen, onmiddel lijk gevolgd door de beide executeurs Aal berse en Bongaerts, en door de zusters van het gesticht St. Carolus Boromeus, die mgr. Nolens zoo vele jaren tot aan zijn dood in hun midden hebben gehad. Boden van d© Tweede Kamer vervulden de func tie van slippend.ragers. Buiten stond een dicht opeen gepakte menschewmenigte, die door de politie op een afstand werd gehouden. Vooral op de Varkensmarkt en op de Prinsengracht voor het sterfhuis was de belangstelling groot. Nadat de kist met de waardigheidstee kenen in den rouwauto was geplaatst, reed deze langzaam, gevolgd door den stoet van zusters naar de Prinsengracht. De Minis- i ters deden op de trappen van het kerkge bouw het stoffelijk overschot uitgeleide. Bij het gesticht stelden de zusters zich op de trappen van het bordes op en wierpen een laatsten blik op den rouwstoet. Voor afgegaan door de bereden politie, werd langs Prinsengracht, Luthersohe Burgwal, Paviljoensgracht, Groenewegje, Huygens- park naar den Ryswyikschen Weg gere den, vanwaar de stoet naar Venlo vertrok, waar gisteren d© ter aarde bestelling plaats had. A. F. THOMSEN. f Dinsdagmiddag is gedurende de ge meenteraadsvergadering te Alkmaar het raadslid, de heer A. F. Thomsen, door een beroerte getroffen en vrijwel onmiddellijk daarna overleden. De heer Thomsen had als fractieleider van den Vrijheidsbond juist een lange en vrij scherpe redevoering gehouden en luisterde, gezeten in zijn stoel, naar de rede van den heer Vogelaar, toen hij plotseling ineenzakte. Een ijlings ontbo den arts kon slechts den dood constatee- ren. Het plotselinge overlijden bracht groote verslagenheid teweeg onder de raads leden, en burgemeester Wendelaar schor ste onmiddellijk de vergadering. De heer Thomsen, die 17 Mei 1872 te Alkmaar is geboren, werd 8 Augustus 1911 tot raadslid gekozen. Hij maakte sindsdien onafgebroken deel uit van den raad. In 1916 volgde de thans ontslapene den heer Lubbe als wethouder op en ge durende 14 jaren bleef hij als wethouder de financiën van Alkmaar beheeren. Tijdens de wethouderscrisis in November 1930 bedankte hij als wethouder en werd toen de eigenlijke leider van de oppositie. Zijn opvolger in den raad is de heer H. O. Stoutjesdijk. De heer Thomsen is gedelegeerde van de gemeente bij de Alkmaarsche export veiling geweest, welke hem als voorzitter koos. ARTS BENDIEN EN ZIJN WERK ONDER HET VERGROOTGLAS. Onder dezen titel geeft d© medische medewerker van de N. Rott. Crt. uitvoe rige mededeelingen omtrent de vermaar de kanker-onderzoekingen van den Zeister arts Bendien. Uit zijn uitvoerig artikel nemen wij een en ander over, dat er wel op wijst, dat we hier te doen hadden met een staaltje van engel ij ke sensatie-verslag- gevery. Sedert ik in dit blad 6 Juni een be spreking wijdde aan het boekje van arts Bendien, heb ik onder alle stórmen over de „kwestie-Bendien" door, nu reeds bijna 3 maanden daarover gezwegen, aldus deze medewerker. Ik meende te moeten wachten tot ik een antwoord, kon geven op de vele vragen, die mij schier dagelijks daarover bereik ten. Met name tot het oogenblik gekomen zou zijn, dat ik op de vraag of het werk van dezen arts waarde had, een duidelijk en eenvoudig antwoord, zou kunnen geven: ja of neen. Dat kan ik heden. En het spijt mij voor heel velen, dat dat ant woord kort en bondig moet zijn: neen, niets. Voor ik dat nader toelicht een kort overzicht van de tragicomedie, die ik als journalist van nabij heb kunnen volgen en die mij het zwijgen vaak moeilijk maakte. Reeds einde April, dus vóór het boekje van Bendien in Mei verscheen, had ik inzage gehad van de gegevens, die de schrijver aan een journalist verstrakt had. Zij deden mij onmiddellijk tot groote om zichtigheid waarschuwen. Gelijktijdig werden di© gegevens met den lauwerkrans, die de betrokken pers man er om gewonden had, in „Het Vader land", en in Engeland in een paar kleinere bladen, op 3 Mei gepubliceerd (nadat zoo wel in Engeland als in ons land een paar grootere bladen z© na deskundig advies te hebben ingewonnen, geweigerd had den!) Onmiddellijk daarna begon diezelfde journalist een reclamecampagne in de kleine Nederlandsche plattelandspers. Een feit is ongetwijfeld, dat noch in ons land, noch in Engeland aanvankelijk de „autoriteiten" zich tot een nader offi cieel onderzoek genoopt geacht hebben. „Officieel" liet men dus in Engeland en Nederland de zaak loopen en nam men z g. een „afwachtende houding" aan. Wel kwam direct officieus arts Piney van de British Empire Ca neer Campaign (B.E. C.C.) op het tooneel. Deze secretaris van deze particuliere vereeniging, dië, als ik goed ben ingelicht, in Engeland zoo wel ambtelijk als wetenschappelijk gezag mist, is toen naar Zeist gevlogen (nota bene) in gezelschap van een van de jour nalisten van een der Engelsche sensatie bladen. Ze hebben daar, naar verluidt, met hun beiden met arts Bendien in de Hermitage gedineerd en zoo en passant de „onthulling" van de befaamde „toet sing" geënsceneerd. Die journalist was getuige van den uitslag der toetsing en heeft een en ander in geuren en kleuren in de Engelsche pers en in enkele kleine Nederlandsche bladen beschreven. Toen de zaak in de Nederlandschepers de spuigaten begon uit te loopen, n.1. toen de storm van verontwaardiging over de „miskenning van onzen nationalen held" begon op t© laaien, heeft de voorzitter van onzen gezondheidsraad aan zijn Engel- schen collega van het Gezondheidsminis terie een brief geschreven met verzoek om nadere inlichtingen. Waarover? Na tuurlijk niet over Bendien. Hij informeer de slechts naar de juistheid van de Engel sche persberichten over de beweerde en in ons land ten onrechte als „officieel" beschouwde en toch niet al te best ver trouwde „toetsing" van Piney. De schrijver vermeldt thans, hoe van offieieele Nederlandsche en ook Engel sche zijde stappen zijn gedaan voor nader onderzoek. Een paqr onderzoekers van den Medical Research Council hebben een bezoek ge bracht aan ons land, waar ze niet als Piney alleen Zeist bezochten, maar ook de verschillende autoriteiten en instituten, die iets van de zaak zouden kunnen weten, met een bezoek vereerden. Toen werd on middellijk een groot wederzijdsch misver stand opgehelderd: de Engelschen beant woordden de vraag, waarom zij Bendien au serieux namen, met de vraag, hoe men er bii kwam In Nederland, toch Piney au serieux te nemen! Tableau! Zoo naderde snel de ontknooping. En daarmede zijn wy toe aan het eerste tooneel van het laatste bedrijf. Ik bedoel hiermede de vernietigende uitkomsten van de Engelsche offieieele toetsing, dus niet van Piney en zijn trawanten (particulier B.E.C.C.), die eiken dag in de krant ver telden, welk onderdeel van het instrumen tarium nu weer in bestelling was, maar van den Medical Research Council (Rijks M.R.C.), die het onderzoek opdroeg aan drie op speetrophotometrisch gebied erva ren leden van zijn staf, werkzaam aan Lon- don Hospita!, dat, met 839 bedden het grootste ziekenhuis van Engeland is. De conclusie van deze offieieele onder zoekers is letterlijk: „wy zyn tot de over tuiging gekomen, dat de spectrophotome- trische methode toegepast op de oplossin gen van Bendien geen waarde heeft voor het stellen van de diagnose bij kanker. Het Nederlandsch wetenschappelijk on derzoek is nog niet afgeloopen. Maar voor loopig is elk verwijt aan de offieieele we tenschap omtrent een gebrek aan belang stelling ongegrond. Een verhaal uit een Nabij Verleden. Naar het Deensch van CARL MUUSMANN. (Nadruk verboden). 7) Opeens werd de streek de tijding, dat er een aanty t ^°r badden plaats gehad. Een boei- ilf l stede het vorige voorjaar was' afgebrand was s nachts van zy'n bed gelicht en e vankelijk naar de stad gebracht. Dok een smid uit een van de dorpen zat in voor arrest, vijf jaar geleden was er brand in zijn smidse geweest. Hy had in de her berg kennis gemaakt met een vreemden zeeman, die kort geleden uit China was teruggekeerd en die bijzonder onderhou dend over zijn reizen wist t© vertellen. De reeman scheen goed in zijn contanten te ritten, hij had het ©ene glas na het andere besteld, de smid was onder invloed van de royale tractatie spraakzaam geworden. Al heel vroeg den volgenden ochtend, de smid had zyn roes nog op geen stukken na uitgeslapen, waren rechercheurs uit de stad gekoen en hadden hem in hech tenis genomen. De gulle zeeman was een recherche-inspecteur uit de hoofdstad ge weest, behoorende tot de beruchte com missie. Het heele distriet was met schrik en ontsteltenis geslagen. Allen bij wie de laatste tien jaar brand was geweest, voel den zich bedreigd. Er ontstond een at mosfeer van wantrouwen, het was of iedereen een wachter voor zijn lippen had gezet en tegelijkertijd werd de commissie overstelpt met anonyme brieven» Dr. Thingsted had het druk en het was hem met zijn snijdende gevatheid reeds gelukt enkele verdachten zóó in het nauw te brengen, dat hun niets anders overbleef dan te bekennen. Maar als zijn dagtaak afgeloopen was, leek het of hij met zijn toga, ook het harde, haast-wreede, van zijn persoonlijkheid had afgelegd, dan was was hij op de sociëteit of bij intieme dinertjes de gezellige, hof felijke man van de wereld. Gok met kolonel Thalberg was hy op ?np en voet Kekomen en toen de garni- iPn,18co"""andant een van zijn in den hee ïen omtrek- rek beroemde heerendiners zou oude •^Iaan steeils een vaste kring van tot de e^-a®,nzat'behoorde de rechter beteeken,Ie. „at berg's beste ^nend, onder de gasten was, sprak vmzelf. De kolonel had ziin oude huishoudster in de studeerkamer geroepen om 't menu met haar te besnreken. Hy vertelde haar, dat er een gast méér zou zijn dan ge woonlijk; Dr. Thingsted. „Wat, hebt u den rechter uitgenoo- digd?" riep de oude vrouw onthutst. „Waarom zou ik niet? Hy is een bui tengewoon aardig, gezellig man." „Ja, maar ritmeester Bruhn komt toch ook?" „Natuurlijk. „Ja ziet u. ik dacht...." „Wat dacht je?" „Nu, hij en de rechter bij elkaar. „Wat zou dat?" „Vanwege den brand op „Seehof". Als... De kolonel keek haar met zulk een boo- zen blik aan, dat de oude ziel geen woord meer dorst uitbrengen en haastig een goed heenkomen zocht in de keuken. Toen d© deur van d© studeerkamer zich achter haar gesloten had, verdween de driftige uitdrukking van het gezicht van den kolonel en er kwam een verdrietige 'blik in zijn oogen. Hij zou een eed durven deen op de eerlijkheid en betrouwbaar heid van zijn ouden vriend; dat deze on schuldig was aan het uitbreken van den brand, stond onwrikbaar voor hem vast. Maar dat nam niet weg, dat de opmerking van de huishondster duidelijk bewees, dat de publieke opinie verre van gunstig voor den landheer van „Seehof" was. Wanneer iemand als een oude vrouw, die toch wer kelijk het buskruit niet had uitgevonden, mèt dergelijke praatjes voor den dag kwam, wat zouden menschen met meer combinatievermogen dan zij, die wellicht om een of andere reden wrok tegen zijn vriend koesterden, dan niet durven be weren? Zooals de verhouding in de streek op het oogenblik was, leek het angstig- waarschynlyk, dat de commissie van on derzoek haar aandacht ook aan den brand op „Seehof" zou wijden en dat daardoor een smet zou worden geworpen op Bruhn's eer en aanzien. Toen de ritmeester dien middag de schriftelijke uitnoodiging voor het diner ontving, had hij den kolonel al in de stad gesproken. Hij sneed d© enveloppe open, keek d© kaart die z© bevatte even in, en legde den brief op zijn schrijftafel. „Tets bijzonders?" vroeg mevr. Bruhn. „Neen, een invitatie van Thalberg voor een van zyn diners. Ik wist er al van". „Neem je het aan?" „Dat spreekt immers van zelf". „Weet je wie nog meer gevraagd zy'n?" „Natuurlijk dezelfde heeren als altijd. De eenige vreemde is Dr. Thingsted, de president van de orvcterzoek i ngscomm is- sie". Mevrouw Bruhn gaf niet direct ant woord» Een heele poos volhardde ze in een stroef zwijgen en liet haar kouden blik als zoekend door de kamer dwalen. Een paar maal opende ze den mond om iets te zeggen, maar er kwam geen geluid over haar lippen. Eindelijk verbrak ze de stilte, die iets beklemmends begon te krijgen. „Ik verbeeld me dat je vannacht gehoest hebt, Alfred. Je moest je 'n beetje in acht nemen". De opmerking was zoo buiten eenig ver band met bet voorafgegane gesprek, dat de landheer zy'n vrouw verbaasd aankeek. Ze sloeg de oogen neer, maar hun blikken ontmoetten elkaar één ondeelbaar oogen blik. „Heeft dat iets met de invitatie van Thalberg te maken?" vroeg hij, lichtelijk geprikkeld. „Ik was bang, dat je op den terugweg 's avonds laat of misschien wel 's nachts kou zou kunnen vatten." „Dacht je?" Er klonk nu bijtende spot in zijn stem". Ik meende den laatsten tijd al meer opgemerkt te hebben, dat je zoo bezorgd bent voor mijn gezondheid Maak je maar niet ongerust hoor!" Er trok een blos over het bleeke gezicht van mevrouw Bruhn» Ze schraapte de keel alsof ze wilde zeggen, maar ze scheen de juiste woorden niet te kunnen vinden en zweeg. In haar oogen, die anders zoo koel en scherp keken, kwam een zachte, voch tige glans; haar blik bleef haast liefkozend op haar man rusten, als wilde ze hem ver giffenis vragen voor haar verborgen ver denking. Het probleem, dat hun beider harten in onrust hield en dat ze jaren lang vergeefs getracht hadden op 'n zóó liefdevolle manier met elkaar te bespre ken, dat geen van beide zich gekwetst kon voelen, had op dit oogenblik met een paar eenvoudige, vertrouwelijke, goed-gemeen- de woorden opgelost kunyen worden. Maar de ritmeester had niet gemerkt, wat er in de ziel van zijn vrouw omging. Hij was geheel in beslag genomen door zyn eigen gedachten en toen hij deze ein delijk met kracht van zich afwierp, stond hi> met een energieke beweging op en vroeg: „Gaan we nog eten? De glans in mevrouw Bruhn's oogen doofde uit. „Er wordt direct opgedaan", antwoordde ze zakelijk. Astrid werd aan tafel geroepen en aan den maaltijd heerschte een benauwende stilte. Direct na eten ging Bruhn weer naar zijn eigen kamer, strekte zich op de sofa uit en stak een pijp aan. Even later riep hij zyn dochter. „Astrid, wil je moeder vragen of ze zin heeft een uurtje mee uit rijden te gaan?" Na een oogenblik kwam het meisje terug. „Het spijt mama erg, maar ze heeft geen tijd." De ritmeester zei den heelen verderen avond geen woord meer. In norsch stil zwijgen rookte hy de eene pijp na de andere. Toen hij den avond van het diner bii den kolonel naar de stad reed, was hy in de allerbeste stemming. Hy had zich voor genomen om zich door niets of niemand uit zijn goed humeur te laten brengen en gedurende den maaltiid was hij opgewon- .len-vrooljjk. op het luidruchtige en over moedige af. Maar hoe later het werd, hoe minder zijn gemoedstoestand in overeen stemming was met zijn vertoon van op gewektheid; hij had het gevoel alsof er een schaduw over zijn ziel was gevallen, de voorbode van een onbestemd, dreigend gevaar, dat op geluidlooze voeten nader- sloop, met noodlottige zekerheid en niet te stuiten. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1