NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BuitenSandsch overzicht 59ste JAARGANG EERSTE BLAD DINSDAG 15 SEPTEMBER 1931 Nr. 7015 Een communistische aanslag Vijf en twintig dooden en vele gewonden. - Koffers met dynamiet en briefje van de daders gevonden. (Wordt vervolgd). ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redactio.n tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v'h O. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. Abonnement per 3 maanden bjj vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.85. Lossenos. 4 ct.; fr.p.p.6ct. van bondskanselier dr. Burescb een mi nisterraad gehouden, welke in de eerste plaats constateerde, dat de organen van den staat, zooals veiligheidsdienst, bonds- leger en bondsspoorwegen in elk opzicht hun plicht deden. Besloten werd alle machtsmiddelen aan te wenden om orde en rust nog in den loop van den dag te herstellen en tegen de aanstichters der beweging zoo streng mogelijk op te treden. Gelukkig is de Putsch zoo goed als zon der bloedvergieten bedwongen (berichten in de bladen maakten melding van een doode en elf gewonden). De actie kwam volkomen bij verrassing. beiders! Wij bevrijden u van uw zorgen! Wij zullen met geweld van het kapitalisme weten te verkrlieren wat u toekomt. Iedere maand zult u van ons hooren. Onze kame raden zijn overal. De kapitalisten zullen niet ontkomen. Onze voorraad ontplof fingsmiddelen en benzine is nog niet uit geput." Tegen den morgen werden een electro- monteur en een arbeider gearresteerd, die men bij de plaats der ontploffing aantrof en die geen verklaring konden geven van hun aanwezigheid aldaar. De arbeider, die in een blauw pak was gekleed, had zich aanvankelijk uitgegeven voor een inge nieur der spoorwegen. Later bleek even wel, dat hij werkzaam was in het bouwbe drijf. Op het oogemblik dat men hem ar resteerde, liep hij langs de rails in de rich ting van Boedapest. Later bleek evenwel, dat deze beide arrestanten vermoedelijk niets met den aanslag uitstaande hebben. Een hunner is 78 jaar oud. De politie volgt echter in totaal 27 sporen. Zij heeft o. m. een zekeren Peter Buschholz gear resteerd, terwijl deze het viaduct fotogra feerde. Hii verklaarde den zonsopgang te willen fotografeeren. Men acht het niei uitgesloten, dat de daad door buitenlanders is gepleegd. In de Hongaarsche hoofdstad vermoedt men met een communistischen aanslag te doen te hebben. Tot degenen, die als door een wonder aan den dood zijn ontsnapt, behoort o. m. graaf Palffy, die zich in een der omlaag gestorte wagons bevond. Door den schok werd hij uit den trein geslingerd, zonder zich echter ernstig te verwonden, zoodat hii zich te voet naar het station kon be geven. Een ooggetuige aan het woord. Een der ooggetuigen van de ramp ver telt het volgende: „Ik was te Boedapest in den voorsten wagon van den trein naar Weenen ingestapt Daar hier echter geen plaats meer was, begaf ik mij naar den legde. Slechts aan deze omstandigheid heb voorlaatsten wagon, waar ik mij ter ruste ik 't te danken, dat ik 't ongeluk heb over leefd. Ongeveer tien minuten na het ver trek van den trein gebeurde de ramp. Ik werd door een vreeselijke ontploffing en door oorverdoovehdè kreten uit mijn slaap gewekt. Op hetzelfde oogemblik ging het licht uit. Dpassagiers, die van hun plaat sen waren geworpen, wisten niet, wat er gebeurd was. Eerst toen zij beseften, dat er om hulp werd geroepen, werd het hun duidelijk, dat er een ongeluk moest heb ben olaats gehad." Stuk rails 7 K.M. weggeslingerd. De bewoners van het plaatsje Bia Tor- bagy verklaren, dat zij om 12 uur 15 des nachts door een ontzettenden knal uit hun slaap werden gewekt. Het scheen hun, als of er een projectiel door de lucht suisde. Door de kracht van de ontploffing was Mexico sedert de oprichting aan de voor waarden voor het lidmaatschap heeft vol daan. Daarom verklaart de Assemblée Mexico tot lid van den Bond en verzoekt dezen staat onmiddellijk een delegatie te zenden naar deze Volkenbondsvergade ring. Zooajs bekend zijn de overwonnen sta ten vóór hun toelating tot den Bond eerst aan een speciale procedure onderworpen geweest en men vroeg zich af, of dit ook aan Mexico zou worden opgelegd. Aan gezien de Assemblée echter uitdrukke lijk erkent, thans een onrechtvaardigheid te hebben goedgemaakt, is het logisch, dat ze Mexico uïtnoodigt, onmiddellijk zonder meer op voet van gelijkheid met de oorspronkelijke leden aan de werkzaam heden deel te nemen. lingen politie en gendarmerie aanvoerden. Terstond werd begonnen met een onder zoek naar de oorzaak van de ramp, dat al spoedig tot een resultaat leidde. Uit het onderzoek, dat geleid werd door den commandant van de afdeeling pio niers, kapitein Nagy, bleek namelijk, dat de ontploffing teweeg was gebracht door een helsche machine, bestaande uit een kleinen koffer met Vulcan-fiber, die ge vuld was met een twee kilogram dyna miet. Hieraan was een lont vastgemaakt, welke door twee koperdraden verbonden was met een zaklantaarn-batterij. Deze draden waren zoo gemonteerd, dat bij het pssseeren van den trein kortsluiting ont stond, waardoor de lont in brand geraakte en de dynamiet tot ontploffing werd ge bracht. Tweede aanslag voorkomen. Onmiddellijk na de ontdekking van den toeleg werd ook een onderzoek ingesteld op de p arallel-lijn, die over een afzonder lijk viaduct loopt. Hier werd eveneens een helsche ma chine gevonden. De Oriënt-express uit Weenen, die kort daarop moest passeeren, kon echter tijdig tot staan worden ge bracht. De plaats van de ramp levert een ontzet tend schouwspel op. De locomotief en een van de neergestorte wagons hebben zich diep in den grond geboord. Behalve de machine zijn twee slaapwagens, drie Pull manwagens en een goederenwagen omlaag gevallen. Tot de dooden behooren de ma chinist, drie spoorwegbeambten en een postbeambte. Voorts kwamen om het le ven de heer en mevrouw Renard, directeur van de Belgische luchtvaartmaatscR- Sabena, di° zich naar Hongarije hadden begeven om deel te nemen aan het inter nationaal luchtvervoer-congres. Onder de gewonden, die voor het mee- rendeel in zeer ernstigen toestand ver- keeren, bevinden zioh een Amerikaansche, een Londenaar, een reiziger uit Parijs, en een uit Weenen. Alle gewonden zijn naar de ziekenhuizen van Boedapest overge bracht. Een brief der daders. Tijdens het bergingswerk werd op de plaats, waar men ook de overblijfselen van de lont had gevonden, een briefje aange troffen met den volgenden inhoud: „Ar- De geldschieters van Europa; of de macht van het goud. Inderdaad, er bestaat geen beter en meer afdoend middel tegen slechte spijs vertering en verstopping, en de daaruit voortkomende kwalen. Alom verkrijgbaar i f0.65 per flacon. „U weet natuurlijk bijzonderheden", hernam de kolonel. „Hebt u bezwaar mij het een en ander te vertellen? Komt u even in het portiek." De griffier oordeelde, dat er geen kwaad in stak tegen een hoog geplaatst militair als kolonel Talberg den commandant van het garnizoen, vertrouwelijker te wezen dan hii tegen den eersten den besten zou zijn geweest. Daarbij was de manier, waar op Thingsted met de verdachten om sprong, hem buitengewoon antipathiek. En zoo vertelde hij Thalberg ongeveer alles wat hii wist. De kolonel, wien het gehoorde sterk aangreep, nam tamelijk kort afscheid van den griffier. Hy had behoefte alleen te zijn en de bijzonderheden, die de jeugdige ambtenaar hem had meegedeeld, te over denken. Zijn taak was nu dubbel zwaar, I want zy'n ongeschokt vertrouwen in zijn ouden vriend was aan het wankelen ge bracht; hy was zioh bewust dat hij niet meer met het volle vuur der overtuiging zou kunnen spreken. Eindelijk kwam het rijtuig. Hoe meer hij „Seehof" naderde, hoe zenuwachtiger hij werd en woorden en gedachten woel den verward door zijn brein. Het rijtuig draaide de oprijlaan in. Op het landgoed heerschte de gespannen stemming van angstig afwachten. Toen het hoefgetrappel en het ratelen van wielen hoorbaar werden, werden deu ren opgerukt, vensters opengeschoven en klompvoeten kletterden van alle kanten naar den weg. Een stalknecht snelde toe, toen Thalberg's rijtuig voor het huls stil hield. „Zijn de dames thuis?" „Zeker, kolonel." Op hetzelfde oogenblik verscheen de ge stalte van Astrid in de geopende voordeur. Direct toen ze den ouden vriend van de familie herkende, vloog ze naar hem toe; het voorgevoel van iets vreeselyks kneep haar de keel haast dicht en ze hijgde: „Hebt u vader niet meegebracht?" „Neen kind." „Waar is hii dan? Wat hebben ze hem gedaan? Zeg u het alstublieft! Ik verga van angst Thalberg schoof haar voorzichtig naar binnen. De byeengedromde knechts en dienstboden van het landgoed begonnen naderbij te dringen, om toch maar een enkel woord te kunnen opvangen. Nauwelijks had de kolonel de voordeur achter zioh diohtwedaan, of een andere deur in de hall ging open en de vrouw des huizes verscheen in het lichtschijnsel, dat uit de woonkamer naar buiten viel. Thal berg zag onmiddellijk, dat er een starre, haast bovenmenschelyke rust over haar heele wezen lag. Haar eerste wenk was den bezoeker van Astrid, die zich aan hem had vastgeklemd en hem met vragen overstelpte, te be vrijden. „Ga zoolang naar de eetkamer, kind. Ik heb een en ander met meneer Thalberg te bespreken." Er was iets zoo beslists in mevrouw Bruhn's stem, dat haar dochter zonder een woord te zeegen gehoorzaamde. Daarop nam ze den kolonel mee naar de huiskamer en beduidde hem met een lichte J hoofdbeweging te gaan zitten. Hij keek gejaagd om zich heen; alles had iets on wezenlijks voor hem. Was dit de welbe kende, gezellige huiskamer van „Seehof" en was het geen booze droom dat zijn vriei nu in een donkere, naargeestige gevangeniscel zat? Zy'n verwarring werd steeds grooter en hy wist met den besten wil van de wereld niet hoe hy moest be ginnen. Mevrouw Bruhn deed of ze niets van zy'n gejaagde verlegenheid bemerkte. Met haar koude, doordringende oogen keek ze hem scherp en schijnbaar onbewogen aan en toen zei ze, op een toon of ze over de meest gewone zaak ter wereld sprak: „Alfred is gearresteerd, nietwaar?" Verbaasd hief hij den blik naar haar op, maar hij sloeg de oogen direct weer neer. Omwegen en behoedzame woorden waren tegenover dit sterke karakter niet op hun plaats. „Ja", antwoordde hij toonloos. Ofschoon ze op dit antwoord voorbereid was, maakte de zekerheid die ze thans had gekregen, toch diepen indruk. Het duurde even eer ze weer sprak, ze schoof onrustig op haar stoel heen en weer; toen vond ze haar zelfbeheersching terug. „Weet je bijzonderheden?" „Ja.... het een en ander." „Wees dan zoo goed volkomen open kaart met me te spelen. Heb je directe be richten van Alfred?" „Ja, hii heeft me een brief geschreven, die' me met toestemming van Dr. Thing sted doorgestuurd is." „Heb je den brief bij je?" „Ja." „Mag ik hem lezen?" „Natuurlijk." I e kolonel overhandiwie mevrouw Bruhn den brief. Ze las hem met gespan nen aandacht, of ze achter ieder woord een verborgen beteekenis zocht. Toen ze eindelijk klaar was, liet ze het papier in haar schoot zinken en zei op peinzenden toon: „Denk je dat Thingsted hem gelezen heeft?" „Ik dacht van niet.... hy was geslo ten", meende de kolonel. „Het lijkt mij niet waarschijnlijk, dat een dergelijke brief, waaruit een rechter zich toch een beeld van den eersten per soon en de gemoedsstemming van een verdachte kan vormen, ongelezen aan den geadresseerde zou worden bezorgd", was het oordeel van mevrouw Bruhn. Ze hield het couvert onder de lamp, be keek het nauwkeurig en al spoedig ont dekten haar scherpe oogen, dat de brief voorzichtig geopend en weer dichtgeplakt was. Ze knikte, maar zei verder niets over dit punt. Toen vroeg ze: „Heb je Thingsted gesproken?" „Neen." „Dus je weet niet wat er bij het verhoor aan het licht gekomen is?" „Dèt weet ik voor een deel wel." „Hoe dan?" „Ik heb den griffier gesproken, een heel geschikte jongeman." verhaal uit een NabjJ Verleden. Naar het Deensch van CARL MUUSMANN. (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1