Koopt bij HET VRUCHTELOOS OFFER N.V. STOOMWASSCHERIJ „DEN HELDER" NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buiienlandsch overzicht BINNENLAND. '■:wm De grootste en meest moderne wasscherij te Den Helder HEERENBAAI GEMENGD NIEUWS. Nr. 7020. EERSTE BLAD 59ste JAARGANG Japan wordt een beetje handelbaarder, - blijkbaar onder druk van Rusland en Amerika. - Spaansche grondwet-misère. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, i i._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. G. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v./h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Er is, inzake het Chineescli-Japansche geschil eenige ontspanning gekomen, nu van de zijde van Amerika instemming is betuigd met de houding, welke de Vol kenbondsvergadering had aangenomen. In een nota aan Japan en China hebben de Vereenigde Staten reeds aangedrongen op het stopzetten der vijandelijkheden en het terugtrekken der troepen van Plaat^ sen, waar conflicten zouden ontstaan.^ Genève, in de kringen van de Vol*en- bondsvergadering, beschouwt ™en instemming als zeer belangrpk, aangeven ru zoowel door Amerika als dooi den of kenboiid e en gel ii k e actie op touw wordt gezet en doordat de Amerikaansehe ge zant zich' te Genève bevindt, hoopt men dat hieruit een gemeenschappelijke inter ventie zal kunnen ontstaan. De Japansche regeering heeft aan de haar te Genève vertegenwoordigden afgevaar digde twee telegrammen doen toekomen, waarin wordt opgekomen tegen sensatie- berichten van Chineesche zijde als zouden de Japansche troepen voortdurend voor waarts trekken in Mantsjoerije, en waarin voorts wordt herhaald, dat alle maatrege len ter bezetting van bepaalde gebieden slechts een voorloopig karakter dragen en de Japansche troepen hier en daar zelfs begonnen zijn zich terug te trekken. Het schijnt dus ook andere symptomen plei ten daar nog voor dat Japan wel een beetje gunstiger gestemd wordt. Van Chi neesche zijde is aan de volkenbondsver gadering nogmaals plechtig verzekerd, dat Chian alles zal achterwege laten, dat den toestand zou kunnen verscherpen of de vreedzame berechting van het geschil zou kunnen bemoeilijken. Met betrekking tot den wensch van den Volkenbondsraad, dat zoo mogelijk de troepen van beide staten zouden terugge nomen worden, merkt de Chineesche re geering op, dat de Chineesche troepen in Mantsjoerije geen enkele voorwaartsche beweging ondernomen hebben en dat de eenige beweging, "die van Chineesche zijde is voorgevallen een achterwaartsche ge weest is, ten einde te verzekeren, dat geen weerstand aan de aanvalsbeweging van de Japansche troepen zou worden geboden. De Chineesche regeering verklaart verder, dat zij de volle verantwordelijkheid op zich neemt voor de bescherming van het leven en de bezittingen van het Japansche volk, zoodra de Chineesche regeering na den terugtocht van de Japansche troepen haar gezag in de ontruimde streken zal hebben hersteld. In Washington heeft men goede hoop, dat het geschil langs vreedzamen weg zal worden opgelost; de Japansche gezant al daar heeft den staatssecretaris van bui- tenlandsche zaken de verzekering gege ven, dat de Japansche troepen uit Mant sjoerije worden teruggetrokken. Dit wordt uit Tokio en ook uit Sjanghai door dag blad-correspondenten bevestigd. Laat ons dus verder afwachten en laten wij er ons liever van onthouden den lezer een bloem lezing te geven uit allerlei verwarde, ze nuwachtige en onjuiste berichten, die wel licht straks weer door andere achterhaald worden. Japan voert, het is genoegzaam bekend., in het Oosten een imperialistische poli tiek. Het wordt voor een deel ook wel door de omstandigheden gedwongen wellicht: een van jaar. tot jaar toenemend bevol kingscijfer met daaraan gepaard gaand evenredig moeilijker worden van den eco nomischer! strijd om het bestaan, zijn pro blemen, die elk land (ook Nederland, en de Zuiderzeewerken zijn daarvan een uit vloeisel, omdat zü weer wat armslag geven voor de bevolking) op zijn beurt onder de oogen moet zien. Dat verklaart dan ook wel mede de zucht naar het bezit van ko loniën al zijn er natuurlijk ook andere motieven bij in het spel. Hoe het zij, Japan heeft zich voor een vijfentwintigtal jaren door een oorlog met China weten te ver zekeren van het schiereiland Korea. De Japaniseering hiervan vlotte evenwel niet matig groot, maar buitengewoon dicht be- best en dus zag Japan, dat zelf niet over- vclkt is, zich „genoodzaakt" zoo zullen we het gemakshalve maar noemen naar het Oosten van China door te dringen, en te trachten aldaar vasten voet te krijgen. Het had daar reeds beslag gelegd op de voormalige Duitsche kolonie Kiao-Tsjao, maar de Vereenigde Staten hadden het gedwongen dit land aan China terug te geven. Nu zijn de Japanners tot Moekden doorgedrongen en zij komen daar dicht aan de belangen van Rusland. Immers, Rusland heeft zijn grooten transsiberi- schen spoorweg, die dwars door China loopt, en voor Rusland is deze spoorweg een levensbehoefte. Vandaar, dat ook de sovjets al begonnen te mopperen, en dit, gevoegd bij Amerika's mededeeling, zal Japan wel een toontje lager hebben doen zingen. Wenden wij ons, van het verre Oosten, weder naar het oude, rustige(?) Europa, en wel naar Spanje, het land, dat onlangs een revolutie doormaakte en nu in afwach ting is van een nieuwe Grondwet. Maar met die Grondwet vlot het nog niet te best, zooals wij thans lezen. Nadat men, na een stormachtige vergadering, ten slotte artikel 1 dezer Grondwet had vast gesteld. (Spanje zou, volgens dat artikel, zijn een republiek van arbeiders, liberaal en democratisch), moest het, dank zij de gerezen oppositie, den volgenden dag weer ongedaan worden gemaakt, zoodat er een gewijzigd artikel komt, dat „iedereen" zal bevredigen. Ook is men het nog niet eens welke taal als de officieele zal gelden, het Spaansch dan wel het Castilliaansch, dat eigenlijk het meer beschaafde, literaire Spaansch is en dan ook door den beken den Spaanschen schrijver Unamuno als voertaal voor het land verdedigd wordt. regel van België verwacht men in kolen- kringen aldaar dus een stijgen van de prijzen voor huisbrand. Zooals men weet, beteekent de slag voor onze mijnen en dus ook voor onze handelsbalans met België, welk land immers zelf de laatste maanden zijn kolen invoer bij ons zeer aanzienlijk wist te verhoogen een vermindering van den uitvoer met ongeveer een half millioen ton per jaar. Ongeveer evenveel als de gedwongen invoerbeperking in Frankrijk. Te zamen zullen wij dus naar deze beide landen een millioen ton, ongeveer één maand productie van al onze mijnen samen, minder kunnen uitvoeren. (Handelsblad). Incident. Toen de Koninklijke stoet den hoek van de Paleisstraat passeerde, klonk uit de voorste rijen van het publiek dat vooral op den nridden-Dam talrijk aanwezig was, een hartelijk gejuich, maar op hetzelfde oqgenblik hief een troep communisten, j die de achterhoede vormde, de Internatio nale aan. Toen voor de tweede maal het lied weerklonk, sommeerden een briga dier van politie en eenige agenten de lie den daarmee op te houden. Daar hieraan geen gevolg werd gegeven trok de politie den gummistok. Op een enkelen klap na, behoedde echter niet krachtdadig te wor den ingegrepen, aangezien de geheele troep demonstranten dadelijk uit elkaar stoof. De Prins. KOLENINVOERBEPERK1NG IN BELGIË. Gaat 1 Oetobcr a.s. in, ofschoon voorraad huisbrand ontoerei kend is. Juist terwijl de vertegenwoordigers van onze mijnen zich opmaken voor de tweede bespreking met hun Fransche collega's, welke Vrijdagmorgen plaats vindt te Parijs, bereikt hun de jobstijding, dat de onlangs aangekondigde invoerbeperking in België, waarover men sindsdien niets meer vernomen had, 1 October a.s. in werking zal treden. Er zullen licenties gegeven worden voor 75°/0 van den invoer van elke mijn in 1930, een jaar, dat niet bijzonder gunstig geweest is voor onzen koleninvoer in België, zoodat de beper king, genomen over onzen tegenwoordi- gen invoer, veel meer bedraagt dan 25%. Men had eigenlijk een stille hoop gehad, dat deze nieuwe slag voor onze kolen mijnen nog eenigen tijd was uitgebleven, omdat de Belgische mijnen op het oogen- blik niet in staat zijn zelfs aan de vraag naar huisbrand te voldoen zooals men weet, vallen hoogoven-cokes voor de Bel gische ijzerindustrie en bunkerkolen ten behoeve van de havens Antwerpen en Gent buiten deze restrictie zoodat de Nederlandsche mijnen de laatste weken overstroomd worden met ordersuitBelgië, waaraan zij echter ook slechts gedeeltelijk konden voldoen. Als eerste natuurlijk en onvermijdelijk gevolg van dezen protectionistischen maat TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer is bijeengeroepen tegen Dinsdag 29 September te 1 uur. Be halve een regeling van werkzaamheden is dan aan de orde: 1. Mededeeling van het besluit der centrale afdeeling om op Donderdag 1 October te 11 uur in de afdeelingen te doen onderzoeken het wetsontwerp tot tijdelijke heffing van een bijzonder in voerrecht op benzine en het wetsontwerp tot verhooging van het tarief van invoer rechten. 2. Behandeling van het interpellatie- verzoek van den heer De Visser over de rechteloosheid van hier te lande vertoe vende vreemdelingen, enz. Na afloop van de openbare vergadering zullen de afdeelingen vergaderen. HET KONINKLIJK BEZOEK TE AMSTERDAM. Voortzetting van de audiëntie. Donderdagmorgen heeft de Koningin audiëntie aan de kerkelijke vereenigin- gen en verschillende vereenigingen op maatschappelijk en philanthropisch ge bied verleend. Bezoek aan het Scheepvaarthuis. Des middags bracht H.M. een bezoek aan het Scheepvaarthuis. De Koningin, die vergezeld was door Prins Hendrik en Prinses Juliana, werd aan den met tapijten belegden ingang van het Scheepvaarthuis, op den hoek van Prins Hendrikkade en Binnenkant, ont vangen door het bestuur en rondgeleid. Bij het vertrek stond het geheele per soneel van het Scheepvaarthuis, 550 man tellend, langs den ouden Buitenkant op gesteld en speelde het fanfare-corps van het kade-personeel der Koninklijke Stoom boot-Maatschappij het Wilhelmus. Prins Hendrik zal Zaterdagmiddag te 12 uur een niet-officieel bezoek aan Schiphol brengen. Donderdagochtend heeft Prins Hendrik in zijn hoedanigheid van voorzitter van het Nederlandsche Roode Kruis in gezel schap van de leden van het hoofdbestuur een bezoek gebracht aan het centraal ma gazijn van het Roode Kruis, in de gebou- wen van het marine-etablissement alhier, en daarna aan het magazijn van de afd. Amsterdam van het Roode Kruis, geves tigd in het gebouw van de Bank van Lee ning op den O. Z. Voorburgwal. Prinses Juliana. Prinses Juliana heeft Donderdagoch tend Artis en het Aquarium bezocht. DE SALARIS-VERLAGING. Afkeuring dcor de Katholieke onderwijzerslederaties. In een vergadering der commissie van samenwerking tusschen de beide federa ties van katholieke onderwijzersbonden is, naar de Katholieke bladen melden, een motie aangenomen, waarin wordt gezegd: dat de onderwijzers bereid zijn hun rechtmatig deel van de op te leggen las ten tot verzachting van den nood, ontstaan door de crisis, te dragen; dat er nog andere, billijker middelen zijn om het evenwicht tusschen inkom sten en uitgaven tot stand te brengen en dat zij de aangekondigde salariskorting als onnoodig afkeuren. Actie van den federatieven bond. Het bestuur van den Nederlandschen federatieven bond van personeel in open baren dienst heeft in zijn Maandag j.1. ge houden vergadering de door de regeering aangekondigde salarisverlaging voor het rijkspersoneel besproken. Het bestuur beschouwt de aangekon digde salarisverlaging als het sein om den aanval over de geheele linie in te zetten, evenals dit in 1924 is geschied. Het besloot een kleine commissie uit WILHELMEN AST RA AT 63—67 TEL. 524 zijn midden aan te wijzen met volledige bevoegdheid alle maatregelen te treffen, welke de commissie ter afwering van den aanslag op de positie van het rijksperso neel noodig acht. Deze commissie kwam Woensdag bijeen en besloot onmiddellijk een manifest in massa-oplaag uit te geven, waarin het rijkspersoneel aangespoord wordt zich tegen de op handen zijnde salarisverla ging te verzetten en in alle afdeelingen de voorbereidingen te treffen voor een in October te Amsterdam te houden af- weer-congres. VERDUISTERINGEN AAN HET DEPARTEMENT VAN FINANCIËN. In ruim 10 jaar meer dan 3 ton verduisterd. Naar de „Avondpost" verneemt, heeft het onderzoek door hoofdambtenaren van het departement van financiën en door de Algemeene Rekenkamer ingesteld naar de fraude, gepleegd door den gewezen commies bij de afdeeling Generale The saurie B. T., een verbijsterend resultaat opgeleverd. Hoewel het onderzoek nog lang niet is geëindigd, staat reeds thans vast, dat de omvang der gepleegde fraude veel en veel grooter is dan aanvankelijk ge dacht werd. Gebleken is nl., dat de mal versaties gepleegd zijn over een tijdvak van meer dan 10 jaar. Het bedrag der reeds thans gevonden valsche betalingsmandaten beloopt meer dan f 300.000.—, terwijl verwacht wordt, dat dit bedrag nog aanmerkelijk zal stijgen. De heer T. moet volgens de resultaten van het onderzoek reeds met zijn mal versaties bezig zijn geweest, toen het geknoei van een anderen commies aan dezelfde afdeeling, zekeren H., nu 10 jaar geleden werd ontdekt. Deze commies is toen niet ontslagen, doch na terugstelling tot den rang van adjunct-commies aan een andere afdeeling te werk gesteld. Daar is hij inmiddels weer tot commies bevorderd. Hoe het mogelijk is, dat een departe mentsambtenaar gedurende meer dan 10 jaar ernstige fraude pleegt zonder dat men daar aan het departement of aan de Algemeene Rekenkamer, die met de con trole belast is, iets van bemerkt, blijkt vooralsnog een raadsel. De fraude geschiedde door middel van valsche betalingsmandaten voor diensten en werken die niet verricht zijn. Temeer wekt dit verwondering, daar men op het departement gewaarschuwd was. Reeds geruimen tijd toch had de weel derige levenswijze van den commies T., die uitgaven deed, welke in geen enkel opzicht in verhouding stonden tot zijn inkomen en vermogen, de aandacht ge trokken. Niet alleen van collega's en particulieren, maar ook van de politie autoriteiten. Laatstgenoemden zouden reeds geruimen tijd voordat de malver saties ontdekt werden, de aandacht van het departement op de buitensporige uit gaven van T. hebben gevestigd. Toen eindelijk zelfs ondergeschikten van T. over diens gedrag klaagden, werd dezen een ongevraagd verlof verleend, hoewel men ook toen nog geen enkel vermoeden van de gepleegde feiten had. ECHTE FRIESCHE 20 -50d. per ons 't)S zadtte en qeurujf. rooktabak- f Buitenland. EEN SCHANDELIJKE MOORD. Te Manchester is een meisje van negen jaar, Constance Inman geheeten, ver moord gevonden op een braak liggend stuk land bij den ingang van Victoria Park, 200 meter van haar huis. Het kind was overdekt met ernstige wonden. Zij was een van vier kinderen én werd Dinsdagavond zes uur vermist. Buren denken dat de moord te middernacht ge pleegd moet zijn. Om dien tijd werden zij gewekt door het blaffen van hun honden. Een hunner die naar buiten was gegaan om zijn hond te kalmeeren, meende eenig gerucht gehoord te hebben, komend van de plaats waar het lijkje gevonden is. Vriendinnetjes van het meisje hebben verteld, dat het kind gesproken had van een man, dien zij ontmoeten zou en dio haar eenige plaatjes uit cigarettendoosjeï zou geven. DE GRUWELIJKE VONDST BIJ HELSINGFORS. In een moeras hij Helsingfors zijn Vrij dag, zooals wij reeds meldden, deelen van lijken, namelijk afgesneden handen en voeten, een vrouwenhoofd en tien, met een touwtje bijeengebonden, vingers ge vonden. Het moeras is nogal berucht, om dat er zich 's zomers altijd zwervers en zigeuners ophouden. De plaats, waar de gruwelijke vondst werd gedaan, ligt op ongeveer vijftig meter van den grooten weg naar Borga. Het bronnetje, waarin de lijkdeelen lagen, is niet groot, maar het is, naar eenige jaren geleden bij een boschbrand bleek, onmogelijk leeg te pompen. In Augustus van het vorige jaar is in dezelfde bron een afgesneden vrou wenhand gevonden. Het is echter abso luut uitgesloten, dat de lijkdeelen, die nu gevonden zijn, toen reeds in het water lagen. De personen, van wie de nu gevon den ledematen afkomstig zijn, kunnen ten hoogste eenige maanden geleden over leden zijn. De politie staat hier voor een zeer moeilijk geval. De lichaamsdeelen zijn van ten minste negen personen afkom stig, en het is niet bekend, dat den laat- sten tijd in Finland zooveel personen ver dwenen zijn. Deskundigen zijn Zaterdag met het onderzoek der vondsten begonnen, mis schien kan dit eenige aanwijzing voor de politie opleveren. Het wordt uitgesloten geacht, dat de lijkdeelen van een kerkhof afkomstig zouden zijn. Eenige jaren ge leden is een doodgraver te Helsingfors op weerzinwekkende wijze te werk gegaan bij het begraven van lijken van armlasti gen en gevangenen, die in een gemeen schappelijk graf begraven worden. Daar om is het toezicht op de kerkhoven aan merkelijk verscherpt, en de controle is nog scherper geworden sedert men het vorige jaar in het moeras een vrouwen hand vond. Er zal voor alle zekerheid toch een onderzoek op de kerkhoven in gesteld worden. FEUILLETON Een verhaal uit een Nabij Verleden. Naar het Deensch van CARL MUUSMANN. (Nadruk verboden) 18) "^aJ rïa(jht .ie dan?" vroeg Bruhn op gewekt, blijkbaar de verlegenheid van den man niet merkend. „Vind je niet, dat ik lang genoeg van huls ben geweest?" i f' c'e" knecht een fooi en wipte in het rijtuig. Lustig liet hij het paard dra- <trti ,'1RS *n well,ekenden weg, dien hij f dasen tevoren zoo met heel andere ge oelens gereden had. Hij haalde zijn sigarenkoker te voorschijn, die hem bii Ain vrijlating met zijn andere bezittingen u*? 'r,|ggegeven en stak een sigaar op. ,t leek hem, of het een eeuwigheid ge- hden was, sinds hij het laatste had ge- lookt en hij moest zichzelf bekennen, dat Mj nog nooit in zijn leven zóó van een sigaar genoten had. Ritmeester Bruhn kwam de oprijlaan van zijn landgoed uit en draaide het voor plein oo. Zijn komst scheen een formeele opschudding te ontketenen; deuren wer den opengerukt en dichtgeslagen, aan alle vensters verschenen nieuwsgierige ge zichten. De stalknecht nam zwijgend de tengels aan en keek hem met een schuwen blik van terzine aan. Den landheer ont ging dit alles; Mi was te zeer vervuld van zijn blijde gedachten. Met een luchtigen sprong was hij uit den wagen en haastte zich bij twee treden tegelijk de breede stoep op. Toen hü de bovenste treden be reikt had, ging de voordeur open en en slecht uit, er waren diepe kringen Astrid stond voor hem. Ze zag er bleek onder haar oogen, een toonbeeld van kom mer en ellende. Ze keek haar vader onder zoekend aan. Hij nam haar hoofd tusschen zijn han den, kuste haar eerst op het voorhoofd, toen op beide wangen. „Dag lieve schat, wat moeten dat vree- sel'ijke dagen voor je geweest zijn! Maar nu is alles beter dan het was vóór ik weg ging. De afschuwelijke verdenking, die op ons heeft gerust, is nu eenvoudig weg geblazen!" Astrid brak bij de woorden van haar vader in een krampachtig snikken uit en ging hem haastig voor naar binnen. „Kom kindje, huil gerust maar eens flink uit; dat zal je opluchten. Ik begrijp het best dat het je te machtig wordt. Astrid bleef staan met de handen voor het gezicht. „Waar is mama?" vroeg de ritmeester, terwijl hij zijn jas uittrok en aan de kapstok hing. A rid antwoordde niet. De ritmeester keek op. Een duister ge voel viel als een looden last op zijn ziel en m..akte hem star van angst. „Waar i» moeder?" herhaalde hii on dringenden, bijna smeekenden toon en gree Astrid's hand. Nóg kwam er geen antwoord. „Is ze ziek? Is er iets gebeurd? Geef mij in 's hemelsnaam antwoord. Ze is toch niet.... dood Astrid klemde zich aan haar vader vast en jammerde of haar hart breken zou. De ontzettende opwinding van het meisje deed den ritmeester zijn gewone, besliste kalmte terugvinden en op bijna bevelenden toon zei hij: „Astrid, ik wensch dat je mijn vraag onmiddellijk beantwoordt." Met haar roodgeschreide oógen keek ze schichtig naar haar vader en met geweld haar tranen inhoudend, stamelde ze: „Moeder heeft het gedaan De man, van wiens geestkracht de laat ste dagen zooveel gevergd was, wankelde op zijn beenen. Hij liet zich in een van de stoelen, waarmede de hall gemeubileerd was, neervallen en staarde wezenloos voor zich uit, verslagen; in dof zwiigen. Hii durfde niets te vragen HOOFDSTUK XI. Reeds in de laatste dagen van Septem ber werd het vonnis over mevrouw Bruhn uitgesproken; twee jaar gevangenisstraf en de proceskosten benevens de verplich ting de uitbetaalde verzekeringssom aan de assurantie-maatschappij te restituee- ren. Dat ze in een geval van verstands- \erbijstering den brand zou hebben ge sticht, werd niet aangenomen, daarvoor getuigde haar heele persoon en optreden van teveel intelligentie en koel overleg. Trouwens, zijzelf erkende met voorbe dachten rade te hebben gehandeld. De veroordeelde ging niet in hooger be roep en eenige dagen later sloten de poor ten van de groote, sombere gevangenis /jich achter haar. Ritmeester Bruhn, die eerst verpletterd was onder den sla?, kwam langzamerhand I weer tot zichzelf. Maar zijn haar was bijna geheel grijs geworden, zijn gezicht was doorgroefd met rimpels en het leek of Mj zich inspande, nog méér rechtop te loop en dan vroeger, om de menschen te toonen, dat hjj nog het recht en den moed had, het hoofd fier omhoog te dragen. Overigens was het, alsof hii alles werk tuigelijk deed, in een wakenden droom. Hij sprak weinig, zijn gulle prettige lach klonk nooit meer en hü luisterde dikwijls afwezig en steeds zwijgend naar het op gewekte praten van zijn vriend Thalberg. Deze had inmiddels ontslag uit den dienst genomen, het was, na het gebeurde met de vriendin zijner jeugd, of hem de rechte lust in zijn dagelijksche plichten was ver gaan. Nu hij den tijd aan zichzelf had, was hy een dagelijksche bezoeker op „Seehof". Maar er was ook nog iets anders, dat een schaduw wierp over zijn oude blij moedigheid; in geen twee maanden had hij bericht van zijn zoon gehad. Wanneer vreemden hem vol belangstel ling naar het welvaren van den jongen officier vroegen, antwoordde hij echter steeds kwasi-opgewekt: „O, die jongen redt zich wel!" Ook Astrid leed onder dit uitblijven van berichten, maai- na alles wat zich de laat ste maanden had afgespeeld, voelde ze, dat ze goed gehandeld had geen brieven te schrijven en Holger zijn vrijheid terug te geven. Over de vrouw des huizes werd, als bij stilzwijgende overeenkomst nimmer ge sproken, ofschoon aller gedachten, zoowel van man en dochter als van den kolonel, van haar vervuld waren. In het begin van November reisde de ritmeester naar Kopenhagen en liet zich van het station direct naar het kantoor der assurantie-maatschappij rijden. De directeur ontving hem voorkomend en zonder inleiding begon Bruhn: „Het is u natuurlijk bekend welke ramp mijn familie getroffen heeft. Mijn vrouw is wegens brandstichting veroordeeld en moet uwe maatschappij de door haar ver oorzaakte schade vergoeden." „Het spreekt vanzelf dat ik dat weet", verklaarde de directeur, „maar uw vrouw zelf heeft geen vermogen en u bent, als onze informaties juist zijn, niet in ge meenschap van goederen getrouwd." „Dat is inderdaad zoo," stemde de rit meester toe. „Welnu, dan hebben we geen verhaal." „Ik wensch ook onverplicht de schade te vergoeden, die uw maatschappij door toedoen van mijn vrouw heeft geleden. De directeur keek verrast op, maar eer hij iets in het midden kon brengen, ging Bruhn voort: „Ik wensch te betalen, omdat de eer van mijn vrouw ook de mijne is en wil de zaak zóó regelen, dat zij na mijn dood geen verplichtingen heeft. Maar het is mij met mogelijk een dergelijk bedrag ineens af te lossen. Ik stel u daarom voor het in den loop van drie jaar uit de inkomsten van mijn landbouwbedrijf af te doen en mijn verplichtingen te dekken door een leven,sverzekeringsnolis. Kom ik dan in middels te overlijden, dan is de zaak uit de wereld. Zoodra ik uw schriftelijke be vestiging heb, dat u mijn voorstel aan neemt, zal ik u tienduizend kronen over maken als eersten termijn." De directeur was hoogst ingenomen met het voorstel van zijn bezoeker en ver klaarde, dat het natuurlijk zou worden aangenomen. Een dergelijke hooge opvat ting van eerlijkheid kwam niet iederen dag voor, voegde hii er bij. Toen de landheer wéér op straat was, droeg hij het hoofd nóg hooger dan te voren De eerste, dien hij bij zijn terugkomst op straat ontmoette, was kolonel Thalberg. De gepensionneerde officier was in geen tijden in zulk een goed humeur geweest; hij had eindelijk bericht van Holger! De brief, die van een menigte stempels en plakstrooken was voorzien, dateerde van midden October en bevatte dus niet het allernieuwste nieuws. Het was de brief van iemand, die zich weliswaar in de onmiddellijke nabijheid van het groote wereldgebeuren bevond, maar toch geen duidelijk overzicht van den toestand op het oorlogstooneel scheen te hebben. Het bleek, dat hij al verschei dene brieven had geschreven, die echter geen van alle hun bestemming bereikt hadden. De kolonel was oprecht verheugd, dat Holger, ondanks de hachelijke positie van het Fransche leger tenminste gezond en wel was. Nadat hii zijn eereschuld tegenover de verzekeringsmaatschappij geregeld had, monterde de ritmeester wat op en op een avond zat hij, wat in lange maanden niet gebeurd was, met zijn ouden, trouwen kameraad weer by een goede flesch wijn. Maar al spoedig wilde liet gesprek niet meer vlotten en het duurde niet lang of Bruhn zat weer, gelijk tegenwoordig zoo vaak gebeurde, peinzend voor zich uit te staren. Eindelijk verbrak hij het stilzwij gen, dat langzamerhand iets drukkends nad gekregen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1