Koopt bij
HET VRUCHTELOOS OFFER
N.V. STOOMWASSCHERIJ
„DEN HELDER"
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buiienlandsch overzicht
BINNENLAND.
'■:wm
De grootste en meest
moderne wasscherij te
Den Helder
HEERENBAAI
GEMENGD NIEUWS.
Nr. 7020. EERSTE BLAD
59ste JAARGANG
Japan wordt een beetje handelbaarder, - blijkbaar
onder druk van Rusland en Amerika. - Spaansche
grondwet-misère.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
i i._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. G. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v./h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Er is, inzake het Chineescli-Japansche
geschil eenige ontspanning gekomen, nu
van de zijde van Amerika instemming is
betuigd met de houding, welke de Vol
kenbondsvergadering had aangenomen.
In een nota aan Japan en China hebben
de Vereenigde Staten reeds aangedrongen
op het stopzetten der vijandelijkheden en
het terugtrekken der troepen van Plaat^
sen, waar conflicten zouden ontstaan.^
Genève, in de kringen van de Vol*en-
bondsvergadering, beschouwt ™en
instemming als zeer belangrpk, aangeven
ru zoowel door Amerika als dooi den of
kenboiid e en gel ii k e actie op touw wordt
gezet en doordat de Amerikaansehe ge
zant zich' te Genève bevindt, hoopt men
dat hieruit een gemeenschappelijke inter
ventie zal kunnen ontstaan.
De Japansche regeering heeft aan de haar
te Genève vertegenwoordigden afgevaar
digde twee telegrammen doen toekomen,
waarin wordt opgekomen tegen sensatie-
berichten van Chineesche zijde als zouden
de Japansche troepen voortdurend voor
waarts trekken in Mantsjoerije, en waarin
voorts wordt herhaald, dat alle maatrege
len ter bezetting van bepaalde gebieden
slechts een voorloopig karakter dragen en
de Japansche troepen hier en daar zelfs
begonnen zijn zich terug te trekken. Het
schijnt dus ook andere symptomen plei
ten daar nog voor dat Japan wel een
beetje gunstiger gestemd wordt. Van Chi
neesche zijde is aan de volkenbondsver
gadering nogmaals plechtig verzekerd, dat
Chian alles zal achterwege laten, dat den
toestand zou kunnen verscherpen of de
vreedzame berechting van het geschil zou
kunnen bemoeilijken.
Met betrekking tot den wensch van den
Volkenbondsraad, dat zoo mogelijk de
troepen van beide staten zouden terugge
nomen worden, merkt de Chineesche re
geering op, dat de Chineesche troepen in
Mantsjoerije geen enkele voorwaartsche
beweging ondernomen hebben en dat de
eenige beweging, "die van Chineesche zijde
is voorgevallen een achterwaartsche ge
weest is, ten einde te verzekeren, dat geen
weerstand aan de aanvalsbeweging van de
Japansche troepen zou worden geboden.
De Chineesche regeering verklaart verder,
dat zij de volle verantwordelijkheid op
zich neemt voor de bescherming van het
leven en de bezittingen van het Japansche
volk, zoodra de Chineesche regeering na
den terugtocht van de Japansche troepen
haar gezag in de ontruimde streken zal
hebben hersteld.
In Washington heeft men goede hoop,
dat het geschil langs vreedzamen weg zal
worden opgelost; de Japansche gezant al
daar heeft den staatssecretaris van bui-
tenlandsche zaken de verzekering gege
ven, dat de Japansche troepen uit Mant
sjoerije worden teruggetrokken. Dit wordt
uit Tokio en ook uit Sjanghai door dag
blad-correspondenten bevestigd. Laat ons
dus verder afwachten en laten wij er ons
liever van onthouden den lezer een bloem
lezing te geven uit allerlei verwarde, ze
nuwachtige en onjuiste berichten, die wel
licht straks weer door andere achterhaald
worden.
Japan voert, het is genoegzaam bekend.,
in het Oosten een imperialistische poli
tiek. Het wordt voor een deel ook wel door
de omstandigheden gedwongen wellicht:
een van jaar. tot jaar toenemend bevol
kingscijfer met daaraan gepaard gaand
evenredig moeilijker worden van den eco
nomischer! strijd om het bestaan, zijn pro
blemen, die elk land (ook Nederland, en
de Zuiderzeewerken zijn daarvan een uit
vloeisel, omdat zü weer wat armslag geven
voor de bevolking) op zijn beurt onder de
oogen moet zien. Dat verklaart dan ook
wel mede de zucht naar het bezit van ko
loniën al zijn er natuurlijk ook andere
motieven bij in het spel. Hoe het zij, Japan
heeft zich voor een vijfentwintigtal jaren
door een oorlog met China weten te ver
zekeren van het schiereiland Korea. De
Japaniseering hiervan vlotte evenwel niet
matig groot, maar buitengewoon dicht be-
best en dus zag Japan, dat zelf niet over-
vclkt is, zich „genoodzaakt" zoo zullen
we het gemakshalve maar noemen naar
het Oosten van China door te dringen, en
te trachten aldaar vasten voet te krijgen.
Het had daar reeds beslag gelegd op de
voormalige Duitsche kolonie Kiao-Tsjao,
maar de Vereenigde Staten hadden het
gedwongen dit land aan China terug te
geven. Nu zijn de Japanners tot Moekden
doorgedrongen en zij komen daar dicht
aan de belangen van Rusland. Immers,
Rusland heeft zijn grooten transsiberi-
schen spoorweg, die dwars door China
loopt, en voor Rusland is deze spoorweg
een levensbehoefte. Vandaar, dat ook de
sovjets al begonnen te mopperen, en dit,
gevoegd bij Amerika's mededeeling, zal
Japan wel een toontje lager hebben doen
zingen.
Wenden wij ons, van het verre Oosten,
weder naar het oude, rustige(?) Europa,
en wel naar Spanje, het land, dat onlangs
een revolutie doormaakte en nu in afwach
ting is van een nieuwe Grondwet. Maar
met die Grondwet vlot het nog niet te
best, zooals wij thans lezen. Nadat men,
na een stormachtige vergadering, ten
slotte artikel 1 dezer Grondwet had vast
gesteld. (Spanje zou, volgens dat artikel,
zijn een republiek van arbeiders, liberaal
en democratisch), moest het, dank zij de
gerezen oppositie, den volgenden dag weer
ongedaan worden gemaakt, zoodat er een
gewijzigd artikel komt, dat „iedereen" zal
bevredigen. Ook is men het nog niet eens
welke taal als de officieele zal gelden, het
Spaansch dan wel het Castilliaansch, dat
eigenlijk het meer beschaafde, literaire
Spaansch is en dan ook door den beken
den Spaanschen schrijver Unamuno als
voertaal voor het land verdedigd wordt.
regel van België verwacht men in kolen-
kringen aldaar dus een stijgen van de
prijzen voor huisbrand.
Zooals men weet, beteekent de slag
voor onze mijnen en dus ook voor onze
handelsbalans met België, welk land
immers zelf de laatste maanden zijn kolen
invoer bij ons zeer aanzienlijk wist te
verhoogen een vermindering van den
uitvoer met ongeveer een half millioen
ton per jaar. Ongeveer evenveel als de
gedwongen invoerbeperking in Frankrijk.
Te zamen zullen wij dus naar deze beide
landen een millioen ton, ongeveer één
maand productie van al onze mijnen
samen, minder kunnen uitvoeren.
(Handelsblad).
Incident.
Toen de Koninklijke stoet den hoek van
de Paleisstraat passeerde, klonk uit de
voorste rijen van het publiek dat vooral
op den nridden-Dam talrijk aanwezig was,
een hartelijk gejuich, maar op hetzelfde
oqgenblik hief een troep communisten,
j die de achterhoede vormde, de Internatio
nale aan. Toen voor de tweede maal het
lied weerklonk, sommeerden een briga
dier van politie en eenige agenten de lie
den daarmee op te houden. Daar hieraan
geen gevolg werd gegeven trok de politie
den gummistok. Op een enkelen klap na,
behoedde echter niet krachtdadig te wor
den ingegrepen, aangezien de geheele
troep demonstranten dadelijk uit elkaar
stoof.
De Prins.
KOLENINVOERBEPERK1NG IN
BELGIË.
Gaat 1 Oetobcr a.s. in, ofschoon
voorraad huisbrand ontoerei
kend is.
Juist terwijl de vertegenwoordigers van
onze mijnen zich opmaken voor de tweede
bespreking met hun Fransche collega's,
welke Vrijdagmorgen plaats vindt te
Parijs, bereikt hun de jobstijding, dat de
onlangs aangekondigde invoerbeperking
in België, waarover men sindsdien niets
meer vernomen had, 1 October a.s. in
werking zal treden. Er zullen licenties
gegeven worden voor 75°/0 van den invoer
van elke mijn in 1930, een jaar, dat niet
bijzonder gunstig geweest is voor onzen
koleninvoer in België, zoodat de beper
king, genomen over onzen tegenwoordi-
gen invoer, veel meer bedraagt dan 25%.
Men had eigenlijk een stille hoop gehad,
dat deze nieuwe slag voor onze kolen
mijnen nog eenigen tijd was uitgebleven,
omdat de Belgische mijnen op het oogen-
blik niet in staat zijn zelfs aan de vraag
naar huisbrand te voldoen zooals men
weet, vallen hoogoven-cokes voor de Bel
gische ijzerindustrie en bunkerkolen ten
behoeve van de havens Antwerpen en
Gent buiten deze restrictie zoodat de
Nederlandsche mijnen de laatste weken
overstroomd worden met ordersuitBelgië,
waaraan zij echter ook slechts gedeeltelijk
konden voldoen.
Als eerste natuurlijk en onvermijdelijk
gevolg van dezen protectionistischen maat
TWEEDE KAMER.
De Tweede Kamer is bijeengeroepen
tegen Dinsdag 29 September te 1 uur. Be
halve een regeling van werkzaamheden
is dan aan de orde:
1. Mededeeling van het besluit der
centrale afdeeling om op Donderdag 1
October te 11 uur in de afdeelingen te
doen onderzoeken het wetsontwerp tot
tijdelijke heffing van een bijzonder in
voerrecht op benzine en het wetsontwerp
tot verhooging van het tarief van invoer
rechten.
2. Behandeling van het interpellatie-
verzoek van den heer De Visser over de
rechteloosheid van hier te lande vertoe
vende vreemdelingen, enz.
Na afloop van de openbare vergadering
zullen de afdeelingen vergaderen.
HET KONINKLIJK BEZOEK TE
AMSTERDAM.
Voortzetting van de audiëntie.
Donderdagmorgen heeft de Koningin
audiëntie aan de kerkelijke vereenigin-
gen en verschillende vereenigingen op
maatschappelijk en philanthropisch ge
bied verleend.
Bezoek aan het Scheepvaarthuis.
Des middags bracht H.M. een bezoek
aan het Scheepvaarthuis.
De Koningin, die vergezeld was door
Prins Hendrik en Prinses Juliana, werd
aan den met tapijten belegden ingang van
het Scheepvaarthuis, op den hoek van
Prins Hendrikkade en Binnenkant, ont
vangen door het bestuur en rondgeleid.
Bij het vertrek stond het geheele per
soneel van het Scheepvaarthuis, 550 man
tellend, langs den ouden Buitenkant op
gesteld en speelde het fanfare-corps van
het kade-personeel der Koninklijke Stoom
boot-Maatschappij het Wilhelmus.
Prins Hendrik zal Zaterdagmiddag te
12 uur een niet-officieel bezoek aan
Schiphol brengen.
Donderdagochtend heeft Prins Hendrik
in zijn hoedanigheid van voorzitter van
het Nederlandsche Roode Kruis in gezel
schap van de leden van het hoofdbestuur
een bezoek gebracht aan het centraal ma
gazijn van het Roode Kruis, in de gebou-
wen van het marine-etablissement alhier,
en daarna aan het magazijn van de afd.
Amsterdam van het Roode Kruis, geves
tigd in het gebouw van de Bank van Lee
ning op den O. Z. Voorburgwal.
Prinses Juliana.
Prinses Juliana heeft Donderdagoch
tend Artis en het Aquarium bezocht.
DE SALARIS-VERLAGING.
Afkeuring dcor de Katholieke
onderwijzerslederaties.
In een vergadering der commissie van
samenwerking tusschen de beide federa
ties van katholieke onderwijzersbonden
is, naar de Katholieke bladen melden, een
motie aangenomen, waarin wordt gezegd:
dat de onderwijzers bereid zijn hun
rechtmatig deel van de op te leggen las
ten tot verzachting van den nood, ontstaan
door de crisis, te dragen;
dat er nog andere, billijker middelen
zijn om het evenwicht tusschen inkom
sten en uitgaven tot stand te brengen en
dat zij de aangekondigde salariskorting
als onnoodig afkeuren.
Actie van den federatieven bond.
Het bestuur van den Nederlandschen
federatieven bond van personeel in open
baren dienst heeft in zijn Maandag j.1. ge
houden vergadering de door de regeering
aangekondigde salarisverlaging voor het
rijkspersoneel besproken.
Het bestuur beschouwt de aangekon
digde salarisverlaging als het sein om den
aanval over de geheele linie in te zetten,
evenals dit in 1924 is geschied.
Het besloot een kleine commissie uit
WILHELMEN AST RA AT 63—67
TEL. 524
zijn midden aan te wijzen met volledige
bevoegdheid alle maatregelen te treffen,
welke de commissie ter afwering van den
aanslag op de positie van het rijksperso
neel noodig acht.
Deze commissie kwam Woensdag bijeen
en besloot onmiddellijk een manifest in
massa-oplaag uit te geven, waarin het
rijkspersoneel aangespoord wordt zich
tegen de op handen zijnde salarisverla
ging te verzetten en in alle afdeelingen
de voorbereidingen te treffen voor een
in October te Amsterdam te houden af-
weer-congres.
VERDUISTERINGEN AAN HET
DEPARTEMENT VAN FINANCIËN.
In ruim 10 jaar meer dan 3 ton
verduisterd.
Naar de „Avondpost" verneemt, heeft
het onderzoek door hoofdambtenaren van
het departement van financiën en door
de Algemeene Rekenkamer ingesteld naar
de fraude, gepleegd door den gewezen
commies bij de afdeeling Generale The
saurie B. T., een verbijsterend resultaat
opgeleverd.
Hoewel het onderzoek nog lang niet
is geëindigd, staat reeds thans vast, dat
de omvang der gepleegde fraude veel
en veel grooter is dan aanvankelijk ge
dacht werd. Gebleken is nl., dat de mal
versaties gepleegd zijn over een tijdvak
van meer dan 10 jaar.
Het bedrag der reeds thans gevonden
valsche betalingsmandaten beloopt meer
dan f 300.000.—, terwijl verwacht wordt,
dat dit bedrag nog aanmerkelijk zal
stijgen.
De heer T. moet volgens de resultaten
van het onderzoek reeds met zijn mal
versaties bezig zijn geweest, toen het
geknoei van een anderen commies aan
dezelfde afdeeling, zekeren H., nu 10 jaar
geleden werd ontdekt. Deze commies is
toen niet ontslagen, doch na terugstelling
tot den rang van adjunct-commies aan
een andere afdeeling te werk gesteld.
Daar is hij inmiddels weer tot commies
bevorderd.
Hoe het mogelijk is, dat een departe
mentsambtenaar gedurende meer dan 10
jaar ernstige fraude pleegt zonder dat
men daar aan het departement of aan de
Algemeene Rekenkamer, die met de con
trole belast is, iets van bemerkt, blijkt
vooralsnog een raadsel.
De fraude geschiedde door middel van
valsche betalingsmandaten voor diensten
en werken die niet verricht zijn.
Temeer wekt dit verwondering, daar
men op het departement gewaarschuwd
was.
Reeds geruimen tijd toch had de weel
derige levenswijze van den commies T.,
die uitgaven deed, welke in geen enkel
opzicht in verhouding stonden tot zijn
inkomen en vermogen, de aandacht ge
trokken. Niet alleen van collega's en
particulieren, maar ook van de politie
autoriteiten. Laatstgenoemden zouden
reeds geruimen tijd voordat de malver
saties ontdekt werden, de aandacht van
het departement op de buitensporige uit
gaven van T. hebben gevestigd.
Toen eindelijk zelfs ondergeschikten
van T. over diens gedrag klaagden, werd
dezen een ongevraagd verlof verleend,
hoewel men ook toen nog geen enkel
vermoeden van de gepleegde feiten had.
ECHTE FRIESCHE
20 -50d. per ons
't)S zadtte en qeurujf. rooktabak- f
Buitenland.
EEN SCHANDELIJKE MOORD.
Te Manchester is een meisje van negen
jaar, Constance Inman geheeten, ver
moord gevonden op een braak liggend
stuk land bij den ingang van Victoria
Park, 200 meter van haar huis. Het kind
was overdekt met ernstige wonden. Zij
was een van vier kinderen én werd
Dinsdagavond zes uur vermist. Buren
denken dat de moord te middernacht ge
pleegd moet zijn. Om dien tijd werden zij
gewekt door het blaffen van hun honden.
Een hunner die naar buiten was gegaan
om zijn hond te kalmeeren, meende eenig
gerucht gehoord te hebben, komend van
de plaats waar het lijkje gevonden is.
Vriendinnetjes van het meisje hebben
verteld, dat het kind gesproken had van
een man, dien zij ontmoeten zou en dio
haar eenige plaatjes uit cigarettendoosjeï
zou geven.
DE GRUWELIJKE VONDST BIJ
HELSINGFORS.
In een moeras hij Helsingfors zijn Vrij
dag, zooals wij reeds meldden, deelen van
lijken, namelijk afgesneden handen en
voeten, een vrouwenhoofd en tien, met
een touwtje bijeengebonden, vingers ge
vonden. Het moeras is nogal berucht, om
dat er zich 's zomers altijd zwervers en
zigeuners ophouden. De plaats, waar de
gruwelijke vondst werd gedaan, ligt op
ongeveer vijftig meter van den grooten
weg naar Borga. Het bronnetje, waarin
de lijkdeelen lagen, is niet groot, maar
het is, naar eenige jaren geleden bij een
boschbrand bleek, onmogelijk leeg te
pompen. In Augustus van het vorige jaar
is in dezelfde bron een afgesneden vrou
wenhand gevonden. Het is echter abso
luut uitgesloten, dat de lijkdeelen, die nu
gevonden zijn, toen reeds in het water
lagen. De personen, van wie de nu gevon
den ledematen afkomstig zijn, kunnen ten
hoogste eenige maanden geleden over
leden zijn.
De politie staat hier voor een zeer
moeilijk geval. De lichaamsdeelen zijn
van ten minste negen personen afkom
stig, en het is niet bekend, dat den laat-
sten tijd in Finland zooveel personen ver
dwenen zijn.
Deskundigen zijn Zaterdag met het
onderzoek der vondsten begonnen, mis
schien kan dit eenige aanwijzing voor de
politie opleveren. Het wordt uitgesloten
geacht, dat de lijkdeelen van een kerkhof
afkomstig zouden zijn. Eenige jaren ge
leden is een doodgraver te Helsingfors op
weerzinwekkende wijze te werk gegaan
bij het begraven van lijken van armlasti
gen en gevangenen, die in een gemeen
schappelijk graf begraven worden. Daar
om is het toezicht op de kerkhoven aan
merkelijk verscherpt, en de controle is
nog scherper geworden sedert men het
vorige jaar in het moeras een vrouwen
hand vond. Er zal voor alle zekerheid
toch een onderzoek op de kerkhoven in
gesteld worden.
FEUILLETON
Een verhaal uit een Nabij Verleden.
Naar het Deensch van
CARL MUUSMANN.
(Nadruk verboden)
18)
"^aJ rïa(jht .ie dan?" vroeg Bruhn op
gewekt, blijkbaar de verlegenheid van den
man niet merkend. „Vind je niet, dat ik
lang genoeg van huls ben geweest?"
i f' c'e" knecht een fooi en wipte in
het rijtuig. Lustig liet hij het paard dra-
<trti ,'1RS *n well,ekenden weg, dien hij
f dasen tevoren zoo met heel andere
ge oelens gereden had. Hij haalde zijn
sigarenkoker te voorschijn, die hem bii
Ain vrijlating met zijn andere bezittingen
u*? 'r,|ggegeven en stak een sigaar op.
,t leek hem, of het een eeuwigheid ge-
hden was, sinds hij het laatste had ge-
lookt en hij moest zichzelf bekennen, dat
Mj nog nooit in zijn leven zóó van een
sigaar genoten had.
Ritmeester Bruhn kwam de oprijlaan
van zijn landgoed uit en draaide het voor
plein oo. Zijn komst scheen een formeele
opschudding te ontketenen; deuren wer
den opengerukt en dichtgeslagen, aan alle
vensters verschenen nieuwsgierige ge
zichten. De stalknecht nam zwijgend de
tengels aan en keek hem met een schuwen
blik van terzine aan. Den landheer ont
ging dit alles; Mi was te zeer vervuld van
zijn blijde gedachten. Met een luchtigen
sprong was hij uit den wagen en haastte
zich bij twee treden tegelijk de breede
stoep op. Toen hü de bovenste treden be
reikt had, ging de voordeur open en
en slecht uit, er waren diepe kringen
Astrid stond voor hem. Ze zag er bleek
onder haar oogen, een toonbeeld van kom
mer en ellende. Ze keek haar vader onder
zoekend aan.
Hij nam haar hoofd tusschen zijn han
den, kuste haar eerst op het voorhoofd,
toen op beide wangen.
„Dag lieve schat, wat moeten dat vree-
sel'ijke dagen voor je geweest zijn! Maar
nu is alles beter dan het was vóór ik weg
ging. De afschuwelijke verdenking, die
op ons heeft gerust, is nu eenvoudig weg
geblazen!"
Astrid brak bij de woorden van haar
vader in een krampachtig snikken uit en
ging hem haastig voor naar binnen.
„Kom kindje, huil gerust maar eens
flink uit; dat zal je opluchten. Ik begrijp
het best dat het je te machtig wordt.
Astrid bleef staan met de handen voor
het gezicht.
„Waar is mama?" vroeg de ritmeester,
terwijl hij zijn jas uittrok en aan de
kapstok hing.
A rid antwoordde niet.
De ritmeester keek op. Een duister ge
voel viel als een looden last op zijn ziel
en m..akte hem star van angst.
„Waar i» moeder?" herhaalde hii on
dringenden, bijna smeekenden toon en
gree Astrid's hand.
Nóg kwam er geen antwoord.
„Is ze ziek? Is er iets gebeurd? Geef
mij in 's hemelsnaam antwoord. Ze is toch
niet.... dood
Astrid klemde zich aan haar vader vast
en jammerde of haar hart breken zou.
De ontzettende opwinding van het
meisje deed den ritmeester zijn gewone,
besliste kalmte terugvinden en op bijna
bevelenden toon zei hij:
„Astrid, ik wensch dat je mijn vraag
onmiddellijk beantwoordt."
Met haar roodgeschreide oógen keek ze
schichtig naar haar vader en met geweld
haar tranen inhoudend, stamelde ze:
„Moeder heeft het gedaan
De man, van wiens geestkracht de laat
ste dagen zooveel gevergd was, wankelde
op zijn beenen. Hij liet zich in een van de
stoelen, waarmede de hall gemeubileerd
was, neervallen en staarde wezenloos voor
zich uit, verslagen; in dof zwiigen. Hii
durfde niets te vragen
HOOFDSTUK XI.
Reeds in de laatste dagen van Septem
ber werd het vonnis over mevrouw Bruhn
uitgesproken; twee jaar gevangenisstraf
en de proceskosten benevens de verplich
ting de uitbetaalde verzekeringssom aan
de assurantie-maatschappij te restituee-
ren. Dat ze in een geval van verstands-
\erbijstering den brand zou hebben ge
sticht, werd niet aangenomen, daarvoor
getuigde haar heele persoon en optreden
van teveel intelligentie en koel overleg.
Trouwens, zijzelf erkende met voorbe
dachten rade te hebben gehandeld.
De veroordeelde ging niet in hooger be
roep en eenige dagen later sloten de poor
ten van de groote, sombere gevangenis
/jich achter haar.
Ritmeester Bruhn, die eerst verpletterd
was onder den sla?, kwam langzamerhand I
weer tot zichzelf. Maar zijn haar was bijna
geheel grijs geworden, zijn gezicht was
doorgroefd met rimpels en het leek of Mj
zich inspande, nog méér rechtop te loop en
dan vroeger, om de menschen te toonen,
dat hjj nog het recht en den moed had,
het hoofd fier omhoog te dragen.
Overigens was het, alsof hii alles werk
tuigelijk deed, in een wakenden droom.
Hij sprak weinig, zijn gulle prettige lach
klonk nooit meer en hü luisterde dikwijls
afwezig en steeds zwijgend naar het op
gewekte praten van zijn vriend Thalberg.
Deze had inmiddels ontslag uit den dienst
genomen, het was, na het gebeurde met
de vriendin zijner jeugd, of hem de rechte
lust in zijn dagelijksche plichten was ver
gaan. Nu hij den tijd aan zichzelf had,
was hy een dagelijksche bezoeker op
„Seehof".
Maar er was ook nog iets anders, dat
een schaduw wierp over zijn oude blij
moedigheid; in geen twee maanden had
hij bericht van zijn zoon gehad.
Wanneer vreemden hem vol belangstel
ling naar het welvaren van den jongen
officier vroegen, antwoordde hij echter
steeds kwasi-opgewekt:
„O, die jongen redt zich wel!"
Ook Astrid leed onder dit uitblijven van
berichten, maai- na alles wat zich de laat
ste maanden had afgespeeld, voelde ze, dat
ze goed gehandeld had geen brieven te
schrijven en Holger zijn vrijheid terug te
geven.
Over de vrouw des huizes werd, als bij
stilzwijgende overeenkomst nimmer ge
sproken, ofschoon aller gedachten, zoowel
van man en dochter als van den kolonel,
van haar vervuld waren.
In het begin van November reisde de
ritmeester naar Kopenhagen en liet zich
van het station direct naar het kantoor
der assurantie-maatschappij rijden.
De directeur ontving hem voorkomend
en zonder inleiding begon Bruhn:
„Het is u natuurlijk bekend welke ramp
mijn familie getroffen heeft. Mijn vrouw
is wegens brandstichting veroordeeld en
moet uwe maatschappij de door haar ver
oorzaakte schade vergoeden."
„Het spreekt vanzelf dat ik dat weet",
verklaarde de directeur, „maar uw vrouw
zelf heeft geen vermogen en u bent, als
onze informaties juist zijn, niet in ge
meenschap van goederen getrouwd."
„Dat is inderdaad zoo," stemde de rit
meester toe.
„Welnu, dan hebben we geen verhaal."
„Ik wensch ook onverplicht de schade
te vergoeden, die uw maatschappij door
toedoen van mijn vrouw heeft geleden.
De directeur keek verrast op, maar eer
hij iets in het midden kon brengen, ging
Bruhn voort:
„Ik wensch te betalen, omdat de eer
van mijn vrouw ook de mijne is en wil de
zaak zóó regelen, dat zij na mijn dood
geen verplichtingen heeft. Maar het is mij
met mogelijk een dergelijk bedrag ineens
af te lossen. Ik stel u daarom voor het in
den loop van drie jaar uit de inkomsten
van mijn landbouwbedrijf af te doen en
mijn verplichtingen te dekken door een
leven,sverzekeringsnolis. Kom ik dan in
middels te overlijden, dan is de zaak uit
de wereld. Zoodra ik uw schriftelijke be
vestiging heb, dat u mijn voorstel aan
neemt, zal ik u tienduizend kronen over
maken als eersten termijn."
De directeur was hoogst ingenomen met
het voorstel van zijn bezoeker en ver
klaarde, dat het natuurlijk zou worden
aangenomen. Een dergelijke hooge opvat
ting van eerlijkheid kwam niet iederen
dag voor, voegde hii er bij.
Toen de landheer wéér op straat was,
droeg hij het hoofd nóg hooger dan te
voren
De eerste, dien hij bij zijn terugkomst
op straat ontmoette, was kolonel Thalberg.
De gepensionneerde officier was in geen
tijden in zulk een goed humeur geweest;
hij had eindelijk bericht van Holger! De
brief, die van een menigte stempels en
plakstrooken was voorzien, dateerde van
midden October en bevatte dus niet het
allernieuwste nieuws.
Het was de brief van iemand, die zich
weliswaar in de onmiddellijke nabijheid
van het groote wereldgebeuren bevond,
maar toch geen duidelijk overzicht van
den toestand op het oorlogstooneel scheen
te hebben. Het bleek, dat hij al verschei
dene brieven had geschreven, die echter
geen van alle hun bestemming bereikt
hadden. De kolonel was oprecht verheugd,
dat Holger, ondanks de hachelijke positie
van het Fransche leger tenminste gezond
en wel was.
Nadat hii zijn eereschuld tegenover de
verzekeringsmaatschappij geregeld had,
monterde de ritmeester wat op en op een
avond zat hij, wat in lange maanden niet
gebeurd was, met zijn ouden, trouwen
kameraad weer by een goede flesch wijn.
Maar al spoedig wilde liet gesprek niet
meer vlotten en het duurde niet lang of
Bruhn zat weer, gelijk tegenwoordig zoo
vaak gebeurde, peinzend voor zich uit te
staren. Eindelijk verbrak hij het stilzwij
gen, dat langzamerhand iets drukkends
nad gekregen. (Wordt vervolgd.)