De nieuwe dienstbode. MIep? Varia. Het menu van de week. En haar Sex appeal. „Denk eraan Miep, neem nu niet de eerste de beste!" zegt Rolf. „Nee, geliefde, ik heb al drie zicht- zendingen laten passeeren, maar van daag zal mijn lot beslist worden. Ik voel hert en het stemt me weemoedig!" Rolf, zooals altijd, negeert mijn stemming, hijscht zich in zijn jas, kust Baby, die nog juist even kans ziet zich door zijn scheiding te slingeren en zegt nog bij de straatdeur: „Dus je vraagt naar getuigen, waar om en wanneer ze uit de vorige betrek king zijn weggegaan, of ze „Je vervalt in herhalingen! Dat heb je al tien keer verteld!" zeg ik en schuif hem de deur uit. Rolf kan zoo hopeloos taai zijn! Uit baloorigheid zal ik zijn systeem vèranderen. „Hoe heet je?" vraag ik dus het eer ste als ze binnenkomt. „Maria Magdalena Uilkes!" Ze heeft een geel sprietenhoofd met een vooroorlogsche muts, een aardap- pelneus en zwaaiarmen. „Ik ben op eiges verlanges gegaan, mevrouw!" „Op wat ben je gegaan?" „Op eiges verlanges uit me vorige dienst en ik heb „getuige"!" De „getuige" worden me in envelop toegeschoven. Eerlijk, helder, gewillig, enz. Bijvoe- geüjkheden in Rolf's lijn, peins ik. Baby keuvelt tevreden in zijn box. Vader en zoon zijn het altijd eens. „Ach wat een lekker snoetje!" zegt Maria Magdalena. Ik zie Rolf al en gnuif. Maar Baby waagt reeds een aanval op haar sprieten en kraait: „Jij lief! Jij liehiefü" Dat geeft den doorslag! „Wanneer kan je komen?" „Ik wil wel meteen blijven, me vrouw!" In de keuken wordt ze vertrouwelijk. „Weet u, ik was daar nooit wegge gaan, als het niet om dat ééne was!" „O!" zeg ik. „Kijk es, hier hangt de kopjeskwast, de afwaschbak staat daar, en „Mevrouw was erg aardig en het eten was er bestig!" „Hmmm Het stofmandje staat in het ganghok en de melk moet altijd „Ja, ik ben er op me eige verlan ges Alleen om dat ééne Maria Magdalena is standvastig van aard. Er is geen ontkomen aan, dus vooruit maar! „Nou wat is dan het eene?" „O nee mevrouw, o nee!! Me moeder zegt altijd: je moet nooit van de men- sche aan de menschenou ja, maar u bent natuurlijk wat anders!" Ze lacht! Ik ook als de bekende boer! „Nou ja! Ik zal het maar zegge, 't was om meneer!" De sprieten worden met een fieren ruk naar achter gemaaid, de aardappel krult verachtelijk. „Hij zei altijd: Zoo, schoone maagd! tegen me, nou en daar hou ik nou een maal niet van! Wat u nou?" „Neen, zeg ik opgelucht, „daar houd ik ook niet van!" "Enneis hier ook een meneer?" Opeens zie ik Rolf voor me, Rolf de correcte! Het is om te gieren! bier is ook een meneer, Maria Magdalena! De vader van Baby". v;S;,at Bskkere snoetje!" klinkt het ütó hpSi^6 ze bedoelt wel al- blijven. PUnt in m*>n leven Als Rolf om twaalf uur thni* geurt de koffie al op tafel Pn alW en blinkt in de puntjes 68 Rhmt P'onk. bang dat jij haar bekoor lijkheden niet zult kunnen doorstaan. Dat is haar zwakke zijde!" Rolf bevriest. „Miep kam je haar wat op en geef me vast een kop kof fie!" „Ja Pa!" tiar ik en krijg groote lust iets stuk te gooi en. Maar op het critieke moment galmt een stem uit de keu ken: „En assu es uw hart verliest, dan schenk het mij!" We proesten het beiden uit en Rolf zegt: „Jij malle, groote Baby!" (Nadruk verboden). Nog een nasleep van de Parrjsche tentoonstelling. Olifantjes zijn thans een gewilde snuisterij. Men ziet ze overal: als klein, pikzwart handvat op het deksel van een bonbonnière, ingelegd op een siga- rettenétui, met een gat in den rug bij wijze van ascbbak, enz. Uit verguld hout zijn het aardige bergplaatsen voor allerlei kleinigheden. De sluitin gen van sommige taschjes vertoonen ook al een olifantenmotief en zelfs in de hoeken van tafellakens en servetten ziet men ingeweven olifanten. En op de schortjes van kleine kinderen heeft de olifant de honden, katten en vogels geheel verdrongen. Goudkristal. Het oude goudkleurige kristal is weer zeer modern voor vazen en pièces de milieu. Het wordt ook verwerkt in zeer moderne vormen voor schalen en jardinières. Minder mooi is het, wan neer dit kristal met bloemen beschil derd wordt. Dat is te veel van het goede; het staat opgesmukt en sma keloos. Eenige namen van japonnen. Vele parfumeurs hebben den slech ten smaak, geen namen meer voor hun creaties te bedenken, doch ze met pro zaïsche nummers aan te duiden. Met de couturiers is het zoover gelukkig nog niet ekomen, integendeel, deze wed ijveren in de mooiste en origineelste namen. Een paar voorbeelden uit de nieuwste collecties: Verzoeking, Tête a tête, Avontuur, Zwarte Lelie, Laatste sigaret, Gevangene, Rendez-vous, enz. Gasten ontvangen. Gasten* ontvangen is niet ieders werk, want het vereischt een zekere op merkzaamheid voor kleinigheden. Zoo moet een goede gastvrouw altijd weten te voorkomen, dat het gesprek stokt. In zoo'n geval kan men een actueel on derwerp aanroeren; dat is altijd ani- meerend, zoolang het gesprek niet vlot, kan men door een losse opmerking of door het presenteeren van een en an der voorkomen, dat er een gedrukte stemming voelbaar wordt. Dikwijls is het ook een groote steun voor de gast vrouw, als zij een enkel, zeer goed, radionummer ten gehoore brengt. En als zij het geluk heeft een vooraan staand Dersoon in den kring van haar gasten te tellen, moet zij hem de kans geven, zich te uiten, want beroemdhe den zijn juist dikwijls eenigszins terug getrokken. Tegen een rooden neus. Er zijn zoowel mannen als vrouwen, die last hebben van een rooden neus. Deze hinderlijke kwaal wordt gewoon lijk veroorzaakt door een slechten bloedsomloop, zoodat allereerst daarte gen maatregelen moeten worden geno men. Alle plaatselijke behandeling kan niet anders dan een tijdelijk effect hebben, doch dikwijls is men zelfs voor een tijdelijk effect al dankbaar. Men druppelt dan wat benzine op een dotje watten en bet daarmede den neus. Een meer blijvend effect bereikt men door het plaatselijk verbeteren van den bloedsomloop, b.v, door het dagelijks inwrijven met citroensap of door eiken morgen afwisselend den neus te betten met in heet en ijskoud water gedoopte sponsjes. Dit moet 5 a 8 minuten ach- I terecn worden vogehouden. Zondag: Tomatensoep, Biefstuk, princesseboonen, Aardappelen, Abrikozenrijstpudding. Maandag: Rollade, andijvie, Aardappelen, Flensjes. Dinsdag: Vleeschkoekjes, Groene kool, aardappelen, Havermoutcrême. Woensdag: Runderlapjes, Worteltjes, aardappelen, Watergruwel. Donderdag: Gehakt, Stoofsla, aardappelen, Maizena met bitterkoekjes. Vrijdag I: Groentensoep met tapioca, Schelvisch met mosterdsaus, Sla en aardappelen. Vrijdag TI: Groentensoep met tapioca, Roereieren, bloemkool, Aardappelpuree, Gebraden appelen. Zaterdag: Bloemkoolsoep, Rijst met varkensvleesch, Savoyekool en peen. Zeep of geen zeep? De meeningen loopen nogal uiteen over de vraag of men al dan niet zeep voor het gezicht dient te gebruiken. Velen meenen, dat men den schadelij ken invlo ed der zeep op de huid maar op den koop toe moet nemen, omdat zonder zeep een grondige reiniging der huid niet goed mogelijk is, wat evenmin de huid verfraait. Een kor reltje waarheid steekt er wel in deze eenmaal per week het gezicht met een opvatting; het is n.1. aan te bevelen, goede zeep te wasschen. Toch zijn er ook personen, wier huid zelfs dit niet verdragen kan; deze doen goed met eens per week het gezicht in te wrijven met citroensap, dat men 5 minuten lang laat inwerken en vervolgens met lauw water afwascht. De huid wordt hier zacht, frisch en glad van, terwijl verwijde poriën zich samentrekken. Witte vloeren. In sommige streken heeft men nog wel wit geschuurde vloeren. Om deze mooi wit te houden neemt men één deel kalk en drie deelen fijn zand en strooit dit mengsel op den vloer, waarna men het vochtig maakt en met den luiwagen en de vloer hiermede opschrobt. Na dweilen met een z.g. marmerdweil, waarin het zand niet blijft zitten, maar door het grove weefsel in een emmer water achterblijft. Bij het wasschen van teere stoffen is eierdooier een uitstekend wasohmid- del; het vat stof noch kleur aan en ver wijdert de vlekken. Aach van briketten, is een zeer goed poetsmiddel, in het bij zonder voor alle soorten metaalwaren, die er prachtig blank en glimmend door worden. Men verzamelt de asch in een leege bus en maakt ze eenigszins vochtig, daarzij anders zoo licht weg stuift en neemt bij het gebruiken een weinig op een vochtig lapje, waarmede men dan de voorwerpen in en met een flanellen doek nawrijft. Men kan uit citroenen veel meer sap persen, indien men deze eerst een paar minuten in heet water legt, zoo dat ze eenigszins warm worden. (Nadruk verboden). Abrikozenrijstpuddlng. V, liter melk, 75 gram rijst, 50 gram suiker, 1 pakje vanillesuiker, 10 gram witte gelatine (5 blaadjes), 1 dl. slag room, 1 eiwit, lVj ons abrikozen, 40 gram suiker, 1 kleine lepel maizena. Daags tevoren zetten wij de gewas- schen abrikozen even onder water en bestrooid met de suiker weg om te weeken. Melk met suiker wordt aan de kook gebracht en de gewasschen rijst met een tikje zout erin gaar gekookt, waar na de in water geweekte en goed uit geknepen gelatine in een half kopje kokend water wordt geweekt en bij de rijst wordt gevoegd; wij kloppen de room en eiwit met een tikje zout stijf en mengen deze zeer voorzichtig door de rijstmassa: waarna we alles laten bekoelen. De abrikozen laten wij goed uitlekken, vangen het vocht op, dat we opkoken, met de halve lepel maizena binden en koud laten worden. De rijst en abrikozen worden nu laag om laag in een puddingvorm gedaan en weggezet tot de pudding geheel en al koud en stijf is, waarna ze gestort wordt op een vochtig gemaakte schotel en met de saus overgoten. We maken de schaal, waarop wij de pudding willen storten, altijd een wei nig vochtig, omdat de pudding, wan neer deze niet geheel en al in het mid den ligt, dan gemakkelijk kan worden verschoven. Het verdient aanbeveling om een b^s- te rijstsoort te nemen bij het bereiden dezer pudding, daar men dan de meeste kans heeft, dat de korrels heel blijven. Onze groentensoep met tapioca op den vleeschloozen dag bereiden wij door een kleine knolraap, eenige wor telen, een knolselderij, 1 bosje selderij en 1 bos prei schoon te maken en in kleine stukjes te snijden, daarna alles flink wasschen, daarna een half uurt je in water met zout wegzetten om het zand te laten zakken en nogmaals flink wasschen, daarna opzetten met kokend water en zout en goed gaar laten worden; de groente wordt nu uit geschept en alles met den vleeschmolen fijngemalen. Een flinke ui wordt gaar gesmoord in boter, hierbij komt de groentenpuree en het groentenwater, dat zoo noodig aangevuld wordt totdat men V, liter vocht heeft en tenslotte 75 gTam tapioca, die we vooraf al eenige uren hebben laten weeken in een wei nig water. De soep wordt nu zoolang gekookt, totdat de tapioca doorschijnend is. Een ei wordt in de soepterrine ge klopt met een weinig melk en hierbij wordt in den beginne scheutje bij scheutje de soep gevoegd, waarna er tenslotte nog een lepel zeer fijn ge hakte peterselie doorheen wordt ge roerd, terwijl wij de smaak verhoogen door toevoeging van een lepel maggi aroma. Kleine dobbelsteentjes gebak ken brood kan men erbij opdienen. Tenslotte beginnen wij niet ons Zater- dagsche maal, wat we eens heel gemak kelijk maken door geen aardappelen maar rijst in den hoofdschotel te ver werken. Rijst met varkensvleesch, kool en peen. 300 gram rijst, 500 gTam varkens vleesch, 50 gram boter, 1 ui, 1 kl. Savoye kool, 1 flinke bos wortelen. De schaking van Sarrasani's dochter („Passing Show")

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 15