„Hos word ik dikker
Wat moeten jonge kinderen
eten.
Hst medicijnkastje.
Het menu van de week.
Eindelijk eens eenige wenken voor
vrouwen, die te slank zijn.
Te laag gewicht benadeelt
de gezondheid.
Men leest overal uitvoerige beschrij
vingen van wat men doen moet als
men te veel weegt, doch aan de vrou
wen, die te weinig wegen, wordt nooit
gedacht. Dat is natuurlijk, want tegen
woordig wordt er zooveel gedaan
voor de slanke lijn, dat een te groote
magerte niet meer als iets bijzonders
opvalt. Vele vrouwen streven er zelfs
met alle middelen naar een gewicht
te bereiken, waarbij zij zeker niet op
haar voordeeligst uitkomen; als zij
zich wat minder moeite gaven, zou het
resultaat misschien beter zijn. Doch
verreweg de meesten komen er nooit
aan toe, te weinig te wegen, behalve
de enkelen, die van nature zeer mager
zijn. En deze zijn het, die op moeten
passen en ervoor dienen te zorgen, dat
zij wat bijkomen. Zoolang ze jong zijn,
komt het er niet op aan. Het lichaam
is dan nog niet volkomen ontwikkeld,
wat op zichzelf aantrekkelijk is. Doch
als men de dertig nadert, gaat dat
niet meer op. Dan gaat de onvrien
delijke toeschouwer spreken van bee-
nig en pezig. De jeugdige japonnetjes
alleen zijn dan niet voldoende om een
jeugdigen indruk te maken; ronde
vormen zijn trouwens minder in on
genade bij de mode dan eenige jaren
geleden.
Een argument, dat sterk tegen een
te laag gewicht spreekt, is dat de ge
zondheid erdoor benadeeld wordt. Dit
is vooral het geval bij nog niet geheel
volwassen meisjes. Deze hebben last
met allerlei kleinigheden, waar hun
meer welgedane zusters niets van
merken. Bij een ernstige ziekte is een
te laag gewicht ook een ongunstige
factor voor de patiënte. Men bemerkt
trouwens spoedig, als men er op let,
dat de magere menschen veel meer
last hebben van hun zenuwen. Het is
niet voor niets, dat dikke menschen
den naam hebben goedig en prettig
in den omgang te zijn. Zij zijn rustiger
en evenwichtiger en dat komt ook hun
omgeving ten goede.
„Vier geboden".
Wil men toenemen in gewicht, dan
zi.jn er vier dingen, waarop men moet
letten. Men ete goed; meelspijzen, zoo
als rijst, aardappelen, macaroni; boter,
saus, gebonden soep, suiker, eiwithou-
dende spijzen, enz. zijn ook goed.
Oevrmatig vet eten, zooals in te veel
vet gebraden spijzen, zijn echter voor
niemand goed; zij maken ook niet dik,
doch benadeelen alleen de gezondheid,
noch een slaatje met mayonnaise mag
men met smaak verorberen en snoe
pen is niet langer verboden. Melk is
schend Veel n6.1.31^' V00ral aIs z« tl,s"
hed Ln6 maail1'lde" en v°or het naar
bed gaan wordt gedronken.
Met smaak eten.
Een tweede vereischte is, dat men
het voedsel ook met smaak eet. Dit is
zelfs een voorwaarde voor een goede
gezondheid, onverschillig of men dik
of mager is. Heeft men een slechten
eetlust, dan kan men dit verbeteren
in de °Pen lucht; d't
worripn echter niet oevrdreven te
verdwü'nt^s f!or oververmoeidheid
verdwijnt de eetlust geheel.
Goed slapen.
Het derde vereischte is, dat men
goed slaapt. Zonder dat u. een goede
gezondheid en het bereiken van een
normaal gewicht onmogelijk. Het is
heusch niet overdreven, om 9 of 10
uur te slapen: bp personen die te wei
nig wegen, is dit soms het eenige, wat
hun ontbreekt. De slaap herstelt de
lichaamskrachten; vandaar dat een
middagdutje ook veel goed kan doen,
als men daartoe in de gelegenheid is.
-1 Rust.
jjet vierde vereischte
komt in zooverre met den
slaap overeen, dat rust de
- kern ervan is. Het is het
vermogen om naar wille
keur den geest tot rust te
laten komen. Is men met
IsIéIS zorgen vervuld of zenuw
achtig, dan zijn spieren
en zenuwen gespannen en wordt
het lichaam gedwongen voortdurend
een groote hoeveelheid energie nutte
loos te verspillen. Dat moet op ieder
een een slechten invloed hebben; de
reserve-energie wordt geregeld ver
bruikt en een normale ontwikkeling
vn het lichaam is onder deze omstan
digheden niet mogelijk.
Is men te mager, dan komt het meer
dan ooit aan op een goede houding.
Houdt men het lichaam en hoofd
rechtop, dan zijn de „zoutvaatjes" min
der zichtbaar, evenals de uitstekende
rugwervels en de pezen en rimpels
aan den hals. Stoombaden en massage
met een bleekende crème zijn aan te
bevelen om de gelige teint weg te ne
men, die merkwaardig genoeg het
meest voorkomt bij te magere vrou
wen. Verder zijn koude baden aan te
bevelen, omdat door het koude water
en het daarop volgende hard afdrogen
de bloedtoevoer naar de huid wordt
bevorderd, waardoor de weefsels be
ter worden gevoed. Bovendien wordt
de eetlust erdoor verbeterd.
Over boude baden.
Wij moeten echter waarschuwen
tegen het roekeloos toepassen van
koude baden; iemand die te mager is,
heeft niet het normale weerstandsver
mogen en kan koude baden wellicht
niet verdragen. Bij twijfel late men
zich door een arts onderzoeken. Doch
als men ertegen kan, is een koud bad
eiken moren van zeer groot belang
voor te magere personen. Zeer heete
baden zijn in geen geval aan te raden;
hierdoor openen de poriën zich en
scheiden zij in verhoogde mate trans
piratie af. Daarom worden deze baden
juist aangeraden aan personen, die te
zwaar zijn.
Crèmes, die de huid voeden, zijn
ten zeerste aan te bevelen; zij maken
riiet dikker op plaatsen die ermee wor
den behandeld, doch brengen de huid
in een gezonden, weldoorvoeden toe
stand, terwijl de lichte massage, waar
mee zij worden aangebracht, de bloeds
omloop, en daarmee de inwendige voe
ding der weefsels bevordert. Massage
is ook goed voor andere lichaamsdee-
len; zoo kan men bijv. een te beenigen
eleboog ermee verbeteren. Te magere
armen en schouders worden tot nor
male ontwikkeling gebracht door
langzaam den arm rond te zwaaien in
een grooten cirkel. Dé beweging zetelt
in den schouder, doch ontwikkelt den
geheelen arm; de pols is los en de
wijsvinger gestrekt. Men beginne met
één arm; deze bewegingen geven gra
tie in de bewegingen en ontwikkelen
ronde vormen zonder dik te maken.
Het gebruik van koude en warme com-
pressen om en om na afloop van mas
sage is eveneens een goed middel om
den bloedsomloop te bevorderen. Men
ziet, dat het alles bij elkaar genomen
toch nog gemakkelijker is, om het ge
wicht te verhoogen dan om het te
laten dalen.
DENK OM DE VITAMINEN.
„Melk is goed voor elk."
Een maaltijd voor jonge kinderen
moet altijd samengesteld worden in
overeenstemming met andere maal
tijden van den dag, zoodat het kind
dagelijks een voldoende hoeveelheid
gebruikt van de verschillende ingre
diënten. Melk behoort in het diëet een
groote plaats in te nemen, want het
bevat groote hoeveelheid vitaminen
A, B en C en tal van stoffen, die voor
de ontwikkeling van het kind noodig
zijn. De verhouding, waarin de ver
schillende bestanddeelen voorkomen,
is eveneens zeer gunstig. Melk is wat
dat betreft met geen enkele andere
voedigsstof te vergelijken, terwijl de
prijs ervan lager is. Zooveel mogelijk
sa
wordt het voedsel van jonge kinderen
daarom in melk gekookt, terwijl zij
daarnaast melk te drinken krijgen,
ook als zij ouder worden. Er is slechts
één bezwaar tegen, n.1. dat de eetlust
door de groote hoeveelheid melk wordt
weggenomen en dat de kinderen, die
niet bijzonder van melk houden, op
het gezicht van een groot glas melk
naast hun bord al een gevoel van
tegenzin krijgen te overwinnen. Daar
aan kan men tegemoetkomen, door het
kind slechts een kleine kroes melk te
geven en deze bij te vullen, zoo dik
wijls als het zonder moeite gaat. Heeft
het kind geen trek meer, dan kunnen
tusschentijds een paar glaasjes melk
worden gedronken. Het kind krijgt
trouwens ongemerkt heel wat melk
binnen in vla, blanc manger, rijstpud
ding, enz.
Gebraden voedsel is minder wen-
schelijk voor jonge kinderen, omdat de
vette korst, die zich daar omheen
vormt, moeilijk te verteren is. Men be
ginne dus niet te spoedig met gebra
den vleesch, gebakken aardappelen,
pannekoeken, enz. Zout moet met
mate gebruikt worden, peper en krui
den in het geheel niet, omdat hierdoor
de spijsverteringsorganen te veel ge
prikkeld worden. Een veel gelaakte en
toch zeer gezonde lekkernij voor de
zomermaanden is roomijs, omdat dit
veel melk en andere voedende be
standdeelen bevat in licht verteerba
ren vorm. De lage temperatuur is wel
een bezwaar, doch als het ijs op een
bakje wordt gelegd en niet al te koud
en hard wordt gegeten, is dat niet zoo
erg zeker niet schadelijker dan
heete soep en andere spijzen, die in
sommige gezinnen op tafel komen.
Van hoeveel belang hït is een medi
cijnkastje te hebben, waar naast de
meest voorkomende huismiddeltjes ook
o.a. altijd waterstof of superoxyd (gor
geldrank), boorwater, verbandmidde
len, bloedstelpende watten e.a. in aan
wezig moeten zijn, zullen velen onzer
lezeressen zeker wel eens ondervonden
hebben.
Niet iedereen weet echter de juiste
plaats voor een dergelijk kastje te vin
den en heel vaak treft men dit b.v. in
een badkamer aan.
Ie. We moeten zorgen, dat medicijn
kastjes noch aan muren gehangen wor
den, waarop de zonnestralen den ge
heelen dag inwerken, noch in de na
bijheid van verwarmingsbuizen, daar
de warmte zeer slecht op de verschil
lende medicijnen inwerkt. Heel begrij
pelijk is het dan ook, datde warme,
vochtige temperatuur in een badka
mer ongeschikt is voor onze huis
apotheek en we voor een koele, luch
tige plaats zullen moeten zorgen.
2e. Het kastje moet zóó hangen, dat
het ook 's nachts voldoende belicht
kan worden, nooit mag men bij
het uitnemen der medicijnfleschjes op
zijn geheugen of tastgevoel vertrou
wen, maar zal men zich inderdaad goed
moeten overtuigen, dat men de ge-
wenschte medicijnen heeft genomen.
3e. De huisapotheek zal in hoofd
zaak uit „huismiddelen" moeten be
staan.
4e. Het bewaren van restjes medi
cijnen om bij voorkmende gevallen
weer te gebruiken, biedt veel ge
vaar en moet vermeden worden. De
houdbaarheid van medicijnen is be
grensd en een leek kan niet beoor-
deelen of zij nog goed zijn.
5e. Indien vergift in het kastje be
waard wordt, zorge men dat de betref
fende fleschjes goed kenbaar zijn door
een helgekleurd etiquet, waarop be
halve de naam tevens nog eens aan
gegeven staat: „Vergift".
6e. Watten en verbandmiddelen
moeten, om tegen stof gevrijwaard te
zijn, in glazen stopflesschen bewaard
worden.
7e. Wanneer men om gegronde re
denen medicijnen bewaart, zal men de
betreffende fleschjes van een korte
gebruiksaanwijzing dienen te voor
zien.
8e. Medicijnen behooren in daarvoor
bestemde fleschjes, men sdhenke ze
nooit over in fleschjes. die voor het
bewaren van levensmiddelen dienst
hebben gedaan.
9e. De sleutel van het med'cijnkastje
behoort een vaste plaats te hebben, op
dat men er in geval van nood niet
eerst naar moet zoeken.
Zondag:
Kerrysoep,
Gebraden haas, appelmoes,
Aardappelen,
Broodpudding met -wijnsaus.
Maandag:
Hazepeper,
Roode kool, aardappelen,
Gebraden appelen.
Dinsdag:
Rosbeef,
Andijvie, aardappelen,
Havermout crème.
Woensdag:
Spaghetti met tomaten,
Jachtschotel.
Donderdag:
Gebakken lever met gebakken spek,
Princesseboonen, aardappelen,
Griesmeelschotel.
Vrijdag I:
Gekookte tong met wijnsaus,
Worteltjes, aardappelen,
Watergruwel.
Vrijdag II:
Perzische eieren,
Tomaten en boonensla,
Gebakken aardappelen,
Rijstebrij.
Zaterdag:
Karbonade,
Groene kool, aardappelen,
Karnemelk met bloem.
De tijd dat wij zoo nu en dan 's Zon
dags een extra gerecht op tafel bren
gen in den vorm van wild is nu weer
aangebroken. We willen dan beginnen
met het braden van de haas, daar wij
de kerrysoep al vroeger bij de recep
ten hebben gegeven en die wij weer
zeer eenvoudig zullen bereiden door
maggiblolcjes te gebruiken (1 op 1/4 1.
is plus minus 1 beker) inplaats van
bouillon te gaan trekken, wat veel duur
der is.
Voor de haas rekenen wij ongeveer
200 gr. boter, 1 eetlepel zout en 125 gr.
vet spek. Het laatste snijden wij in
reepjes en rijgen het met de lardeer-
naald over de rug van de haas, nadat
wij deze eerst terdege afgewasschen
hebben (ook van binnen) met koud
water.
De boter wordt warm gemaakt in de
pan en de haas er in gelegd, waarna
wij hem geregeld keeren, begieten met
de boter en als braadtijd ongeveer 1V*
a 2 uur rekenen; wordt de boter wat te
donker, dan doen wij er van tijd tot
tijd wat water bij, echter niet te veel,
daar het vleesch dan gaat stoven in
plaats dat het mooi bruin braadt.
Is de haas gaar, dan brengen we deze
op een verwarmde schotel over en ma
ken de jus af met water.
Broodpudding met wijnsaus.
200 gram brood (oud, zonder kor
sten, 2 a 3 eieren, 2 dl. melk, 100 gram
suiker, 50 gram amandelen, 50 gram
krenten en rozijnen, 1 theelepel kaneel.
We bestrijken een puddingvorm met
boter en bestrooien hem daarna met
„Geloof jij, dat ik ijdeler zal worden
als ik zoo vaak voor den spiegel sta?"
„Wel nee, kind, ijdeler niet, maar
je fantasie zal erdoor versterkt wor
den!"
(„Matin").