|,WÊEK HET BINNENHOFl
OP EN OM 1
gr
Van 't kleine recès. - Minister de Geer's
kansen. - Prof Aalberse. - De Griffier.
werk, zijn „Theorie der Evolutie",
waarmede niet meer of minder, door
den schrijver „bewezen" wordt dan dat
hij de „oertaal" van het geheele
menschdom ontdekt heeft, dat hi,i
„JDarwin" voor goed in een hoek heeft
geduwd, dat hij precies weet hóe de
komende Wereldtaal eruit zal zien,
wóar de toekomstige Wereldhoofdstad
gevestigd zal zijn, en nog oneindig
veel méerl. Nu is deze dichter,
bij afkorting algemeen bekend onder
de*1 naam van „Rens", reeds lange
jaren voor breede kringen in de
hoofdstad, die behooren of verband
houden met de z.g. „vrije beroepen",
een soort symbool, dat men, half
in ernst en half-glimlachend, vereert
als laatste, eenig overgebleven ver
tegenwoordiger van het volkomen
maatschappelijk vrijbuiters-leven, dat
nog él tijd door velen als een verloren
paradijs van die vrije beroepen ge
voeld wordt.... En voor den niet-
Amsterdammer is misschien deze
eigenaardige Rensburg-cultus, menge
ling van oprechte waardeering en te
gelijk wat goedmoedig-beschormende
spot voor een wel ietwat verwilderd.
maar volkomen „vrij" talent., niet
aanstonds begrijpelijk. En wie dan
ook, van-buitenaf-komend, dezen hul-
de-avond in de stampvolle kunste-
naars-societeit De Kring werd binnen
gevoerd, zou waarschijnlijk moeite ge
had hebben te begrijpen wóarom zoo
vele menschen hier waren opgekomen
en luisterden naar wat „Rens" zélf,
zoowel als zijn huidebrengers, te ber
de brachtenTenzij hij dan in
dachtig was aan de boven omschreven
behoefte aan die veiligheidsklep. Hij
zou daarin tenminste een gedeeltelijke
verklaring kunen vinden voor dit,
overigens typisch Amsterdamsch, ge
beuren.
Taxi-oorlog. Verkeers
politie en Volkenbond.
zijde, juist dit snorren bij de tot nu toe
voortdurend stationneerende taxi's weer
in de hand werken!.... Neen, ant
woordt misschien Commissaris Bakker,
bij rèn, bii die laatsten, zal het
geen snorren, maar „toeren" zijn!
Hetwelk echter in de praktijk toch
moeilijk zal zijn uit te maken, vooral
waar de Hooge Raad nog niet lang ge
leden heeft vastgesteld, dat „het ken
nelijk doel om een motorrijtuig te ver
huren kan blijken zonder dat dit aan
iemand te huur wordt aangeboden"!
Moet de politie nu, als de banden-
chauffeurs, zonder „aanbieden", aan
hetsnorren zijn wèl proces-verbaal
opmaken, en als stationnee
rende chauffeurs gaan „toeren" zulks
niet doen?
Men ziet het: de Verkeerspolitie
staat, evenals de Volkenbond zoo
dikwijls, voor het feit, dat zij een
ietwat halfslachtige maatregel niet of
zeer bezwaarlijk zal kunnen doorvoe
ren!
Nieuwe heffingen.
Ook niét-halfslachtige, maar zeer
duidelijke en krachtdadige maatregelen
lijden trouwens wel eens aan dit euvel.
Vooral in deze tijden blijkt dat telkens.
Zoodra toch wordt niet, door de be
stuurders van het publieke huishouden
van Staat of Gemeente, zulk een
maatregel, voortgekomen uit den
dringenden bezuinigingseisch, gefor
muleerd, of aanstonds rijst verzet
van diverse kanten. Zoo werd onlangs
bekend, dat onze stadsbestuurders als
enkele van de eerste noodmaatregelen
denken over te gaan tot verhooging der
personeele belasting en óók tot het hef
fen van een belasting op de verzeke
ring tegen brandschade van „alle zich
in de gemeente bevindende onroerende
en roerende goederen". Het eerste zul
len zij er wel door krijgen, maar met
het tweede zal dat niet zóó gemakkelijk
gaan. Voor een stad als Amsterdam,
die voor alles moet leven van den door
voerhandel, zou zulk een heffing, voor
al wat aangaat de roerende goede
ren, dan ook inderdaad een groote
„rem" beteekenen. Zij kan, oordee-
len nu reeds vele handelaren, zulk
een extra assurantie-onkosten-bedrag
op de, in veemen-pakhuizen en elders
tijdelijk opgeslagen goederen, onmoge
lijk dragen. Voert men haar tóch in,
dan is men bevreesd dat vele groote
lichamen, die nauw bij dien doorvoer-'
handel betrokken zijn, hun zetel naar
elders zullen gaan verplaatsen.
Er zal dan ook in dezen vóór dat
er iets in deze richting gebeurt, nog
wel menig hartig woordje gesproken
moeten worden. In alle geval zal,
naar een van onze vooraanstaande han
delslieden mij onlangs zeide, over
den maatregel zooals zü daar thans,
als plan, gereed ligt, „éérst nog duchtig
de schaaf moeten gaan".
AantaJ Gem.
en werklieden.
ambtenaren
vooral in de kringen van den handel
is men natuurlijk geneigd, zoodra het
over bezuinigingsmaatregelen gaat,
aanstonds te zeggen, dat men dan maar
eens beginnen moet met het verminde
ren van het aantal ambtenaren en
werklieden dat de gemeente er zélf, in
vasten dienst, op nahoudt. Ik zal me
in dezen geen „partij" stellen, maar
geef alleen, ter informatie en omdat
men deze over 't algemeen niet kent,
de laatste „cijfers", zooals men ze vin
den kan in het laatst uitgekomen Sta
tistisch Zakboekje. Totale bevolking:
752.003. Gezamenlijk aantal gemeentel,
ambtenaren en werklieden: 26.606. Dat
is ongeveer een verhouding van 1 ge
meentelijke werknemer op29 in
gezetenen.
KRONIEK
Keeren wij, na deze uitstap in het
rük der fantasie, weer terug tot den
beganen grond, de straten en plei
nen onzer stad, waar, naar ik een
vorigen keer reeds schreef, een wel
zeer werkelijk.... taxi-offensief aan
den gang is!.... De term „offensief"
is hier inderdaad volkomen op haar
plaats, want men kan gerust van oorlog
gaan spreken. Wél bedoelde ik, van
offensief gewagend, de vorige keer
de wijze waarop de gele-, witte-, en
heelemaal-geen-banders, met stadsrit-
tarieven van 80, 50 en zelfs 25 ets. het
publiek te lijf gaan, maar deze
aanval wordt nu door de in het z.g.
stationairend taxi-bedrijf werkende
chauffeurs óók gevoeld als een op-
marsch tegen hén en zij zijn aan het
beramen van een krachtig tégen-offen-
sief gegaan.... Een Comité van Actie
werd- door hen, als Generale Staf,
gevormd; en zij doen reeds, zoo
als dat in een oorlog gebruikelijk is,
bekendmakingen aan de bevolking,
aan het publiek, uitgaan. Een veld
tochtsplan werd ook reeds bekend ge
maakt, volgens hetwelk alle station
neer-taxi's 's avonds om kwart voor elf
hun standplaats zullen verlaten en in
gesloten gelederen naar het Rem-
brandtplein zullen oprukken, teneinde
daar de veelkleurige en heelemaal-
geen-banden vijand in te sluiten en
zich meester te maken van den buit aan
passagiers, die op die plaats en op dat
uur, altijd het grootst is.... De Ver
keerspolitie, onder Commissaris Bak
ker, heeft zich nu, op het laatste oogen-
blik, als een soort Volkenbond opge
worpen en tracht tot een regeling te
komen, waarbij deze felle vijandelijk
heden kunnen ontgaan worden. Het
staticnneer-bedrijf zal in den vervolge
van 9 uur 's avonds af bewegingsvrij
heid gegeven worden. De stationnee
rende chauffeurs behoeven dan niét
steeds op hun standplaatsen te blijven,
maar kunnen ook elders neerstrijken,
of „een toertje maken om passagiers
op te halen". Commissaris Bakker
„hoopt, dat de betrokkenen van deze
meerdere bewegingsvrijheid handig ge
bruik zullen maken".
Het is echter een iet of wat half
slachtige maatregel; en de politie ver
meerdert er zélf het aantal voetange's
en klemmen mede, waarmede zij nv
reeds het terrein van het z.g. „sim:
bezaaid vindt. Zü voelt dat blü'kbaar
zelf óók, vandaar de voorzichtige woor
den, waarmede deze nieuwe maatregel
wordt aangekondigd.
De zaak is nJ. zoo, dat men, waar
het de vrijbuitende banden-taxis be
treft, alle mogelijke moeite doet dit
snorren tegen te gaan en het te doen
vallen onder de strafbepalingen, die
daarvoor destijds in artikel 146 der Al-
gemeene Politieverordening zijn opge
steld. En nu gaat men, aan de andere
Den Haag, 29 Oct.
Ouder gewoonte heeft ons Lagerhuis
een weekje vrij-af genomen vóórdat,
op 3 November a.s., de zware v/in-
ter-campagne begint. A.s. Dinsdag,
werd Vrijdag j.1. 23 dezer op voorstel
van Praeses mr. Van Schaik overeen
gekomen, wordt 's middags te 1 ure
onmiddellijk het groot-politiek dehat-
1931, zijnde: Algemeene Beschou
wingen over de Rijksbegrooting voor
1932, „aangesneden". Men weet, dat
ditmaal de maatregelen tot bezuiniging,
door Minister De Geer aanbevolen,
in 't bijzonder de salaris-korting, waar
tegen het verzet steeds heviger werd,
de Begrootingsdiscussie zullen be-
heerschen. Hier en daar vindt men nog
wel landgenooten, die er zeker van blij
ken te zijn, dat Z. Exc. mr. De Geer
in den loop van het met rasschen tred
naderend Budget-debat den ministe-
rieelen dood zal sterven. Ik blijf dat
gevaar, of: die kans, hoe men 't liefst
wil, zeer gering achten. De opvolger
van wijlen Nolens, prof. Aalberse,
blijkt werkelijk als leider van de
katholieke Kamer-fractie veel meer
kracht en invloed te kunnen ontwik
kelen, dan men in hem vermoed had.
Op 22 October j.1. toen de Kamer
over het ontwerp betreffende den Eco-
nomischen Voorlichtings-dienst be
raadde en besliste, heeft mr. Aal
berse voor de eerste maal in zijn nieuwe
hoedanigheid van fractieleider het
woord gevoerd. Bij die gelegenheid ver
raste hij door het duidelijke, zakelijke,
stevige van zijin betoog. Sommigen zei
den zelfs, dat de heer Aalberse „zich
zelf overtrof". Als Minister van Arbeid,
H. en N. werd hij door alle partijen
gewaardeerd als kundig en volijverig
man. Intusschen was hij vaak ver-
moeiend-uitvoerig en niet steeds ge
makkelijk te volgen. Den 22en j.1. was
't alsof de katholieke staatsman die
eigenaardigheden plots van zich had
afgeschud.
't Was een wel zeer gelukkig begin.
Hij bleek ook stevig in zijn eisch, Mi
nister Verschuur gesteld, dat de
gelden, bii het hierboven genoemde
ontwerp de Kamer gevraagd, na aanne
ming van het ontwerp slechts zullen
worden besteed nadat het nieuwe Eco
nomische departement zal zijn gevormd.
Welke belofte Exc. mr. Verschuur gaf.
En waarna de Kamer de wetsvoordracht
zonder neuzen-telling goedkeurde.
Ik stip nog aan, dat bij de behande
ling van dit ontwerp wederom van ver
schillende kanten werd aangedrongen
op benoeming van een directeur-gene
raal van Landbouw. Waartegen (zal
men zich herinneren) minister Ruys
de Beerenbrouck zich zoo dikwijls heeft
verklaard.
Uit hetgeen Minister Verschuur in
de avond-zitting van Donderdag 22 Oc
tober te hooren gaf, mag men opma
ken, dat de benoeming van een di
recteur-generaal Landbouw, nadat
deze diensttak bij Handel en Nijver
heid onder-dak zal zijn gebracht, kan
worden tegemoet gezien. Men staat in
deze (verklaarde mr. Verschuur) voor
een communis opinio der Kamer....
Dus: het Lagerhuis, in zijn groote
meerderheid, wenscht zulk een hoofd
ambtenaar.
Hij zal verschijnen.
Ik teeken nog iets aan over de Ka
mer-zitting van Vrijdag 23 October.
is afgedaan, mitsgaders de heffing van
Waarin een lange reeks „klein-goed"
een bier-accijns van drie cents per
liter in Ned.-Indië. Noodig geworden
als aequivalent tegenwicht voor
Invoerrechten. Nu Indië een eigen
bier-industrie zal krijgen. Minister De
i Graaff heeft beloofd, dat Z. Exc. van
i Koloniën, voor de millioenste maal:
wanneer krijgen we een Minister van
Indische Zaken, volgens prof. Van Vol-
lenhoven's prachtig denkbeeld!?,
erop zal aansturen, dat er een Indische
bier-accü'ns van vü'1 cents per liter zal
kömen in 1932.
De vergadering der Tweede Kamer
van 23 October j.1. was feitelijk gewijd
aan het ontwerp, regelend den rechts
toestand van de militaire ambtenaren.
In dat ontwerp is de gewone Ambte-
naren-wet-1929 van toepassing ver
klaard, behoudens bepaalde uitzonde
ringen, die uit de bijzondere militaire
verhoudingen voortvloeien. Deze uit
zonderingen betreffen in hoofdzaak de
bevoegdheid van 't ambtenarengerecht
en de organisatie van de rechtspraak.
Alsmede enkele onderdeelen in de wijze
van procedeeren.
Met niet zoo heel-veel beduidende
wijziging is het wetsvoorstel goedge
keurd.
Toen was de herfst-agenda uitgeput.
Ging de Tweede Kamer in den vroe
gen middag van 23 October uiteen tot
den 3en November.
Op dien Vrijdag, zooeven genoemd,
werd mr. dr. De Vos van Steen wijk, de
nieuwe Gouverneur van Drente, na
mens de Kamer op warmen, echt-sym
pathieken toon door President Van
Schaik gehuldigd als aftredend Griffier.
Op buitengewóón-huldigende wijze
heeft de Kamer den heer De Vos van
Steenwiik zijn meest-eervol ontslag, op
verzoek, verleend.
Praeses verduidelijkte nog even, hoe
groot het verlies voor het Huis is, be
rokkend door het vertrek uit zijn ambt
door dezen zeer-geleerden, zeer bekwa
men en steeds zeer-bereidvaardigen
griffier.
De buitenwacht, verduidelijkte ik
reeds, in alle bescheidenheid van be
jaarden parlementairen persmuskiet-
toesc-houwer, heeft bitter weinig
besef van wat er alzoo vastzit aan dat
griffiersbaantje.
Deze raadsman en vertrouweling van
de Kamer oefent het allergewichtigst
deel van zijn ambt uit „in alle stilte".
De rechterhand van den Voorzitter,
in letterlijken en figuurlijken zin,
vervult in de openbare Kamer-zitting
slechts de rol van een daar aan de
presidiale tafel, zwijgend en schijn
baar-werkloos zittende meneer.
Slechts zij, die weten wat er „achter
de parlementaire schermen" v-oorvalt,
beseffen iets van wat „die meneer" be-
teekent als adviseur, als: oplosser
van moeilijke gevallen. Als iniichter,
op-de-hoogte-brenger voor zoo vele
Volksvertegenwoordigers, die een rol
letje wenschen te spelen, maar nog
vreemde-katers of -katjes zijn in het
heel-uitgestrekte Jeruzalem van ons
Binnenhof.
De Tweede Kamer heeft den schei
denden griffier aangeboden een zilve
ren blad-met-inscriptie.
En mr. De Vos van Steenwijk heeft
hen, in een onder-onsje, hetwelk
voorafging aan de zitting van Vrijdag
23 October j.1., o. m. gezegd, dat zijn
„maiden-speech" tevens zijn „zwane-
zang" was.
Zoo is 't.
De griffier mag in de openbare Ka
mer-zitting niet het woord voeren.
Hii is slechts de ópper-ambtenaar
van het Huis.
Hü, die „de zaken" zoo-tienduizend-
maal beter doorschouwt dan, een van
de uitverkorenen der kiezersmassa....
Aldus is echter de traditie.
Steunend op wettelijke bepalingen.
In groote, warme waardeering gin
gen, op Vrijdag 23 October j.l„
Kamer en Griffier van elkander.
Voorzoover mij uit parlementairen
kring ter oore kwam, schijnt de kans
zeer groot, dat de geleerde, bekwame
eerste Commies-Griffier mr. Kesper
tot het Griffiers-ambt zal worden ge
roepen.
Mr. ANTONIO.
OM EVEN TE LACHEN....
Meneer A. is een opschepper. Dat
weet iedereen. Op zekeren dag komt
hij zqn kennis B. tegen. Hü begint
met hem te redeneeren en zegt op een
gegeven moment:
„M'n beste kerel, ik zal je vertellen
dat ik laatst nnjn avonturen die ik op
mijn wereldreis beleefde aan een Pool-
onderzoeker liet hooren. De man zat,
ondanks het feit dat hü ook al heel wat
had meegemaakt met open mond te
luisteren".
B. wacht even en zegt dan:
„Hij hield zeker z'n hand ervoor?"
De meester op school vertelt dat men
den leeftqd van een paard kan vaststel
len naar de tanden.
Jantje: „Meneer, dat kan mün vader
van een kip"
Meester: „Kom, kom, Jantje, een
kip heeft toch geen tanden zooals een
paard!"
Jantje: „Neen meneer, maar vader
doet het met zijn eigen tanden."
„Edward, we moeten toch ook een
reisje maken."
„Natuurlijk, Miesje, maar waar
heen
„Tk dacht zoo naar Monte Carlo."
„Kind, dat is een onbetaalbaar voor
stel."
Chef du bureau, tot employé: ..Van
daag is het Maandag, morgen Dins
dag, overmorgen Woensdag. De week
is al bijna om en nog heeft u niets ge
presteerd.