Grfeof© mannen spreken.
XSJST' ier"
SSÜ2?p&noden zyn> -
nlrtïiSbdïSüXÏSÜf
liet hij mij alleen met mijn gedachten,
maar wilde toch iets voor mij doen en
bracht mij de thee.
Zoo'n innerlijk beschaafde, intelli
gente man bevond zich als de eenige
.Japansche kruier onder Chineescüe
koelies op het station te Kangkoen en
speelde daar eigenlijk een rol, want hu
raakte nooit de bagage aan. Ik kan me
zijn aanwezigheid op dat station al
leen verklaren door aan te nemen, aai
hij behoorde tot den uitgebreiden ge
heimen berichtendienst der Japanners
en op dit eindpunt van den Japanschen
spoorweg een oogje op de „reizigers
moest houden. In Mandsjoerije wordt
dikwijls gezegd, dat de Japansche win
keliers aldaar dikwijls officieren zijn,
die hun zaak slechts in schijn voeren,
doch in werkelijkheid tot den geheimen
dienst behooren en in geval van oorlog
door hun kennis van het land Japan
groote diensten kunnen bewijzen.
g (Nadruk verboden)
EENIGE UITSPRAKEN OVER DE ONDERWERPEN VAN DEN DAG.
Een nienwe hoop
praktijken slechts een belemmering
voor het brengen van de prijzen op een
zoodanig peil, dat de producten weer
verkocht worden, de groote economi
sche cirkelgang wordt hervat, het op
heffen der werkloosheid mogelijk wordt
en de algemeene welvaart terugkeert.
Er zijn voorstellen gedaan om den
koers der effecten kunstmatig hoog te
houden. Dit zou een noodlottige prin-
cipieele fout zijn om meer dan een
reden, doch wel voornamelijk omdat
hierdoor onvermijdelijk ongezonde en
onnatuurlijke omstandigheden zouden
ontstaan, die op den duur een echt,
gezond en blijvend herstel in den weg
zouden staan, inplaats van het te be
vorderen.
Er zijn teveel geruststellende woor
den gesproken, die toch niemand ver
mochten te kalmeeren; te veel holle
woorden en te weinig openhartigheid
en waarheidszin te veel van die ge
moedsgesteldheid, waarin men te mid
dernacht op een kerkhof tracht te
fluiten.
door
PIERRE I,A VAL
(Minister-president van Frankrijk).
In Berlijn hebben we de meest deli
cate taak volbracht, die ooit aan twee
Fransche ministers is opgedragen. Wij
beantwoordden het bezoek van den
Rijkskanselier en den Duitschen Mi
nister van Buitenlandsche Zaken van
Juli j,l., doch tevens was het ons doel,
de verhouding tusschen de beide lan
den te verbeteren. Ik heb toen aan Dr.
Brüning voorgesteld, een Fransch-
Duitsche economische commissie in te
stellen. Deze zal de economische moei
lijkheden bestudeeren, die de beide
landen aangaan. Hierdoor is een nieu
we hoop geboren, een nieuwe werk
wijze aanvaard. Elke maatregel, die kan
bijdragen tot leniging der ellende,
welke over de wereld gekomen is,
brengt ons dichter bij geordende toe
standen en bevordert het handhaven
van den vrede. Zonder in eenig opzicht
de belangen van ons vaderland te kort
te doen, hebben wij deze in overeen
stemming gebracht met de eischen der
internationale samenwerking.
Op dezelfde wijze heb ik ook te
Washington getracht, in het belang van
mijn vaderland mijn aandeel te volbren
gen van de moeilijke en geheel nieuwe
taak, waarvoor alle regeeringen zich
geplaatst zien door de wereldcrisis.
Londen, Berlijn en Washington vorm
den voor mij een pelgrimstocht, die af
wijkt van de traditioneele werkwijze
der diplomatie. Doch de nieuwe werk
wijze is noodig in verband met de
nieiuve taak, die rust op de verantwoor
delijke regeeringspersonen. Frankrijk
heeft, dadelijk nadat president Hoover
mij uitnoodigde tot een bezoek, gevoeld
dat dit feit niet slechts uitdrukte, dat
er tusschen de beide groote democrati
sche republieken een oude en beproef
de vriendschap bestaat, doch tevens,
dat de Amerikaansche regeering zich
tot Frankrijk heeft gewend, omdat dit
land temidden van alle verwarring eco
nomisch gezond is gebleven.
Frankrijk heeft den vrede lief. Onze
geschiedenis en ons verleden leeren
ons voorzichtigheid. Wü willen niet in
het minst afbreuk doen aan de waar
digheid van eenig ander land. Wij wen-
schen slechts den vrede. Doch de re
geeringen de volkeren moeten be
grijpen, dat veiligheid niet slechts in
hoopvolle woorden kan worden uitge
drukt; de veiligheid moet berustAn op
een organisatie. In deze wereld, die
door twijfel verscheurd is. kunnen
Frankrijk en Amerika tezamen de mid
delen vinden en toepassen, die de rust
doen wederkeeren en het evenwicht
hérstellen.
EEN MOOIE SCHIJN IS
NUTTELOOS
door
RICHARD WHITNEY
(President van de New-Yorksche
Effectenbeurs).
Waneer wjj het einde van de malaise
wenschen te bespoedigen en een wel
vaart willen herstellen, die duurzaam
is, moeten wy niet de vrije en ongehin-
<lerde uitwerking van de wet van vraag
en aanbod op onze markten tegengaan.
Deze is naar mijn overtuiging veel te
vaak ontweken en veel te zelden recht
in de oogen gezien. Het is nutteloos
om in schijn de prijzen te handhaven,
als men ze in werkelijkheid toch in het
geheim moet verlagen, om in naam
hooge hui en te eischen en deze van
onwaarde te maken door daarnaast op
groote schaal gratis ruimte ter beschik-
king te stellen, om hooge loonen te
handhaven op papier en het personeel
de helft van de week te laten werken.
Op den langen duur zal niemand zich
daardoor laten bedriegen en zijn deze
HET WERK VAN DEN
VOLKENBOND
door
SIR WILLIAM ROBERTSON
(Veldmaarschalk van het Engelsche
Leger).
Ik hen. van nieenmg, dat volgens de
meeste staatslieden van Europa de
Volkenbond zijn taak zeer goed vervuld
heeft, in aanmerking genomen de moei
lijkheden, waarender hij heeft gewerkt.
Hij heeft zeer weinig steun ondervon
den. Om maar een voorbeeld te noe
men: het machtige Amerika behoort
niet eens tot de leden. Ik zeg dit niet
als een verwijt, want voor 1914 heeft
mijn eigen vaderland ook steeds syste
matisch getracht, zich buiten de ver
wikkelingen op het Europeesche vaste
land te houden. Men kan dit een ver
standige of een onverstandige politiek
vinden, doch zonder twijfel heeft zij
tengevolge gehad, dat wij, door geen
partij te kiezen, gewoonlijk door beide
partiien als een vijand werden be
schouwd. Thans hebben wij ingezien,
dat het niet langer mogelijk is, geheel
op zichzelf te leven. De belangen der
mogendheden grijpen zoodanig in el
kaar in, dat het lijden van één alle an
deren doet medelijden. Wij kunnen niet
meer teruggaan naar het verleden, toen
de staten geheel op zichzelf stonden en
aan zichzelf genoeg hadden. Wij moe
ten een samenleving vormen en tot dat
doel is de Volkenbond of een ander
soortgelijk instituut noodzakelijk, ja
een onmisbaar onderdeel van de wereld
organisatie.
DE ORGANISATIE DEZER
WERELD
door H. G. W e 11 s.
(Bekend Engelsch schrijver).
W at zou ik doen, als ik alle macht
bezat? Zou ik den oorlog afschaffen?
Velen denken, dat dit onmogelijk is,
doch ik ben niet van die meening. Er
zijn zelfs personen met een zoo strijd
lustige natuur, dat zij den oorlog niet
zouden willen afschaffen, al konden zii
het doen. Doch het 'schaffen van den
oorlog zonder meer geeft niet veel.
Kellogg heeft dat al gedaan zonder
noemenswaardig resultaat. De oorlog
dreigt nog steeds, bedreigt ieder Der-
soonlük. In Moekden ziet het er nog
piecies uit als in de dagen vóór het
Kellogg-pact. Naar mijn overtuiging
zal de oorlog pas werkelijk afgeschaft 1
ziin wanneer alle zelfstandige staten
zooveel van hun zelfstandigheid prijs
geven, dat zij alle kwesties betreffende
hunne onderlinge verhoudingen in
handen willen stellen van een raad,
waarin allen vertegenwoordigd zijn. I
Het is nif'~ anders dan dit ideaal,
waarheen onze staatslieden al tastende
den weg zoeken te angstig en te
langzaam naar ik vrees. Zii doen dit
met conferenties over de oorlogsschul-
den met de Bank voor Internationale
Betalingen te Bazel, enz. Mijn econo
mische wereldraad zou een twintigja-
reniplan opstellen om de geheele wereld
productie en de verdeeling: der produc-
ten te reorganiseeren. Er zou slechts
één munteenheid bestaan in de wereld.
Dit is een kwestie, die op het oogen-
blik zeer dringend is en het zou een
van mijn eerste regeeringsdaden zijn
als werelddictator om daarvoor te zor
gen. Reeds thans ziet iedereen duidelijk
in, dat de bestaande munt- en cred iet-
stelsels ineenstorten. Ze zijn verouderd
en versleten. Ze zijn onbruikbaar ge
worden. Het industrieel© leven van de
wereld wordt verstikt door een groot
warnet van schulden. Een algemeene
wereldmunt en een over de geheele we
reld geldend credietsysteem zijn nood
zakelijk als voorbereiding voor het her
stel van de economische wereld en dit
is weer de eenige zekere grondslag voor
wereldvrede en welvaart.
JAPAN EN MANDSJOERIJE.
door
M. Fukamizu.
In Mandsjoerije zijn jaren lang on
schuldige Japansche onderdanen ge
vangen genomen, vervolgd en vermoord
door Chineesche soldaten. Spoorwegen,
die Japansch eigendom waren, werden
opgeblazen en de rechten, die de Ja
panners door middel van verdragen
waren gegarandeerd, werden door de
Chineesche autoriteiten met voeten ge
treden. Japan heeft herhaaldelijk ge
protesteerd en toch zijn er nog meer
dan 300 van deze gevallen niet afge
wikkeld. Elke Japanner gevoelt dan
ook een oprechte verontwaardiging
over de behandeling van zijn landge-
nooten in Mandsjoeriie.
Japan is een zelfstandig land, dat
volkomen in staat is deze zaak zelf af
te handelen en derhalve de hulp van
Genève niet behoefde in te roepen. Het
Japansche leger werd naar Mandsjoe
rije gebracht om de levens onzer hul-
pelooze landgenooten te beschermen,
waaronder vele vrouwen en kinderen.
Wij vragen slechts, dat Amerika con
sequent is. Senator Borah schijnt het
misdadig te vinden, wanneer menschen
in nood beschermd worden, tenminste
als die bescherming geschiedt door Ja
pansche soldaten in Mandsjoerije. Ik
heb hem nooit het woord „misdaad"
hooren noemen, toen de Amerikaansche
mariniers naar zekere staten in Mid
den Amerika werden gezonden om daar j
de Amerikaansche onderdanen te be
schermen.
Het Japansche leger verdient gepre
zen te worden, want slechts door den
goeden geest en organisatie daarvan
kon een zoo indrukwekkend feit wor
den verricht als de ontwapening van
het groote Mandsjoerijsche leger, waar
door een ramp werd voorkomen. Het
Japansche leger heeft door zijn politie
diensten den vrede in het verre Oosten
bewaard.
Evenais Japan moesten Amerika en
Genève China erop wijzen zoo noo
dig met geweld van wapens dwingen
tot aanvaarding van het inzicht dat
als China oprecht en vredelievend ge
noemd wil worden, het althans het le
ven en de bezittingen moet respectee
ren van de vreemdelingen, die binnen
zijn grenzen wonen. Het wordt tijd, dat
China leert beseffen, dat alle vijande
lijkheden van Chineezen tegen vreem
delingen of tegen de door verdragen
gegarandeerde rechten, waartoe ook de
boycot van buitenlandsche goederen
behoort, den wereldvrede bedreigen en
dat China, als het zijn vijandelijkheden
niet staakt, niet de achting en sympa
thie kaï verwerven van weldenkende
menschen uit eenig land* der wereld.
HOUDT MOED.
ALLES VERAJVDfifty
Er zijn voor iedereen m
voelt, dat men in de put zit
nog de energie te hebben «!rVAi«
ten er uit te komen
verandert, dat niets blijft zooals n*?
dat ook de moeilijkste perioden in 0S
Want tijdelijk, ach tijdelijk, kunnen wy'
een heeleboel verdragen. Soms zullen
moeilijkheden van korten duur ziin
soms van langeren duur, maar voorbij'
gaan doen ze. Wie op een oogenblik
geen uitweg ziet, doet het beste met
te denken: „Momenteel lijkt het ho
peloos, maar er moet een keerpunt
komen, alles gaat voorbij dus ook d't
Er zijn optimistische naturen, die
geboren zijn met de neiging om het
beste te hopen en te verwachten.
die zelfs in de zwaarste omstandig
heden een lichtpuntje weten te ont
dekken en redeneeren: „het had nog
erger kunnen zijn". Zii komen ge
makkelijk door het leven. Maar er
zijn ook pessimisten, die al op moei.
lijkheden vooruitloopen vóór ze er
zijn, en al uitgaan van het standpunt:
„Ik kom er niet meer uit." Wie zoo
denkt, die komt er niet meer uit. Zoo-
als men de kans op geluk tegemoet
kan komen, zoo kan men de kans op
tegenslag vergrooten door voortdu
rend bang te zijn dat dit of dat zal
zal gebeuren.
Denkt niet over zorgen, die er nog
niet zijn, en tobt niet over werkelijke
zorgen. Tobben heeft geen doel. Denkt
rustig na hoe u ze het best bestrijden
kunt, doet wat u kunt en laat de rest
aan den tijd over. De tijd heelt alle
wonden!
DR. JCS. DE OOCK.
(Nadruk verboden.)
Een dichterlijk rsEc'sel.
De nanteekeminften van een rijmelaar.
Een lastig geval doet zich voor: een
rijmelaar heeit aanteekenin^en
maakt voor een nieuw rijmpje dat „Do
Klok zal heeten. Dit rijmpje is be
stemd voor een krant. De rijmelaar ia
echter plotseling op reis gegaan en in
plaats van het rijmpje bezit de redac
tie slechts een papier waarop de „dich
ter losse invallen heeft genoteerd.
rtni ?c n Sap m.et aanteekeningen
dat is aan de redactie bekend - staan
echter alle woorden die in het eedS
voorkomen. De volgorde waaS ze 1
echter moeten worden geplaatst is nog
onbekend.
Men seint nu naar het vacantiever-
blijf van den rijmelaar die het volgen
de telegram terugzendt:
„Op het papier staan een aantal zin
netjes van ieder drie woorden. De zin
nen van het gedicht (dat drie couplet
ten van elk vier regels groot is) heb
ben allemaal 6 woorden. Het wordt nu
een kwestie van uitzoeken. De tweede
en vierde regels rijmen. Veel succes.
Rijmelaar."
De rijmelaar heeft echter gemakke
lijk praten: wjj hebben gezocht en ge
zocht, maar kunnen het rijmpje er niet
uithalen. Zouden onze lezers misschien
gelukkiger zijn?
Laten we dan beginnen met het pa
pier met aanteekeningen over
nemen.
Het ziet er zoo uit:
DE KLOK.
9
my buiten verrast.
De klok tikt
en fluit schel
het klokrhytme past.
gelukkig en tevree.
en omdat ik
klok nu vergeten,
eenheid van toon.
tot plots door
het raam toegeloopen.
vind het schoon,
vol rhythme en
een wonderlijk wjjsje.
Ik neurie nu
niets anders kan hooren.
die tikt daar
het liedeke mee.
dat juist in
zachtjes een liedje.
Ik ben de
een mal melodietje.
Luister ik en
nu een orgel
ik ben naar
RIJMELAAR
De eenige houvast die de zoek®'
ten slotte nog heeft is, dat de rijn16'
aar achter elke drie woorden die W
laatste deel van een regel moet®11
vormen in het rijmpje, een PuD
heeft gezet.
Wjj wenschen onzen zoekers ve®
succes!
(Oplossing volgenden keer.)