HET BINNENHOF Met nog kekwamen spoed. - De kop stukken bij het groot-politiek debat. - Koddig incidentje. - De regeerihg aan het woord I nigingsmaatregelen zal moeten over gaan wil men het hoofd boven water houden. Artisten verstaan intusschen behal ve de kunst die zij het publiek bren gen, over het algemeen ook zeer wel de kunst in het eigen milieu de vreugde-lamp brandende te houden en zoo werd dan dezer dagen het jubileum van Louis de Vries, ter gelegenheid van zijn 60sten verjaardag, opgewekt gevierd. Niet alleen voor de schermen met de opvoering van het jubileumstuk „De Despoot" en met een huldiging op de planken, maar ook daarach ter, in kleiner kring, met een feestelijk souper in „Trianon" waar vele kunst broeders en zusters zich rond den disch verzameld hadden. En waar menig hartelijk en ook wel, neen, zoo ide aal is die kunstenaarswereld nu ook weer niet! bedekt... hatelijk (die ééne „r" valt er soms zoo gemakkelijk en haast ongemerkt uit!) woord gespro ken werd! Louis de Vries... die, na den dood van den grooten Louis, Bouw- meester's mantel om de schouders kreeg hangen, is de tooneelspeler van het groote, het zwaar-romantische dikke spel. De Spaanders vliegen er, komt hij het tooneel op, af. Al schiet men een pistool op hem Sf, aldus een der feestgenooten, hij speelt door en geen stoel of tafel, op de planken onder zijn bereik, is voor zijn krachtproeven veilig!Dat is het; daar moeten we weer naar terug. Dat doet het hem bij het publiek. Wat hebben we aan al die bleeke, bloedar- me kunstzinnige nieuwlichters, die heden ten dage bij tientallen plotseling ontdekken dat ook zij roeping voor het tooneel hebben?Zoo spraken er aan genoemden feestdisch. Waarna er dan weer anderen op rezen die lichtelijk venijnig kwamen verklaren, dat het groote, dikke spel uit den tijd was en „men" voor alles verlangde naar de nuance, de fijne verscheidenheid van „het woord" Nochtans: daar ga je, Louis! En zoo deed men het dan „onder ons!" Diemen als „uitgangsplaats". Onder ons, in het centrum van de stad zelf, moge het er dan, niet tegenstaande dergelijke feestelijke hul digingen, - op kunst- en amusement- gebied voor de naaste toekomst niet zoo heel rooskleurig uitzien en moge men er, ten dezen, ietwat met de han den in het haar of in den schoot zitten, in het aangrenzende Diemen blijft men die handen energiek uit de mou wen steken! Het Lunapark, dat men er de laatste maenden geëxploiteerd heeft en dat vele Amsterdammers trok is ter nauwernood gesloten of op het vrijge komen terrein begon men er aan het gereed maken van een ijsbaan die een 5800 vierkante meter oppervlakte heeft en die reeds, in afwachting van den wintervorst, onder water werd ge zetDen volgenden winter hoopt men vervolgens onafhankelijk van dien vorst te zijn, doordat dan een kunst ijsbaan zal worden aangelegd. Boven dien bestaat er kans, dat Diemen be halve dit wintersch vermaak, ook nog een Oostersch schouwspel zal gaan ex- ploiteeren doordat het Ned. Indisch paviljoen van de tentoonstelling te Parijs waarschijnlijk naar deze, onze nabuurschap zal verplaatst worden, waarnaast dan een Oostersch dorp zal verrijzen. Voor hen die vreezen dat er, gezien het Lunapark daar ter plaat se, nu ook van dit, als serieuse, kunstzinnige en opvoedend-werkende expositie bedoelde paviljoen een soort amusements-object, een kijkspul, zal gemaakt worden, kan men er op wijzen dat de Diemensche exploitanten oorspronkelijk dat Lunapark bedoeld hadden als een toegift bij te houden tentoonstellingen, een plan dat ech ter dit eerste jaar nog niet volledig tot uitvoering kon kofnen, weshalve men dan maar met de „toegift" begon. Maar in de richting van dat oorspronkelijk plan gaat men nu door OF EN OM ba KRONIEK Den Haag, 12 Nov. 't Is met de Algemeene Beschouwin gen toch nog ietwat meegeloopen, on danks de breedsprakigheid en de lief hebberij van sommige afgevaardigden om te herhalen, en wel in den bree- de!, wat door anderen reeds uit voerig betoogd is. Voor de zooveelste maal, misschien is het eenige red middel: te bepalen wat in den Duit- schen Rijksdag reeds sinds vele jaren het Reglement van Orde voorschrijft: geen redevoeringen mogen worden voorgelezen. Wie aan de discussie wenscht deel te nemen, moet „voor het vuistje weg" redevoeren. Dus: impro- viseeren. Wie deze kunst niet machtig is, dient zich bij de „zwijgende rollen" te voegen. Ik ben er in mijn ziel van overtuigd, dat op deze manier zeer be duidende bekorting van het debat zou kunnen worden bereikt. Of er voor een bepaling als ik noemde, een meer derheid in de Kamer zou zijn te krijgen, dat is een andere vraag. En voors hands moet die m. i. ontkennend wor den beantwoord. 't Is bereikt, en President mr. Van Schaik komt daar een woord van hulde voor toe, want op hem is ten volle van toepassing het oude woord: „suaviter in modo, fortiter in re", zachtmoedig van optreden, fiksch en stevig als het moet!"Hij is toonbeeld van vrien delijke hoffelijkheid, vermijdt steeds het mjtenge en autoritaire, dat zoowel mr. Kooien als mr. Ruys in hun presi diaal optreden nu en dan konden ver- toonen. De heer Van Schaik heeft tact en is ten slotte ganschelijk niet slan of met zich latend spelen, Zulk è?n coJbi °atie van voortreffelijke eigenschappen is by geen zijner voorgangers op den presid alen Kamer-zetel aangetroffen Dank zij vooral dezen leider der ver- bereYktnRdmT La?erhuis is 't dan 10 No^mblr fl heE"* °P DinSdag den on ni hM oe©ft kunnen antwoor- debat" i* E Eroot-politiek roerd v°s en opmerkingen vormde. Schoon dan, na de behandeling der interpellatie- dr. Van den Tempel heel wat daarvan reeds de revue gepasseerd was! Ik teeken nog aan, dat in de zitting van Donderdag 5 dezer de leider der anti-revolutionnairen dr. Colijn namens zijn fractie heeft gesproken, 't Was een „pendant" der rede van den katholie ken leider, mr. Aalberse. Ook de heer Colijn beloofde het Ministerie zijn steun. Hij erkende, dat er thans geen direct-dreigend gevaar voor Kabinets crisis bestaat. Maar voegde hij er even bij„Zulk gevaar zou kunnen wor den geopend door het Kabinet, wanneer dit „al te halsstarrig zou vasthouden aan de voortreffelijkheid van eigen denkbeelden en voorstellen". Dat deze „zachte wenk" niet tever geefs werd toegediend is Dinsdag j.1. reeds gebleken uit de rede van den pre mier. Van 't Nat. Kabinet, door mr. Knottenbelt vrij zwakjes aanbevolen, door mr. Marchant met meer geestdrift bepleit, zal (aldus dr. Colijn) voorloopig niets komen. Men herinnert zich, hoe ir. Albarda, de leider der op-een-na grootste fractie in de Kamer, op mr. se's vraag, of hij voor het deel- n i aan zoodanig Kabinet, voor do soc.-democratische fractie met een wel zéér duidelijk „neen!" antwoordde. Dr. Colijn verklaarde de ons thans teisterende crisis allereerst als een li- kwidatie-crisis, het afstooten van de directe en indirecte gevolgen van den oorlog, de enorme schuldenlast, de verschuivingen in de economische structuur in verband met de gewijzigde productiecapaciteiten, de politieke onrust. En dan, riep dr. Colijn nog uit heb ik nog niet eens gewezen op de herstelbetalingen, de Tarief-muren,, de vermindering der emigratie, de onoor deelkundige leenings-politiek. De oor zaak van dit alles zoekt de anti-revolu tionaire staatsman in verkeerde inter nationale en „aartsdomme economische politiek". Allereerst, en de leider van de chr.-historische fractie mr. Schok- 'c;ng sloot zich den 5en j.1. daarbij met alle warmte aan, moet de Begrooting sluitend worden gemaakt, opdat het inflatie-gevaar worde bezworen. Voor de dekking van 40 pet. van het tekort zal moeten worden geleend, betoogde dr. Colijn. En dat, terwijl 1933 nog zeer veel slechter zal zijn dan 1932. En er nog in jaren geen verbetering is te voorzien! Er is, zal men willen toegeven, een extra groote dosis blijmoedigheid voor noodig om waar dergelijk somber perspectief wordt geopend, z'n „goed humeur" niet kwijt te raken! Uit de rede-Colijn stip ik nog aan, dat dr. C. wel voor een crisis-heffing, gelijk de heer Albarda die aanprees, bleek te gevoelen. Hij gelooft zelfs, dat 't daartoe zal moeten komen. Met allen nadruk gaf de heer Colijn nog te ver staan, dat hü de Regeering op den weg van algemeene Tariefsverhooging niet verder wil volgen, dan thans is voor gesteld. Met 10 pet. acht hü de uiterste grens bereikt. Uit de rede van den vrijz.-democra- tischen leider mr. Marchant, breng ik nog in herinnering, hoe deze toegaf, dat 't hier en daar tot loondaling zal moeten komen. De Regeering dient daar z.i. buiten te blijven. De vriie loonvorming moet haar gang kunnen gaan. Er zijn tal van bedrijven, waarbij het loonpeil met den kostprijs weinig heeft te maken. Korting op de ambtenaren-salarissen is voor mr. Marchant: „een aanloop der Regeering om op een algemeene loonsverlaging aan te sturen". Hij maakte een motie aanhangig, waarbij de Kamer als haar oordeel zou te kennen geven, dat in de gegeven omstandigheden korting op de salaris sen der Rijks-ambtenaren (onderwijzers inbegrepen) niet gerechtvaardigd is. Een tweede motie-Marchant wil de Kamer doen verklaren, dat bij de voor genomen herziening der organisatie van de departementen van Algemeen Bestuur, de takken van dienst, de sociale en de economische belangen be treffende, elk in een departement moe ten worden samengebracht. De communist-Wijnkoop schonk het aanzijn aan niet minder dan zeven moties. Waarvan een vroeg: schrapping van alle uitgaven voor bewapening op de defensie-begrooting. G-een dezer moties werd ondersteund door een ander Kamerlid dan de heer De Visser. Zij verdwenen dus van de parlementaire vlakte. De „kopstukken" in de Kamer had den dus bespiegeld. Voor wat nog in de zitting van Vrij dag 6 November werd betoogd, verwijs ik naar het verslag. Maak slechts melding van het kod dige „incidentje", toen (terwijl de heer J. ter Laan de voorgenomen kor ting op Rijks-salarissen stond te be strijden, plotseling..., de electrische schel, welke dient om de leden te alarmeeren o.a. als er gestemd moet worden, stormachtig ging trillen. Uit den foyer, de gangen, de afdeelings- kamers stormden de leden de groote zaal in. Wat was er gaande? De oplossing van het geheim is niet ingewikkeld. De premier zat of stond met den Voorzitter te praten. En, zoo onder het redeneeren, had mr. Ruys de Beerenbrouck zijn hand gedrukt op de knop van het zooeven genoemde schel letje!. Hij, die zoo lang vlak-bü dat apparaat de vergadering had zitten be stieren. Bui van verstrooidheid in periode van overweldigend-drukke be sognes, bezigheden! In zijn rede van Dinsdag j.1., 11 No vember, heeft de minister-president nog eens verduidelijkt, dat het initia tief, de aanstichting voor de bespreking van werkgevers en werknemers in ver band met de onvermijdelijke loondaling, opdat onze export-bedrijven hun be staansmogelijkheid zullen kunnen handhaven, niet is uitgegaan van de Regcering, maar: van de commissie voor werkverruiming. Een eventueele ongebreidelde en onbeheerschte loon daling zou de Regeering met alle mid delen trachten tegen te gaan, zoowel in het belang van hC economische leven als in dat van de arbeidende klasse. Exc. Ruys heeft beloofd, dat Statis- stiek van Binnenl. Zaken naar het de partement van Economische Zaken zal worden overgebracht. Voorts, en hier verwijs ik even naar mijn hier boven gemaakte opmerking betreffende het gehoor geven aan wenken, uit de Kamer tot de Regeering gekomen, verklaarde de minister zich bereid te voldoen aan het verzoek van mr. Aal berse om door toepassing van de z.g. 300 pet. bijslag de kassen der land arbeiders in staat te stellen, over te gaan tot een reglementaire uitkeering van dertien weken in plaats van zeven weken, zooals thans. De Regeering bleek echter niet bereid, deze consessie uit te breiden. Dat kan Rijks-bruintje onmogelijk trekken. Nog kondigde Z.Exc. een wetsont werp aan tot het verleenen van steun aan de aardappel-teelt in de Streek. Minister De Geer heeft in zijn rede van Dinsdag j.1. verhooging van de in komsten-belasting afgewezen, o.a. met dit argument, dat een gedaald groot inkomen minder draagkracht kan heb ben dan een kleiner inkomen, dat on veranderd is gebleven. Bii het nader verdedigen van de korting op de Riiks-salarissen veroor loofde minister De Geer zich een „pla gerig grapje" ten koste van mr. Mar chant. Z.Exc. van Financiën las name lijk een stukje voor uit de „Vrijzinnig- Democraat", waarin de hoop wordt uit gesproken, dat de ambtenaren „bereid zullen zijn tot een offerNiet bepaald strcokend, deze wensch, met., de hierboven genoemde motie-Mar chant!.... Wij kregen te hooren, dat ook de salarissen der ministers zullen worden verlaagd. En daarna: welke geldelijke offers H.H. M.M. de Koninginnen en IL.K.H. prinses Juliana hebben ge tracht met het oog op de crisis-om standigheden. Vooral ook de verlaging der pachten bij de Kroondomeinen, door de Koningin, vertegenwoordigt een gansch niet onbeduidend bedrag. Men weet, de Prins der Nederlan den geniet geenerlei inkomst uit de Ryks-kas. In den jare 1901 heeft wijlen De Savornin Lohman in de Tweede Ka mer met alle kracht gepoogd, den Ge maal der Koningin zulk een toelage te doen verschaffen, maar hij leed daarbij in d.e Tweede Kamer een neder laag. Reeds in den laten namiddag van 10 November kwamen wij „in de sfeer der replieken". En wij vertoefden er den ganschen Woensdag 11 November. Ir. Albarda heeft, in tweeden termijn, nog eens onderstreept wat de woord voerder van de S.D.A.P. reeds bij mr. Aalberse's rede deed begrijpen, na melijk: dat de soc.-democraten in dezen crisis-tijd niet bereid zijn, regeerings- verantwoordeliikheid te aanvaarden, aan een Nationaal Kabinet deel te ne men. Omdat zij „hun werkzaamheid elders zien liggen". Van beteekenis was ook de repliek van den. katholieken leider mr. Aal berse. Die erop aandrong dat wanneer de Regeering er door drang niet in slaagt, in nalatige gemeenten een be hoorlijke steunregeling tot stand te brengen, tot dwang zal worden over gegaan. Ook bepleitte prof. Aalberse, dat aan de salaris-korting voor het Rijks-personeel nog een hardheid zal worden ontnomen door de invoering ervan, enkele maanden te verschuiven, haar dus niet op 1 Januari a.s„ in het hartje van den winter zal doen ingaan. Ook vroeg de heer Aalberse van de Regeering, dat wanneer de kos ten van levensonderhoud weer mochten stijgen, de salaris-regeling zal worden herzien, ook binnen al die .jaren, waarvoor de korting zal gelden. Mr. Aalberse verklaarde o. a. nog, dat de katholieken het Kabinet steunen, omdat zü „van twee kwaden het minste willen kiezen". Wat niet beteekent voegde dr. Nolens' opvolger erbij, dat alle leden der katholieke fractie in stemmen met alle daden en voornemens van het Kabinet".... Van geestdrift voor het zittend Mi nisterie gaven deze woorden van den katholieken leider allerminst blijk!.... Mr. ANTONIO. „Lieve Marie, jij bent de eenige, die ik ooit gekust heb!" „Ik geloof je, Peter!" „En je bent ook de eenige, die het ooit gedoofd heeft!" („Nebelspalter").

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 13