KANNEWASSER's ST. NICOLAASFEEST
fmzmzmniK
K KLEIN HIEEIEI
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buiteniandsch overzicht
GEMENGD NIEUWS.
32 *SeernT
BEZOEKT
OP 9 DECEMBER A.S.
Nr. 7045.
eerste blad
DINSDAG 24 NOVEMBER 1931.
59ste JAARGANG
De Duitsche betalingscapiciteit. Aan Fransche zijde
vreest men voor achterstelling der herstelbetalingen. -
De Chineesch-Japansche kwestie in den Raad van den
Volkenbond. - De betrekkingen tusschen Japan en de
Sowjetunie.
Ssreit alles best.
O0ST-5MD1Ë.
I
Dit jaar geen catarrh
De malversaties te Woerden.
feuilleton
K *5
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 8.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jb.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTLËN:
20 ot. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ot., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct.
van Japan ten opzichte van Rusland in het
geheel geen verandering heeft ondergaan,
De Duitsche betalingscapaciteit. Het
initiatief, waarop in het communiqué over
de besprekingen te Washington tusschen
den Franschen minister-president Laval
en president Hoover werd gezinspeeld, is
thans door Duitschland genomen, schrijft
het „Hbl." Na langdurige onderhandelin
gen met de Fransche regeering over den
modus procedendi, beeft de Duitsche ie-
geering haar verzoek tot bijeenroeping
door de Bank voor Internationale beta
lingen, van de in het plan-Young bedoelde
oommissie tot onderzoek van de Ih'Jsehe
betalingscapaciteit geformuleerd. Het blad
vervolgt dan:
In haar memorandum, waarin het ver
zoek om deze bi.ie»nroeping van de advi-
seerende commissie van de B. I. B. is ver
vat, doet de Duitsche regeering uitkomen,
dat zii de samenkomst der commissie
slechts als een voorloopigen maatregel
beschouwt en slechts als een inleiding tot
een gemeenschappelijke samenwerking
der regeeringen. Hier ligt de kern van de
moeilijkheden, die tusschen de Duitsche
en Fransche regeeringen bestonden. Van
den aanvang af, reeds bij de besprekin
gen tusschen Laval en Brüning, heeft de
Duitsche regeering doen uitkomen, dat
het noodzakelijk was den financieelen toe
stand van Duitschland in zijn geheel in
overweging te nemen en dat het noodza
kelijk was het vraagstuk van de herstel
betalingen en dat der particuliere schul
den ter zake waarvan de op 29 Februari
afloopende Stillhalte-overeenkomst geldt
als een geheel te beschouwen en als
zoodanig te behandelen ten einde tot een
definitieve oplossing te komen.
Aan Fransche zijde echter vreesde men
hiervan een volkomen achterstelling der
herstelbetalingen en plaatste men zich op
het standpunt, dat het plan-Young diende
te worden gehandhaafd en de herstelbeta
lingen in de allereerste plaats dienden te
worden geregeld. Het ging niet aan deze
heilige schuld bij particuliere belangen
achter te stellen. Maar ook de Fransche
regeering kon het oog niet sluiten voor de
realiteit en zoo is men ten slotte tot
compromis gekomen. Duitschland erkent
zijn verplichtingen krachtens het ^'an-
Young, door te verzoeken de adviseerende
commissie van de B. I. B. büeen te roepen,
nu zii „te goeder trouw tot de conclusie
is gekomen, dat de valuta en het econo
misch leven van Duitschland door de ge
deeltelijke of volkomen transfer van het
voorwaardelijk deel der annuïteiten ern
stig in gevaar zou kunnen worden ge
bracht."
En verderop heet het:
De Fransche regeering, die er tenslotte
in toestemde, dat de Duitsche regeering
haar standpunt openlijk uiteenzette, mits
Zij dan maar aan haar formeel standpunt
inzake den weg via het plan-Young tege
moet kwam, toont hiermee de werkelijk
heden van den toestand wel te beseffen.
zitting is rustig verloopen. De rneemng
overheersclit, dat omtrent samenstelling
en bevoegdheden van de commissie van
onderzoek overeenstemming zal worden
bereikt. In den grond betreft het de ver
dragen, die de rechten van de buitenlan
ders in Ghina regelen. Optimisten meenen
dat die commissie spoedig gereed kan ko
men met haar bezoek aan de plaatsen,
waar buitenlanders wonen. Over het tijd
stip, waarop die overeenstemming kan
worden bereikt loopen de meeningen uit
een. De een spreekt van twee dagen, de
ander van een week, zegt de corr. van de
„Nw. Rott. Crt." te Parijs.
De Amerikaansche oud-minister van
buitenlandsche zaken, Kellogg, heeft zich
als volgt uitgelaten over de pogingen,
welke tot dusver zijn aangewend tot bij-
legging van het Ohineesch-Japansche
conflict.
Indien op grond der Chineesche verdra
gen geen accoord bereikt kan worden, dan
dienen de onderteekenaars van het anti-
oorlogspact de Chineesche en de Japan-
sche regeering door krachtige nota's op
haar uit dit pact voortvloeiende verplich
tingen te wiizen.
Deze nota's zouden dan in haar vollen
omvang gepubliceerd moeten worden.
Een oorlog, zoo voegde Kellogg hier aan
toe, is heden ten dage niet meer een par
ticuliere aangelegenheid, die slechts de
beide in twist verkeerende staten betreft.
Het ChineeschJapansche geschil is
Vrijdag voor het eerst in een openbare
vergadering van den Raad van den Vol
kenbond, die, zooals men weet, daarvoor
te Parijs is bijeengekomen, behandeld. De
Japan en de Volkenbond.
JAAP SNOR
Vraagt onïe Truien (IJzersterk) Resultaat v, eigen werk
ZUSDSTRAAT 19.
Let op den gelen winkel. - Onze vertegenwoor
diger den Heer L. ZWART, komt U bezoeken.
De betrekkingen tusschen Japan en de
Sowjetunie. Het Russische Telegraaf-
agentschap meldt: De plaatsvervangende
Japansche minister van buitenlandsche
zaken, Nagai, heeft den Russischen zaak
gelastigde te Tokio bü zich ontboden en
hem in opdracht der Japansche regeering
een verklaring overhandigd, nopens het
overschrijden van den Ohineeschen Oos
terspoorweg door de Japansche troepen.
Nagai verklaarde, dat zoowel de Japansche
officieren als de manschappen uitdrukke
lijk bevel hadden gekregen den spoorweg
bij het overschrijden in het geheel niet te
beschadigen.
Nagai zeide voorts, dat als de nieuw be
noemde Chineesche commissie tot bescher
ming der spoorwegen te Tsjitsikar aan
komt en in staat blijkt de orde te herstel
len, de Japansche troepen naar het Zui
den zullen afmarclieeren.
Een termijn hiervoor kan niet gesteld
worden, doch naar Nagai's persoonlijke
meening zou de afmarsch binnen 4 h 5
dagen kunnen plaats hebben.
Nagai verzocht den Russischen zaakge
lastigde deze verklaring aan zijn regeering
te willen overhandigen, met de verzeke
ring, dat de vriendschappelijke houding
De nieuwe keizer van Mantsjoerije, bij
de gratie van Japan: Pou Yi, de vroegere
keizer van China.
MOORDDRAMA TE BANDOENG.
Bandoeng. De Hollandsche bloemen-
kweeker B. heeft in den tijd van een jaar
twee echtgenooten achtereenvolgens ver
moord door toediening van arsenicum.
Onmiddellijk na het gerechtelijk onder
zoek heetf de moordenaar zelfmoord ge
pleegd.
DE ALGEHEELE HERZIENING VAN
DE SALARISSEN DER
AMBETENAREN.
Naar het peil
oorlog.
van vóór den
Batavia. De Regeering heeft een werk
comité geïnstalleerd van vertegenwoordi
gers der voornaamste departementen, met
opdracht om de salarissen van alle bur
gerlijke en militaire landsdienaren we
derom in beschouwing te nemen met het
algemeene doel tot het bereiken van een
salarisreductie tot op het peil van voor
den oorlog.
ONZE MARINE IN DE INDISCHE
WATEREN.
Omtrent de marine-verrichtingen in
Ned.-Indië tot 1 Maart 1932 wordt in de
Indische pers het volgende meegedeeld:
De „Java" zal van 2 Januari tot medio
Februari in onderhoud worden genomen
met eigen middelen en daarna in de vaart
komen. Hetzelfde zal geschieden met de
„Sumatra". De torpedobootjagers „De
Ruyter" en „Kortenaer" op een nader te
bepalen datum in conservatie. De torpe
dobootjagers „Witte de With" en „Van
Galen" in conservatie en op een nader te
bepalen datum in de vaart ter vervanging
van de twee eerder genoemde jagers. De
onderzeebooten „K 9", „K 10" en „K 11"
komen op 2 November in jaarlijksch on
derhoud en zullen binnen 10 etmalen, zoo
noodig met overwerk, vaargereed zijn.
In de maand November voor het eska
der gevechtsschietoefeningen, na afloop
waarvan, zoolang geen nadere bevelen
ontvangen zijn, in de eerste plaats Straat
Makassar en aangrenzend kustgebied,
steunpunten Balik Papan en Tarakan, als
oefenterrein worden beschouwd.
De „Pelikaan" in Januari in conser
vatie, nadat de „Zeven Provinciën voor
den dienst gereed is. De „Soemba" op
nader te bepalen datum in conservatie.
De „Zeven Provinciën" op nader te bepa
len datum in Januari in dienst. De „Kra-
katau" 1 Februari in onderhoud met
eigen middelen. De „Bvertsen" en „Piet
Hein" in conservatie.
De onderzeebooten „K 4", „K 5", „K 6"
en „K 7" worden tijdens het jaarlijksch
onderhoud der divisie onderzeebooten be
stemd om binnen den vastgestelden tijd
van 8 etmalen ^oo noodig als divisie aan
het eskader te worden toegevoegd, hoofd
zakelijk bemand met personeel van de be
staande divisie.
Binnenland.
- wanneer U
Doozen 25, 45 en 65 ct8.
Door den hoofdboekhouder bij
de ge mee n te bed rijvenVrijdag
middag gearresteerd.
Maandagmiddag van de vorige week
werd den hoofdboekhouder der gemeente
bedrijven te Woerden, den 39-jarigen C.
M., bevolen te 8 uur des avonds aanwezig
te zijn ten gemeentehuize, teneinde boe
ken en bescheiden, die onder zijn beheer
rustten, te laten controleeren. Dit ge
schiedde op aanraden van den gemeente
accountant, den heer A., die meende
eenige fouten in de boekhouding te heb
ben geconstateerd.
Men wachtte op het gemeentehuis op
zijn komst, doch M. verscheen niet. Tot
omstreeks 10 uur des avonds de coiitro-
leur St. bij de Gemeentebedrijven, kwam
aangesneld met de mededeeling, dat hij
den hoofdboekhouder M. in zijn bureau
kamer had gevonden, bewusteloos door
gasverstikking. De gaskraan was open
gedraaid, maar doordat de deur van het
lokaal op een kier stond was M. nog niet
gestikt. Dr. D., die spoedig ter plaatse
was, paste kunstmatige ademhaling toe
met gunstig gevolg. M. is daarna in zeer
ernstigen toestand naar het algemeen
ziekenhuis aan den Zandwijksingel over
gebracht.
Den volgenden dag zijn hierna de boe
ken aan een grondig onderzoek onder
worpen, waaruit bleek, dat M. door
knoeien in de boeken ongeveer 6000
had verduisterd. Hü heeft dit gedaan in
een tijdsbestek van ongeveer acht jaren.
Telkenmale als in het begin van de
maand de gemeente-accountant kwam
mededeelen, dat hij den volgenden dag
de boeken zou onderzoeken, zuiverde M.
met de reeds aan gas- en electriciteits-
nota's geïnde gelden het tekort aan. Nu
echter plotseling midden in de maand een
onderzoek werd gehouden, liep hij in
de val.
Donderdagmiddag is M„ die intusschen
is geschorst, in het ziekenhuis gearres
teerd en naar het politiebureau overge
bracht. Dit nadat de raad in geheime zit
ting was bijeengekomen, teneinde een
besluit te nemen, of een vervolging zou
worden ingesteld. Van een der bloedver
wanten van M. was namelijk het aanbod
ingekomen, dat deze het verschuldigde
bedrag zou betalen, zoodat de gemeente
geen schade zou hebben, op voorwaarde
echter, dat geen vervolging zou worden
ingesteld. Daar M. is gearresteerd, blijkt
in de geheime raadszitting het besluit te
zijn genomen M. wel te vervolgen. M. is
dan ook Donderdag direct na zijn arres
tatie aan een verhoor onderworpen,
tijdens hetwelk hij ten volle heeft bekend.
Omtrent het motief van de verduiste
ringen tast men tot nog toe volkomen in
het duister. Als hoofdboekhouder bij de
gemeentebedrijven genoot M. een zeer
goed salaris, terwijl hij er tevens nog wat
bü verdiende. Hij stond zeer goed bekend
en zijn werk werd ook door zijn meerde
ren vertrouwd en geapprecieerd. M. was
reeds 22 jaar in dienst bij de gemeente-
LEEST ONS RECLAMEBOEKJE
bedrijven en had zich, zonder acten te
bezitten, van jongsten bediende opge
werkt tot hoofdboekhouder. Hij is ge
trouwd en heeft vier kinderen, voor wie
de sober levende man alles over had. Van
boven zijn stand leven of extra pretjes
heeft men nooit iets bemerkt.
BRAND TE VALKENSWAARD.
Twee paarden brandend naar
buiten.
Door onbekende oorzaak is Vrijdag
nacht omstreeks kwart over twaalf een
ernstige brand ontstaan in de boerderij
van J. van Grootel aan den Haagweg te
Valkenswaard, welke hoeve bewoond
werd door de weduwe Vaassen. In min
der dan geen tijd stond de geheele boer
derij in lichte laaie en met den inboedel
gingen de voorraden en alle landbouw
werktuigen in de vlammen om. Men
slaagde er in een gedeelte van het vee
te redden. Twee paarden kwamen bran
dend naar buiten loopen. Een dezer die
ren liep tegen den muur en moest ter
plaatse worden afgemaakt. De vonken
sloegen inmiddels over op het rieten dak
van de nabijgelegen boerderij, bewoond
door Curijns, waar de brandweer er met
de grootste moeite in slaagde verdere uit
breiding te voorkomen door het geheele
dak uit elkaar te rukken.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Verzekering dekt de schade.
DE ORDE OP HET STRAND.
Zonderlinge bepalingen te
Bergen aan Zee.
Voor den kantonrechter te Alkmaar
verscheen een advocaat-procureur uit die
plaats, wien ten laste was gelegd, dat
hij op 6 Augustus te Bergen aan Zee op
het strand bij paal 33 zich zonder bad
koets of badtent in zee had begeven tot
een afstand van 4 k.m. naar de zuidgrens,
wat een overtreding werd geacht van
de politieverordening.
De advocaat viel de dagvaarding aan
als onjuist wat betrof de 4 km., die hij
al zwemmend niet had afgelegd, terwijl
hij in de tweede plaats het ten laste ge
legde als onwaar qualificeerde, omdat de
verordening sprak van het zich in zee
begeven zonder badkoets of badtent.
Verd. noemde het overbodig om zich in
zee te begeven behalve met een behoorlijk
badpak, zich ook zag omhuld door een
badkoets of badtent. De bedoeling van
het artikel zal wel zijn zonder het gebruik
van een badkoets of tent.
Verd. wees op de inconsequentie, dat
het wel was toegelaten, zich op het strand
te ontkleeden, wanneer men geen gebruik
maakte van een zeebad. Men kon daar
bijv. wel een zonnebad nemen. Verd.
achtte het hem ten laste gelegde niet
strafbaar en verzocht den kantonrechter
de verordening onverbindbaar te ver
klaren, daar zij strijdig was met art. 135.
der gemeentewet en met de thans bestaande
terminologie niet kon worden gehand-
haafd.
De ambtenaar van het O. M. was het
met verd. niet geheel eens maar stond
geheel aan zijn zijde wat betreft de
redactie van art. 496. Hij requireerde
ontslag van rechtsvervolging op grond
van de onverbindb aarheid der desbetref
fende verordening.
Uitspraak 5 December.
TWEE INBREKERS AANGEHOUDEN.
Als muizen in de val.
De chef van een kantoor op de Heeren
gracht bij de Brouwersgracht te Amster
dam verliet Vrijdagmiddag de zaak. Hij
had het voornemen 's avonds terug te ko
men. In dien tusschentijd zijn insluipers
met een valschen sleutel het gebouw bin
nengegaan. Toen zij eenmaal binnen wa
ren kwam een der vrouwelijke kantoor^
bedienden terug en deze, de deur niet op
het nachtslot vindende, sloot, daar zij on<«
raad bemerkte, de deur op het nachtslot
en ging weg. De insluipers waren dien
tengevolge opgesloten en konden het ge
bouw niet verlaten. De door hen inge
stelde pogingen om het slot te forceeren
faalden.
Toen de chef later, overeenkomstig zijn
voornemen, naar het kantoor terugkeer
de, vond hij de deur op het nachtslot en
zag hij menschen in het kantoor. Hij
bleef toen buiten voor de deur staan en
vroeg voorbijgangers de politie te willen
waarschuwen. Toen deze ter plaatse
kwam, drong zij met den chef het kan
toor binnen, waar zij twee mannen aan
troffen, een 29-jarigen typograaf en een
22-jarigen stucadoor, die naar het bureau
Warmoesstraat zijn gebracht. Het bleek,
dat alles overhoop was gehaald. Een aan
tal pakken was klaar gezet om meege
nomen te worden.
DE TOLLEN IN HET GOOI.
Men schrijft aan de Nw. Rott. Crt.:
Het moet vrijwel zeker worden geacht,
dat vier tollen in het Gooi weer zullen
worden ingesteld. Volgens de voorloo-
pige overeenkomst zou de provincie
Noord-Holland volgens besluit van de
Prov. Staten in Nov. 1930) aan de com
missie van beheer der wegen Naarden—.
HuizenBlaricumLaren een som van
20.000 uitkeeren als afkoop. Bovendien
zou aan de vier gemeenten een bedrag
van 62,500 worden vergoed voor de
overneming van de wegen in gemeente
lijk beheer, als volgt verdeejd: Huizen
30,000, Naarden 17,000, Blaricum
13.500, Laren 2000, welke bedragen
Voor slechte spijsver
tering en verstopping
zijn Foster's Maagpil-
len het middel bij uit
nemendheid. Zij pur-
geeren niet heftig, doch
werken zacht en zonder krampen.
Houdt steeds een flacon bij de hand.
Bj Alom verkrijgbaar i 0.65 p. flacon.
door
K. R. G. BROWNE.
„Zoo!" zei Mr. Todd.... „Wat voor
een opvoeding? Heb je gestudeerd?"
„Ja.... Universiteit in Cambridge.
t Plan was dat ik rechtsgeleerde zou
Worden, maar net in m'n laatste jaar
ging m'n vader dood. En toen bleek het,
dat er geen geld voor afstudeeren was.
Ik moest aanpakken en dat heb ik tot
voor een uur geleden gedaanNiet
om te mopperen, hoor!" ging hij op
gewekt voort. „Ik heb het die jaren best
gehad. Gelukkig ben ik niet veeleischend.
Eiken dag een glas bier en 's Zondags
pen schoone boord, dat is het eenige wat
'k noodig heb."
Hfj zweeg in één verwondering, wat
hem bezield kon hebben, om zich tegen
een wildvreemd iemand zóó uit te spre
ken.
„Geen familie?" informeerde Mr. Todd.
„Goddank niet. op een oude tante
die ik eens per jaar te zien krijg. Nee,
fle zaak komt best in orde. Vandaag of
morgen krijg ik wel wat. en anders
tevreden honger lijden. Ik heb den
tmi i i ^en ven^ aan zÜn neus ge-
iokken heb En hoe! Minstens een week
g kan IhJ hem niet snuiten!"....
„Je hebt 'm aan zijn neus getrokken
toen hü je een leugenaar noemde," grin
nikte mr. Todd tevreden. „Bravo, jong-
mensch!" Daarna zweeg hij opeens,
vouwde zijn handen over zijn embonpoint
samen en begon de zoldering nadenkend
te bestudeeren. Meer dan een halve mi
nuut lang bleef hij zoo zitten. De rieten
stoel protesteerde opstandig bij iedere
ademhaling en George, die er een theorie
op na hield, dat je van een gelegenheid
moest weten te profiteeren, verorberde
zijn zooveelste broodje.
Het broodje was allang den weg van
alle vleesch gegaan, toen mr. Todd met
een ruk rechtop ging zitten en zijn gast
recht aankeek.
„Luister eens hier, mr. Carr!" zei hij.
„Ik heb u een voorstel te doen."
HOOFDSTUK II.
Weer in betrekking.
Zooals reeds vermeld is, was George
M. A. Carr een man van ondervinding
het logische gevolg van drie jaar lang in
een stad als Londen op eigen beenen
staan. En zooals ook reeds vermeld is, had
er gedurende de eerste minuten van zijn
kennismaking met Mr. Todd, wel eenige
twijfel aan de betrouwbaarheid van zijn
nieuwen kennis bestaan. Maar onder den
kalmeerenden invloed van veel thee en
veel praten, waren die twijfelgedachten
gaan indutten, tot dien laatsten zin: „Ik
heb je een voorstel te doen", ze weer deed
wakker schrikken. Dat was de gewone
aanloop van eiken chevalier d'industrie,
zoo benaderde de man met de imaginaire
goudmijn in Kamschatka zijn prooi, zoo
prepareerde de quasi-philanthroop zijn
slachtoffer op een voorstel om zijn mil-
lioenen te helpen distriibueeren, zoo gin
gen, op datzelfde oogenblik, in verschil
lende hotels van de groote wereldstad, de
tot in de puntjes goedgekleede haviken
hun argelooze duiven en doffers te lijf.
En dus ging George M. A. Carr wat rech-
terop zitten en zei koeltjes:
„O, ja?"
„Ja", zei Mr. Todd. „De zaak staat zoo.
Hier ben ik, een man van bijna een-en-
vijftig, die zijn heele leven lang hard ge
werkt heeft en daar in een ouwe kous
ergens op een veilig plekje, is mijn half
millioentje. Ik wil er graag wat mee doen,
maar ik weet niet wat! Niet dat ik ooit
gierig geweest hen, maar veel geld uit
geven heb ik evenmin ooit gedaan, ge
woonweg niet den tijd voor gehad. En
zoodoende zijn ik en me geld vreemden
voor mekaar, we kennen mekaars manie
ren niet. En te oordeelen naar wat ik tot
op dit oogenblik bereikt heb, heb ik net
zooveel kans op genoeglijk me tijd zoek
brengen, als een kat op een hondenten-
toonsteling. Ik wil wat beleven, be
grijp je?"
„Ja", zei George, opgelucht, dat zpn
wantrouwen voor de tweede maal onge
grond gebleken was. Mr. Todd haalde diep
adem en zette zijn alleenspraak voort.
„Ik had 't me nou zóó gedacht. Zooals
de zaken op het oogenblik staan, kan ik
hier van eeuwigheid tot amen blijven zit
ten, zonder dat ik iets beleef. Ik ben nooit
eerder in dit gehuchtje geweest en ik voel
me er als een kat in een vreemd pakhuis.
Ik ben bang, eerlijk gezegd. Met het ge
volg dat ik wat het plezier aangaat dat
ik van me geld heb, dat ik evengoed er
gens midden in de Mojave-woestijn kon
zitten.... Wat ik zeggen wou", ging de
corpulente man opeens a propos van niets
voort, „u is Londenaar, niet?"
„Ja, geboren en getogen."
„Zoudt u weten, hoe u je vermaken kon,
als u een half millioen hadt?"
„Dat denk ik wel."
„U weet zeker goed den weg hier, hè?
Alle mooie plekjes en alle gelegenheden,
die iemand van buiten zou moeten zien,
hè?"
„Zoo ongeveer wel", gaf George grin
nikend toe. „Tenminste, als mijn geheu
gen betrouwbaar is. De laatste drie jaar
ben ik niet bepaald veel in de gelegen
heid geweest om het op te frisschen."
„Hm! Kijk, volgens mij is het zoo",
zei Mr. Todd. „Ik moet de hand zien te
leggen op iemand, die als gids dienst wil
doenme de dingen wil laten zien, die
ik zien moet, die me op de hoogte brengt
van wat er gebeurt en waarom het zoo ge
beurt.... die.... in 't kort, zorgt, dat ik
waar voor me geld krijg, begrijp je?" Hij
pauseerde, om z'n bezweet voorhoofd mei
een reusachtigen, voyant-gekleurden, zij
den zakdoek af ie vegen. „Nou, wai vin
je", ging hij dan voort, „voel je der wat
voor, ja of neen?"
George staarde hem paf aan.
„Hè?"
„Je hebt op het oogenblik toch niets te
doen", ging Mr. Todd onder het afpoetsen
van zijn gezicht door. „En ik kan je ge
bruiken. Als je der wat voor voelt, huur
ik .ie voor, laten we zeggen, een maand.
Bij wijze van impressario. Met dit ver
schil, dat ik betaal. En dan kan je me
meteen wat me manieren betreft een
beetje op weg helpen. Bijvoorbeeld, wat
voor vork ik voor een speciaal soort eten
moet gebruiken.... Jeminee", ging Mr.
Todd met iets van eerbied in zijn stem
voort, „als ik 's middags ga zitten en ik
zie al die vorkenMaar hoe staat het,
jong! Doen we het of doen we het niet?
Laten we zeggen voor vijftig in de
week
„Vijftig wat?", vroeg George op een
manier alsof hij in trance was.
„Vijftig, wat? Dollars natuurlijk, jong".
„Vijftig dollars?.Tien pond? Bela
chelijk!"
Goed, zestig dan.... Een paar dollars
meer of minder!"
„Dat bedoel ik niet't Is veel te
veel!Tien pond per week voor
„Bepaal bet dan zelf", stelde Mr. Todd
voor. „Maar doe 't. Je lijkt me, jong. Ik
zou het allemachtig leuk vinden, als je
't wou doen. Ik ben een wildvreemd
iemand in een wildvreemd land, en dus
heb ik een kindermeisje noodig. En daar
ben jü voor gekniptNou, wat
vin-je ervan?"
Het eerste oogenblik wist G. M. A. Carr
niet wat te antwoorden. Iemand van het
type Todd had hij nog nooit eerder ont
moet en dus was hij lichtelijk de kluts
kwijt. Maar toch was 't of hem iets aan
spoorde, om dit merkwaardige voorstel
aan te nemen. Z'n sympathie voor de men-
schelijke vleeschklomp werd met de mi
nuut grooter hü was zonder betrekking
en dientengevolge .zou liet zeerver^'e
zijn om een kans op vermeerdering va
zi n reserve-fonds voorbü te toten gaan en
ten berde was hij In alle opzichten voor de
taak die hem te wachten stond, berekend,
of Londen moest al heel erg veranderd
zijn. Hü wist dat hü als gids naar, zooals
Mr. Todd hei noemdede gelegenheden
waar-je-de-bloemetjes-lbui ten-kon-zetten,
ziin salaris waard was en terzelfder tijd
kon hü den gerepatrieerden banneling be
schermen tegen hèn onder zijn landgenoo-
ten, die gerepatrieerde bannelingen als
een hun rechtmatig-toekomende prooi be
schouwen. En dan was George een jong-
mensch met 'n neiging tot 't avontuurlijke
en de „betrekking" die hem in den schoot
geworpen werd, bood ingetwijfeld veel
kans op avonturen. En ten leste was het
vooruitzicht om voor hoe korten tijd ook
als „heer" te leven voor iemand, die drie
jaar lang door menschen van het type Os-
bert Phipps bewerkt was, buitengewoon
verleidelijk.
Dus keek hij zijn adspirant-werkgever
aan en knikte.
„Aangenomen!" zei hij. „En van harte
bedankt!"
Mr. Todd liet een geknor van blijdschap
hooren.
„Dat's fijn, jongmensch! Een bof, dat
me hoofddeksel daar straks aan den haal
gedaan is* Ik ben je ten zeerste verplicht,
Mi" Carr! Hier, mijn hand!"
Met een zekere plechtstatigheid drukten
ze elkaar de hand.
„We zullen het maar zonder een con
tract of 'n dergelijke schriftelijke verkla
ring doen", stelde Mr. Todd vast. „Jouw
woord is mij genoeg, en mijn woord moet
jou maar genoeg zijn.... Maar een klein
voorschot is misschien wel gewenscht.
wat jij, jong!" Door een soort van kramp
achtige samenstrekking van één kant van
zijn zwaar, log lichaam, haalde hij een lij
vige portefeuille uit ziin heupzak te voor
schijn.
(Wordt vervolgd).