KANNEWASSER'sST.NICOLAASFEEST Dl DOLEffDE URE LEI. I CHAMPAGNE PIPER-HflDSIECK MAHLER-BESSE&C1E i£g„ NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BORDEAUX WIJNHANDELAREN BEZOEKT OP 9 DECEMBER A.S. GEMENGD NIEUWS. Tijdelijk 20 prijsverlaging Nr. 7051. EERSTE BLAD Buófteniandsch overzicht De nieuwe Hngelsche tarieven voor den Franschen uitvoer. - De economische en politieke toestand in Duitschland. - Engeland en Britsch-Indië. - Pessimisme ten opzichte van den toestand in Mantsjoerije. AGENTSCHAP DEN HELDER Na het einde van de Indische confe rentie heeft de Engelsche regeering haar standpunt, dat ook het standpunt van haar voorgangster was, door het Lager huis laten goedkeuren, zegt de „Nw. Rott. Crt.". Dat is Vrijdag geschied. Die goedkeuring heeft niet zonder strijd plaats gevonden, schrijft het blad, en het ver volgt dan: breit «lies best. China en Japan OOST-9NDIË. STOOMERIJ S. KROM WinkelKeizerstraat 31, Telefoon 473 Inbraak in kantoor te Laren(N.H.) Met onklaar stuur in den storm. Het stroopersdrama te Echt. FEUILLETON t-alomca, vriend Carr. Als ik zoo voor Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4ct. ;fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ju. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsrio. 4 ct. de nieuwe Engelsche Majesty'sMost Loyal Opposition behoort te De gevolgen van /arieven voor den Franschen uitvoer heeft een bespreking uitgemaakt tusschen den Franschen minister van handel, Louis Rollin, met een aantal vooraan staande personen. Vermoedelijk zou de conferentie te Londen, die gisteren tus schen Fransche en Engelsche douane deskundigen zou beginnen, worden uitge steld. „Het Journal" verklaart, dat de mede- deelingen van Runciman, den Briischen minister van handel in het Lagerhuis, in Fransche politieke kringen groote opwin ding hebben veroorzaakt. De bewering van den Britschen minister, dat de Fran sche maatregel om de tarieven met 15 zoeken; het was de uiterste rechtervleugel van de overtalrijke legioenen der nationa le regeering zelf, die blijk gaf van hevige ontevredenheid met het gevolgde beleid en een krachtige poging deed om met I een opstandig amendement op de motie der regeering muiterij te wekken in de om het kabinet geschaarde troepenmacht, j Churchill was de voorvechter der onte vredenen. En zoo pakkend was zijn op- j roep tot den strijd, dat hij er in slaagde menige onrust te brengen in de gelederen der getrouwen. Men kl-ijgt uit Engelsche bladen den indruk, dat het best is afge- loopen; men bedenke dat een groot ge deelte van de nieuwe afgevaardigden, die pet. te verhoogen, aanleiding is geweest menigmaal wellicht het meest tot eigen voor de Britsche maatregelen, dient met j verbazing in het parlement zijn gekozen, kracht afgewezen te worden. Van offi- j een totaal gebrek heeft aan de parlemen Vertegenwoordiger J. HOFSTRA Polderweg 42 Telefoon no. 531 Kelder Hoofdgracht 77 D. VAN DOK, Telefoon no. 526 ter Wellington Koo en den Chineeschen gedelegeerde te Parijs, dr. Sze. Het aftre den zou een gevolg zijn van de oneenig- heid tusschen Chineesche nationalistische elementen en de regeering te Nanking. Gelukkig zijn beiden later op het ontslag teruggekomen. cieele Fransche zijde heeft men erop ge wezen, dat de tariefverhooging met 10 pet. slechts als compensatie bedoeld is. Reeds op 1 Augustus was in beginsel tot deze verhooging besloten, die zich dan ook in het geheel niet tegen Engeland keert. De economische en politieke toestand in Duitschland is bedroevend en donker. Foor de voornaamste vakvereenigingen van alle richtingen, met inbegrip van de ambtenaarsbonden, is daarover een ge meenschappelijk manifest uitgegeven. Hierin wordt o.a. de hoop geuit, dat de speciale commissie van de B.I.B. in zijn aanstaande zitting tot de overtuiging moge komen, dat de herstellasten van Duitschland één van de belangrijkste oor zaken van de storingen in het oecono- misch leven na den oorlog zijn geworden. Het herstel van het vertrouwen en van het internationale crediet vormt de voornaam ste politieke en oeconomische taak van het oogenblik. De herstelbetalingen mis sen elke moreele en oeconomische recht vaardiging, want zy zijn al lang den om vang van de door den oorlog veroorzaakte schade te boven gegaan. Tot herstel van het internationale vertrouwen is ook poli tieke kalmeering noodig. De groote nood van het Duitsche volk, de enorme werk loosheid en de verarming van den midden stand hebben in Duitschland een wan hopige stemming doen ontstaan, die het aanzijn heeft gegeven aan den z.g. „klei nen burgeroorlog" welke dagelijks nieuw voedsel vindt. Vaak zijn het juist de beste zonen van het Duitsche volk die aan den zinloozen strijd ten offer vallen. De regeering moet met haar autoriteit in den bres springen, opdat de politieke tegenstellingen uitsluitend met geestelijke wapens worden uitgevochten. De oppositie kwam dezen keer niet van de banken waar men constitutioneel His JAAP SNOR Vraagt onze Truien (IJzersterk) Resultaat v. eigen werk ZUIDSTRAAT 19. Let op den gelen winkel. - Onze vertegenwoor diger den Heer L. ZWART, komt U bezoeken. taire ervarenheid, en dus gemakkelijk kan worden meegelokt door een knap en sterk overtuigd spreker als Churchill is. Maar met tact en gezag heeft de regeering orde en tucht weten te handhaven. De uiting van ontevredenheid bleek bij de stemming tot een kleine groep beperkt gebleven. MacDonald sprak uitdrukkelijk namens al zijn ambtgenooten. Namens hen beves tigde hij de verklaring, die het labour- kabinet in Januari had afgegeven. Hij legde er bijzonderen klem op dat alle mi nisters uitdrukkelijk wenschten te beves tigen, dat een Al-Indische federatie hun als de eenige oplossing voorkwom van het vraagstuk der constitutie voor Indië. De minister-president wees op de moeilijk heden die nog in den weg stonden. Het was niet alleen dat Indië het niet eens had kunnen worden over de waarborgen die aan de minderheden konden worden ver strekt, andere technische problemen als de samenstelling en de macht van de wet gevende lichamen der federatie, de plaats van de staten in de federatie en hun on derlinge betrekkingen binnen die omlijs ting wachten nog steeds op een oplossing. De commissieleden van de Bank voor In ternationale betalingen, die rapport zullen uitbrengen over Ge betalingscapaciteit van Duitschland: hoven: prof. Rist (Frankrijk); links onder: dr. Melchior (Duitschland); rechts onder: Sir Walter Lavton Enge- lan). Pessimisme over den toestand In Mantsjoerije is in de plaats getreden van het optimisme dat de vorige week heerschte en waarvan wij op deze plaats melding hebben gemaakt. Men weet dat dit optimisme ontstaan was door het aan nemen door Japan en China van een reso lutie, waardoor de Japansche opmarsch naar Tsjangtsau werd gestaakt. De Zuid-Slavische minister van Buiten- landsche Zaken Marinkowitsch in Warchau. Het „Handelsblad" schrijft daarover onder anderen: De tekst van de door den Raad opge stelde resolutie werd niet gepubliceerd, maar het werd toch wel bekend, dat zij de beide partijen nog weer eens aan hun ver plichtingen, die hun in de resolutie van den Raad van 30 September waren voor gehouden, herinnerde en dat het denk beeld van een commissie van onderzoek, van een „studiecommissie", die de toe stand ter plaatse zou nagaan, nader er in werd uitgewerkt. Er zou tusschen de Chi neesche en Japansche strijdkrachten in het Zuidwesten een neutrale zone worden geschapen, waardoor het gevaar voor een érnstige botsing, die tengevolge van de Japansche plannen ten aanzien van Tsjintsjau dreigde, zou worden vermeden. Er scheen werkelijk een keer te zijn ge komen in den toestand. Japan toonde zich meegaande en het scheen dus dat een uit weg uit de moeilijkheden zou zijn ver kregen. Maar de stemming sloeg al spoedig weer om toen het bleek, dat zoowel Japanners als Chineezen ernstige reserves maakten ten aanzien van de door den Raad ontwor pen resolutie. Die reserves hadden in het bizonder wat Japan betreft, betrekking niet alleen op de instelling en de bevoegdheden van de commissie van onderzoek, maar ook op de afbakening van de neutrale zone. Dat zou alles natuurlijk illusie maken. Want men vindt gemakkelijk een stok als men een hond wil slaan en het Japansche voorbehoud moet doen vreezen, dat zoodra de Raad weer is uiteengegaan, de militai re actie zou worden hervat. En zoo^is men dus feitelijk te Parijs nog geen stap verder gekomen en sleept de zitting van den Raad zich voort zonder eenig tastbaar resultaat. Intusschen komen allerlei berichten uit en over Mantsjoerije, die onbevestigd blijven of direct weersproken worden, zoo dat men omtrent den werkelijken toestand volkomen in het duister tast. Een ernstig bericht werd Zaterdagavond ook in de avondbladen opgenomen, n.1. het aftreden van den Chineeschen minis-| Een ernstig dreigement. Een Japansch ambtenaar die uit naam van den minister van buitenlandsche zaken mededeelingen pleegt te doen, heeft de vrees te kennen gegeven dat de Japansche regeering het leger niet in de hand zal kunnen houden, indien de Chi neesche troepen de voorwaarde niet ver vullen van het vergelijk. Men vreest dat de regeering van Nan king, door de instelling van een neutrale zone te weigeren, een zeer slechten in druk zal maken op de Japansche militaire autoriteiten. De Chineezen bedriegen zich ten zeerste, indien zij denken, dat het voor hen onnoodig zou zijn, in Westelijke rich ting terug te trekken, wijl de Japanners zich in oostelijke richting terugtrekken. Weer nieuwe krijgsgeruchten. Het heet dat Ma Tsjang-sjen zich gereed maakt om de Liao-rivier over te trekken teneinde een aanval te doen op Koeng- taipoe. Daar de Chineesche politie in Koengtaipoe dezen aanval vreest, heeft zij aan de Japansche militaire autoriteiten verzocht, versterking te zenden. De Ja panners hebben een vliegtuig en troepen gezonden. DE ECONOMISCHE ONDERHANDELINGEN VAN FRANKRIJK MET ENGELAND. Slapte in de Lyonsche zijde-in dustrie. In politieke kringen is men, zoo meldt het N.T.A. uit Parijs, zeer ontstemd over de gisteren door Runciman, den Engel- schen minister van handel, gehouden redevoering over de Engelsche douane- politiek. Men wijst er te Parijs nog eens met nadruk op, dat Runciman heeft ge-I zegd, dat Engeland heeft besloten de tegenwoordige tariefpolitiek te blijven volgen en op het oogenblik geen onder handelingen te kunnen voeren met een of ander land over een begunstigingstarief. In de kunstzijde-industrie worden de gevolgen van de Engelsche protectie- maatregelen reeds merkbaar. Te Lyon zijn bij de zijde-fabrieken zoo weinig orders binnengekomen, dat de fabrikanten beslo ten hebben hun fabrieken van 18 Decem ber tot 5 Januari te sluiten, waardoor on geveer 20.000 arbeiders getroffen zouden ff orden. LEEST ONS RECLAMEBOEKJE pisang, vruchten, ook kippen en eieren), terwijl de sterk verlaagde veeprijzen zich niet weerspiegelen in de marktprijzen van het vleesch en voorts de prijzen van ge batikte kains en hoofddoeken op peil zijn gehouden, evenals die van brandhout en arang (houtskool); de in het vorige jaar reeds lage suikerprijs blijkt sindsdien nog 1 cent per kattie te zijn gedaald. Resumeerende, kan men zeggen dat hetgeen de bevolking voor de producten ontvangt aanzienlijk in prijs gedaald is, terwijl wat zij moet betalen voor datgene wat zij niet zelf produceert prijshoudend is gebleven. Binnenland. EEN ONTMOEDIGENDE PRIJSSTATISTIEK. „De Locomotief" publiceert een verge lijkende lijst van kleinhandelsprijzen in September 1930 en September 1931 in de Vorstenlanden en concludeert daaruit: ten eerste dat de prijzen die de tani (de landbouwer) voor zijn producten ontvangt zeer sterk gedaald zijn (rijst, klappers, Alkmaar Telef. 1523 (3 lijnen) Bedrag van 1800 a 2000 gulden uit brandkast der R.-K. Coöperatie „Steunt elkander". In het kantoorgebouw van de R.-K. Coöperatie „Steunt elkander" aan den Molenweg te Laren (N.-H.) is in den nacht van Zaterdag op Zondag een inbraak ge pleegd, waarbij een bedrag van 1800 a 2000 gulden werd ontvreemd. Door het openschuiven van een luik, dat zich voor een muuropening bevindt, waardoor steen kolen naar de bakkerij der Coöperatie worden gevoerd, zijn vermoedelijk de in brekers het gebouw binnengekomen. Een maal in de bakkerij waar niets van hun gading was, zijn ze, na eerst het deurslot uit het paneel te hebben geboord, het kan- toorvertrek binnengedrongen, alwaar zich de brandkast bevindt. Deze brandkast heeft men opengeboord en er een bedrag van naar schatting 1800 a 2000 gulden uit ontvreemd. Uit een geld- doosje, dat in het bureau stond en waarin zich dubbeltjes, kwartjes en centen bevon den, heeft men de kwartjes en dubbeltjes meegenomen doch de centen laten liggen. Het juiste bedrag, dat ontvreemd werd, is nog niet kunnen worden vastgesteld. De inbraak werd eerst Zondagmorgen om half twaalf door den chef-bakker, den heer Van R., uit Laren, ontdekt, die on middellijk hierop de politie met het ge beurde in kennis heeft gesteld. Het ge bouw was onbewoond. De vereeniging was tegen inbraak verzekerd. Van de daders heeft men hoegenaamd geen spoor. De Larensche gemeente-politie heeft de. zaak in onderzoek. De gelukkige ontsnapping van het s.s. „Theodors" bij het Eier- landsche Gat. In den nacht van Zaterdag op Zondag is in de Minerva-haven te Amsterdam aangekomen het Zweedsche s.s. „Theo dors", dat bij het Eierlandsche Gat in nood verkeerd heeft. Naar een der opvarenden mededeelde, was de „Theodors" op weg van Leningrad naar Amsterdam met een lading hout, welke aan het dek hoog opgestapeld was. Vrijdagnacht was het schip ongeveer 60 mijl Oostelijk van Terschelling. Er stond een storm uit het Zuid-Westen met hooge zee. Terwijl langs de Waddeneilanden en de kust op IJmuiden zou worden gekoerst geraakte door onbekendeoorzaak do stoomstuurinrichting onklaar en daar de kettingen daarvan onder de houtlading op het dek loopen, was het tijdens den storm onmogelijk deze averij te herstellen. Ook het handroer, dat in noodgevallen dan gebruikt kan worden, brak tot overmaat van ramp. Het schip kwam dwarszee te liggen en zou bij de hooge zee aan lager wal ge raken, daar het naar de kust toedreef. De toestand aan boord was dien nacht alles behalve geruststellend en de gezagvoer der besloot S.O.S.-seinen te geven, daar wij in nood verkeerden. Er kwam spoedig hulp opdagen. Was het schip op de kust gedreven, dan zou de ramp niet te overzien zijn geweest. Op de noodseinen zijn eenige sleepbooten uit gevaren, o.a. de „Utrecht" uit Nieuwediep en één uit IJmuiden. Gelukkig slaagden wij er, ondanks het slechte weer in, de schade aan het roer ten slotte te repareeren, en konden we op j eigen kracht naar IJmuiden doorstoo- men, na betrekkelijk korten tijd een speelbal der golven te zijn geweest. Het schip heeft niet gestooten; wel bestond er gevaar, dat er in de lading werking zou komen op het scheef liggende schip. De lading hout van de „Theodors" is voor Amsterdam bestemd, en vandaag zal I met het lossen worden aangevangen. Het lijk van den vermisten Roe broek in een kuil gevonden. Men meldt uit Echt: Zaterdagmiddag om 12 uur heeft de ma rechaussee in de onmiddellijke nabijheid van den kuil, waarin de drie lijken van de slachtoffers van het stroopersdrama zijn gevonden, ook het lijk opgegraven van den in Augustus verdwenen 23-jari- gen jongeman Roebroek, uit een aangren zend Duitsch plaatsje. In dit verband krijgt de mededeeling, dat Roebroek vóór zijn verdwijning had verklaard, door den jachtopziener v. d. E. te zijn bedreigd met den dood, zeer bijzondere beteekenis. Het lijk van R. toevallig ge vonden. In aansluiting op bovenstaand bericht geven wij hier nog het volgende bericht uit Roermond: Toen de omwonenden van Echt in de courant gelezen hadden, dat de bosschen voor 't publiek waren vrijgegeven, gingen Zaterdagmorgen omstreeks tien uur een zekere Gerrits en Jansen, beiden uit het naburige Diergaarde, in de bosschen een onderzoek instellen. Toen zij ongeveer 500 M. waren doorgedrongen en nog geen resultaat hadden bereikt, besloten zij het verdere onderzoek uit te stellen tot den middaf. 'nnwut een Inderdaad, er bestaat geen beter en meer afdoend middel tegen slechte spijs vertering en verstopping, en de daaruit voortkomende kwalen. Alom verkrijgbaar f0.65 per flacon. door K- R. G. BROWNE. 9). HOOFDSTUK IV. De adspirant-president. Er zijn waarschijnlijk menschen genoeg die het. prettig vinden om bij wijze van aeg£Peling een klap tusschen hun schou- oerbiaden te krijgen, maar het meeren- ueei vindt het buitengewoon onaange- fl®' enMd't meerendeel behoorde hardKL\,A; P.arr- De kl"P kwam zoo hoestbui eerst een b€na»wde hoestbui kreeg en daarna nog een halve "V"u"t..n?odiR had om op adem te komen, '1 111 staat was zich om te draaien n den misplaatsten grappenmaker met een verwoeden, maar tevens helaas watengen blik te vernietigen. Bij den aanblik van den schuldige verdween de venvoedheid echter als sneeuw voor de zon en kwam een soort van vreugdige verrassing er voor in de plaats. el heb ik.net) hii uit "R.pf?ï- nald Featherstone Fanshave-Smithï" ikw sc*]u,,di£e knikte met een beminne- .uen glimlach. Het was een zeer groot, kleo/iePr niagcr en een zeer modieus ge- jongmensch van den leeftijd van George. Zijn gezicht was lang en smal en hoekig en buitengewoon plechtig van uit drukking, zijn haar zoo zwart en glad en glanzig, dat het op lakleer leek, de vou wen in z'n broek zoo energiek er in ge perst, dat men er koek mee zou kunnen snijden. Een monocle zonder montuur of koord sierde zijn rechteroog, een bijna on zichtbare platina ketting spande over zijn borst van vestzakje naar vestzakje, een dikke Mallaka wandelstok diende zijn ranke magere lichaam gracielijk tot steun. Over het geheel genomen een buitenge woon fraai jongmensch, dat daarbij nog, onder meer, een reclame voor zijn kleer maker was. „Wel, wel, wel," begon deze saletjon ker. „Wat is de wereld toch klein! Toen ik die das aan den horizon zag opduiken, zei ik tegen mezelf: „Zie, daar is een van e[goede, oude school de goede, oude deS Kie -w« in theorie - zoo tee- pena ir. ,fmin.ne» en waaraan we even ben Da-irn«riv, T ^?°.veel te danken heb- ronde eeilrn- iets hooger, zag dat ^mATeeS ^teff motsfen George grinnike. „De ouwe Fanshawe-Smith! Nog geen steek veranderd! Hoe gaat het ermee ouwe jongen? Je ziet er verduiveld, eh voorspoedig uit, zeg." Mr. Fanshawe-Smith zuchtte diep. „Beoordeel den inhoud van een flesch haaMebit ar Ctiket' ™uw nletSS haar teint en een man niet naar zjjn pan- spoedig was als ik er uit zie, zou ik heel wat voorspoediger zijn, dan ik ben. De tijden zijn hard, vooral voor ex-studen- ten! Maar ter zake. Hoe gaat 't jou? Ik heb je niet gezien sinds dien gedenkwaardigen dag waarop je in Oxford kwam met wat jullie, op de zonderlinge manier Cambrid- gianen eigen, jullie universiteits cricket- ploeg noemden". „O", zei George haastig. „Kort daarna is het mis gegaan en..." „Ah! Zeg maar niets meer! Een goed verstaanderOok met mij is het om streeks dienzelfden tijd „mis" gegaan. De aanmatiging van die universiteitsmen- schen schreit ten hemel. En daarna?" „Daarna heb ik in het zweet mijns aan- schijns mijn brood verdiend. Hoe komt 't, dat ik nooit tegen je opgeloopen ben?" Als antwoord draaide mr. Fanshawe- Smith, tot groote verwondering van de voorbijgangers, langzaam en statig, op den hak van zijn eenen schoen een paar maal om en om. „Let op liet algeheele ontbreken van mrs." zei hij. „Ik ben in eer en deugd aan den rol geweest. Daarin excelleer ik". Dan, met een gebaar naar het glazen tour niquet: „Ben jij een inwoner van deze opera-comique herberg?" „Min of meer!" „Dan moet ik zeggen dat het zweet jouws aanschijns bliksems goed betaald wordt. Als ik bedenk hoeveel moeite het me gekost heeft voor ze me binnen wil den laten om een kennis van me op te zoeken George kuchte verontschuldigend. „Ahem... over kennissen gesproken, 't spijt me gloeiend, F.-S., maar ik moet er van door. Ze zitten binnen op me te wachten". „Ga je gang, kerel", knikte mr. Fan shawe-Smith. „Ga je gang! Je moet vrou wen nooit laten wachten Maar wat ik zeggen wou ik vind 't reusachtig dat ik je weer eens gesproken heb. Ik voel me heelemaal opgekalefaterd!... Laat eens zien vandaag is het Maandag tot Woensdag blijf ik in de Unus-Club daarna ga ik weer aan den rol in eer en deugd natuurlijkBreng zoo moge lijk een verbinding tot stand „Goed. Tot ziens, T. S.l" „Ga in vrede!" Mr. Fanshawe-Smith knikte een paar maal, glimlachte allerbe minnelijkst, keerde zich om en daalde langzaam en gracieus de stoep van het Regal af. George grinnikte, keerde zich eveneens om, gaf zich voorzichtig aan de omarming van de draaideur over en kwam zoo, veilig en wel, het hotel binnen. De hall van het Regal een cirkelvor mige ruimte, ongeveer zoo groot als de markt van een dorp, met divans en palmen in potten en fauteuils en kleine rieten tafeltjes en op een in het oog-vallende plaats vitrines met sieraden en juwee- len, en op een minder in het oogval lende plaats dito's met monsters van heerenondergoederen, was op dat oogen blik stampvol. Het uur, aan den dage- lijkschen dienst van Lucullus gewijd, was nabij. Elke fauteuil diende tot zitplaats aan een gast, een vriend of kennis van een gast of iemand, die geduldig zat te wachten op een goede gelegenheid, om een ongeoorloofd gebruik van de schrijfbe- noodigdheden van het hotel te maken. Het leven was oorverdoovend, de atmosfeer verschrikkelijk. Na een paar minuten van energiek vechten om door de volte heen te komen begon George te twijfelen aan de mogelijkheid om Carmencita Milligan in zoo'n menschenmassa te vinden Op hetzelfde oogenblik ontdekte hij haar. Ze kwam juist de breede hall-trap af, op den voet gevolgd door een hijgen den en blazenden mr. Todd. In zijn ver langen, om zoo vlug mogelijk bij haar te zijn, begon George met hernieuwde ener gie te duwen en te dringen. Maar zelfs al op dien afstand zag hij, dat ze aan de een of andere heftige gemoedsbeweging ten prooi was. Haar wenkbrauwen waren toor nig gefronst, haar oogen schoten vonken als een arme sterveling het waagde haar in den weg te loopen, haar kleine handen hingen, tot vuisten gebald, langs haar zij den neer, haar lippen vormden een rechte, booze lijn. En mr. Todd was ook minder flegmatiek en gemoedelijk dan anders; zijn goedig volle-maansgezicht had een zorgelijke uitdrukking en het leek wei, of hij in zich zelf liep te mompelen. George begreep, dat er iets gebeurd was en dus handelde hij overeenkomstig. Hij week handig uit voor een kellner, die met bei z;jn handen vol op hem afstoof, gaf de lijn, waarlangs een vreedzame gast in avondcostuum zich voortbewoog, een an dere richting, dook, zonder zich te veront schuldigen, tusschen twee corpulente ma trones door, die met de hoofden bijeen stonden te praten en stelde zich aooi Miss Milligan op. Is er wat gebeurd?" informeerde hy. Carmencita Milligan keek hem aan. Eén ondeelbaar oogenblik was George zich be wust van een gevoel van medelijden met iedereen, die zoo dom was haar ongenoe gen op te wekken. „Gebeurd! Ze zijn weg!" „Weg! Wat! Toch niet...!" „De juweelen! Iemand is vanmiddag mijn kamer binnengedrongen, heeft detl heelen boel overhoop gehaald, heeft den pluk gevonden en is ermee vandoor ge gaan Heilige Mozes!" viel ze opeens met overbluffende heftigheid uit. „Als ik den kerel in mijn handen krijg „Goeie genade!" zei George in-verbaasd. „Wie kan dat in 's hemelsnaam „Dat zal ik eens gaan uitvisschen Maar denk er om, moed houden! Ik doe het woord Ze stapte kordaat op den langen half- cirkelvormigen lessenaar voor ontvangst af en richtte het woord tot den beambte in functie. George en mr. Todd posteer den zich ieder aan een kant en keken nieuwsgierig toe, als kleine jongens die met hun kinderjuffrouw een boodschap gaan doen. „Mijn naam is Milligan en het nummer van mijn kamer is 579. Is er vanmiddag iemand voor me geweest?" De beambte bekeek haar met het air van een godheid, die op een sterveling neerziet. Het was een lang, opgeschoten jongmensch met een collectie puistjes, keurig gefriseerd haar, een te nauw jacket en minder kin, dan een middelmaat sterveling toegemeten wordt. Het feit, dat het meisje vóór hem buitengewoon mooi was, ging niet onopgemerkt aan hem voorbij, maar haar manier van aanspreken strookte niet met zijn opvatting over de waardigheid van zijn ambt. Hij was van meening, dat zij in eerbied te kort schoot en dus nam hij revanche door haar uiterst beleefd maar met een zekere hauteur te woord te staan. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1