1
Dl DOLENDE MELEN.
KANNEW ASSER
Fijne Kaas.
•SS*-*
IS ALTIJD
N.V. STOOMWASSCHERIJ
„DEN HELDER"
De naam onzer inrichting
1 waarborgt U een PRIMA
^r^LUGGE AFLEVERING
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Suitenlandsch overzicht
Dwars door Aziatisch Rusland
Nr. 7053.
EERSTE BLAD
ZATERDAG 12 DECEMBER 1931.
59ste JAARGANG
De meening van een nationaal socialist over Brüning's
rede. - Wijzigingen in het Belgische kabinet? - Het
poover resultaat van 24 dagen Volkenbondsonderhan
delingen. - He buitenlandsche politiek van Amerika.
Amerika en de ontwapening.
FEUILLETON
ne,ïvrV°-0 Wn'd ik me<:stal genoemd,
't Klinkt in elk geval heel wat minder
De werkloosheid in de Ver.Staten.
OOK
VOOR
WILHELMIN ASTRAAT
TEL. 524
63—67
Wederom rugpijn.
RSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij voovuitbet.: Heldersche Courant fl.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.; fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bev ijsno. 4 ct.
De meeninq van een nationaal socialist
over de rede van dr. Brüning te weten is
ongetwijfeld interessant, omdat de maatie-
gelen, waarmee de Duitsche rijkskanselier
heeft gedreigd, in hoofdzaak golden voor
de nationaal-socialisten. Als men de woor
den van kapitein Göring, een der leweis
van de nationaal-socialistische party, mag
gelooven, dan hebben die woorden van
Briining geen al te diepen indruk gemaak
op de gemoederen van de nationaal-socia-
listen. De Berlynsche correspondent van
de „Massagero" heeft een onderhoud met
dezen leider gehad. In dé „Nw. Rott. rt.
vinden we daar een en ander over vermeld.
Göring antwoordde: „Deze rede schijnt
te zijn gedicteerd door den angst. Volgens
hem staat ze onder den invloed van de
sociaal-democratie en van Frankrijk. Von
Hoesch, de ambassadeur te Parijs, heeft
de Wilhelmstrasse laten weten, dat de
Fransche regeering en de Fransche poli
tieke kringen den wensch hebben uitge^
sproken, dat Brüning krachtige woorden
tegen Hitlei zou gebruiken. Brüning was
bovendien ontstemd door den indruk, dien
de verklaringen van Hitier op de Engel-
sche en Amerikaansche pers hadden ge
maakt. Bij het lezen vau de rede van Brü
ning komt deze ons voor als de kapitein
van een schip, dat reeds voor drie kwart
is gezonken, maar die toch zijn stem wil
verheffen, ten einde de wereld wijs te
kunnen maken, dat alles nog niet verloren
is. Met zijn rede heeft Brüning zich voor
goed tegenover het nationaal-socialisme
geplaatst, zoodat voor hem geen plaats in
het eerste nationaal-socialistische kabinet
zal kunnen zijn. Het is trouwens bewezen,
dat het centrum steeds daar staat, waar
het belang der natie wordt bestreden. Het
zou mij niet verbazen, aldus Göring, in
dien Brüning zich op zekeren dag bij de
sociaal-democratische party zou aanslui
ten, daar hij door zijn rede bewezen heeft
een marxist te zijn. De rede was ontbloot
van elke politieke fijngevoeligheid, wij be
schouwen ze als een dolksteek in den rug
van dat gedeelte van het Duitsche volk,
dat met de leiders van het nationaal-socia
lisme orde en rust in Duitschland wil her
stellen."
Wijzigingen in het Belgische kabinet?
Naar de corr. van de „Nw. Rott. Crt." te
Brussel meldt, doen, sedert eenige dagen,
allerlei wilde geruchten de ronde omtrent
wiizigingen in het kabinet Renkin. De
corr. schrijft dan aan zijn blad:
Eerst werd, in sommige parlementaire
kringen, verzekerd, dat de minister van
buitenlandsche zaken, Hijmans, er aan
dacht het staatsschip te verlaten, dit in
verband met de protectiemaatregelen, wel
ke reeds, op voorstel van den katholieken
minister van financiën, baron Houtart en
van de katholieke argrariërs, ten bate van
den landbouw en van sommige indus-'
triën werden getroffen. Dit gerucht was
zoo onwaarschijnlijk, dat het zich vanzelf
logenstrafte. Daarna werd verteld en in de
pers geschreven, dat de minister van
landsverdediging, Dens, die, evenals Hij
mans, tot de liberale partij behoort en se
nator is voor Antwerpen, van zins was
Bieden aan zeer goedkoope prima
Edammerkaas in verschillende soorten.
Verpakt in doozen van 6 stuks.
Vraagt heden offerte.
Coöp. Zuivelfabriek Eendracht - Oen Burg
J3mndtnatopdeumf
door
K. R. G. BROWNE.
11)
Evenals alle jonge mannen, die ge
voelig voor de zwakke sekse zijn, hield
George ervan om over zichzelf te den
ken alsof hij een menschenhater was,
een trotsche, interessante, mysterieuse
figuur, een man, die wel altijd voor
komend jegens vrouwen was, maar zijn
hart zóó had gepantserd,. dat al de
trucjes van Eros er niets tegen ver
mochten. Als een dergelijk iemand
het noodig vindt om zijn opinie
over zichzelf te herzien en vandaag of
morgen gebeurt het onvermijdelijke,
waardoor het noodig is dan geschiedt
uie herziening meestal grondig en in een
phen omen aal tempo, in het geval van
George had dit proces precies één uur en
vut minuten geduurd; daarna was ziin
psyche zoo, dat hii on ril u X1
voeten in het Retrii e handen en
miauwd zou hebben ^?ndRekr°Pen en Re"
Milligan het nS ls een kat> als Miss
dergelijks van i gevonden had iets
kwamen dercroim1" eis«hen. Gelukkig
haar op. Relljke gedachten niet bij
meis'ie"Vt^et dan maar>" zei het
en namiHHt n i/v-een zei,doeken zakje
uk heeft hu ze nog bij zich.
uit de regeering te treden. Minister Dens
liet zulks door de courant „Neptune" de
menteeren.
Thans meent de socialistische „Volks
gazet", welke onder de hoofdredactie staat
van oud-minister Huysmans, met zeker
heid, het spoedige ontslag van den minis
ter van financiën te kunnen aankondigen.
Baron Houtart zou, volgens deze Ant-
werpsche courant, door prof. Brusselmans,
hoouleeraar te Leuven en Kamerlid voor
Veurne-Diksmuide-Oostende, worden ver
vangen. Prof. Brusselmans staat, als be
kend, in zeer nauwe betrekkingen tot den
Belgischen Boerenbond en sommige groo-
te Vlaamsehe bankinstellingen.
Veel houvast heeft men .dus nóg wel
niet aan deze „geruchten", doch wij meen
den onze lezers toch deze berichten niet te
mogen onthouden, omdat er vast wel iets
van waar zal zü'n en men dus kan rekenen
op een misschien o zoo spoedige verande
ring in het Belgische kabinet.
Een poover resultaat van 2i dagen con-
fereeren van den Volkenbond schreven
we in den kop van dit overzicht en het kan
ook waarlijk niet anders aangeduid, wor
den, want eigenlijk is er heelemaal geen
resultaat. „De laatste vergaderingen van
den Raad hadden veel van een scenario",
schrijft de Parijsche corr. van de „Nw.
Rott. Crt," De opeenvolgende bedrijven
waren met beleid geregeld, niettemin heeft
het tot het laatst toe gespannen.
De corr. vervolgt dan:
Vanochtend (Donderdagochtend) had
Dawes nog een lang onderhoud met Sze.
Hij schijnt er op te hebben aangedrongen,
dat de Chineesche troepen Tsjintsjou ten
spoedigste ontruimen. Sze moet eerst te
gengestribbeld, maar zich later gewonnen
gegeven hebben. Het voorstel zou zijn re
geering bereikt hebben. Vandaag in de
openbare vergadering noemde hij den toe
stand in dat gebied normaal. Er wordt
geen aanval op de Japansche stellingen
voorbereid. De waarnemers hebben er
vastgesteld, dat de Japansche troepen er
in voldoende mate teruggenomen zijn. Den
raad blijft voorloopig niets anders over
dan te hopen, dat deze toestand voort
duurt en de „bandieten" zich stil houden.
Officieel is geen ontmantelde zone afge
bakend, noch een termijn bepaald voor de
volledige ontruiming door de Japansche
soldaten. Nu wacht men de uitzending van
de studiecommissie af. De raad heeft 24
dagen geharreward om terug te keeren tot
de resolutie van 30 September, waarbij
China zich verbond veiligheidsmaatrege
len te nemen, waarna Japan zijn troepen
zou terugroepen. De genoemde commissie
is tenslotte de muis, die deze berg van be
sprekingen gebaard heeft.
Hoover de optimist is aan het woord ge
weest. Wie Hoover is weten onze lezers
allemaal, daar behoeft niet speciaal bijge
zegd te worden, dat hij president is van
de Ver. Staten, en dat hij een optimist
is heeft men deze week kunnen lezen uit
zijn jaarlijksche boodschap, waarmede hij
de werkzaamheden van het Congres heeft
geopend. Niettegenstaande overal de
donkere wolken van crisis en malaise zich
steeds dreigender samenpakken, behoudt
Hoover zijn goed vertrouwen in de toe
komst en gelooft hij, althans wat Amerika
betreft, dat het slechts een voorbijgaande
depressie is.
Hoover heeft Donderdag aan het Con-
Ik heb grooten zin om mee te gaan."
George schudde zijn hoofd.
„Nee," zei hij, „niet dat ik 't niet heel
prettig vinden zou, maar het heeft geen
raison. Integendeel, groote kans, dat u
alles zou bederven. Want al 't lukt, dan
komt dit doordat hij niet weet, dat ik u
ken en ik beloof hierbij, dat ik niet met
den buit er vandoor zal gaan."
„Daar ben ik geen oogenblik bang
voor. Maar ik vind 't zonde om zooiets te
missenEnfin, u zult wel gelijk heb
ben. Bij voorbaat vast bedankt, Mr. Carr!"
Haar cavelier sans peur et sans repro-
che kuchte een paar maal veelbeteeke-
nend.
„Ze hebben me indertijd „George" ge
doopt, vertelde hij haar met een kleur
tot achter zijn ooren, „naar een oom van
me, van wien we een heeleboel te wach
ten hadden wat tusschen twee haakjes
op niets is uitgeloopen, omdat hij een
jaar daarna met zijn huishoudster ge
trouwd is. Maar toen heette ik eenmaal
George en sindsdien hen ik het geble-
vormelijk dan Mr. Carr, vindt u niet? lï
omdat we elkaar waarschijnlijk toch zoo
dikwiils zullen zien...."
Een paar oogenblikken keek Miss Mil-
ligan hem nadenkend aan, dan begon ze
te lachen.
„Goed George!"
moedigk 'e WCl' Carmencita!" zei George
Mr. Todd grinnikte sarcastisch.
schoiiwSi10p£e'-Wat een aa»doenljjk
ling a li i l.e°ies een tooneelvoorsfel-
hng. Als ik niet oppas, word ik straks
door den een of ander „Baby" genoemd.
gres een boodschap doen toekomen over
de buitenlandsche politiek. Wij lezen
daarover o.m.:
Hy houdt zich daarin in de eerste plaats
bezig met het moratorium, dat, zooals hij
verklaart, door alle belangrijke schulde
naars is aangenomen. Het heeft indertijd
den tendenz tot een algemeene paniek
voorkomen en verder gaf het tijd om tot
een nieuwe regeling der financieele be
trekkingen te komen.
Zijn stappen zijn dus noodzakelijk ge
weest en Hoover is overtuigd, dat het
Amerikaansche volk ze goedkeurt. Daar
de betalingen aan Amerika op 15 Decem
ber vervallen, is het dringend noodig, dat
de minister van financiën door een wet ge
machtigd wordt de ontvangst der betalin
gen op te schorten tot een 10-jarige ter
mijn, die 1 Juli 1933 beginnen zal.
Bij het naderen van het nieuwe jaar,
aldus vervolgt Hoover, wordt het duide
lijk, dat een aantal regeeringen, die ons
geld schuldig zijn, niet in staat zullen zijn
aan hun verplichtingen in vollen omvang
te voldoen, zoolang hun landen zich niet
oeconomisch hersteld hebben. Het is nut
teloos dit feit niet duidelijk onder het oog
te zien. Het zal daarom noodig zijn in be
paalde gevallen nog verdere nieuwe rege
lingen te treffen.
Om deze reden beveelt Hoover de
wederinstelling van de commissie voorde
corlogsschulden aan, die tot taak moet
hebben de problemen, die in verband met
deze schulden tengevolge en tijdens den
tegenwoordigen oeconomischen noodtoe
stand ontstaan, te onderzoeken en over
het resultaat aan het Congres verslag uit
te brengen en voorstellen te doen.
Amerika en de ontwapening. Ook over
dit belangrijke vraagstuk heeft Hoover
zijn meening gezegd. Wij laten die hier
volgen.
Hoover deelde dan mede, dat de i-egee-
ring de uitnoodiging om deel te nemen
aan de ontwapeningsconferentie heeft
aangenomen. Deze conferentie zal richt
lijnen volgen, waarvoor Amerika reeds tij
dens de Haagsche conferentie van 1899 is
opgekomen. De tot nu bereikte resultaten
zijn v.n.1. tot het gebied der maritieme
ontwapening beperkt gebleven. Hoover
hoopt echter, dat nietalleen de wapening
van de vloten verminderd zal worden,
maar dat de zoo dringend noodige beper
king en vermindering ook op de wape
ningen te land zal kunnen toegepast wor
den. De lasten van betaling der wapenin
gen zijn op het oogenblik grooter dan
voor den oorlog. De oeconomische on
zekerheid in de wereld wordt voor een
groot deel veroorzaakt door deze wapenin
gen en de vrees die zij doen opkomen.
De wereld moet zich door geen argu
menten van welken aard ook, laten ont
moedigen om de wapeningen tot een ver
standige basis te beperken.
Een 35-urige werkweek heft
alle werkloosheid op.
Mededeeling van het Internationaal
Verbond van Vakvereenigingen:
Norman E. Towson, de oeconomische
deskundige der „Washington Loan and
Trust Company',' maakt met betrekking
tot het vraagstuk van den arbeidstyd de
volgende berekening: „In de Amerikaan
sche industrieën zijn in normale tyden 48
miirioen arbeiders werkzaam. Het aantal
werkloozen op dit oogenblik kan op 6
miUioen geschat worden, zoodat er 42
millioen werkende arbeiders over blijven,
luiten we aannemen, dat deze 42 millioen
arbeiders gedurende zes dagen 8 uur per
dag en dus 2.016 millioen uren per week
werken. Indien ze slechts gedurende vijf
dagen 8 uur per dag werkten, zouden ze
voor 1.680 millioen uren werk verzetten.
Voor dezelfde hoeveelheid werk zouden
dan 50.4 millioen arbeiders noodig zijn,
d.w.z. een grooter aantal dan in den tijd,
toen men nog niet van werkloosheid
spreken kon. Daarbij zou ook tegelijker
tijd rekening gehouden zyn met de toe
neming der bevolking en de voortschrij
dende mechanisatie".
Deze berekeningen komen tamelijk
nauwkeurig overeen met de schattingen
van het Amerikaansch Vakverbond, dat
van meening is, dat, indien alle arbeiders
te werk gesteld worden en men rekening
houdt met het benoodigde voor het bin-
nenlandseh gebruik en voor den uitvoer,
35 uur werken voor iederen arbeider vol
doende is.
N. E. Towson licht de cijfers als volgt
toe: „Het eigeniyke doel van het men-
scheiyk streven is oeconomische onaf
hankelijkheid. Het doel der onafhanke-
ïykheid is het verkrijgen van vrijen tijd
Deze door mechanisatie en nationalisatie
verkregen vrije tijd moet aan allen ten
goede komen en niet alleen aan een paar
rijken en vrijwillig werklooze parasieten,
die van de winst leven, terwyi een leger
onvrijwillig werkloozen ten laste van de
weldadigheid komt!"
Indrukken om en bij den Transsiberisehen spoorweg.
(Van een reizenden correspondent).
Wladiwostok, December 1931.
's-Avonds kwamen wij aan op het sta
tion van Baikal, aan het meer van dien
naam. Het donkere water is voortdurend
in beweging en het eentonige geruisch is
nog op grooten afstand te hooren. De
spoorweg is hier uitgehouwen in de gra
nietrotsen, die zich rondom het meer be
vinden. Den geheelen nacht ryden wij
om het meer heen en hooren wij het w ater,
docli als wij den volgenden morgen er
voorbij zyn en weer in het eenzame land
schap met zyn blauwe bergen ryden, top
pen die met eeuwige sneeuw bedekt zyn,
missen wij het meer toch.
In mijn compartiment zit nog een an
dere reiziger, een sovjet-ambtenaar op
dienstreis. Op zyn knieën heeft hy een
kaart van Siberië uitgespreid, waarop met
potlood in verschillende kleuren lijnen
zyn getrokken en punten gemarkeerd. Op
myn vraag deelt hy mee, dat hy econoom
is en dat die lynen en punten de ver
keerswegen en industrieele centra zyn,
die men in Siberië aantreft of alsnog wil
aanleggen. Het belangrijkste is wel de
nieuwe spoorbaan naast den ouden Trans
siberisehen spoorweg. Daar zullen wij nu
een goeden indruk van meenemen. Ik ga
in den gang langs de compartimenten,
van waaruit ik beter en rustiger het
groote werk kan overzien. Hier zyn nog
milliarden tonnen steenkool en andere
delfstoffen in den grond verborgen, vindt
men nog ongebruikte waterkracht, die
milliarden kilowatts vertegenwoordigen.
Doch verkeerswegen zyn een eerste ver-
eischte, om dit rijke land te kunnen ex-
ploiteeren. Men heeft een extra spoor
baan noodig, om al die lijnen en kringe
tjes op de kaart van den econoom tot wer
kelijkheid te maken. Met den aanleg er
van is men reeds bezig. Onze trein rijdt
op de baan slechts langzaam voort, want
duizenden zyn langs de rails aan het
werk. Moerassen worden gedraineerd,
zand wordt aangevoerd, de onderbouw
van den nieuwen baan wordt gemaakt.
Zfjn laatste reis?
In den gang maak ik kennis met een
Duitsch ingenieur, die op weg is naar
Japan. Hy is specialist op het gebied van
Dieselmotoren en moet toezicht houden
bij het bouwen van eenige schepen. Hy
vreest, dat het zyn laatste reis naar het
land van de rijzende zon is. De over de
geheele wereld bekende firma, waaraan
hy verbonden is, voert daar in Japan de
laatste bestelling uit, die sinds lang is
binnengekomen. Er worden geen schepen
meer gebouwd; er liggen er honderden
opgelegd in de havens. Op de fabrieken
in Duitschland zelf werkten vroeger veer
tig duizend personen, doch daarvan
heeft men er nu reeds zeventienduizend
moeten ontslaan als gevolg van de crisis.
Over een maand zal hy zyn opdracht in
Japan hebben vervuld en dan zal hy voor
het laatst langs dqpen mooien spoorweg
van 12.000 km terugrijden naar zijn vader
land en wellicht zelf ontslagen worden.
Er is een verbittering en ongerustheid in
zijn blik te lezen.
Ik ga weer terug naar mijn comparti
ment en hij naar het zijne. De econoom
vertelt van scholen en hospitalen, van fa
brieken en rivierhavens langs de Ob, de
Irtich en de Jenissei; van de booten en de
spoorwagens, die tractors en verschil
lende machinerieën naar Sverdlovsk en
Kouzbas brengen. Hij zal in Sverdlovsk
den trein verlaten; hij heeft zijn kaart
weggeborgen en bestudeert nu een geolo
gisch handboek. Twee jaar geleden is hij
voor geoloog aangewezen, zonder dat hij
iets van het vak wist; door zelfstudie
heeft hij al dien tijd getracht, ervan op de
hoogte te komen.
Een Europeesche stad, Novosibirsk.
Sverdlovsk was een afschuwelijke stad.
De gebouwen en de woningen der werk
lieden zagen zwart van den rook, die uit
vele schoorsteenen opsteeg. Door de bos-
schen om de stad loopen wegen, waarin
de autobussen diepe voren hebben ge
maakt. Dan rijden wij weer verder tot
Omsk, dat tien jaar geleden nog een
ouderwetsch dorp geweest moet zyn.
Thans ziet men er vele nieuwe gebouwen.
Van meer belang is echter Novosibirsk,
de volgende plaats, waar de trein stopt.
Daar vindt men breede straten en groote
huizen, die doen denken aan de Europee
sche huurkazernes. De groote weg naar
Kouzbas zal spoedig gereed zijn; in laatst
genoemde plaats vindt men een aantal
steenkoolmijnen met een inhoud van 600
milliard ton. Men staat er verbaasd over,
hoe hier in enkele jaren een Europeesche
stad is opgebouwd. En dan gaan wij weer
verder en verdwijnt Novosibirsk in de
avondschemering.
's Avonds rijden wij over de Angara.
Daar ligt Irkbetsk met zijn door pilaren
versierde huizen, die zich in het koude
water van het meer weerspiegelen. Hier
golft het water niet; het trilt slechts even
in het licht. De Angara zal energie moe
ten leveren voor twaalf electrische cen
trales met een gezamenlijke productie
van 40 milliard kilowatt/uur per jaar. Ex-
moeten hier in de buurt nog steenkoolge-
bieden liggen; als de zaak slechts eeni-
germate goed georganiseerd wordt, bezit
Rusland de grootste rijkdommen ter
wereld.
Technisch personeel de beste kansen.
In den nacht stopt de trein te Chila. Het
perron staat vol goudzoekers, die eomboy-
hoeden dragen en pijpen rooken. Het blij
ken Amerikanen te zijn; ze zijn naar het
station gekomen om een landgenoote weg
te brengen, een journaliste, die in onzen
trein stapt en na het vertrek dadelijk
eenige aanteekeningen gaat maken in een
in leer gebonden dagboek. Te Bira hield
de trein even stil en ik maakte wat van
de gelegenheid gebruik om eenige malen
het perron op en neer te wandelen. Daar
werd ik aangesproken door een klein
mannetje in een dunne overjas, die in den
kouden wind op het perron liep te bibbe
ren. Hij was een jood en had uit Roe
menië moeten vluchten. Met eenige ge-
loofsgenooten kwam hij eindelijk aan de
Birobidjan in de Siberische „Aaiga". Ook
daar werd het leven echter een bittere te
leurstelling voor hem; hij was kleermaker
Dit zwaar-op-de-handsche grapje werd
genegeerd.
„Dan stap ik nu op," zei George, ter
wijl hy opstond. „U zult wel zien wan
neer ik terugkom. Ben ik er, voordat de
zon boven de kimme verx-jjst, niet, bel dan
de Brandweer en het Bureau voor Ge
vonden Voorwerpen op. Tot kijk. Car-
mencita!"
„Tot ziens, George," zei Carmencita
Milligan.
„Groeten aan Reginald!" riep Mr.
Todd hem na.
HOOFDSTUK V.
De mislukte zending.
De vertegenwoordigers van elke natie
hebben hun eigenaardigheden, hun ge
woonten en hebbelijkheden, die te sa&m
voor de vertegenwoordigers van een an
dere natie, eveneens bezitters van eigen
aardigheden, gewoonten en hebbelijkhe
den, een bron van veel en onschuldig ver
maak zyn. Zoo weten de Franschen niet
wat een ontjxyt is, zoo spelen de Ameri
kanen golf in een witte broek, zoo dra
gen de Duitschers hun haar gemillime
terd, zoo frequenteeren de Engelschen
clubs.
Die clubgewoonten zijn het Engelsche
hart al bijzonder dierbaar. Er kunnen
geen drie Engelschen bijeen zitten of er
ontstaat een club; is het aantal zes, dan
ontstaan er twee clubs. Die behoefte om
bij de minste provocatie een club op te
richten, wordt slechts geëvenaard door
de behoefte om zoo gauw de club er is,
zich in die club te isoleei-en.
Statistici en andere oude heeren met
lange baarden vertellen ons, dat er in
Londen op elke twaalf inwoners een club
is. Een feit is 't, dat er hoofdstraten zijn,
die geflankeerd worden uitsluitend door-
clubgebouwen. Clubgebouwen met lage
vensters, waarin men, op elk uur van den
dag, een quantum kale schedels kan zien,
die een plichtsgetrouwen fabrikant van
kammen naar de arsenicum-flesch zouden
doen grijpen. Een Londenaar zonder club
is even zeldzaam als een Augustus
maand zonder regen.
Een dezer clubs is de Unus-club. Zij
heeft haar pied-a-terre in een cul-de-sac
ergens in het St. Jamesdistrict. Het
clubgebouw is pretentieloos eenvoudig,
de keuken buiengewoon goed, de contri
butie opvallend gematigd en de adspirant-
ledenlyst merkwaardig lang. Dit laatste,
doordat de club een halve eeuw geleden
uitsluitend ten behoeve van menschen,
die bedankten om in hun vrijen tijd over
„zaken" te praten, opgericht is. Van elk
vak, of ambacht, of bedrijf, of beroep, of
professie onder de zon van zebra
fokker tot accountant - wordt maar één
vertegenwoordiger als lid toegelaten; de
grootste financier, de machtigste diplo
maat wordt onherroepelijk geweigerd als
de club bereids een financier of diplo
maat onder haar leden telt. Aan deze be
paling wordt strikt de hand gehouden en
daaraan is liet dan ook te danken, dat de
l nus zich in zoo'n groote populariteit
verheugen mag.
MHe' "ep al tegen achten toen George
Carr de hiei'boven beschi-even
vreedzame insteling bereikt had. Ily liep
resoluut de stoep op, meldde zich bij den
portier aan, verteld® de man van zijn
verlangen om met Mr. FanshaweSmith
een praatje te maken en ging zitten om
te wachten. Hij had er geen flauw idee
van hoe hij de zaak moest aanpakken,
maar hy hoopte op co-operatie van de
Voorzienigheid, als het psychologisch
moment daar was. Eén ding alleen stond
by hem vast: hij moest en zou de juwee-
len buit maken, ook al zou het hem zijn
leven kosten.
Over het marnier van de hall kwamen
voetstappen naderbij en even later stond
Mr. Reginald Featherstone Fanshawe-
Smith voor hem, „tiré" zooals gewoonlijk,
maar voor deze speciale gelegenheid lich
telijk verwonderd.
„Dat is een onvervalscht genoegen,
vriend Carr," begroette FanshaweSmith
hem. „Welkom binnen deze gastvrije
muren! Ik stond juist op 't punt om mijn
dagelyksch rantsoen te beginnen, maar
een diner a deux is veel beter voor de
spysverteringszenuwen".
„Afgelast, F.S.! Ik kan tot mijn spijt
met blijven," zei George pompeus door
het samenzweerdersgevoel, dat hem bij
het zien van zijn ex-schoolkameraad ovex--
vallen had. „Ik moest toevallig in deze
buurt zyn en toen dacht ik, laat ik even
binnenwippen."
„Een nobele gedachte! Dezen kant op,
wil je? Als je niet met me eten wilt, rnoet
je het- tegenoevrgestelde maar doen.
George liep achter zijn gastheei aan
de hall door en ging, in dezelfde volgor
de, de rookkamer binnen, een groot ver
trek met verschedene clubfauteuils,
waarin een quantum van de leden lag te
dutten.
„De slaapzaal," kondigde Fanshawe—
Smith aan. „Praat maar zoo hard je wilt
Voortdurend pijn irr de lendenen, of scherpe
steken als gij u btikt of opricht, wijzen op ver
zwakking der organen in den rug. Des te
nteer als gij tevens blazen onder de oogen,
duizeligheid, hoofdpijn of urinestoornissen
kunt opmerken.
Verwaarloozing dezer verschijnselen kan
aanleiding geven tot ernstige kwalen. Er be
staat gevaar voor maandenlange pijn of wer
keloosheid door rheumatiek, ischias, spit,
blaaszwakte. waterzucht enz.
Laat Foster's Rugpijn Pillen de organer
weder tot gezonde werking brengen, zoodat
het urinezuur en de andere schadelijke stoffen
weder uit het bloed gefiltreerd worden. Reeds
jaren verwierf dit speciale middel naam door
tallooze mannen en vrouwen van eiken leeftijd
hun gezondheid en kracht te hergeven.
Bij alle drogisten enz. 1.75 per flacon.
je krijgt ze toch niet wakker. In deze
zaal hebben de Zeven Slapers van Epheus
zich voor de match getraind. Ga zitten,
vriend Carx-, en zeg wat het zal zyn."
George aarzelde. Het leek hem op zijn
zachtst gesproken onopgevoed om met
iemand, dien hy, zoodra hij de kans
schoon zag, voor het luttele bedrag van
vijftigduizend pond lichter wilde maken,
genoeglijk wat te gaan zitten drinken.
„De quaestie is," zei hij onhandig, „dat
ik, wat, drinken betreft, op rantsoen ge
ste; J ben F.8 Myn lever...."
FanshaveSmith knikte deelnemend.
„Dan is een Bishop's Benediction je
„het".... Voor een lever gewoonweg on
weerstaanbaar." Hij legde zijn vinger op
het ivoren schelknopje, drukte en liet
zich, langzaam en gracieus, naast George
op den divan neer. „Ik apprec'eer het
het buitengewoon dat je je kerngezond
mannelijk aanschijn zoo spoedig ben!
komen vex-toonen."
De eigenaar van het kerngezonde mar
nelyke aanschijn gaf niet dadelijk ani
woord. Hii zat den dandy voor hem me
den meedoogenloozen avonturier, dier
Cax-mencita hem beschreven had. te ver
gelijken en het resultaat was, dat d«
geschiedenis hoe langer hoe onbegrypa
ltjker werd. Maar Carmencia had hei*
verzekerd, dat het zoo was en dus w?
het zoo.
„En," begon hij, toen de club-lijfeigen;
met het roode vest, die in sluipbewegin
gen excelleerde, de glazen voor hen neer
gezet had en weer verdwenen was. „Wa>
heb jij sinds Oxford uitgevoerd, F.-S.?"
Fanshawe-Smit gaapte met onnavolg.
bare gratie.
mi .(Wordt vervolgdj