1 Dl DOLENDE MELEN. KANNEW ASSER Fijne Kaas. •SS*-* IS ALTIJD N.V. STOOMWASSCHERIJ „DEN HELDER" De naam onzer inrichting 1 waarborgt U een PRIMA ^r^LUGGE AFLEVERING NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Suitenlandsch overzicht Dwars door Aziatisch Rusland Nr. 7053. EERSTE BLAD ZATERDAG 12 DECEMBER 1931. 59ste JAARGANG De meening van een nationaal socialist over Brüning's rede. - Wijzigingen in het Belgische kabinet? - Het poover resultaat van 24 dagen Volkenbondsonderhan delingen. - He buitenlandsche politiek van Amerika. Amerika en de ontwapening. FEUILLETON ne,ïvrV°-0 Wn'd ik me<:stal genoemd, 't Klinkt in elk geval heel wat minder De werkloosheid in de Ver.Staten. OOK VOOR WILHELMIN ASTRAAT TEL. 524 63—67 Wederom rugpijn. RSCHE COURANT Abonnement per 3 maanden bij voovuitbet.: Heldersche Courant fl.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-lndië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.; fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bev ijsno. 4 ct. De meeninq van een nationaal socialist over de rede van dr. Brüning te weten is ongetwijfeld interessant, omdat de maatie- gelen, waarmee de Duitsche rijkskanselier heeft gedreigd, in hoofdzaak golden voor de nationaal-socialisten. Als men de woor den van kapitein Göring, een der leweis van de nationaal-socialistische party, mag gelooven, dan hebben die woorden van Briining geen al te diepen indruk gemaak op de gemoederen van de nationaal-socia- listen. De Berlynsche correspondent van de „Massagero" heeft een onderhoud met dezen leider gehad. In dé „Nw. Rott. rt. vinden we daar een en ander over vermeld. Göring antwoordde: „Deze rede schijnt te zijn gedicteerd door den angst. Volgens hem staat ze onder den invloed van de sociaal-democratie en van Frankrijk. Von Hoesch, de ambassadeur te Parijs, heeft de Wilhelmstrasse laten weten, dat de Fransche regeering en de Fransche poli tieke kringen den wensch hebben uitge^ sproken, dat Brüning krachtige woorden tegen Hitlei zou gebruiken. Brüning was bovendien ontstemd door den indruk, dien de verklaringen van Hitier op de Engel- sche en Amerikaansche pers hadden ge maakt. Bij het lezen vau de rede van Brü ning komt deze ons voor als de kapitein van een schip, dat reeds voor drie kwart is gezonken, maar die toch zijn stem wil verheffen, ten einde de wereld wijs te kunnen maken, dat alles nog niet verloren is. Met zijn rede heeft Brüning zich voor goed tegenover het nationaal-socialisme geplaatst, zoodat voor hem geen plaats in het eerste nationaal-socialistische kabinet zal kunnen zijn. Het is trouwens bewezen, dat het centrum steeds daar staat, waar het belang der natie wordt bestreden. Het zou mij niet verbazen, aldus Göring, in dien Brüning zich op zekeren dag bij de sociaal-democratische party zou aanslui ten, daar hij door zijn rede bewezen heeft een marxist te zijn. De rede was ontbloot van elke politieke fijngevoeligheid, wij be schouwen ze als een dolksteek in den rug van dat gedeelte van het Duitsche volk, dat met de leiders van het nationaal-socia lisme orde en rust in Duitschland wil her stellen." Wijzigingen in het Belgische kabinet? Naar de corr. van de „Nw. Rott. Crt." te Brussel meldt, doen, sedert eenige dagen, allerlei wilde geruchten de ronde omtrent wiizigingen in het kabinet Renkin. De corr. schrijft dan aan zijn blad: Eerst werd, in sommige parlementaire kringen, verzekerd, dat de minister van buitenlandsche zaken, Hijmans, er aan dacht het staatsschip te verlaten, dit in verband met de protectiemaatregelen, wel ke reeds, op voorstel van den katholieken minister van financiën, baron Houtart en van de katholieke argrariërs, ten bate van den landbouw en van sommige indus-' triën werden getroffen. Dit gerucht was zoo onwaarschijnlijk, dat het zich vanzelf logenstrafte. Daarna werd verteld en in de pers geschreven, dat de minister van landsverdediging, Dens, die, evenals Hij mans, tot de liberale partij behoort en se nator is voor Antwerpen, van zins was Bieden aan zeer goedkoope prima Edammerkaas in verschillende soorten. Verpakt in doozen van 6 stuks. Vraagt heden offerte. Coöp. Zuivelfabriek Eendracht - Oen Burg J3mndtnatopdeumf door K. R. G. BROWNE. 11) Evenals alle jonge mannen, die ge voelig voor de zwakke sekse zijn, hield George ervan om over zichzelf te den ken alsof hij een menschenhater was, een trotsche, interessante, mysterieuse figuur, een man, die wel altijd voor komend jegens vrouwen was, maar zijn hart zóó had gepantserd,. dat al de trucjes van Eros er niets tegen ver mochten. Als een dergelijk iemand het noodig vindt om zijn opinie over zichzelf te herzien en vandaag of morgen gebeurt het onvermijdelijke, waardoor het noodig is dan geschiedt uie herziening meestal grondig en in een phen omen aal tempo, in het geval van George had dit proces precies één uur en vut minuten geduurd; daarna was ziin psyche zoo, dat hii on ril u X1 voeten in het Retrii e handen en miauwd zou hebben ^?ndRekr°Pen en Re" Milligan het nS ls een kat> als Miss dergelijks van i gevonden had iets kwamen dercroim1" eis«hen. Gelukkig haar op. Relljke gedachten niet bij meis'ie"Vt^et dan maar>" zei het en namiHHt n i/v-een zei,doeken zakje uk heeft hu ze nog bij zich. uit de regeering te treden. Minister Dens liet zulks door de courant „Neptune" de menteeren. Thans meent de socialistische „Volks gazet", welke onder de hoofdredactie staat van oud-minister Huysmans, met zeker heid, het spoedige ontslag van den minis ter van financiën te kunnen aankondigen. Baron Houtart zou, volgens deze Ant- werpsche courant, door prof. Brusselmans, hoouleeraar te Leuven en Kamerlid voor Veurne-Diksmuide-Oostende, worden ver vangen. Prof. Brusselmans staat, als be kend, in zeer nauwe betrekkingen tot den Belgischen Boerenbond en sommige groo- te Vlaamsehe bankinstellingen. Veel houvast heeft men .dus nóg wel niet aan deze „geruchten", doch wij meen den onze lezers toch deze berichten niet te mogen onthouden, omdat er vast wel iets van waar zal zü'n en men dus kan rekenen op een misschien o zoo spoedige verande ring in het Belgische kabinet. Een poover resultaat van 2i dagen con- fereeren van den Volkenbond schreven we in den kop van dit overzicht en het kan ook waarlijk niet anders aangeduid, wor den, want eigenlijk is er heelemaal geen resultaat. „De laatste vergaderingen van den Raad hadden veel van een scenario", schrijft de Parijsche corr. van de „Nw. Rott. Crt," De opeenvolgende bedrijven waren met beleid geregeld, niettemin heeft het tot het laatst toe gespannen. De corr. vervolgt dan: Vanochtend (Donderdagochtend) had Dawes nog een lang onderhoud met Sze. Hij schijnt er op te hebben aangedrongen, dat de Chineesche troepen Tsjintsjou ten spoedigste ontruimen. Sze moet eerst te gengestribbeld, maar zich later gewonnen gegeven hebben. Het voorstel zou zijn re geering bereikt hebben. Vandaag in de openbare vergadering noemde hij den toe stand in dat gebied normaal. Er wordt geen aanval op de Japansche stellingen voorbereid. De waarnemers hebben er vastgesteld, dat de Japansche troepen er in voldoende mate teruggenomen zijn. Den raad blijft voorloopig niets anders over dan te hopen, dat deze toestand voort duurt en de „bandieten" zich stil houden. Officieel is geen ontmantelde zone afge bakend, noch een termijn bepaald voor de volledige ontruiming door de Japansche soldaten. Nu wacht men de uitzending van de studiecommissie af. De raad heeft 24 dagen geharreward om terug te keeren tot de resolutie van 30 September, waarbij China zich verbond veiligheidsmaatrege len te nemen, waarna Japan zijn troepen zou terugroepen. De genoemde commissie is tenslotte de muis, die deze berg van be sprekingen gebaard heeft. Hoover de optimist is aan het woord ge weest. Wie Hoover is weten onze lezers allemaal, daar behoeft niet speciaal bijge zegd te worden, dat hij president is van de Ver. Staten, en dat hij een optimist is heeft men deze week kunnen lezen uit zijn jaarlijksche boodschap, waarmede hij de werkzaamheden van het Congres heeft geopend. Niettegenstaande overal de donkere wolken van crisis en malaise zich steeds dreigender samenpakken, behoudt Hoover zijn goed vertrouwen in de toe komst en gelooft hij, althans wat Amerika betreft, dat het slechts een voorbijgaande depressie is. Hoover heeft Donderdag aan het Con- Ik heb grooten zin om mee te gaan." George schudde zijn hoofd. „Nee," zei hij, „niet dat ik 't niet heel prettig vinden zou, maar het heeft geen raison. Integendeel, groote kans, dat u alles zou bederven. Want al 't lukt, dan komt dit doordat hij niet weet, dat ik u ken en ik beloof hierbij, dat ik niet met den buit er vandoor zal gaan." „Daar ben ik geen oogenblik bang voor. Maar ik vind 't zonde om zooiets te missenEnfin, u zult wel gelijk heb ben. Bij voorbaat vast bedankt, Mr. Carr!" Haar cavelier sans peur et sans repro- che kuchte een paar maal veelbeteeke- nend. „Ze hebben me indertijd „George" ge doopt, vertelde hij haar met een kleur tot achter zijn ooren, „naar een oom van me, van wien we een heeleboel te wach ten hadden wat tusschen twee haakjes op niets is uitgeloopen, omdat hij een jaar daarna met zijn huishoudster ge trouwd is. Maar toen heette ik eenmaal George en sindsdien hen ik het geble- vormelijk dan Mr. Carr, vindt u niet? lï omdat we elkaar waarschijnlijk toch zoo dikwiils zullen zien...." Een paar oogenblikken keek Miss Mil- ligan hem nadenkend aan, dan begon ze te lachen. „Goed George!" moedigk 'e WCl' Carmencita!" zei George Mr. Todd grinnikte sarcastisch. schoiiwSi10p£e'-Wat een aa»doenljjk ling a li i l.e°ies een tooneelvoorsfel- hng. Als ik niet oppas, word ik straks door den een of ander „Baby" genoemd. gres een boodschap doen toekomen over de buitenlandsche politiek. Wij lezen daarover o.m.: Hy houdt zich daarin in de eerste plaats bezig met het moratorium, dat, zooals hij verklaart, door alle belangrijke schulde naars is aangenomen. Het heeft indertijd den tendenz tot een algemeene paniek voorkomen en verder gaf het tijd om tot een nieuwe regeling der financieele be trekkingen te komen. Zijn stappen zijn dus noodzakelijk ge weest en Hoover is overtuigd, dat het Amerikaansche volk ze goedkeurt. Daar de betalingen aan Amerika op 15 Decem ber vervallen, is het dringend noodig, dat de minister van financiën door een wet ge machtigd wordt de ontvangst der betalin gen op te schorten tot een 10-jarige ter mijn, die 1 Juli 1933 beginnen zal. Bij het naderen van het nieuwe jaar, aldus vervolgt Hoover, wordt het duide lijk, dat een aantal regeeringen, die ons geld schuldig zijn, niet in staat zullen zijn aan hun verplichtingen in vollen omvang te voldoen, zoolang hun landen zich niet oeconomisch hersteld hebben. Het is nut teloos dit feit niet duidelijk onder het oog te zien. Het zal daarom noodig zijn in be paalde gevallen nog verdere nieuwe rege lingen te treffen. Om deze reden beveelt Hoover de wederinstelling van de commissie voorde corlogsschulden aan, die tot taak moet hebben de problemen, die in verband met deze schulden tengevolge en tijdens den tegenwoordigen oeconomischen noodtoe stand ontstaan, te onderzoeken en over het resultaat aan het Congres verslag uit te brengen en voorstellen te doen. Amerika en de ontwapening. Ook over dit belangrijke vraagstuk heeft Hoover zijn meening gezegd. Wij laten die hier volgen. Hoover deelde dan mede, dat de i-egee- ring de uitnoodiging om deel te nemen aan de ontwapeningsconferentie heeft aangenomen. Deze conferentie zal richt lijnen volgen, waarvoor Amerika reeds tij dens de Haagsche conferentie van 1899 is opgekomen. De tot nu bereikte resultaten zijn v.n.1. tot het gebied der maritieme ontwapening beperkt gebleven. Hoover hoopt echter, dat nietalleen de wapening van de vloten verminderd zal worden, maar dat de zoo dringend noodige beper king en vermindering ook op de wape ningen te land zal kunnen toegepast wor den. De lasten van betaling der wapenin gen zijn op het oogenblik grooter dan voor den oorlog. De oeconomische on zekerheid in de wereld wordt voor een groot deel veroorzaakt door deze wapenin gen en de vrees die zij doen opkomen. De wereld moet zich door geen argu menten van welken aard ook, laten ont moedigen om de wapeningen tot een ver standige basis te beperken. Een 35-urige werkweek heft alle werkloosheid op. Mededeeling van het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen: Norman E. Towson, de oeconomische deskundige der „Washington Loan and Trust Company',' maakt met betrekking tot het vraagstuk van den arbeidstyd de volgende berekening: „In de Amerikaan sche industrieën zijn in normale tyden 48 miirioen arbeiders werkzaam. Het aantal werkloozen op dit oogenblik kan op 6 miUioen geschat worden, zoodat er 42 millioen werkende arbeiders over blijven, luiten we aannemen, dat deze 42 millioen arbeiders gedurende zes dagen 8 uur per dag en dus 2.016 millioen uren per week werken. Indien ze slechts gedurende vijf dagen 8 uur per dag werkten, zouden ze voor 1.680 millioen uren werk verzetten. Voor dezelfde hoeveelheid werk zouden dan 50.4 millioen arbeiders noodig zijn, d.w.z. een grooter aantal dan in den tijd, toen men nog niet van werkloosheid spreken kon. Daarbij zou ook tegelijker tijd rekening gehouden zyn met de toe neming der bevolking en de voortschrij dende mechanisatie". Deze berekeningen komen tamelijk nauwkeurig overeen met de schattingen van het Amerikaansch Vakverbond, dat van meening is, dat, indien alle arbeiders te werk gesteld worden en men rekening houdt met het benoodigde voor het bin- nenlandseh gebruik en voor den uitvoer, 35 uur werken voor iederen arbeider vol doende is. N. E. Towson licht de cijfers als volgt toe: „Het eigeniyke doel van het men- scheiyk streven is oeconomische onaf hankelijkheid. Het doel der onafhanke- ïykheid is het verkrijgen van vrijen tijd Deze door mechanisatie en nationalisatie verkregen vrije tijd moet aan allen ten goede komen en niet alleen aan een paar rijken en vrijwillig werklooze parasieten, die van de winst leven, terwyi een leger onvrijwillig werkloozen ten laste van de weldadigheid komt!" Indrukken om en bij den Transsiberisehen spoorweg. (Van een reizenden correspondent). Wladiwostok, December 1931. 's-Avonds kwamen wij aan op het sta tion van Baikal, aan het meer van dien naam. Het donkere water is voortdurend in beweging en het eentonige geruisch is nog op grooten afstand te hooren. De spoorweg is hier uitgehouwen in de gra nietrotsen, die zich rondom het meer be vinden. Den geheelen nacht ryden wij om het meer heen en hooren wij het w ater, docli als wij den volgenden morgen er voorbij zyn en weer in het eenzame land schap met zyn blauwe bergen ryden, top pen die met eeuwige sneeuw bedekt zyn, missen wij het meer toch. In mijn compartiment zit nog een an dere reiziger, een sovjet-ambtenaar op dienstreis. Op zyn knieën heeft hy een kaart van Siberië uitgespreid, waarop met potlood in verschillende kleuren lijnen zyn getrokken en punten gemarkeerd. Op myn vraag deelt hy mee, dat hy econoom is en dat die lynen en punten de ver keerswegen en industrieele centra zyn, die men in Siberië aantreft of alsnog wil aanleggen. Het belangrijkste is wel de nieuwe spoorbaan naast den ouden Trans siberisehen spoorweg. Daar zullen wij nu een goeden indruk van meenemen. Ik ga in den gang langs de compartimenten, van waaruit ik beter en rustiger het groote werk kan overzien. Hier zyn nog milliarden tonnen steenkool en andere delfstoffen in den grond verborgen, vindt men nog ongebruikte waterkracht, die milliarden kilowatts vertegenwoordigen. Doch verkeerswegen zyn een eerste ver- eischte, om dit rijke land te kunnen ex- ploiteeren. Men heeft een extra spoor baan noodig, om al die lijnen en kringe tjes op de kaart van den econoom tot wer kelijkheid te maken. Met den aanleg er van is men reeds bezig. Onze trein rijdt op de baan slechts langzaam voort, want duizenden zyn langs de rails aan het werk. Moerassen worden gedraineerd, zand wordt aangevoerd, de onderbouw van den nieuwen baan wordt gemaakt. Zfjn laatste reis? In den gang maak ik kennis met een Duitsch ingenieur, die op weg is naar Japan. Hy is specialist op het gebied van Dieselmotoren en moet toezicht houden bij het bouwen van eenige schepen. Hy vreest, dat het zyn laatste reis naar het land van de rijzende zon is. De over de geheele wereld bekende firma, waaraan hy verbonden is, voert daar in Japan de laatste bestelling uit, die sinds lang is binnengekomen. Er worden geen schepen meer gebouwd; er liggen er honderden opgelegd in de havens. Op de fabrieken in Duitschland zelf werkten vroeger veer tig duizend personen, doch daarvan heeft men er nu reeds zeventienduizend moeten ontslaan als gevolg van de crisis. Over een maand zal hy zyn opdracht in Japan hebben vervuld en dan zal hy voor het laatst langs dqpen mooien spoorweg van 12.000 km terugrijden naar zijn vader land en wellicht zelf ontslagen worden. Er is een verbittering en ongerustheid in zijn blik te lezen. Ik ga weer terug naar mijn comparti ment en hij naar het zijne. De econoom vertelt van scholen en hospitalen, van fa brieken en rivierhavens langs de Ob, de Irtich en de Jenissei; van de booten en de spoorwagens, die tractors en verschil lende machinerieën naar Sverdlovsk en Kouzbas brengen. Hij zal in Sverdlovsk den trein verlaten; hij heeft zijn kaart weggeborgen en bestudeert nu een geolo gisch handboek. Twee jaar geleden is hij voor geoloog aangewezen, zonder dat hij iets van het vak wist; door zelfstudie heeft hij al dien tijd getracht, ervan op de hoogte te komen. Een Europeesche stad, Novosibirsk. Sverdlovsk was een afschuwelijke stad. De gebouwen en de woningen der werk lieden zagen zwart van den rook, die uit vele schoorsteenen opsteeg. Door de bos- schen om de stad loopen wegen, waarin de autobussen diepe voren hebben ge maakt. Dan rijden wij weer verder tot Omsk, dat tien jaar geleden nog een ouderwetsch dorp geweest moet zyn. Thans ziet men er vele nieuwe gebouwen. Van meer belang is echter Novosibirsk, de volgende plaats, waar de trein stopt. Daar vindt men breede straten en groote huizen, die doen denken aan de Europee sche huurkazernes. De groote weg naar Kouzbas zal spoedig gereed zijn; in laatst genoemde plaats vindt men een aantal steenkoolmijnen met een inhoud van 600 milliard ton. Men staat er verbaasd over, hoe hier in enkele jaren een Europeesche stad is opgebouwd. En dan gaan wij weer verder en verdwijnt Novosibirsk in de avondschemering. 's Avonds rijden wij over de Angara. Daar ligt Irkbetsk met zijn door pilaren versierde huizen, die zich in het koude water van het meer weerspiegelen. Hier golft het water niet; het trilt slechts even in het licht. De Angara zal energie moe ten leveren voor twaalf electrische cen trales met een gezamenlijke productie van 40 milliard kilowatt/uur per jaar. Ex- moeten hier in de buurt nog steenkoolge- bieden liggen; als de zaak slechts eeni- germate goed georganiseerd wordt, bezit Rusland de grootste rijkdommen ter wereld. Technisch personeel de beste kansen. In den nacht stopt de trein te Chila. Het perron staat vol goudzoekers, die eomboy- hoeden dragen en pijpen rooken. Het blij ken Amerikanen te zijn; ze zijn naar het station gekomen om een landgenoote weg te brengen, een journaliste, die in onzen trein stapt en na het vertrek dadelijk eenige aanteekeningen gaat maken in een in leer gebonden dagboek. Te Bira hield de trein even stil en ik maakte wat van de gelegenheid gebruik om eenige malen het perron op en neer te wandelen. Daar werd ik aangesproken door een klein mannetje in een dunne overjas, die in den kouden wind op het perron liep te bibbe ren. Hij was een jood en had uit Roe menië moeten vluchten. Met eenige ge- loofsgenooten kwam hij eindelijk aan de Birobidjan in de Siberische „Aaiga". Ook daar werd het leven echter een bittere te leurstelling voor hem; hij was kleermaker Dit zwaar-op-de-handsche grapje werd genegeerd. „Dan stap ik nu op," zei George, ter wijl hy opstond. „U zult wel zien wan neer ik terugkom. Ben ik er, voordat de zon boven de kimme verx-jjst, niet, bel dan de Brandweer en het Bureau voor Ge vonden Voorwerpen op. Tot kijk. Car- mencita!" „Tot ziens, George," zei Carmencita Milligan. „Groeten aan Reginald!" riep Mr. Todd hem na. HOOFDSTUK V. De mislukte zending. De vertegenwoordigers van elke natie hebben hun eigenaardigheden, hun ge woonten en hebbelijkheden, die te sa&m voor de vertegenwoordigers van een an dere natie, eveneens bezitters van eigen aardigheden, gewoonten en hebbelijkhe den, een bron van veel en onschuldig ver maak zyn. Zoo weten de Franschen niet wat een ontjxyt is, zoo spelen de Ameri kanen golf in een witte broek, zoo dra gen de Duitschers hun haar gemillime terd, zoo frequenteeren de Engelschen clubs. Die clubgewoonten zijn het Engelsche hart al bijzonder dierbaar. Er kunnen geen drie Engelschen bijeen zitten of er ontstaat een club; is het aantal zes, dan ontstaan er twee clubs. Die behoefte om bij de minste provocatie een club op te richten, wordt slechts geëvenaard door de behoefte om zoo gauw de club er is, zich in die club te isoleei-en. Statistici en andere oude heeren met lange baarden vertellen ons, dat er in Londen op elke twaalf inwoners een club is. Een feit is 't, dat er hoofdstraten zijn, die geflankeerd worden uitsluitend door- clubgebouwen. Clubgebouwen met lage vensters, waarin men, op elk uur van den dag, een quantum kale schedels kan zien, die een plichtsgetrouwen fabrikant van kammen naar de arsenicum-flesch zouden doen grijpen. Een Londenaar zonder club is even zeldzaam als een Augustus maand zonder regen. Een dezer clubs is de Unus-club. Zij heeft haar pied-a-terre in een cul-de-sac ergens in het St. Jamesdistrict. Het clubgebouw is pretentieloos eenvoudig, de keuken buiengewoon goed, de contri butie opvallend gematigd en de adspirant- ledenlyst merkwaardig lang. Dit laatste, doordat de club een halve eeuw geleden uitsluitend ten behoeve van menschen, die bedankten om in hun vrijen tijd over „zaken" te praten, opgericht is. Van elk vak, of ambacht, of bedrijf, of beroep, of professie onder de zon van zebra fokker tot accountant - wordt maar één vertegenwoordiger als lid toegelaten; de grootste financier, de machtigste diplo maat wordt onherroepelijk geweigerd als de club bereids een financier of diplo maat onder haar leden telt. Aan deze be paling wordt strikt de hand gehouden en daaraan is liet dan ook te danken, dat de l nus zich in zoo'n groote populariteit verheugen mag. MHe' "ep al tegen achten toen George Carr de hiei'boven beschi-even vreedzame insteling bereikt had. Ily liep resoluut de stoep op, meldde zich bij den portier aan, verteld® de man van zijn verlangen om met Mr. FanshaweSmith een praatje te maken en ging zitten om te wachten. Hij had er geen flauw idee van hoe hij de zaak moest aanpakken, maar hy hoopte op co-operatie van de Voorzienigheid, als het psychologisch moment daar was. Eén ding alleen stond by hem vast: hij moest en zou de juwee- len buit maken, ook al zou het hem zijn leven kosten. Over het marnier van de hall kwamen voetstappen naderbij en even later stond Mr. Reginald Featherstone Fanshawe- Smith voor hem, „tiré" zooals gewoonlijk, maar voor deze speciale gelegenheid lich telijk verwonderd. „Dat is een onvervalscht genoegen, vriend Carr," begroette FanshaweSmith hem. „Welkom binnen deze gastvrije muren! Ik stond juist op 't punt om mijn dagelyksch rantsoen te beginnen, maar een diner a deux is veel beter voor de spysverteringszenuwen". „Afgelast, F.S.! Ik kan tot mijn spijt met blijven," zei George pompeus door het samenzweerdersgevoel, dat hem bij het zien van zijn ex-schoolkameraad ovex-- vallen had. „Ik moest toevallig in deze buurt zyn en toen dacht ik, laat ik even binnenwippen." „Een nobele gedachte! Dezen kant op, wil je? Als je niet met me eten wilt, rnoet je het- tegenoevrgestelde maar doen. George liep achter zijn gastheei aan de hall door en ging, in dezelfde volgor de, de rookkamer binnen, een groot ver trek met verschedene clubfauteuils, waarin een quantum van de leden lag te dutten. „De slaapzaal," kondigde Fanshawe— Smith aan. „Praat maar zoo hard je wilt Voortdurend pijn irr de lendenen, of scherpe steken als gij u btikt of opricht, wijzen op ver zwakking der organen in den rug. Des te nteer als gij tevens blazen onder de oogen, duizeligheid, hoofdpijn of urinestoornissen kunt opmerken. Verwaarloozing dezer verschijnselen kan aanleiding geven tot ernstige kwalen. Er be staat gevaar voor maandenlange pijn of wer keloosheid door rheumatiek, ischias, spit, blaaszwakte. waterzucht enz. Laat Foster's Rugpijn Pillen de organer weder tot gezonde werking brengen, zoodat het urinezuur en de andere schadelijke stoffen weder uit het bloed gefiltreerd worden. Reeds jaren verwierf dit speciale middel naam door tallooze mannen en vrouwen van eiken leeftijd hun gezondheid en kracht te hergeven. Bij alle drogisten enz. 1.75 per flacon. je krijgt ze toch niet wakker. In deze zaal hebben de Zeven Slapers van Epheus zich voor de match getraind. Ga zitten, vriend Carx-, en zeg wat het zal zyn." George aarzelde. Het leek hem op zijn zachtst gesproken onopgevoed om met iemand, dien hy, zoodra hij de kans schoon zag, voor het luttele bedrag van vijftigduizend pond lichter wilde maken, genoeglijk wat te gaan zitten drinken. „De quaestie is," zei hij onhandig, „dat ik, wat, drinken betreft, op rantsoen ge ste; J ben F.8 Myn lever...." FanshaveSmith knikte deelnemend. „Dan is een Bishop's Benediction je „het".... Voor een lever gewoonweg on weerstaanbaar." Hij legde zijn vinger op het ivoren schelknopje, drukte en liet zich, langzaam en gracieus, naast George op den divan neer. „Ik apprec'eer het het buitengewoon dat je je kerngezond mannelijk aanschijn zoo spoedig ben! komen vex-toonen." De eigenaar van het kerngezonde mar nelyke aanschijn gaf niet dadelijk ani woord. Hii zat den dandy voor hem me den meedoogenloozen avonturier, dier Cax-mencita hem beschreven had. te ver gelijken en het resultaat was, dat d« geschiedenis hoe langer hoe onbegrypa ltjker werd. Maar Carmencia had hei* verzekerd, dat het zoo was en dus w? het zoo. „En," begon hij, toen de club-lijfeigen; met het roode vest, die in sluipbewegin gen excelleerde, de glazen voor hen neer gezet had en weer verdwenen was. „Wa> heb jij sinds Oxford uitgevoerd, F.-S.?" Fanshawe-Smit gaapte met onnavolg. bare gratie. mi .(Wordt vervolgdj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1