AM STER DAM SC HE Is
BRIEVEN
KWINKSLAGEN.
De Kerst-sfeer.
Verkeers-intuïtie.
Relletjes.
We zitten weer in de donkere dagen
voor KerstmisEn het stadsbeeld
vertoont de verschijnselen die lang
zamerhand in die dagen traditie zijn
geworden. De Kerstboomenmarkt aan
den Singel bij het Koningsplein,
waar dit keer, behalve dan door de op
schuiten en den wallekant opgestapelde
groene boden, ook nog door de aan den
gevel van het Garlton-hotel aange
brachte tallooze roode electr. lampjes,
het komend feest van huiselijke intimi
teit en goeden wille gepropageerd
wordt; de boomen- en hulstventers op
diverse pleinen en straathoeken elders
in de stad; de Kerstpotten van het
Leger des Heils; de roode lichtschijn
waarin verschillende winkeliers ook
thans weer hun etalages gehuld heb
ben de straatmuzikanten met hun
Kerstliederen en gaspijpen waarmede
zij het toepasselijk klokgelui trachten
na te bootsen Met al deze, vooral de
laatste jaren meer en meer in de mode
gekomen middelen, tracht men er de
Kerststemming in te krijgen En men
importeerde bovendien er nog enkele,
voor ons nieuwe, uit het Engel-
sche buurland, zooals dan de cere
monie van het roeren in het deeg van
de plumpudding door een hoog stede
lijk magistraat, een functie die hier
werd waargenomen door wethouder
Douwes toen een onzer grootste restau
rants aan het bereiden ging van zulk
een pudding-in-reuzen-formaat ten be
hoeve van de gasten van het Armen
huis, zoowel als ten behoeve van
een door de betrokken directie gepast
geoordeelde Kerstreclame
Dat, desalniettemin, de gewenschte
stemming er niet zóó inkomt als andere
jaren, het kan, in deze tijden, waarin
zooveel benards maar blijft bestaan en,
op velerlei gebied, nog van zoo weinig
herboren goeden wil aan den dag
treedt, wel haast niet anders. Vooral
ook de, voor diverse stempellokalen de
laatste dagen voortdurend weer plaats
hebbende relletjes dragen natuurlijk
het hunne bij tot het min of meer uit
blijven van de welbehagelijke, gezellige
sfeer die anders bij dit seizoen past.
Nu de betrokken werkloozen van diver
se zijden, vooral ook van de zijde der
grootste arbeiders-organisaties, steeds
weer helder en duidelijk onder het oog
wordt gebracht, dat het tweemaal per
dag stempelen waarlijk geen nuttelooze
plagerij, maar een noodzakelijke, hen
zelf beschermende controle-maatregel
is; en nu tevens kwam vast te staan
dat de aanstichters en „leiders" van
deze relletjes in de meeste gevallen
lieden zijn die zelf, in eigen persoon en j
wel drommels goed voor zorgen hun
twee stempels te halen en zoodoende j
Jiun volle uitkeering te bekomen, i
mag intusschen gehoopt worden, dat j
deze ongeregeldheden spoedig groo-
tendeels tot het verleden zullen behoo-
ren, en dat zal worden ingezien dat
deze vorm van „actie voeren" in geen
enkel opzicht gerechtvaardigd is en
slechts noodelooze verdeeldheid en ver
bittering en geen enkeleverbetering
kan teweeg brengen.
Deze relletjes hadden, ja, ook zelfs
bij zulk een betreurenswaardig feit,
ontbreekt dat niet! tenslotte één
lichtkant! Een lichtkant die men dan
op het gebied van het verkeer kan
vinden. Toen toch op verschillende
punten der stad extra concentratie van
politie-manschappen geboden was en
dientengevolge vele verkeerspolitie-
posten tijdelijk moesten worden opge
heven, bleek hoezeer het hoofd
stedelijk publiek den laatsten tijd al als
modern weggebruiker is opgevoed,
in welk een verblijdende mate het
reeds een goede „verkeers-intuïtie"
(zoo noemen de Veilig Verkeer-propa-
gandisten dit!) deelachtig is gewor
den Het automatisch werkend bel-
systeem in de Leidschestraat b.v. werd
met de, op het asphalt aangebrachte
stop-strepen waarlijk zeer voldoende in
acht genomen, ook zonder het stren
ge oog van den man met de wit-zwart
gestreepte manchet!Wat het vak
Verkeer betreft, kan, gezien dit
examen, het hoofdstedelijk publiek
"n^er.,de rubriek „Gedrag" nu al wel
et cijfer 6 of 7 worden toegekend
i lichtpunt doet tevens het beste
v??r resultaten van de veel
Pr0efneming die Commis-
keersïiïL?' Te PoIiti™eele Ver-
keers-dictator, binnenkort van plan
is te nemen met de automatische ver
keersregeling door middel van geluids-
zoowel als lichtsignalen.
Kerstmis ln Concert- en Schouw
burgzaal.
Ook binnen de muren, in onze
concert- en schouwburgzalen in de eer
ste plaats, werd er dezer dagen danig
rekening gehouden met het snel nade
rend Kerstfeest. Het Concertgebouw
orkest, om te beginnen, -r- een
„groote" uitvoering van Bach's „Hohe
Messe", met orkest, orgel, groote
koren en solisten, en trachtte daar
mede de goede wil en welbehagen in
de mensehen sfeer te wekken. In dit
verband mag, bij wijze van terzijde,
wel even worden opgemerkt, dat het
welbehagen in de Concertgebouw-or
kestleiding onder het publiek den laat
sten tijd toch wel iets of wat getaand
was. Een groot deel van dat publiek
heeft het deze leiding hoogst kwalijk
genomen, dat zij van het verscheiden
van Evert Cornelis met een, men kan
wel zeggen, minimum van officieele
„blijken" heeft kennis genomen. Een
feit dat „men" des te minder goed ver
droeg omdat men dezen musicus,
die hier toch tien jaar achtereen den
tweede dirigeer-stok zwaaide, ook
reeds tijdens zijn leven in Amsterdam
min-fraai behandeld vond. En feit ook,
dat, vond men, niet werd gemaakt
door het wél naar behooren huldigen,
door middel van een afscheidscon
cert, van dien anderen tweeden diri
gent, Cornelis Dopper, die dezer
dagen afscheid van het „Gebouw" nam
om zich in den vervolge uitsluitend
aan het componeeren te wijden.
Ook het tooneel staat „in het teeken
van de hulst met roode besjes" en de
Kerstboom. Het Ned. Tooneel doet dit,
in zekeren zin, indirect met de opvoe
ring van „De Klop op de deur", een
tooneelbewerking van het populaire
boek van Ina Boudier Bakker. De Am-
sterdamsche mensch en de oud-Am-
sterdamsche gezins-toestanden, die in
dit werk verbeeld worden, moeten hier
de stemming oproepen. En meer direct
wil Verkade met zijn troepje in de
Rika Hopper-Schouwburg dit dan be
reiken door het vertoonen van Scrooge
en Marley, waarmede het de nog
steeds geliefde Christma Carol, de
Kerstvertelling, van Charles Dich
eens op de planken wordt gebracht.
We gluren overigens ook reeds, over
den schouder van het Kerstmannetje
heen, naar den Oudejaarsavond en tref
fen ook daarvoor voorbereidingen. De
telken jaar weer opduikende kwestie
van de café-sluiting op dien avond is
o.a. al aan de orde geweest. Als alge-
meene regel zal dit keer een tien-uur-
sluiting gelden. Er kunnen evenwel
dispensaties, ontheffingen, wor
den verleend. Een goede dertig zaken
deed hiervoor aanvraag. Maar het zul
len er dan waarschijnlijk slechts een
zeventiental worden, door den Bur
gemeester, in overleg met de betrok
ken werkgevers- en werknemers-orga
nisaties uit te kiezen. Daar zullen dan
de verstokte vrijgezellen en de vreem
delingen den overgang van oud in
nieuw, zoo gewenscht tot 4 uur 's nachts
kunnen vieren, of, rustiger, kunnen
uit-zitten
Nieuwe Paleis-Commissie.
Aan gemeentelijke bestuurs-zaken
zijn, nu de begrooting onder dak is,
verder deze laatste dagen het jaar
niet rijk. Een van de belangrijkste was
misschien nog de installatie van de
commissie welke de opdracht heeft „een
onderzoek in te stellen of het Paleis op
den Dam voor een of meer gemeente
lijke doeleinden is bruikbaar te maken
en, zoo ja, voor welk of welke". Tot
bijster groot enthousiasme geeft deze
installatie echter geen aanleiding.
Want de hoeveelste Paleis-commissie,
het hoeveelste onderzoek van dezen
aard, is dit nu al niet reeds? En „ge
beuren" deed er tenslotte toch nooit
iets! Een definitieve beslissing, naar
de een of andere zijde, heeft de
Raad tot nu toe, met al deze reeds
uitgebrachte adviezen achter zich,
toch niet durven nemen. Zal hij, als
deze, nieuwe Commissie haar rapport
bq de vele voorafgaande gevoegd heeft,
eindelijk wél den moed tot het nemen
van een afdoend besluit krijgen?
Men durft het haast niet meer hopen!
Het lichtpuntje hier is, dat ex-wethou
der Wibaut, tot Voorzitter van deze
nieuwe Commissie werd benoemd en
nu hij op het Prinsenhof niet meer als
Machtige fungeert, hier zijn vrijge
komen machtige drijfkracht zóó zal
kunnep ontplooien, dat de heeren in
den Raad welhaast tot het nemen van
een... Paleis-stap gedwongen worden!
Prof. Fabius. t
Machtig in vele opzichten, maar
van „tegenovergestelden" stempel dan
die van dr. Wibaut, zou men kunnen
zeggen, was ook een man als prof.
Fabius die ons onlangs op 80-jarigen
leeftijd ontviel en die dertig jaren lang
in de Raadzaal een bekende figuur ge
weest is. In het politieke leven kan
men hem, ook al weer in tegenstel
ling tot dr. Wibaut, vooral machtig
in zijn isolement noemen. Een isole
ment dat ook min of meer gold tegen
over zijn partijgenooten de Anti-revo
lutionairen. Steeds is hij, tot het
laatste toe, de principieele theoreti
cus gebleven die de principes van een
Groen van Prinsterer, zonder eenig
compromis, tot in den modernen tijd
wenschte door te voeren en niets moest
hebben van het geven en nemen waar
aan ook de A.-R. in de gemeentelijk-
politieke praktijk-van-alle-dag niet ont
kwamen. In den engeren kring van
zijn geestverwanten zal deze forsche
figuur mede daarom misschien minder
gevoeld worden als het noode missen
van een politicus, dan wel als het af
scheid van een bemind en geëerd hoog
leeraar der Vrije Universiteit, een ambt
waarin hij reeds in 1920 zijn veertig
jarig jubileum viei-de. En onder het
grootere publiek zal hij in de eerste
plaats blijven voortleven als een rus
tig verdediger van het oude schoon der
stad die hij lief had, op een wijze zoo
als schijnbaar alleen Amsterdam die
kan oproepen!
Feest-Arbeiders-Sportbond.
Naast de herdenking bij het ver
scheiden van een 80-jarige enkeling
van den ouden stempel, de feeste
lijke herdenking te plaatsen van het
eerste lustrum, oftewel vijf-jarig be
staan van een jeugdige „roode" orga
nisatie, dat geeft wel een denkbeeld
van de zoo veel verscheiden aspecten
waaronder het moderne leven zich aan
ons voordoet.
De „herdachte" jubilaris die ik hier
op het oog heb is de Arbeiders-Sport
bond, die, in 1926 opgericht met een
ledental van45 thans reeds een
20.000 aanhangers telt en h.t.s. aan het
feestvieren is geweest in Parkzicht.
Men zal het een buitenstaander, die
in dezen weet te spreken namens een
groot deel van „het publiek", moei
lijk kwalijk kunnen nemen, dat hij geen
al te jubelende woorden vindt voor
deze, blijkbaar reeds ten deele geslaag
de poging, ook „de sport" in de netten
van de politiek en een nauwomschreven
partijen-verband te vangen. De sport,
en zoo voelt de meerderheid van ons
volk dat ongetwijfeld nog altijd, is
een terrein waarop men elkaar van
mensch tot mensch in vrijheid wil ont
moeten en men niet aanstonds naar
iemand's politieke, godsdienstige of an
dere overtuigingen behoeft te vragen.
Het merkwaardige in dit geval is,
dat de geestverwanten van dezen nieu
wen Bond dat, vijf jaar geleden, veelal
ook precies nog zóó voelden. Toen toch,
nog in 1926, toen een enkele over
zulk een speciale Arbeiders-Sporthond
dacht en schreef, heeft het Partijbe
stuur van de S.D.A.P. zich tegen de
oprichting gekeerd, „overwegende, dat
de neutrale sport nergens voor de ar
beiders een beletsel tot beoefening
vormt en het oprichten van een zelf
standigen bond onnoodig en onwen-
schelijk was"
Dat „men" nu niet mee-juicht, kan
dus, zooals gezegd, niet kwalijk ge
nomen worden, vooral niet als er bij
gezegd wordt, dat men evenmin
juichen en jubelen zal als een R.-K.-,
A.-R.-, V.-D.- en noemt u verder het
rijtje zelf maar op, Sportbond soms
ook eens aan het feesten gaat!
Kaarsvetvlekken verwijdert men,
door het kaarsvet eerst voorzichtig met
een mes te verwijderen en daarna de
nlek met een stuk grauw napier te
bedekken en erover te strijken met
een warm strijkijzer; het papier steeds
vernieuwen, totdat er geen vet meer
op komt.
Vetvlekken, die met een zeepsopje
niet verdwijnen, bedekt men met een
papje van pijpaarde en water. Men
laat dit eenige uren op de vlek zitten
en neemt het poeder weg. Zoo noodig
deze bewerking herhalen.
Een advocaat en een dokter hadden
eens twist, wie bij officieele gelegen
heden den voorrang had. Zij wendden
zich ten slotte tot den bekenden schrij
ver Victor Hugo, die als scheidsrech
ter moest optreden. „De advocaat heeft
den voorrang", sprak deze dadelijk,
„Want de boef gaat voor den beul".
De beroemde Perzische dichter Sadi
heeft eens gezegd: „Nooit heb ik over
mijn lot geklaagd dan eens, toen ik
barrevoets was maar toen zag ik een
man die geen voeten had en ik was
weder tevreden met mijn lot.
Caruso, de beroemde tenor, was on
danks het feit dat hij schatrijk was,
niet zeer vrijgevig. Hij beknibbelde
dikwijls kleine bedragen en met zijn
huishoudsters had hij voor zijn huwe
lijk altijd ruzie omdat hij meende dat
zij hem bestalen.
Een nieuwe huishoudster echter, wist
het goed aan te leggen. Zij moet eens
met den beroemden zanger de Nieuw
jaarsfooien verrekenen die ze uit zijn
naam had gegeven.
Hoeveel hebt u den vuilnisman
gegeven? vroeg Caruso. f
De huishoudster noemde een vrij
hoog bedrag.
Maar waarom zoo veel, riep de zan
ger verschrikt uit. Waarop de huis
houdster kalmpjes antwoordde: Hij
heeft gezegd dat hij anders al uw lau
werkransen niet meer mede wilde
nemen, meneer.
Caruso glimlachte en maakte geen
aanmerkingen meer.
„Deze vaas is meer dan 3000 jaar
oud".
„Hoe kan dat nu! En we hebben pas
1931!"
(Everybody's Weekly).
Daar is hij dan ook wijsgeer
voor.
Sedert Socrates zijn er nog véél wijs-
ge eren ter dood gebracht. Men heeft
echter nimmer hooren verluiden, dat
ooit een wijsgeer iemand heeft gedood.
Nouv. Rev. Franc.
Modern fabeltje.
Een Koerd, zoon van een hoofd, dat
een massamoord had toegestaan, werd
gezien met een boer, die hem leerde
ploegen. De vader gaf zijn afkeuring
over de onwaardigheid te kennen van
zulk werk. De zoon antwoordde: „Wan
neer gij alle christenen hebt gedood,
zullen we moeten werken of sterven",
Noel Buxton.
Huwelijks-selectie gewenscht.
Bii elke beroepskeuze wordt, ook ten
aanzion van het jonge meisje, nagegaan
of zij aan de physieke eischen, die er
voor worden gesteld, kan voldoen. Dat
gebeurt nooit voor een huwelijk. De
zwakste gestelletjes trouwen, waarvan
men van te voren weet, dat het op een
rustbank-bestaan uitloopt. Dat is toch
onnatuurlijk.
Grüne Blatter.
Slecht gekozen oogenblik.
Naar verluidt is een man plotseling
genezen van doofheid, toen hij naar
een sprekende film zat te kijken. Hij
heeft het wel buitengewoon ongelukkig
getroffen, dat de genezing juist toen
In het economisch leven blijft de
grootste genialiteit, wanneer zij geen
grooten invloed naar buiten uitoefent,
derrie zender beteekenis.
Canadron Gezette.