T
VAN DINSDAG 29 DECEMBER 1931.
TWEEDE EK LAATSTE BLAD.
STADSNIEUWS
De Kerstdagen.
HAAR OFFER.
n.
voor
Licht op
alle voortuien:
a Wintertijd.
.«i nee. 16,22 uur
Dinsdag - ia n»
Woensdag 3°
Ds. E. R. Damsté, Ned. Herv. Pred.
te Huisduinen en Julianadorp, ontving
toezegging van beroep naar de Ned. Herv.
Gem. van Ransdorp en Schellingwoude
(gem. Amsterdam).
Op het 23 November te Amsterdam
gehouden examen slaagden voor het
Mercurius-diploma Duitsche Handelscor
respondentie onze stadgenooten de heeren
B. H. Wilbers en A. C. v. Kampen, opge
leid door den heer A. Lever.
De „Bavos Band", onder leiding van
den heer H. Helmstrijd Jr., heeft op het
amateursconcours, gehouden 27 December
in „Bellevue" te Amsterdam, uitgeschre
ven door het Weekblad ,,Het Leven", den
derden prijs behaald.
DUBBEL-MANNENKWARTET
„INTER NOS".
In den j.1. Vrijdag (le Kerstdag) gehou
den grooten Nat. Zangwedstrijd, uitge
schreven door het Solo-mannenkwartet
„kunstgenot", Rotterdam, behaalde boven
genoemd kwartet in de hoogste afd. Dub-
Del-mannenkwartet den 4en prijs.
AFSCHEID WERKMEESTER KRUK.
Tevens een
lr. van Dam.
afscheid van
Donderdagmorgen half twaalf had in
de z.g. „uitslagloods" op 's Rijkswerf het
afscheid plaats tusschen den werkmees
ter van de afdeeling Scheepsbouw, den
heer C. R. Kruk, zijn chefs en minderen,
tengevolge van het met pensioen gaan
van den heer Kruk. Reeds des morgens
had de heer Kruk afscheid genomen van
het werkliedenpersoneel.
Afscheid van het werklieden-
personeel.
Om 8 uur in den morgen verzamelde het
scheepmakers- en conservatiepersoneel
zich daartoe in de scheepmakerswerk
plaats. Als spreker trad voor het perso
neel op de scheepmaker Ter H a a r, uit
wiens toespraak wij het volgende vermel
den:
Spr. herinnert er aan, dat de werkkring
van den heer Kruk niet een van de ge
makkelijkste was. Boven u stonden de
ingenieurs, daarbeneden de commandeurs
en werklieden. Beide klippen te omzeilen
■was niet altijd zoo gemakkelijk, en onge
twijfeld zullen ook door u fouten zijn ge
maakt. Menschenwerk is echter niet vol
maakt en om het een ieder naar den zin
te maken, werkelijk daar komt heel veel
voor kijken.
Voor alles echter zullen wij moeten er
kennen dat u het algemeen belang
heeft gediend. U heeft zeer veel gedaan
in het belang van den dienst, in het bij
zonder voor den scheepsbouw, wat ten
slotte ook een belang voor ons is, en daar
voor past een woord van dank.
Namens de werklieden onder de scheep
makers biedt spr. den heer Kruk een
fraaien reiskoffer aan en aan mevr. Kruk
een prachtige bloemenmand.
Antwoord van den heer Kruk.
De heer C. Kruk, zeer getroffen voor
het blijk van waardeering, dankt zijn
menschen hartelijk voor de verrassing.
Als spreker nog eens terug kijkt op den
I wee dien hij heeft afgelegd, dan komt hij
I tot de overtuiging dat de vriendschap
wederzijdsch is. Spr. memoreerde nog dat
1 als het er op aan kwam en er werkzaam
heden waren die met spoed klaar gemaakt
moesten worden hij steeds op zijn perso
neel kon rekenen. Nooit behoefde hij met
een klacht bij zijn superieuren te komen.
Moge het zoo blijven! Ook daarvoor mijn
harteüjken dank, zegt spr. Hij hoogte dat
zijn opvolger, de heer G. Duinker, zich
met dezelfde toewijding zal geven.
De opvolger des heeren Kruk.
Hierna trad de nieuwe werkmeester, de
heer G. Duinker, naar voren en ook hij
hoopt de volste medewerking en plichts
betrachting van zijn-personeel tot groei
en bloei van 's Rijkswerf.
Nadat allen afscheid van hun werkmees
ter genomen hadden met een driewerf
„hoera", was de plechtigheid hiermee af-
geloopen.
Het afscheid van de superieuren.
Te half twaalf waren in bovengenoem-
de uitslagloods aanwezig de heeren Rap-
pard, directeur van de afdeeling Scheeps
bouw van het Departement van Defensie,
ir- Bijl, directeur van 's Rijkswerf alhier,
hoofdingenieur van Dam (voor wien deze
bijeenkomst tevens ook een afscheid
werd), de ingenieurs Bijvoet en Visman,
overste Klingen, chef van de afdeeling
Werktuigkunde, vergezeld van den Off.
M.S.D. le kl. de Vries, van Bureau Boek
houding de griffier, de heer Kottmann,
en diverse ambtenaren, referendaris Noë
en echtgenoote en vele anderen.
Toespraak van den heer Kruk
tot den heer van Dam.
Het was allereerst de heer Kruk zelf,
die het woord nam en dit speciaal richtte
tot den heer van Dam, welke, zooals be
kend is, met 1 Jan. zal worden overge
plaatst. Toen u in Juli 1919 aan de werf
kwam, aldus baas Kruk, kenden wij u
niet, wij wisten niet wat wij aan u had
den. Nu, na zooveel jaren van samenwer
king, kennen wij u wel, wij weten, dat
wat u ons opgaf, steeds helder en klaar
was, zoodat wij geen moeite hadden met
het opvolgen van uw orders. Wij weten,
dat het uw stuwkracht en uw arbeid is
geweest, waardoor hier op 's Rijkswerf
veel ten goede is verbeterd, en wij hopen
dan ook, dat u onze werf niet vergeten
zult.
Daar de nieuwe functie van den heer
van Dam veel op reis zijn medebrengt,
meenden wij, aldus gaat de heer Kruk ver-
der, dat een reiswijzer en een reis-etui
j met benoodigdheden u van pas zouden
komen. Namens het gezamenlijke perso-
neel overhandigt spr- deze voorwerpen
aan den heer van Dam.
Toespraak van den heer van Dam.
De heer van Dam drukt zijn dank
baarheid uit over het feit, zooveel jaren
met den heer Kruk te hebben mogen
samenwerken. Onder alle moeilijkheden
en teleurstellingen door was er toch
steeds weer de blijdschap zeker te zijn
van den steun en de hulp van baas Kruk,
en de zijnen. En dat niet ter wille van den
persoon, maar om het werk zelf. Het is
immers altijd moeilijk iemand persoonlijk
aan te wijzen als er iets goeds was ge
beurd; ieder doet het werk op zijn eigen
wijze en gezamenlijk kwam het tot stand.
Spr. is overtuigd, dat ieder uwer zijn
best zal doen den naam der werf hoog te
houden. Dankbaar neemt spr. dan ook
van allen afscheid.
Het afscheid van den heer Kruk.
Toespraak van den directeur.
Nu neemt de Directeur van 's Rijks
werf, ir- C. Bijl, het woord, om den schei
denden werkmeester, die met zijn familie
aanwezig was, toe te spreken:
Geachte Werkmeester en verdere
familie Kruk!
Bij Koninklijk besluit van 24 October
1931 werd u met ingang van 1 Jan. 1932-
i eervol ontslag uit den werfdienst ver
doend. Op mijn verzoek is dit één jaar
later dan waarop u recht had. Dit jaar is
voorbij en nu zijn wij hier samengekomen
om afscheid van u te nemen.
Meester Kruk, dit is een gewichtig
oogenblik in uw leven. Na langdurigen
dienst is voor u een mijlpaal in uw leven
bereikt en wordt in de geschiedenis van
de Rijkswerf een periode afgesloten.
De werf is niet denkbaar zonder „den
baas" Kruk van weleer, zonder den
„Meester" Kruk van nu. Doch deze
naamsverandering is geen persoonsver
andering geweest. Steeds zijt gii tegen
over uwe chefs gebleven de bescheiden
ondergeschikte, maar nooit zijt gij ge
weest de slaafsche onderdanige dienaar.
Gij hebt een eervollen staat van dienst
achter den rug. Lang voordat ik het
levenslicht zag, waart gij als leerling hier
werkzaam, 1 Maart 1878 op een dagloon
van 20 cent. Ik zal niet uit den staat rele-
veeren de voornaamste data, doch bij hebt
het hoogste bereikt wat voor u te be
halen was. En nu wordt op 1 Jan. a.s- die
staat afgesloten met uwe pensionneering.
Meester Kruk, ik dank u voor de vele
goede diensten, die gij in uw werfdienst
hebt bewezen. Mijn beste wenschen be
geleiden u in uw ambteloos leven, waar
van ik hoop, dat gij nog vele jaren genie
ten zult temidden van uwe familie in het
bezit van een goede gezondheid. Als her
innering aan dit voor u gewichtig oogen
blik, hied ik u hierbij een album, waarin
zijn vastgelegd photo's van het gebied
waarop uw werkzaam leven zich uit
strekte. Ik hoop dat het doorbladeren van
dit album de herinnering aan de Werf
levéndig zal houden, en ook aan de ge
vers, die hier aanwezig zijn. Van de af
wezige gevers noem ik hier den referen
daris J. W. Noë en de ingenieurs Gaas-
terland en de Munter. Geachte heer en
mevrouw Kruk, het ga u wel.
Toespraak van den heer Kottman.
j Namens het administratief personeel
spreekt de heer Kottman, griffier, den
j heer Kruk toe-
Geachte heer Kruk.
Een groot tijdperk van uw leven wordt
afgesloten. Als u over eenige dagen kalm
thuis zit, zullen onwillekeurig vele mo
menten uit uw loopbaan op de werf de
revue passeeren.
De groote en moeilijke werken, die
onder uw toezicht zijn uitgevoerd, komen
natuurlijk in de eerste plaats, ze eischten
het grootste gedeelte van uw werkkracht
op, maar ik ben er toch ook zeker van,
dat u nog terug, zult denken aan de door
u gevoerde administratie.
Deze bracht u in aanraking met het
administratief personeel der werven.
Namens dat personeel kom ik u hartelijk
dank zeggen voor uwe groote medewer
king. We klopten nimmer tevergeefs
aan.
Bij onze dankbetuiging voeg ik nog
een wensch, ja eigenlijk twee wenschen.
De eerste is dat ge vele jaren zult mo
gen genieten van uw pensioen en de
tweede is, dat ge ons niet spoedig zult
vergeten.
Ook tot den heer van Dam richt spr.
het woord.
Geachte heer van Dam.
Ik wist niet, dat ik de gelegenheid zou
krijgen om hier van u officieel afscheid
j te nemen.
Persoonlijk heb ik dikwijls met u te
maken gehad-
Ik dank u ook namens mijn collega's,
voor de van u ondervonden medewerking.
Moge het u en uw gezin in uwe nieuwe
I standplaats goed gaan.
De nieuwe werkmeester, de heer
J D u i n k e r, brengt een afscheidsgroet
namens de collega's en het geheele
scheepsbouwkundige personeel, en biedt
met enkele hartelijke woorden een rook
stel aan.
Nogmaals de heer van Dam
aan het woord.
Nogmaals neemt thans de heer van
Dam het woord, ditmaal om als aftre
dend chef der afd. Scheepsbouw den af
tredenden werkmeester voor het laatst
toe te spreken. Hij wijst er op, dat een
arbeidszaam leven ook inderdaad groot
werk tot stand kan brengen. Wij zien
wel eens begeerig naar iemand, die wat
bereikt heeft, maar we vergeten wel eens
welk een zwaar en inspannend werk ver-
,j richt is om iets tot stand te brengen. Het
doet spr. genoegen bij deze gelegenheid
een aantal autoriteiten te zien. Hij wijst
er op, dat de heer Kruk in de samenwer-
j king allerminst een slaafsch dienaar was
j en schildert op amusante wijze den tact
en het beleid waarmede de heer Kruk
I soms aan allerlei opdrachten, die z.i. niet
I goed waren, wist te ontkomen en toch
zijn eigen inzichten te doen zegevieren.
Vooral als er weer eens een jeudig inge
nieur met een massa kennis maar weinig
ervaring op de werf kwam, had baas
Kruk het niet altijd even gemakkelijk-
Maar tenslotte was hij steeds weer de
klapper, die werd nageslagen. Hij gaf
zijn geheele persoonlijkheid aan het werk
en hij deed alles om het bedrijf te doen
slagen.
Voor de persoonlijke woorden van den
heer Kottman, tot spr. gericht, dankt spr.
dien heer, dat- ook de bazen en comman
deurs behoefte hadden spr. te huldigen,
stelt hij ten zeerste op prijs.
Tenslotte zich wederom tot den heer
Kruk richtend, zegt de heer van Dam:
Ik kan me begrijpen, dat hij al dat hulde
betoon beu wordt. Evenmin als spr. is de
heer Kruk er bizonder op gesteld te wor
den gehuldigd. Maar overigens weet ik
zeker, dat hij er zich niets van aantrekken
zal en volkomen dezelfde zal blijven. Met
nogmaals een hartelijken gelukwensch
voor den verderen levensavond van den
heer Kruk, eindigt spr.
Dankwoord van den heer Kruk.
Met ontroerde stem dankt de heer
Kruk voor het gesprokene. Vierenvijftig
jaren heeft hij hier gewerkt en dat het
dan niet zoo gemakkelijk is ineens het
werk neer te leggen, zal ieder begrijpen-
Hij is dankbaar voor de goede gezond
heid, die hem geschonken is, en voor de
humane behandeling, die hij steeds heeft
ondervonden van de superieuren, ook,
waar die niet altijd verdiend was. Hij
dankt allen voor de goede samenwerking,
er is wel eens een verkeerd woord geval
len in den strijd, maar met een handdruk
werd dan steeds weer bijgelegd. Laat het
vergeten en vergeven zijn.
Voor de hulde van bureau boekhou
ding is spr. ook dankbaar; boekhouding
en arbeid gaan hand in hand, als wij goed
uitgewerkte gegevens krijgen, vlot het
werk vanzelf beter.
EEN AFSCHEID.
De koperslager le kl. F. W. Adriaanse,
werkzaam in de koperslagerij op de Rijks
werf, gaat 1 Januari 1932 den dienst met
pensioen verlaten na een diensttijd, van
ongeveer 40 jaren, waarvan 24 op de rijks
werf te Amsterdam en 16 jaar op de rijks
werf alhier.
Ten einde hun collega „feestelijk uit te
loodsen" hadden de koperslagers, loodgie
ters en gieters, onder aanvoering van hun
commandeur, den heer L. J. A. Bock, zich
tegen het einde van den werktijd verza
meld om afscheid te nemen van Adriaanse.
Ook de Chef der Afd. Werktuigbouw,
Overste Klingen, was in de werkplaats
aanwezig, zoomede eenige andere belang
stellenden.
De Chef der Afdeeling, overste Klin
gen, neemt het eerst het woord en zegt,
dat het een voorrecht is om gepension-
neerd te worden; men zegt dan wel, dat
dit moment een mijlpaal is, waarnaar de
e enverlangt en de ander niet, maar een
feit is, dat de rust en het verlangen daar
na op een leeftijd van 65 jaar verdiend
is. Spreker wenscht Adriaanse toe, dat hij
nog vele jaren van zijn pensioen mag ge
nieten.
Adriaanse dankt den overste voor zijn
hartelijke woorden, waarna een zijner col
lega's, de heer Asma, het woord neemt en
gaarne aan het verzoek van het personeel
geifolg geeft en Adriaanse dankt voor zijn
vriendschap en welwillendheid, waarmede
hijgaarne iedereen hielp en met raad en
daad ter zijde stond. 65 jaar is een heele
leeftijd, wij voelen onze krachten vermin
deren, maar uw geest is nog jong. Nadat
spr. nog een en ander uit het persoonlijk
leven van den scheidenden kameraad had
aangehaald, biedt hij hem tenslotte een
fauteuil aan om de zoozeer verdiende rust
te genieten. In deze stoel kunt gij op uw
gemak uw krantje lezen, zegt spr., en om
het dan zoo gezellig mogelijk te maken,
bieden wij u een mooie pijp met tabak aan.
Hierna volgt een hoera van de kamera
den, waarna Adriaanse, zichtbaar aange
daan, dank zegt voor deze bewijzen van
waardeering.
AANKOMST INDISCHE MAIL.
De boottrein van het s.s. „Jan P.zn.
I Coen", hetwelk 31 December a.s. te Genua
j zal aankomen, zal Vrijdagmorgen 1 Jan.
1932 aan het Maasstation te Rotterdam ar-
riveeren te 10 u. 01. Aankomst te Den
Haag (S.S.) te 9 u. 49.
We herinneren ons nog iioe het vorig
jaar op het laatste nippertje moeder na
tuur zich over ons ontfermde, voorzoover
hier van ontfermen sprake is, en ons een
witte Kerst bezorgde.
Dit jaar is het niet zoover gekomen en
wij voor ons gelooven wel, dat niemand ei
minder prettige kerstdagen om gehad zal
hebben.
Het weer was niet koud, heel weinig
regen, weinig wind, dus in één woord
goed. en velen zullen dit liever gehad heb
ben dan sneeuw, hoezeer dit ook de kerst
stemming verhoogd zou hebben.
Thans komen wij weer voor een kort
overzicht te staan van de vermeldenswaar
dige gebeurtenissen, die alzoo gedurende
de beide dagen zijn voorgekomen.
De uitvoering van het „Sted.
Muziekcorps".
Oudergewoonte gaf het „Stedelijk Mu
ziekkorps" op den eersten Kerstdag weer
een uitvoering van gewijde muziek in de
Muziektent in het- Julianapark. Het pro
gramma werd in echte kerststemming op
vlotte wijze uitgevoerd en het is zeker, dat
de vele aanwezigen (vooral tegen het einde
was er tamelijk veel publiek) zeer genoten
hebben.
Een Maranatha-zangkoortje
heeft in den vroegen morgen van den eer
sten Kerstdag op verschillende plaatsen in
onze stad, eenige Kerstliederen gezongen.
Het was nog donker toen de zangers en
zangeressen op stap gingen.
Het Evangelisatiekoor.
Ook het Evangelisatiekoor onder leiding
van den heer Jongkees, ging den eersten
Kerstdag vroeg rond om op verschillende
punten van de stad kerstliederen te
zingen.
Bij het Leger des Heils.
Het Leger des Heils heeft weer een paar
actieve dagen achter den rug. Eersten
Kerstdag werd 's morgens om zes uur een
Kerstsamenkomst gehouden en 's middags
en 's avonds Heiligingssamenkomsten.
De zaal was steeds goed bezet.
Donderdagavond was reeds een uitdee-
ling gehouden voor de arme gezinnen.
Dank zij de medewerking van vele milde
gevers, kon aan 80 gezinnen een rijke
Kerstgave worden uitgereikt, elk bestaan
de uit 15 verschillende artikelen (levens
middelen, enz.).
Den tweeden Kerstdag werd in verschil
lende tehuizen van ouden van dagen, enz.
gezongen en werden tevens tractaties uit
gereikt. 's Avonds werd in het gebouw een
opvoering gegeven van „Het Schooiertje",
het diepgevoelde stukje van W. Derby.
Ook nu was de zaal weder geheel vol.
Maandagmiddag werd een kerstfeest ge
houden voor arme kinderen, om 5 uur een
kerstfeest voor kinderen van eigen Zon
dagsschool.
Zoo men ziet weer een paar nuttige da
gen en niemand zal betwijfelen dat het
Leger des Heils met het haar toever
trouwde geld en gaven niet op liefdevolle
wijze gebruik maakt.
In het Oudeliedenhuis.
iii de Jan in 't Veltstraat werd allereerst
op intieme wijze het Kerstfeest gevierd.
Verschillende versnaperingen, lectuur,
enz., waarvoor den gevers hartelijk dank,
verhoogden de feestelijke stemming.
Tweeden Kerstdag werd bezoek ontvan
gen van het Leger des Heils, dat kerstlie
deren zong en versnaperingen uitreikte.
De oudjes waren natuurlijk zeer dank
baar voor allen, die dit Kerstfeest voor
hen zoo gezellig gemaakt hebben.
In het Verpleeghuis.
Het Verpleeghuis aan de Kerkgracht
was evenmin vergeten, wat betreft de me
dewerking van verschillende zijden.
Kerstgav^n waren ontvangen van de
Firma Jan de Goe;,\ Elte, Maters (Snui-
straat) en Postma, terwijl de Muziekhandel
Polak welwillend een piano afstond.
Ook hier werd een bezoek ontvangen
van het Leger des Heils, dat een Kerst»
groet bracht en. versnaperingen.
De H. O. V., onder leiding van den heer
Hertsworm. heeft de oudjes vergast op
eenige mooie nummers muziek.
De Zangvereeniging „Morgenrood", on
der leiding van den heer F. v. d. Meii,
heeft eveneens de feestelijke stemming
met eenige liederen verhoogd.
Ook werd chocolade geschonken voor
gasten en verpleegden, kortom het was
compleet feest.
Het bestuur brengt allen, die hun mede
werking verleenden, zijn welgemeenden
dank.
(Voor de betrokkene zij hier even mee
gedeeld, dat een ivoren halskettinkje ge
vonden is, dat in het tehuis verloren en
aldaar terug te bekomen is).
In het Diaconiehuls.
Oostslootstraat werd liet Kerstfeest opge-
vroolijkt door een Zangkoortje, terwijl
verder op intieme wijze het feest gevierd
werd, evenals in het Tehuis voor Ouden
van Dagen van de Geref. Kerk.
De pleziertrein.
De pleziertrein naar Amsterdam ver
voerde tweeden Kerstdag 222 passagiers
3e en 48 passagiers 2e klas.
UITZENDING VAN DE
KONINKLIJKE BOODSCHAP OP HET
KONINGSPLEIN.
Het was- een goede gedachte van de fa.
G. van Baaren om hen. die niet tot de ge
lukkige bezitters van een radiotoestel be
lmoren, eveneens in de gelegenheid te
stellen de Kerstgroet van de Koningin aan
te hooren. Toen wij dan ook Vrijdagmid
dag tegen eenen op het Koningsplein kwa
men stonden reeds velen in afwachting op
de dingen die komen zouden en was de
vluchtheuvel een welkom plaatsje voor de
meer bezadigde luisteraars, want zooals
gewoonlijk zat de „Hoop des vaderlands"
natuurlijk weer met hun neus bij al die
geheimzinnigheden in de auto, die op het
trottoir voor het belastingkantoor stond
opgesteld. Het wachten viel niet lang, de
grammofoonplaten van den heer Van Baa
ren zorgden voor een aangename afwisse
ling en met een la A vr o-omroep ersstem
kondigde deze aan: „Dames en heeren, wij
hebben nog geen gehoor met Hilversum,
wü gaan verder met de grammofoonpla
ten". Jammer was, dat toen om 1.11 weder
om op Hilversum werd overgeschakeld, de
Koningin haar rede juist had aangevan
gen, zoodat de inleiding voor ons verloren
ging. Doch de duidelijke weergave van de
stem van den reus vergoedde dit ruim
schoots en was het voor de aanwezigen
een genot de heldere en duidelijke stem
van de Koningin te hooren. Langzaam,
met een eenigszins vibreerend timbre
sprak H. M. haar Kerstgroet uit, zie ver
slag in dit nummer, die ongetwijfeld door
duizenden in den lande zal zijn gevolgd.
Precies 17 minuten heeft de Koningin ge
sproken. De drukte der feestdagen veroor
loofde ons niet langer te blijven, zoodat
wij spoedig moesten vertrekken, wetende
dat de firma Van Baaren zeer zeker
velen aan zich zal verplicht hebben met
deze goedgeslaagde uitzending.
GEMENGDE ZANGVEREENIGING
„MORGENROOD".
Directeur: F. v. d. Meij.
Men schrijft ons:
Door onderafdeeling en kinderkoor van
bovengenoemde vereeniging wordt a.s.
Zaterdag 2 Januari een uitvoering gege
ven in „Casino".
Op 't programma prijken twee- en
meerstemmige liederen met of zonder
piano-begeleiding. Na de pauze wordt de
aardige operette „De Varkenshoeder" ge
geven door de onderafdeeling. Zooals we
weten wordt aan deze operette's steeds
de uiterste zorg besteed en daar de costu-
mes weer geleverd worden door
't costuummagazü'n van de heeren Joh. M.
Ridderikhof en Co. te Hoorn, is de aan
kleeding weer in orde.
De piano-begeleiding berust wederom
in de handen van mej. Corry Dol.
Voor introductie enz. verwijzen we naar
de in dit blad voorkomende advertentie.
AUTO-BOTSING.
Op den 2en Kerstdag had op den hoek
NieawstraatBassingracht een aanrijding
plaats tusschen tv personenauto's. Bei
de wagens wer ernstig beschadigd.
Persoonlijke ong. deen kwamen niet
voor.
FEUILLETON
Een Kerstvertelling.
Toen Harry eindelijk buiten adem op
hield. stond Hugh op, pakte den spreker
bij den schouder en duwde hem in een
stoel. Harry liet zijn armen op de tafel
vallen en begroef zijn hoofd er in, terwijl
ll rampachtige snikken hem deden schud
den. Clinton legde hem de hand op den
schouder.
„Ik zal die geschiedenis met de chèque
vergeten, Harry. Je zult zooiets nooit meer
doen, daarvan ben ik overtuigd. Ik wilde
dat je maar bij mij was gekomen voordat
je het gedaan hebt, als je zoo bang was
voor je vader. Over die schuld worden wij
het wel eens. Je kunt mij het geld in ge
deelten terugbetalen. En ik zal mijn best
doen je vader te overtuigen, dat een leven
op het land veel beter voor je is dan op
een kantoor in de City. Ik ken een aardige
kerel, die een boerderij heeft en blij zal
zijn met zoo'n flinke, groote vent als jij
bent. Daar zal je goed vooruit komen, dat
is je element. Ik ben blij, dat je bij mjj
gekomen bent; het blijf alleen jammer,
dat je niet eerder gekomen bent."
Harry zat rechtop en bedekte zijn on
aantrekkelijk gezicht met zijn hand.
„Gisteren zou u het niet zoo opgenomen
hebben", zei hij langzaam; „vanavond bent
u anders. Ik kan niet uitleggen wat ik be
doel, enik ben niet meer bang voor
u; ik was het wel, toen ik naar u toe ging,
maar of ik wilde of niet, ik moest u de
waarheid vertellen, op gevaar af dat u me
aan de politie zou overgeleverd hebben,
omdat het tegenover Violet zoo innig-
gemeeti was. Maar dat zag ik later pas in."
Clinton's sigaar was uitgegaan en toen
hij deze weer aan wilde steken beefde zijn
hand en de lucifer viel op den grond.
*Je zuster? Wat heeft zij met de zaak
uit te staan? Dit is iets tusschen jou en
mij zij hoeft er niets van te weten."
„Zy weet het. Ik heb het haar vanmid
dag verteld, ze zei dat ze me wilde helpen
als ze kon
Hii hield plotseling op, geschrokken
door den blik in Clinton's oogen.
„Ga door!" klonk het schor.
„Ik zei haar dat zij.... dat u...." Hij
zweeg verward.
„Vooruit!" drong Clinton nerveus aan.
„Dat u razend veel om haar gaf, en"
de jongen snakte naar adem „later be
greep ik hoe intens-laf het was om haar
zich te laten opofferen voor wat ik gedaan
had. En daarom ben ik hier gekomen om
schoon schip te maken."
Clinton had een gevoel alsof de kamer
om hem heen draaide. Een blinde woede
greep hem aan. Hii staarde den spreker
aan met oo^en vol smart en ongeloof.
Toen hfj den verbaasden blik van den jon
gen ontmoette kreeg hij zijn zelfbeheer-
sching terug en lachte heesch.
„Je deed beter nu maar naar huis te
gaan", zei hfj zoo kalm als hem mogelijk
was, „ik zal om die boerderij denken, goe
den nacht".
naar 6611 haard en wachtte tot
hu de voordeur hoorde dichtslaan. Dus
<u t was dus de reden geweest dat Violet
zijn aanzoek had aangenomen. Met som
bere oogen staarde hij in het grillig vlam
mende vuur Eri h« bleef zitten staren tot
de Kerstnacht, die hem het hoogste geluk
en de diepste ontgoocheling had gebracht
week voor den grauwen wintermorgen En
toen was zijn besluit genomen: hij zou ge
stand doen wat hij haar vanavond gezwo
ren had; de tijd zou komen dat ze hem
waarlijk zou liefhebben. Een schoone
Kerstgedachte: gevende, niet vragende
liefde, die wederliefde wekt.
De maanden gingen langzaam voorbij.
Harry had allang zijn werk op de boer
derij gevonden een honderd mijl ver
wijderd van het leven dat hij haatte. Het
ging hem goed; hij schreef opgewekte
brieven aan zijn zuster. Hfj had met het
verleden afgedaan.
Hugh Olinton had woord gehouden: hij
bleef Violet trouw en verdroeg haar koel
heid met geduld en vriendelijkheid, nu hjj
zich een vast doel voor oogen had gesteld.
Ze ontmoetten elkaar geregeld en John
Aloott merkte niets van hun zonderlinge
verhouding. Het verbaasde hem alleen nu
en dan dat Clinton niet over trouwen
sprak; in zijn tijd waren jonge menschen
zoo geduldig niet, vond hij, maar aan den
anderen kant was hij blij, dat hij zijn
dochter nog een poosje bij zich mocht
houden en hij had het te druk om zich
veel in het vraagstuk te verdiepen.
Violet was zelden thuis; zij gunde zich
zelf geen tijd om na te denken. En waar
ze ^ing, ging Hugh, ernstig, geduldig, vol
kleine zorgen voor haar. Over het geval
met Harry hadden ze nooit met elkaar ge
sproken, maar ze voelde bij intuïtie, dat
hij begreep, dat zij zijn aanzoek aangeno
men had met een bijbedoeling. Het ver
vulde haar met een soort bewondering
voor hem, dat hij ondanks deze wetenschap
zoo vriendelijk en vol geduldige liefde
bleef en bij haar gevoel van respect voor
haar verloofde, kwam nu ook een zachtere
stemming. Maar gewonnen geven kon ze
zich niet.
Toen moest Hugh voor zijn zaken voor
langen tijd naar Amerika en Violet, ge
kweld door de warreling van haar gevoe
lens, beschouwde zijn maandenlange af
wezigheid als een verlossing. Toen hjj
terugkwam, was het winter en koud, mie
zerig Novemberweer. Toen hfj weer een
paar dagen in Engeland was, werd hfj
ziek, influenza, gevolgd door longontste
king. John Alcott, die hem bijzonder graag
mocht, bezocht hem geregeld, en Violet
hoorde van haar vader hoe het met hem
ging, want Clinton voelde zich te ziek om
,la.ar bij zich te hebben, had hij gezegd.
Hij scheen niet te willen, dat het meisje
hem in zijn zwakheid zag. Zijn toestand
was verscheidene dagen levensgevaarlijk
en toen eindelijk het eerste gevaar voorbij
was, kon lijj maar niet op krachten komen.
John Aloott kwam eens op een avond
thuis, bezorgd en verward.
„Hij is vandaag een poosje beneden ge
weest", zei hjj tegen Violet, „in de stu
deerkamer. Hij ziet er uit als een geest."
„Vroeg hij naar mij?" Violet zat in een
donkeren hoek van de kamer, zoodat haar
vader haar niet zien kon, maar iets in haar
stem verried haar ontroering.
„Neen; nu ik er over nadenk vroeg hij
niets. Ik zei dat je wel blij zou zijn als je
hoorde, dat hij beneden was geweest en
dat je hoopte hem spoedig te zien."
„Ja?" Violet's handen lagen ineenge
klemd op haar schoot. „En wat zei hij?"
„Niets", moest Alcott ex-kennen; „niets".
Een gedachte kwam in hem op toen
Violet niets meer zei. „Hebben jullie twist
gehad?"
„Neen", antwoordde Violet kalm, „niet
bepaald twist, maar hij heeft gelijk als hij
boos is. Neem mij morgenmiddag mee
naar hexn toe. Telefoneer, dat ik met u
meekom."
De volgende dag was de middag vóór
Kerstmis, juist één jaar na den avond dat
Violet haar offer voor haar broer en haar
vader had gebracht. Wéér was het eon
grauwe wintermiddag toen ze met haar
vader naar Hugh's huis ging.
lot groote voldoening van zijn verpleeg
ster scheen Hugh den volgenden dag meer
belangstelling voor alles te toonen. Hij
stond er op geheel gekleed te worden, gaf
order dat er in de studeerkamer voor hulst
en mistletoe gezorgd moest worden en
stribbelde tegen, dat hij op den divan
moest liggen. De thee stond klaar Mj den
vroolijk-brandenden haard, toen Violet
binnenkwam.
„Ik kom haar over een uur weer halen"
zei John Alcott od den drempel van de
deur „Ik heb een belangrijke conferentie.
Laat hem niet te veel praten, Violet!"
De deur werd gesloten; zij waren nu al
leen Clinton, die zijn zwakte verwenschte,
probeerde hooger in de kussens op te gaan
zitten. lolet was geschrokken door de ver
andering in hem. Mager en grauw, met
2°Kn' Z<\zou hem 'Hf™ niet her-
e be"; Hu stak zijn hand uit;
tia htte te glimlachen, toen ze de hare er
in legde. Hij vond dat zij bleeker was dan
anders; hü wierp een snellen blik op heel
haar lieflijke persoonlijkheid; haar oogen
stonden vol tranen.
Hü verbrak eindelijk de stilte.
„Lief van je om te komen. Er is iets dat
ik je zou willen zeggen. Zou je je stoel
iets meer naar hier toe kunnen zetten, dat
ik je beter zien kan?"
Zij gehoorzaamde zonder iets te zeggen.
„Ik zal weer voor een heelen tijd op reis
moeten om volkomen te herstellen, zegt
de dokter", ging hij voort, „maar voor ik
ga, wil ik je niet alleen je vrijheid terug
geven, maar je ook vergeving vragen. In
al die lange, eenzame dagen met den dood
voor oogen en ook toen ik weer aan het
herstellen was, ben ik alles in een heel
ander licht gaan zien. Ik heb niet het recht
je tegen je wil aan mij te binden. Huil
niet, ik geef je je vrijheid weer. Waarom
zou ik je leven bederven?"
„Ik huil niet", antwoordde het meisje
moeilijk, „tenminste niet om de reden die
jij denkt. Het kan zijn dat je blij bent als
je van mij verlost bent, maar ik verlang
mijn vrijheid niet terug."
Zij liet haar zachte oogen vol tranen op
hem rusten en toen wist hfj, met een
schok van vreugde, dat het langverbeide
oopenblk gekomen was, het oogenblik dat
haar liefde voor hem wakker was gewor
den. Hij ging iets rechter op zitten, zijn
gezicht spookachtig.
„Verleid mij niet, Violet: ik zal je nu
niet aan je woord houden je bent vrij.
lk zal het je niet meer lastig maken."
Hü sloot de oogen en het volgende
oogenblik voelde hü haar hand in de zijne,
vast en warm en trillend. Hij opende de
oogen, Violet schoof haar stoel vlak naast
hem; hij stak zijn hand naar haar uit en
zijn vingers sloten zich over de hare.
„Ik heb je leelük behandeld", stamelde
ze. „Neen, laat mij vertellen. Ik had geen
recht je voor Harry op te offeren. Ik had
den eerlijken weg moeten bewandelen, en
je moeten vertellen wat hij gedaan had. Ik
kende je niet genoeg. Het is mijn straf
geweest, dat je mü nooit wat gevraagd
hebt, je hebt vurige kolen op mijn hoofd
gestapeld en in mijn hart wilde ik niets
liever dan dat je goed van mij dacht o,
hoe verlangde ik dat."
Hij leunde naar haar toe en aarzelend
bracht hy haar zachte hand naar zijn lip
pen. Zü kleurde en weer kwamen de tra
nen in haar oogen.
„Maar je zult wel niet erg goed over my
denken, wel?" vroeg ze bijna fluisterend.
„Ik houd van je", antwoordde Hugh
langzaam. „Ik wist, dat wat je gedaan hebt,
tegen je natuur streed, tegen je heele we
zen en ik heb vurig gehoopt, dat dit oogen
blik komen zou, Violet, dat ik door gedul
dige liefde jouw liefde wekken zou.
Want zoo is het toch, niet liefste? Kunnen
we niet opnieuw beginnen en een streep
halen door wat er gebeurd is?"
Haar oogeiy nu helder en schitterend,
keken in de zijne, vertelden hem de waar
heid. Hy' trok haar naar zich toe en hun
lippen ontmoetten elkaar.
„loen ik hoorde dat je ziek was", zei
ze na een langdurige stilte, „wist ik dat
ik je liefhad en ofschoon ik tegen dat
nieuwe gevoel streed, werd mijn liefde
sterker en sterker, tot ik voelde dat als je
stierf
Zy' sidderde bij de gedachte en maakte
haar zin niet af. In een opwelling van zelf
verwijt drukte zy' haar lippen op zijn door
schijnende hand. „Nu wil ik je helpen om
weer gauw heelemaal beter te worden,
Hugh. Kunnen we niet....?"
„Ja?"
„Kunnen we niet gaan trouwen, zonder
veel drukte en dan naar een of ander rus
tig, zonnig plekje gaanwy' tweeën
samen? Ik wil zoo goed voor je zijn. Vind
je bet prettig mü bij je te hebben?"
Hy' kuste haar met onderdrukte harts
tocht. een glans van geluk op zijn bleek
gezicht.
„Jij hebt mijn heelen kijk op het leven
veranderd. Een uur geleden kon me niet
schelen wat er met me gebeurde en nu
Violet, bedenk eenswij samen!"
En toen viel er weer een stilte in de
schemerige kamer, waar alleen de gloed
van het haardvuur lichtte en waar de waar
achtige kerststemming was..., vrede
en welbehagen! (Slot.)